14 topbestemmingen voor de nazomer
Lekker weg in het najaar
Veertien streken voor een nazomervakantie. Prachtige bestemmingen waar de zon nog steeds volop schijnt en het dan een stuk rustiger is dan in de zomer.
1. Andalusië: zonovergoten werelderfgoed
Over Andalusië zijn dikke boeken en gidsen geschreven. Terecht, want de zuidelijkste regio van Spanje heeft erg veel te bieden. Zonovergoten costa’s, zoals de Costa del Sol, met badplaatsen als Marbella en museumstad Malaga. Maar ook historische steden, rijk aan werelderfgoed. Zowel bekend, zoals Granada, Sevilla en Cordoba, als minder bekend, zoals Úbeda en Baeza. In het bergachtige land hiertussen vind je witte dorpjes, ontelbare olijfbomen en grote natuurparken. Plus: de witgetopte Sierra Nevada en Europa's enige woestijn: de woestijn van Tabernas. Onnodig te zeggen dat het hier in het najaar prettiger toeven is dan in hartje zomer.
2. Sicilië: langs tempels, bergen en stranden
Sicilië is niks voor de zomer. Veel te heet. Wie wil genieten van een 'onbezonnen' kennismaking met Griekse, Romeins en Byzantijns erfgoed stapt in september of oktober in de huurauto. Nergens in Europa vind je zo’n mooie samensmelting van natuur en cultuur. Griekse tempels, citroenbomen, vissershavens, de Etna, Romeinse villa’s, amfitheaters, mozaïeken, barokstadjes, bergflanken en stranden glanzen in de najaarszon.
3. Provence: juwelenbox van Zuid-Frankijk
De kleurrijkste autorondrit van Europa maak je in het naseizoen in de Provence. Sturend langs de mooiste dorpjes van Frankrijk, door een land van wijn, lavendel en truffels, ervaar je de huiskleuren van de Provence. Het oker van de rotsen, het rood van de wijn, het warme groen van de eikenbomen en – niet te vergeten – het broeierige geel van Vincent van Gogh. Een perfecte plek om nog in het najaar te kamperen in Zuid-Frankijk.
4. Alpen & Dolomieten: decor voor een superrit
Als de zomergasten zijn vertrokken, wordt de Oostenrijkse en Noord-Italiaanse Alpenwereld een natuurtheater van ongedwongen rust en ruimte. Dolce vita en Gemütlichkeit smelten hier ineen. Het Gardameer glinstert einde dag als zilverpapier. Daarbovenuit pieken de toppen van de Dolomieten en Oostenrijkse Alpen in een kraakhelder licht. Een heerlijk decor voor een lange autovakantie.
5. Algarve: goudoranje rotsen en tonijn van de grill
In de nazomer is het weer nog erg aangenaam in de Algarve, Portugals zuidelijkste provincie, en ook de oceaan is dan prettig qua temperatuur. Het water, in vele tinten blauw, nodigt uit tot zwemmen en allerlei watersporten, zowel vanaf uitgestrekte zandstranden, omgeven door bizar gevormde, goudoranje rotsen, als vanaf mini-stranden aan kleine baaien of eilandjes voor de kust. Naast levendige steden als Faro, Portimão en Albufeira, kent de Algarve tal van traditionele, witgekalkte vissersdorpen, witgekalkt, met een kleine kerk, betegeld met kleurige azulejos, en minimaal een fijn restaurantje. Maar niet alleen de kust is geknipt voor auto- en wandeltochten; het bergachtige achterland, geurend naar rozemarijn en wilde tijm, is dat zeker ook.
6. Nazomerparadijs Umbrië
Umbrië is geschapen voor een autorondreis. Het groene hart van Italië heeft zacht glooiende heuvels begroeid met wijn- en olijfgaarden, maar ook tabak, tarwe en zonnebloemen. Met een brede glimlach op je gezicht rijd je langs charmante (middeleeuwse) plaatsen als Perugia, Spoleto en – natuurlijk – pelgrimstad Assisi. Lunch op een pleintje met een visje uit Lago Trasimeno. Umbrië is een nazomerparadijs.
7. Zuid-Duitse kastelentocht, dwars door de middeleeuwen
Het eindezomer-licht is perfect voor een middeleeuwse kastelenroute door Zuid-Duitsland. Stadsmuren, transen en torens werpen lange schaduwen op de kasteeltuinen. In het eerste hotel ontvang je een kaart van de kastelenroute. Daarmee duik je 8 dagen de middeleeuwen in, voor een tocht langs burchten, universiteitssteden, kastelen, kerken en musea. Natuurlijk slaap je een keer in een kasteelhotel, waar de kasteelheer of -vrouw je hoffelijk verwend.
8. Noordwest-Spanje heeft het allemaal
Voor velen een grote onbekende: Spaans Baskenland, ofwel Noordwest-Spanje. Een streek met topmusea, culinaire eigenzinnigheid, fris-groene heuvels en een betoverende oceaankust. Ons lievelingsplaatsje, direct aan de Frans/Spaanse grens is Hondarribia, de kleurige vissershaven vol vakwerkhuizen en keukenprinsen. En dan ligt de hemelse kustroute langs Bilbao (Guggenheimmuseum!), het statige San Sebastían (het koninkrijk van de Baskische pintxos), de Picos de Europa en Santiago nog voor je.
9. Tirol, Finkenberg
Net na de zomer en nog voordat het winterseizoen begint. Finkenberg is de perfecte uitvalsbasis voor een actieve vakantie. Geniet van de frisse berglucht en verken de omgeving te voet. Ga bijvoorbeeld naar de prachtige watervallen in Krimml, bezoek je de stad Innsbruck of rij een stukje door naar het adembenemede Zillertal. Een actieve must-do met kids is het Natur Eis Palast in de Gletscherwelt Zillertal 3000: je ontdekt de ijswereld van binnen.
10. Madeira: weg van het massatoerisme
Madeira is een Portugees eiland in de Atlantische Oceaan, pakweg 700 kilometer ten westen van Afrika. Het is er nooit echt koud en ook zelden erg warm. Eigenlijk is het hier hele jaar door lente. Omdat er vrijwel geen stranden zijn, maar wel exotische bloemen, bossen en bergen (de hoogste berg is de 1862 meter hoge Pico Ruivo), is Madeira een topbestemming voor wandelaars en natuurgenieters. Zonder massatoerisme, maar met steile kliffen, natuurlijke rotszwembaden, adembenemende uitzichten, kabbelende levadas (smalle irrigatiekanaaltjes), groene valleien, paradijsvogelbloemen, vissersdorpjes en nog veel meer. Ook leuk: walvissen en dolfijnen spotten.
11. De Amalfikust: een droomweg
Als er één weg is om ooit in je leven te rijden, dan is het de Amalfi-route. De kustweg ten zuiden van Napels is een droomweg vol romantische dorpjes, verpletterende natuur en – vooral in de nazomer – geurende wijnranken en vijgenbomen. De Amalfi SS163 slingert op grootse wijze door een landschap met ongeëvenaarde terrasjes. Niet voor niets is de Amalfikust uitgeroepen tot UNESCO Werelderfgoed.
12. Tenerife: buitengewoon achter het strand
Van alle Canarische Eilanden (een groep eilanden in de Atlantische Oceaan, ten westen van de Westelijke Sahara) is Tenerife het grootste. Een eiland met fraaie stranden, waar vrijwel elke dag de zon schijnt, maar er is meer. Bijvoorbeeld Santa Cruz, de fleurige hoofdstad, en San Cristóbal de La Laguna, een stadje dat werelderfgoed is, net als de machtige El Teide, de hoogste berg van Spanje (3718 m). Zo levendig als het op enkele stranden kan zijn, zo rustig is het vaak in het bergachtige binnenland. Land dat uitnodigt tot het maken van bijzondere wandelingen. Van vergezicht naar vergezicht, door semi-regenwoud, kaal maanlandschap of door diepe ravijnen tussen weelderige flora, zoals Teidebrem en drakenbloedbomen.