De tien mooiste natuurgebieden van Europa in de herfst
Vanaf 300 km met de auto of trein vanaf Utrecht
Nederlanders wandelen graag: een half miljard wandeltochten per jaar zelfs. Je beweegt, maar komt toch tot rust, genietend van de natuur. Dit zijn tien bijzondere natuurgebieden met herfstkleuren in Europa, binnen één dag rijden van Nederland.
1. De Semois-vallei, Ardennen: sierlijke schoonheid in Belgisch Luxemburg
Afstand vanaf Utrecht: ca. 300 km
De Semois is een zijrivier van de Maas die al sierlijk slingerend met vele grote lussen langs de mooiste valleien en dorpjes van de Ardennen stroomt. In nevel gehulde dorpen en stadjes als Bohan, Frahan, Rochehaut en Bouillon hebben de grootste schilders en dichters door de eeuwen heen geïnspireerd tot hun mooiste werken. Vlak aan de Franse grens was het in de 19de eeuw echter minder goed toeven. Toen stond dit deel bekend als ‘La vallée des fraudeurs’. Er werd flink werd gesmokkeld met tabak, alcohol, parfum en koffie. De geheime routes en de barakken waar de schimmige handeltjes werden gedreven, zijn hier nog steeds te vinden.
Geniet ook van de bourgondische herfstschotels, de wandelroutes langs glooiende hellingen, de knipogende koeien en de kastelen van Herbeumont, Bouillon en Sedan. Ontdek de Semois-vallei te voet of te fiets, of ervaar alles vanuit een kajak.
2. Het Rijndal, Duitsland: 67 kilometer werelderfgoed
Afstand vanaf Utrecht: ca. 325 km
Het Oberes Mittelrheintal, tussen Koblenz en Bingen, is goed voor 67 kilometer werelderfgoed. Je vindt hier 101 kastelen, zowel op eilandjes in de Rijn als hoog op de heuvels. Heuvels met vele uitzichtpunten en wijngaarden, die in de herfst fraai groen, geel en rood kleuren. En met romantische wijnstadjes als Bacharach, Kaub en Sankt Goarshausen, en Duitslands beroemdste rots: de Lorelei. De legende is dat daar een beeldschone vrouw zat die schip na schip deed zinken.
Herfstwandelen kan overal. De Rheinsteig is een meerdaagse wandelroute langs het complete dal, maar je kunt bijvoorbeeld ook de Stadtmauer-Rundweg om Bacharach doen, van toren naar toren, in twee, drie uur tijd. Of een stukje van de Rheinsteig en daarna met de boot of de trein terug naar je startpunt. Of huur een fiets en maak een romantische Rijntocht, gebruikmakend van de veerboten. De Rheinforel, het Bacharacher Wildschwein en de lokale wijn smaken daarna nóg beter.
3. Het Mullerthal: klein Zwitserland in Noord-Luxemburg
Afstand vanaf Utrecht: ca. 350 km
Het Mullerthal (of Mëllerdall), wordt ook wel het ‘Klein Zwitserland van Luxemburg’ genoemd. Dat heeft het natuurgebied te danken aan het golvende, Zwitsers ogend landschap met bizarre rotsformaties, dromerige meren en klaterende watervallen.
De Mullerthal Trail is dan ook een tocht die al vele bergsportliefhebbers tot wandelen heeft verleid, maar ook de minder geoefende (dag)wandelaar kan makkelijk aansluiten. De trail, 112 kilometer lang, is verdeeld in drie routes van verschillende moeilijkheidsgraden. Onderweg geniet je van vergezichten, ruïnes en kastelen (zoals kasteel Beaufort), en 1001 andere dingen, zoals het bemoste bruggetje over de Schiessentümpel-waterval.
4. Regionaal Natuurpark Ballons des Vosges, Frankrijk: vergezichten over kleurrijke natuur
Afstand vanaf Utrecht: ca. 560 km
Het Vogezen-massief is vanuit Nederland het dichtstbijzijnde berggebied in Frankrijk. Het is een populair skigebied in de winter, maar ronduit indrukwekkend in de kleurrijke herfst. De bergtoppen zijn niet de hoogste van Frankrijk, maar dit wordt ruimschoots gecompenseerd door de uitzichten op het Zwarte Woud, de Zwitserse Alpen en Frankrijks hoogste berg: de Mont Blanc.
Hiervoor reis je naar het Regionaal Natuurpark Ballons des Vosges, in het zuidelijke deel van de Vogezen. Naast de genoemde vergezichten (onder meer vanaf de 1424 meter Ballon d’Alsace), vind je hier een rijkdom aan dieren en bergmeren. Trek de stoute wandelschoenen aan en volg het spoor van wilde herten, lynxen en de grijze wolf. En bezoek de auberges en restaurants, voor smakelijke stoofpotjes van streekproducten en wijn uit de regio. C’est formidable.
5. Nationaalpark Valdehavet, Waddenzee, Denemarken: blauwe zee en zwarte zon
Afstand vanaf Utrecht: ca. 680 km
Ook het Deense deel van de Waddenzee staat sinds 2014 op de Unesco Werelderfgoedlijst. In het unieke, ondiepe watergebied, dat soms oogt alsof het met diamanten is bestrooid, wisselt het getij om de zes uur. Twee keer per dag eb en vloed, als de vitale hartslag voor de ontwikkeling van een enorme broed- en rustplaats van onder meer zeehonden en miljoenen trekvogels.
De gigantische zwermen spreeuwen die hier jaarlijks uitrusten, vormen al dansend in de lucht een spectaculair natuurverschijnsel dat je vooral in de lente en de herfst kunt zien. De lucht ziet hier dan zó zwart van de spreeuwen, dat de Denen dit fenomeen Sort Sol (Zwarte Zon) hebben genoemd. Een ‘zonsverduistering’ die je in het Zuid-Jutse Nationalpark Valdehavet zelf kunt zien en beleven.
6. Nationaalpark Sächsische Schweiz, Duitsland: natuurparadijs met een topattractie
Afstand vanaf Utrecht: ca. 800 km
In de Oost-Duitse deelstaat Saksen ligt het Nationale Park Sächsische Schweiz (Saksisch Zwitserland) dat doorloopt tot in Tsjechië. Je vindt er diepe ravijnen, hemelhoge tafelbergen en bizarre, sprookjesachtige rotspieken van zandsteen, uitgesleten door de Elbe-rivier. In het begin van de 19de eeuw, de tijd van de romantiek, gingen kunstenaars op zoek naar de schoonheid van de natuur. Die vonden ze hier, in het grillige Elbezandsteengebergte. Na 1850 werd het zelfs druk, toen ook boten en treinen stomend vanuit Dresden tot hier konden komen. Dé topattractie was de Basteibrücke, 76 meter lang en enkel voor wandelaars, hoog tussen de rotsen.
De gouden herfstzon maakt de beleving zo mogelijk nóg mooier. Met maar liefst 1200 kilometer aan bewegwijzerde wandelpaden is dit beschermde natuurgebied een waar wandelparadijs, zeker in de herfst. Met een beetje geluk spot je onderweg de (bos)bewoners: zwarte ooievaars, ijsvogels, ringslangen en lynxen. Ook mooi, leuk én leerzaam zijn kasteel Königstein, het oude stadje Pirna of een tochtje per (huur)fiets langs de Elbe. En nu je er toch bent: Praag en Dresden zijn niet ver weg.