Verkeersregels in Nederland
Ga snel naar
Verkeersregels
Verplicht mee in de auto
Maximumsnelheid
Verkeersboetes
Ga snel naar
Verkeersregels
Verplicht mee in de auto
Maximumsnelheid
Verkeersboetes
Bekijk de belangrijkste Nederlandse verkeersregels in zes categorieën.Â
1. Op de weg
2. In de auto
3. Uitrusting
4. Caravan/aanhangwagen
5. Tweewielers
6. Bijzondere voertuigen
Bekijk hier uitleg en informatie over de belangrijkste Nederlandse verkeersborden.
Je moet links inhalen. Je mag alleen rechts inhalen in de volgende situaties:
Zie meer over tekens op het wegdek.
Je mag je voertuig niet parkeren op de volgende plaatsen:
Je mag je voertuig ook niet dubbel parkeren. Als een parkeergelegenheid is voorzien van parkeervakken dan mag je alleen in die vakken parkeren. In een parkeerschijfzone (te herkennen aan een bord en parkeerplaatsen met een blauwe streep) mag je alleen parkeren met een parkeerschijf achter de voorruit waarop de aankomsttijd is aangegeven. Je mag geen parkeerschijf gebruiken met een mechanisme dat tijdens het parkeren het aankomsttijdstip automatisch verschuift. Ga voor meer informatie over parkeerregels, -overtredingen en -boetes en betaald parkeren naar anwb.nl/verkeer/nederland/parkeren.
Je mag je voertuig niet laten stilstaan op de volgende plaatsen:
In Nederland is het verboden om je zo te gedragen dat je andere verkeersdeelnemers in gevaar brengt of hindert (of dat zou kunnen doen).
Het is verboden een voertuig te besturen als je onder invloed verkeert van een stof waarvan je weet (of moet weten) dat deze je rijvaardigheid zodanig kan verminderen dat je het voertuig niet meer goed kunt besturen. Dit betekent dat alle bestuurders, dus ook fietsers, strafbaar zijn als ze een voertuig besturen onder invloed van (te veel) alcohol, drugs of bepaalde medicijnen. Meer informatie.
Het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed is 0,5 promille (of 220 microgram per liter uitgeademde lucht bij een blaastest). Dit geldt ook voor fietsers. Voor beginnend bestuurders gelden strengere regels; voor hen is het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed 0,2 promille. De lagere limiet van 0,2 promille geldt ook als er sprake is van alcoholgebruik in combinatie met drugsgebruik. Ga voor meer informatie over veilig rijden naar komveiligthuis.nl/bob.
Het is verboden een voertuig te besturen onder invloed van harddrugs of softdrugs, zoals cocaïne, XTC en cannabis. Een speekseltest kan de aanwezigheid van drugs in het lichaam aantonen. Een politieagent kan drugsgebruik ook herkennen aan uiterlijke kenmerken. Een arts of verpleegkundige kan dan bloed afnemen van de bestuurder en dit bloedmonster laten testen. Er gelden strenge wettelijke limieten voor drugsgebruik in het verkeer.
Met ritsen wordt gewenst rijgedrag bij het samenvoegen van rijstroken bedoeld. Bestuurders op de wegvallende rijstrook blijven tot vlak voor de versmalling op de eigen rijstrook rijden en voegen dan pas in. Bestuurders op de doorgaande rijstrook laten om beurten één voertuig invoegen.
Dit gewenste gedrag wordt als volgt met verkeersborden aangegeven:
Je mag licht- en geluidssignalen alleen gebruiken om een dreigend gevaar af te wenden. Het is dus verboden om licht- en geluidsignalen te gebruiken om bijvoorbeeld andere weggebruikers te begroeten of attent te maken op een snelheidscontrole.
Je bent verplicht de aanwijzingen op te volgen van een politieagent of verkeersregelaar. Deze aanwijzingen hebben voorrang boven verkeersregels en verkeerstekens.
Weggebruikers mogen een uitvaartstoet of militaire colonne niet doorsnijden. Je kunt een uitvaartstoet of militaire colonne herkennen aan vlaggen die op de voertuigen zijn aangebracht:
Het gebruik van een dashcam is niet verboden in Nederland. Het kan bijvoorbeeld handig zijn voor het registreren van een aanrijding. Let op: in sommige landen is het gebruik van een dashcam vanwege data- en privacywetgeving problematisch of zelfs verboden. Kijk hier voor details.
Het meenemen en gebruik van radardetectieapparatuur is verboden. Het gebruik van apparatuur met signalering voor vaste flitspalen of trajectcontroles (zoals navigatieapparatuur en telefoons) is toegestaan.
De basisregel is dat kinderen kleiner dan 1,35 m in een goedgekeurd en passend kinderbeveiligingssysteem moeten zitten. Goedgekeurd zijn kinderzitjes met ECE-labels. Passend betekent dat het kinderbeveiligingssysteem aangepast is aan de lengte en het gewicht van het kind. Kinderen vanaf 1,35 m en volwassenen moeten gebruikmaken van de veiligheidsgordel. Meer informatie over het vervoer van kinderen en de uitzonderingen vind je hier. Op anwb.nl/autostoeltjes vind je een test van kinderzitjes.
Een hond mag in Nederland vervoerd worden met de auto op zo'n wijze dat dit niet tot gevaarlijke situaties of verkeershinder leidt of kan leiden (artikel 5 Nederlandse Wegenverkeerswet WvW 994).
Aangeraden bij winterse omstandigheden - Winterbanden zijn in Nederland niet verplicht, maar het gebruik ervan wordt aangeraden in de winter. Zie ook rijksoverheid.nl voor meer informatie. De ANWB adviseert je in de winter winterbanden of all-seasonbanden te gebruiken die zijn voorzien van het sneeuwvloksymbool (3PMSF). Meer informatie:Â anwb.nl/auto/winterbanden.
Verboden - Het gebruik van sneeuwkettingen op de openbare weg is verboden in Nederland. Ze kunnen schade veroorzaken aan het wegdek of wegmarkeringen en op die manier de verkeersveiligheid in gevaar brengen. In uitzonderlijke individuele gevallen mag je ze wel gebruiken, mits je contact opneemt met de beheerder van de weg waarop je met sneeuwkettingen wilt rijden. Zie ook rijksoverheid.nl voor meer informatie.
Verboden - Het gebruik van spijkerbanden is verboden in Nederland omdat ze te veel schade aan het wegdek veroorzaken.
Je bent verplicht om voor het wegrijden alle ruiten, spiegels en lampen van je auto sneeuw- en ijsvrij te maken. Neem daarom een ijskrabber mee in de auto. Ook ben je verplicht om eventuele sneeuw van het dak te verwijderen en te zorgen dat de kentekenplaat leesbaar is. Als je auto niet sneeuw- en ijsvrij is, riskeer je een fikse boete.
De maximale breedte van een auto met caravan of aanhangwagen is 2,55 m op verharde wegen, maar slechts 2,20 m op onverharde wegen. De maximale hoogte van een caravan en een aanhangwagen is 4 m.
Het is verplicht elke caravan of aanhangwagen te zekeren met een veiligheidskabel: een losbreekkabel bij een geremde aanhanger of een hulpkoppeling (vaste staalkabel) bij een ongeremde aanhanger. In Nederland is het volgende verplicht bij een veiligheidskabel: hang de kabel niet los over de trekhaak, maar bevestig hem altijd ook aan een oog of beugel aan de trekhaak of het chassis van het trekkende voertuig. Bekijk hier meer informatie over het bevestigen van een losbreekkabel.
Lading op een aanhangwagen moet goed vastzitten. Let op: Het is verplicht om losse lading die niet kan worden vastgezet, goed af te dekken met een net of zeil als de kans bestaat dat deze lading van de aanhangwagen afvalt of afwaait. Bekijk meer informatie over het vervoer van uitstekende lading op een aanhangwagen.
Als je met een combinatie (auto met caravan of aanhanger) die langer is dan 7 meter, op een autosnelweg met drie of meer rijstroken rijdt, mag je alleen de twee meest rechtse rijstroken gebruiken. Het is in dat geval verboden op een andere rijstrook te rijden. Dit verbod geldt niet als je moet voorsorteren.
Hier worden de belangrijkste verkeersregels gegeven voor het rijden op een motor. Voor een motorscooter gelden precies dezelfde regels als voor een motor.
Het dragen van een helm is verplicht voor zowel bestuurder als passagier.
Je moet dimlicht voeren wanneer het zicht overdag ernstig wordt belemmerd en 's nacht (na zonsondergang). Je wordt geadviseerd om overdag op de motor altijd je dimlicht (of dagrijlicht) te gebruiken omdat je dan beter opvalt in het verkeer.
Op een motor (die in gebruik is genomen na 16-6-2003) is zowel een linkerspiegel als een rechterspiegel verplicht.
Je mag alleen een passagier vervoeren op de motor als daarop een voor een passagier bestemde zitplaats aanwezig is.
Je mag op de motor in een file langzaam tussen de auto’s door rijden. Het snelheidsverschil tussen de motor en de auto’s in de file mag niet meer zijn dan 10 km/h.
Er zijn in de wet geen specifieke regels voor het filerijden opgenomen, maar er is wel een filegedragscode opgesteld die door de belangrijkste organisaties op het gebied van verkeersveiligheid wordt ondersteund. Deze gedragscode bevat onder andere de volgende waarschuwingen en spelregels voor motorrijders in de file:
De gedragscode omvat ook waarschuwingen en spelregels voor automobilisten om te zorgen dat zij aandacht en ruimte geven aan motorrijders in een file. Je vindt de gedragscode op motorplatform.nl. Zie ook vijf vragen over motoren in de file.
Je mag met een motor geen motorvoertuig slepen en je motor mag ook niet door een ander voertuig worden gesleept.
De verkeersregels voor een quad verschillen per soort quad. Kijk op rijksoverheid.nl voor de verschillende regels.
De hierna vermelde verkeersregels voor een fiets gelden ook voor een elektrische fiets met trapondersteuning tot 25 km/h en een vermogen van maximaal 250 watt. Bekijk hier meer informatie.
Het dragen van een helm op de fiets is niet verplicht, ook niet voor een standaard elektrische fiets met trapondersteuning tot 25 km/h. (Op een speedpedelec is een helm wél verplicht.)
Fietsers mogen met zijn tweeën naast elkaar rijden. Ze mogen echter geen hinder veroorzaken voor het overige verkeer.
Fietsers moeten elkaar altijd links inhalen, maar ze mogen andere bestuurders ook rechts inhalen.
Fietsers mogen niet onder invloed van drugs of alcohol zijn. Het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed is 0,5 promille (of 220 microgram per liter uitgeademde lucht bij een blaastest).
Op een ligfiets en een velomobiel (een geheel of vrijwel geheel overdekte ligfiets) moet je de verkeersregels voor fietsers volgen. Met een fiets met meer dan twee wielen die inclusief lading meer dan 0,75 m breed is (wat voor veel ligfietsen en velomobielen geldt), mag je echter in plaats van op het verplichte fietspad of brom-/fietspad desgewenst ook op de rijbaan rijden.
Een speedpedelec is een tweewieler met elektrische trapondersteuning tot maximaal 45 km/h. De speedpedelec moet een kleine gele kentekenplaat hebben. Je moet het kentekenbewijs bij je hebben. Om een speedpedelec te kunnen besturen, moet je minimaal 16 zijn en heb je een bromfietsrijbewijs (rijbewijs AM) nodig. Als je in het bezit bent van een autorijbewijs (rijbewijs B) of motorrijbewijs (rijbewijs A), heb je geen bromfietsrijbewijs nodig. Voor een speedpedelec is een WA-verzekering verplicht. Een speedpedelec kan veel harder dan een standaard elektrische fiets en daarom gelden hiervoor dan ook grotendeels dezelfde verkeersregels als voor een bromfiets. Zie rijksoverheid.nl voor meer informatie.
Als bestuurder van een speedpedelec moet je een goedgekeurde bromfietshelm (norm ECE 22.05 of 22.06) of een goedgekeurde speedpedelec-helm (norm NTA 8776:2016) dragen.
Voor bestuurders van een speedpedelec is het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed 0,5 promille. Voor beginnend bestuurders is dat 0,2 promille.Â
Ook op een speedpedelec is het verboden om tijdens het rijden een mobiele telefoon of een ander elektronisch apparaat vast te houden.
Op een speedpedelec moet een achteruitkijkspiegel aanwezig zijn.
Met een speedpedelec is het verboden om op het fietspad te rijden. Je moet op het verplichte fiets-/bromfietspad rijden als dat aanwezig is of anders op de rijbaan.
Let op:Â Als je met een speedpedelec op het fietspad of fiets-/bromfietspad rijdt, moet je je aan de regels voor fietsers houden, maar als je op de rijbaan rijdt, moet je je houden aan de regels voor auto's en motoren. Dit betekent onder andere het volgende:
Om een bromfiets te kunnen besturen, moet je minimaal 16 zijn en heb je een bromfietsrijbewijs (rijbewijs AM) nodig. Als je in het bezit bent van een autorijbewijs (rijbewijs B) of motorrijbewijs (rijbewijs A), heb je geen apart bromfietsrijbewijs nodig. De bromfiets heeft een kleine gele kentekenplaat.
Op de bromfiets moet je een goedgekeurde bromfietshelm (norm ECE 22.05 of 22.06) dragen. Ook een eventuele passagier moet een goedgekeurde bromfietshelm dragen.
Voor een bromfiets is 's nachts en bij slecht zicht overdag dimlicht verplicht.
Bromfietsen die na 31 december 2006 in gebruik zijn genomen, moeten ten minste zijn voorzien van een linkerbuitenspiegel.
Je mag een aanhanger trekken, mits deze niet hoger en breder is dan 1 m. Met een bromfiets met aanhanger, die met inbegrip van de lading breder is dan 0,75 meter, mag je ook de rijbaan gebruiken. Je mag geen personen vervoeren in een aanhanger die wordt getrokken door een bromfiets.
Met een bromfiets is het verboden om op het fietspad te rijden. Je moet op het verplichte fiets/bromfietspad rijden als dat aanwezig is of anders op de rijbaan. Als je met een bromfiets op het brom/fietspad rijdt, moet je je aan de regels voor fietsers houden, maar als je op de rijbaan rijdt, moet je je houden aan de regels voor auto's en motoren. Dit betekent onder andere het volgende:
Op een bromfiets mag je niet met z'n tweeën naast elkaar, of naast een fietser rijden.
Je kunt een bromfiets parkeren op de stoep, het voetpad, de berm of andere aangewezen plekken.
Voor bestuurders van een bromfiets, snorfiets, quad of trike is het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed 0,5 promille (of 220 microgram per liter uitgeademde lucht bij een blaastest). Als je een beginnende bestuurder bent van een voertuig waarvoor een rijbewijs is vereist, geldt een strengere limiet en is het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed 0,2 promille.
Let op: Als je vóór je 18e verjaardag je rijbewijs AM behaalt, ben je 7 jaar lang beginnend bestuurder. Als je 18 jaar of ouder bent wanneer je je rijbewijs haalt, ben je 5 jaar lang beginnend bestuurder. Ga voor meer informatie naar anwb.nl/beginnend-bestuurder.
Als bestuurder van een bromfiets, snorfiets, quad of trike mag je tijdens het rijden geen telefoon of ander elektronisch apparaat vasthouden.
Om een snorfiets te kunnen besturen, moet je minimaal 16 zijn en heb je een bromfietsrijbewijs (rijbewijs AM) nodig. Als je in het bezit bent van een autorijbewijs (rijbewijs B) of motorrijbewijs (rijbewijs A), heb je geen apart bromfietsrijbewijs nodig. De snorfiets heeft een kleine blauwe kentekenplaat.
Snorfietsers en hun passagiers moeten sinds 1 januari 2023 een helm dragen. Dit moet een goedgekeurde bromfietshelm (norm ECE 22.05 of 22.06) of een goedgekeurde speedpedelec-helm (norm NTA 8776:2016) zijn. Zie meer informatie op rijksoverheid.nl.
Voor een snorfiets is 's nachts en bij slecht zicht overdag dimlicht verplicht.
Snorfietsen die na 31 december 2006 in gebruik zijn genomen, moeten ten minste zijn voorzien van een linkerbuitenspiegel.
Je mag een aanhanger trekken met een snorfiets, mits deze niet hoger en breder is dan 1 m. Je mag geen personen vervoeren in een aanhanger die wordt getrokken door een snorfiets.
Op een snorfiets mag je niet met z'n tweeën naast elkaar, of naast een fietser rijden.
Je kunt een snorfiets parkeren op de stoep, het voetpad, de berm of andere aangewezen plekken.
Let op: Vanaf 1 januari 2023 is een bestuurder van een gemotoriseerd rijwiel verplicht een helm te dragen. Dit moet een goedgekeurde bromfietshelm (norm ECE 22.05 of 22.06) of een goedgekeurde speedpedelec-helm (norm NTA 8776:2016) zijn.
Voor bestuurders van een bromfiets, snorfiets, quad of trike is het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed 0,5 promille (of 220 microgram per liter uitgeademde lucht bij een blaastest). Als je een beginnende bestuurder bent van een voertuig waarvoor een rijbewijs is vereist, geldt een strengere limiet en is het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed 0,2 promille.
Let op: Als je vóór je 18e verjaardag je rijbewijs AM behaalt, ben je 7 jaar lang beginnend bestuurder. Als je 18 jaar of ouder bent wanneer je je rijbewijs haalt, ben je 5 jaar lang beginnend bestuurder. Ga voor meer informatie naar anwb.nl/beginnend-bestuurder.
Je mag als bestuurder van een bromfiets, snorfiets, quad of trike tijdens het rijden geen telefoon of ander elektronisch apparaat vasthouden.
In Nederland wordt een elektrische step ook e-step genoemd of elektrische scooterstep. Let op: Op dit moment mag je alleen met een zeer beperkt aantal elektrische steps die door de overheid zijn aangewezen als bijzondere bromfiets, op de openbare weg rijden. Kijk op rdw.nl om na te gaan welke dat zijn. Met alle elektrische steps die niet zijn goedgekeurd als bijzondere bromfiets, is het momenteel verboden om op de openbare weg te rijden. Als je dat toch doet, kun je een boete krijgen en je e-step kan in beslag worden genomen. Er is wetgeving in de maak voor LEV's (Lichte Elektronische Voertuigen) waaronder ook de elektrische step valt.
Gehandicapten mogen met een elektrische step die is aangewezen als bijzondere bromfiets, ook op de stoep of het voetpad rijden met een maximumsnelheid van 6 km/h.
Let op dat je niet met alle voertuigen zomaar de weg op mag. Het vervoermiddel moet zijn goedgekeurd voor gebruik op de openbare weg. Als dat niet het geval is, mag je alleen op eigen terrein rijden. Als je toch op de openbare weg rijdt met een gemotoriseerd vervoermiddel dat niet is goedgekeurd, kun je een boete krijgen en kan het in beslag genomen worden. Daarnaast ben je met een niet-goedgekeurd vervoermiddel niet verzekerd tegen schade.
Â
Een gehandicaptenvoertuig met motor is een voertuig dat is ingericht voor vervoer van een gehandicapte, niet breder is dan 1,10 m, niet langer dan 3,50 m en niet hoger dan 2 m en een maximumsnelheid heeft van 45 km/h. Voorbeelden zijn: een elektrische rolstoel, scootmobiel of gesloten gehandicaptenvoertuig, zoals de Canta.
Let op: Een brommobiel behoort niet tot de gehandicaptenvoertuigen, ook niet als deze is ingericht voor vervoer van een gehandicapte.
Als het gehandicaptenvoertuig harder kan dan 10 km/h, moet je minimaal 16 zijn om erop te mogen rijden (ontheffing voor jongere bestuurders is mogelijk). Met een gehandicaptenvoertuig mag je zelf weten waar je wilt rijden: op de stoep, het voetpad, het fietspad, het fiets/bromfietspad of de rijbaan. Je moet je houden aan de verkeersregels die gelden voor de weg waarop je rijdt.
Voor een gehandicaptenvoertuig met motor gelden de volgende maximumsnelheden:
In een gehandicaptenvoertuig is het dragen van een veiligheidsgordel niet verplicht.
Voor gehandicaptenvoertuigen is 's nachts en bij slecht zicht overdag dimlicht verplicht. Dit geldt niet als je op de stoep rijdt.
Let op:
Voor meer informatie zie hulpmiddelenwijzer.nl en rijksoverheid.nl.
In Nederland ben je niet verplicht om bepaalde veiligheidsartikelen in de auto te hebben. Maar het is wel verplicht om in bepaalde situaties een gevarendriehoek te gebruiken. Daarnaast adviseert de ANWB om een verbanddoos, reservelampen en veiligheidsvesten mee te nemen.
Gevarendriehoek:Â
Hier vind je de algemene toegestane maximumsnelheden per voertuig. Let op: Als er verkeersborden of matrixborden zijn die een maximumsnelheid aangeven, gaan deze borden altijd vóór de algemeen geldende maximumsnelheden.
Let op: Om de stikstofuitstoot te verminderen is besloten om de maximumsnelheid op de Nederlandse autosnelwegen overdag tussen 6 en 19 uur te verlagen van 130 km/h (of 120 km/h) naar 100 km/h. Op autosnelwegen waar je ook 's avonds en 's nachts niet harder dan 100 of 80 km/h mag rijden, wordt dat met borden aangegeven.
<3.500 kg
>3.500 kg
Let op: Om de stikstofuitstoot te verminderen is besloten om de maximumsnelheid op de Nederlandse autosnelwegen overdag tussen 6 en 19 uur te verlagen van 130 km/h (of 120 km/h) naar 100 km/h. Op autosnelwegen waar je ook 's avonds en 's nachts niet harder dan 100 of 80 km/h mag rijden, wordt dat met borden aangegeven.
<3.500 kg
>3.500 kg (als personenauto geregistreerd)
Let op: Om de stikstofuitstoot te verminderen is besloten om de maximumsnelheid op de Nederlandse autosnelwegen overdag tussen 6 en 19 uur te verlagen van 130 km/h (of 120 km/h) naar 100 km/h. Op autosnelwegen waar je ook 's avonds en 's nachts niet harder dan 100 of 80 km/h mag rijden, wordt dat met borden aangegeven.
>3.500 (als bedrijfsauto geregistreerd)
Algemene maximumsnelheid
Gehandicaptenvoertuig met motor op voetpad
Aan strepen op wegen buiten de bebouwde kom kun je aflezen wat de maximumsnelheid op die wegen is. Strepen aan beide zijkanten en in het midden van een weg geven als volgt aan wat de maximumsnelheid op die weg is:
De maximumsnelheid op een bepaalde weg wordt ook aangegeven op de hectometerbordjes langs de weg.
In Nederland geldt geen minimumsnelheid op de wegen. Als je erg langzaam rijdt en zo het overige verkeer hindert of in gevaar brengt, kun je wel een boete krijgen. Op autowegen en autosnelwegen geldt wel een minimumconstructiesnelheid (hoe snel een voertuig minstens moet kunnen rijden om op een bepaalde weg te mogen rijden):
Op sommige plaatsen wordt een adviessnelheid aangegeven met blauwe vierkante verkeersborden met witte tekst (A4). Vaak wordt op een ander verkeersbord aangegeven waarom je wordt geadviseerd op die plaats langzamer te rijden dan de maximumsnelheid. Meestal gaat het om een scherpe bocht, maar er kan ook een adviessnelheid gelden bij andere gevaarlijke verkeerssituaties.
Bij een bord dat een adviessnelheid aangeeft, mag je in principe sneller rijden. Dit wordt echter sterk afgeraden. Met hogere snelheden kun je bijvoorbeeld uit de bocht vliegen of niet op tijd remmen voor een verkeerssituatie die je nog niet kunt zien.
Benieuwd hoe hoog verkeersboetes in Nederland zijn als je bijvoorbeeld per ongeluk door rood bent gereden?