Vakantiebestemmingen in november

Van Londen tot Zambia, van Terschelling tot de Kaaimaneilanden: in november zijn er genoeg plekken waar mens en natuur een flink feestje op poten zetten. Dit zijn de 10 beste vakantiebestemmingen in november.

De herfst loopt al op zijn einde en de feestdagen lijken nog heel ver weg. Toch valt er in de aanloop van Sinterklaas en Kerst al meer dan genoeg te vieren. Er zijn immers zat redenen om in november de bloemetjes buiten te zetten. Reis bijvoorbeeld naar Londen om te zien hoe grandioze vuurwerkshows de Britse hoofdstad oplichten tijdens Bonfire Night. Of ga verder van huis en vier Día de Los Muertos in Mexico, Shichi-Go-San in Japan of Thanksgiving in New York.

1. Vier de Dag van de Doden in Mexico

Tijdens Allerzielen, op 2 november, herdenken katholieken hun overledenen. In onze contreien gaat dat vaak gepaard met donkere requiemmissen en bescheiden bidprentjes. Maar in Mexico is deze sobere traditie uitgegroeid tot twee kakelbonte feestdagen op 1 én 2 november. Een keer van dichtbij meemaken? De koloniale binnenstad van Oaxaca biedt met zijn gekleurde gevels, antieke kasseien en pittoreske plazas het mooiste decor om ‘Dia de Los Muertos’ te ervaren.

Het hoogtepunt van het spektakel is de ‘Magna Comparsa’: een parade vol zwierende jurken, vuurwerk, livemuziek en uitgedoste locals – veelal geschminkt als skelet – die door het oude stadshart trekt. Maar ook buiten dit soort georganiseerde optochten kijk je als bezoeker je ogen uit. Door de hele stad worden altaars vol bloemen, kaarsen, slingers en foto’s uitgestald. En op de openbare begraafplaatsen picknickt men vrolijk op de graven van hun geliefden. De dag(en) van de doden bieden zo een mooi inkijkje in de volksziel van de Mexicanen, die een lach en een traan schijnbaar moeiteloos kunnen verenigen in één fascinerend feest.

2. Dans met piraten op de Kaaimaneilanden

Helderblauw water. Hagelwit zand. Zongebleekte veranda’s. De Kaaimaneilanden zijn zo’n plek waar je achter elke palmboom de filmcrew van een Bounty-reclame verwacht te zien. Toch was het niet altijd zo’n gezellige bedoening op de drie eilandjes onder Cuba. In de 17de en 18de eeuw was de archipel een broeinest van piraterij. Onder meer de gevreesde piraat Blackbeard maakte er jarenlang het water onveilig.

Ruim driehonderd jaar na zijn dood is die bloedige bladzijde uit de geschiedenisboeken uitgemond in een van de meest knotsgekke verkleedfeesten van de Cariben. Pirates Week wordt het festival genoemd. Hoewel de festiviteiten inmiddels zijn uitgesmeerd over maar liefst drie maanden (van september tot en met november), vinden de meest ludieke evenementen nog altijd in november plaats. Zo kun je – uiteraard uitgedost als piraat – genieten van een muzikale steelpan-wedstrijd, een regatta met knutselboten van karton, een heuse schatzoektocht voor duikers en een hele rits openbare strandfeestjes en -barbecues. Voer voor alle zintuigen dus. Én je lachspieren. Harrrrr!

3. Bonfire Night: Londen in vuur en vlam

Ook in Londen verstaat men de kunst om in de nasleep van een tragische gebeurtenis een vrolijk feestje te bouwen. Na een mislukte buskruitaanslag op het Hogerhuis, op 5 november 1605, werden er door heel de stad vreugdevuren ontstoken. En die traditie houden de Britten meer dan vier eeuwen na dato nog altijd in ere door op diezelfde 5 november bij elkaar te komen voor Bonfire Night.

Hoewel het feest ook geldt als de officieuze aftrap van Londen’s kerstseizoen, is het vooral een goed excuus om samen met geliefden te kijken hoe professionele vuur- en vuurwerkkunstenaars de donkere hemel oplichten. De mooiste shows worden doorgaans op poten gezet bij Alexandra Palace en in Chiswick, Wimbledon, Morden én Battersea Park. Let wel: de shows zijn zo populair dat je soms al weken van tevoren online een entreebewijs op de kop moet zien te tikken. Achter het net gevist? Vanaf Primrose Hill, een heuvel in het noorden van de stad, heb je gratis uitzicht op shows in de hele stad.

4. Zambia: wandel tussen de grootste dierentrek van Afrika

Zambia is niet de meest voor de hand liggende safaribestemming. Maar met zoveel wildlife op een kluitje is het niet verwonderlijk dat steeds meer natuurliefhebbers afreizen naar het Afrikaanse land. Van leeuw tot nijlpaard en van sabelantilope tot schoenbekooievaar: in nationale parken als Kafue en Luangwa vind je al die beroemde beesten die in Zambia’s buurlanden al busladingen bezoekers trekken. Kers op de taart: in het Kasanka National Park kun je getuige zijn van de grootste dierentrek van Afrika.

Half november vliegen meer dan tien miljoen fruitvleermuizen vanuit heel Afrika naar Kasanka. Hele trossen van deze dieren bungelen als rijpe bananen in de boomtoppen. Met hun droeve puppyogen en voorliefde voor fruit (de reden van hun reis) maken ze gehakt van het griezelige imago dat nog altijd aan vleermuizen kleeft. Een wandelsafari is een originele manier om al die guitige snoetjes te bekijken. Omdat er in Kasanka relatief weinig gevaarlijk wild rondloopt, kun je met een gids veilig over de savanne struinen.

5. Kijk je ogen uit in kleurrijk Kyoto

De meeste reizigers willen het Japanse Kyoto bezoeken als kersenbloesems de straten in het voorjaar roze kleuren. De inwoners zelf weten echter dat de culturele hoofdstad van Japan in de tweede helft van november minstens zo mooi is (en een stuk minder druk!). Dit is immers het jaargetijde van het felrode herfstblad, in Japan liefkozend momoji genoemd. Onder andere rond de tempels van Tofukuji, Kiyomizudera en Yoshiminedera kun je zien hoe de bomen zich in een oogstrelend rood hullen.

Maar het meest kleurrijk blijven toch de Japanners zelf. Helemaal in het weekend na 15 november. Al vele eeuwenlang wordt rond deze dag Shichi-Go-San gevierd, een overgangsritueel voor kinderen van 7 (shichi), 5 (go) en 3 (san) jaar. Gekleed in de mooiste hakama’s en kimono’s trekt het jonge grut naar een van de 1.600 rijkelijk versierde tempels van Kyoto. Aldaar bidden ze voor een zonnige toekomst, krijgen ze traditionele snoepstokken in rijstpapier en worden ze vooral voortdurend door hun trotse ouders op de foto gezet. Voor buitenlandse bezoekers is het een unieke kans om dit Japanse familiefeest vanaf de zijlijn mee te beleven.

6. Terschelling: sterren (en wie weet noorderlicht) spotten

In november zijn de uurtjes met daglicht op twee handen te tellen. Een ideaal jaargetijde om in het Friese Harlingen de veerboot naar Terschelling te nemen. Vanwege de afgelegen ligging en afwezigheid van lichtvervuiling is er in ons land geen betere plek om van het donker te genieten. Vooral op de Boschplaat zie je geen hand voor ogen. Deze voormalige zandplaat aan de oostkant van Terschelling is daarom bekroond tot Neerlands eerste ‘Dark Sky Park’: een wereldwijd netwerk van pikdonkere natuurgebieden waar je ’s nachts enkel de sterren ziet stralen.

Via de plaatselijke VVV kun je je aanmelden voor een nachtelijke excursie op De Boschplaat. Tijdens 1,5 uur wandelen leert de boswachter je precies wat er allemaal fonkelt aan het hemelgewelf. Dit najaar laat Jupiter zich bijvoorbeeld uitstekend zien. Nog niet uitgetuurd? Omdat de elfjarige cyclus van zonneactiviteit in 2025 zijn hoogtepunt bereikt, heb je de komende drie jaar zelfs een goede kans om vanaf Terschelling het noorderlicht te aanschouwen.

7. Ondergrondse ijsgrotten en noorderlichtgarantie in IJsland

Het noorderlicht gemist vanaf Terschelling? In IJsland heb je aan het einde van de herfst een nog veel betere kans om die gifgroene sluier van licht te zien wapperen. De lucht is schoon, de nachten lang en de meeste hotels bieden zelfs een speciale wekservice als het Noorderlicht te zien is.

Met de winter in aantocht kijken IJslanders niet alleen omhoog, maar ook naar beneden. Een geliefd uitje in november is het bezoeken van ijsgrotten. Onder het ijs van onder andere de Vatnajökull- en Kötlujökull-gletsjer heeft smeltwater schitterende grotten uitgesleten vol gebobbelde ijswanden en felblauw licht. Veel van deze verborgen natuurschatten zijn groot genoeg om rechtop in rond te wandelen, maar om ze veilig te bezoeken moet je wel met een touroperator op pad. Geen tijd? In het Perlan museum in hoofdstad Reykjavik is een artificiële ijsgrot nagebouwd die dicht in de buurt komt van het echte werk. In hetzelfde natuurmuseum kun je op een gigantisch, gekromd en haarscherp videoscherm trouwens ook genieten van een levensechte noorderlichtshow. Een uitkomst op bewolkte vakantiedagen.

8. Thanksgiving in New York: optochten en koopjesgekte

Op de vierde donderdag van november zit zo’n beetje heel de Verenigde Staten aan de tv gekluisterd voor de Thanksgiving Day Parade van warenhuis Macy’s. Al sinds 1924 trekt deze bonte stoet door downtown New York om de feestdagen in te luiden. Ruim 1500 dansers, 1000 clowns en 30 praalwagens trekken in polonaise naar het hoofdkwartier van Macy’s op Herald Square. Al zijn de reusachtige ballonnen van bekende tekenfilmfiguren de ware sterren van de parade.

Wie zijn bezoek naar New York goed timet, krijgt de kans om het feestje van dichtbij mee te maken. Hoewel de parade maar liefst 4 kilometer voortdendert, moet je vroeg opstaan om langs de route een goede stek te bemachtigen. Doorgewinterde toeschouwers staan al om 6 uur ’s ochtends met een hete thermosfles in de novemberkou. Warm, doch duurder alternatief: wie een speciale Thanksgiving-kamer boekt in de hotels aan Central Park West of 6th Avenue heeft een skybox voor zichzelf. Zo ben je de dag erna ook fris als de volgende op-en-top Amerikaanse traditie Manhattan op stelten zet: de beruchte koopjesgekte van Black Friday.

9. Lombok: kamperen op een vulkaan met vijfsterrenuitzicht

Het Indonesische eiland Lombok ontbeert de overvolle surfstranden en yogaretreats van Bali, maar heeft wél dezelfde overweldigende mix tussen cultuur en natuur die haar buurman zo geliefd heeft gemaakt. Voor avontuurlijke reizigers is de twee- of driedaagse bergwandeling naar de top van de 3726 meter hoge Rinjani-vulkaan het letterlijke en figuurlijke hoogtepunt van Lombok. November is een ideale maand, omdat het hoogseizoen reeds achter de rug is, maar de bergpaden nog niet zijn verregend door de moesson.

Je hebt wel een aardige basisconditie nodig. En wat lokale hulptroepen trouwens. Terwijl je vanuit Senaru met een gids omhoogklimt, sjouwen watervlugge ‘porters’ – op hun slippers! – je kampeerspullen omhoog. De eerste uren loop je door een weelderig woud vol watervallen en makaken, maar de laatste etappe tot de kraterrand vergt een potje apenkooien over een kale steenvlakte. Het panorama vanaf de top is een beetje afzien echter meer dan waard! Vanuit je tent heb je een vijfsterrenuitzicht op het azuurblauwe kratermeer. Wie helemaal wil afdalen naar deze magistrale waterspiegel, mag na terugkeer op de top nog een tweede nachtje op de vulkaan blijven tukken.

10. Duiken en van de zomer genieten in Australië

Als hier de winterjassen uit de kast komen, staat in Australië juist de zomer voor de deur. Een mooie kans om ons gure najaar te ontvluchten en de zomer nog eens dunnetjes over te doen. Zeker voor duikers en snorkelaars. November is namelijk een ideale maand om rond te dobberen in het wereldberoemde Great Barrier Reef.

Toegegeven, de meeste duikers reizen in het droge seizoen – tussen juni en oktober – naar het Great Barrier Reef. Toch valt er begin november nog altijd weinig regen, waardoor het zicht onder water helder blijft. De prijzen van hotels en duikcursussen vanuit Cairns – ‘de toegangspoort tot het rif’ – zijn ondertussen aanzienlijk gezakt. In de dagen na de eerste volle maan in november heb je bovendien kans om één van de meest wonderlijke natuurfenomenen op aarde te aanschouwen: het kuitschieten van het koraal. Als bij toverslag laat 2300 kilometer aan koraal op precies hetzelfde moment zijn eitjes vrij. Het oogt als een soort sprookjesachtige sneeuwbui. Maar dan onder water. Met zeeschildpadden, dolfijnen en mantaroggen om je heen.