Mooi én warm wandelen in Europa
12 wandelgebieden waar je het hele jaar voor warmloopt
Of het nu zomer, herfst, lente of winter is... Trek je wandelschoenen en je korte broek maar vast aan. In dit dozijn gebieden kun je (bijna) altijd terecht voor een heerlijke wandelvakantie.
1. Tenerife (Spanje): surrealistisch vulkaaneiland
Uitgestrekte lavavelden en bizarre rotsformaties in de kleuren zwart, bruin, rood en oranje. Op Tenerife, het grootste van de Canarische eilanden, waan je jezelf soms op een andere planeet. Toppunt van het eiland, zowel letterlijk als figuurlijk, is het surrealistische landschap rond de Pico del Teide. Met zijn 3.718 meter torent deze vulkaankegel ver boven alles uit en is het zelfs de hoogste berg van heel Spanje.
Onder de top ligt een uitgestrekte caldera (krater) van 16 kilometer doorsnede, een vulkanisch landschap dat zijn weerga niet kent. Maar we zouden Tenerife tekort doen als we niet ook de zoetgeurende dennenbossen zouden noemen of de semi-regenwouden met glibberpaden en de lagergelegen kuststrook met zijn vetplanten, cactussen, palmbomen én machtige canyons. Daar waar de badgasten vaak niet verder komen dan de stranden in het zuiden, is er voor de wandelaar een hele wereld te ontdekken in het midden en noorden van Tenerife.
2. Evia (Griekenland): onbekend, ongetemd & puur
Wat is het grootste Griekse eiland? Inderdaad, Kreta. Maar wat is nu het op één na grootste? Dat is het relatief onbekende Evia. Een eiland zo divers, dat het ook wel Klein-Griekenland wordt genoemd. Droog en rotsig is het zuiden, groen en bloemrijk is het noorden is groen, van allebei een beetje is het midden en de hoogste top is de 1.743 meter hoge Dyrfis.
Het eiland is geliefd bij de Grieken zelf, maar verder nog vrij onontdekt en puur. Buiten de maanden juli en augustus heb je Evia vrijwel voor jezelf en juist dan kun je er heerlijk wandelen. Bijvoorbeeld over de eeuwenoude paden vanuit het bergdorp Steni, door de kastanje- en sparrenbossen van het Xirovounu-gebergte. Of naar de imposante top van de Dyrfis. Of door een van de kloven die eindigen bij een verlaten strandje. Het eiland ligt op een uurtje rijden van Athene en is door twee bruggen verbonden met het vasteland, dus je bent er zo.
3. Madeira (Portugal): kleurenexplosie in de oceaan
Een vulkanische eiland, ver weg in de Atlantische oceaan. Door de fraaie oude gebouwen in Portugese stijl ademen de kleine steden en veel dorpen nog altijd een koloniale sfeer. Madeira is hét wandeleiland van Europa. Beroemd zijn de levadas: smalle irrigatiekanaaltjes die in de steile bergwanden zijn uitgehakt en vaak worden omzoomd door ontelbare paarse liefdesbloemen.
Nergens ter wereld vind je zoveel levadas (in totaal 2.000 km) om langs te wandelen, waardoor je met een minimale inspanning maximaal kunt genieten van het landschap. Want dat mag er zijn: Madeira telt honderden soorten exotische bloemen, planten en vogels. Watervallen kletteren langs de rotsen, steile kliffen zijn goed voor overweldigende uitzichten over de oceaan en je kunt er dwalen door zowel tropische bossen als bontgekleurde botanische tuinen.