Naar de inhoudLogo van de ANWBANWB Homepage

Vervoer van kinderen Nederland

Hier een overzicht van de regels bij het vervoer van kinderen in de auto en op de motor, bromfiets en fiets.

Hoofdregel voor vervoer van kinderen

De basisregel is dat kinderen kleiner dan 1,35m in een goedgekeurd en passend kinderbeveiligingssysteem moeten zitten. Goedgekeurd zijn kinderzitjes met ECE labels. Passend betekent dat het kinderbeveiligingssysteem aangepast moet zijn aan de lengte en het gewicht van het kind. Kinderen vanaf 1,35m en volwassenen moeten gebruik maken van de veiligheidsgordel. Het is niet toegestaan meer personen te vervoeren dan dat er zitplaatsen in de auto aanwezig zijn. Op het kenteken staat aangegeven hoeveel zitplaatsen de auto heeft.

De uitzonderingen

  • Kinderen van 3 jaar en ouder mogen een autogordel gebruiken in plaats van een kinderbeveiligingssysteem als er op de desbetreffende zitbank al twee kinderbeveiligingssystemen zijn aangebracht en in gebruik zijn, waardoor er geen plaats meer is voor een derde zitje. Dit kind mag niet zonder kinderbeveiligingssysteem op de voorbank worden  vervoerd.
  • Kinderen vanaf 3 jaar mogen, in incidentele gevallen, de autogordel gebruiken bij vervoer door een ander persoon dan de eigen (pleeg)ouder. Namelijk wanneer redelijkerwijs niet verwacht kan worden dat de bestuurder een kinderbeveiligingssysteem bij zich heeft. Het kind wordt dan vervoerd op de achterbank. Het dient hierbij om vervoer over beperkte afstand te gaan, zoals bijvoorbeeld een kinderfeestje naar het plaatselijke zwembad. Het begrip incidenteel moet letterlijk worden genomen. Van incidenteel vervoer is geen sprake meer als bijvoorbeeld oma elke week de kleinkinderen naar school brengt. Een korte afstand is volgens het ministerie een afstand van maximaal 50km.

tip:

Vervoert iemand anders regelmatig jouw kind dan is er geen sprake meer van incidenteel vervoer. Zorg er voor dat deze persoon over een goedgekeurd en passend autostoeltje beschikt. Heb je zelf regelmatig andere kinderen in de auto? Dan is een extra autostoeltje het overwegen waard. Niet alleen vanwege de boete, veiligheid is natuurlijk het allerbelangrijkste.

Airbag

Kinderen mogen niet in een naar achteren gericht kinderbeveiligingssysteem worden vervoerd op een plaats met een airbag, tenzij de airbag is uitgeschakeld. Het kinderbeveiligingssysteem kan door de airbag met kracht naar achter worden gestoten, met letsel tot gevolg. Het is bovendien raadzaam om kinderen tot 12 jaar niet bij een airbag te zetten die is ingeschakeld. Kan de airbag niet uitgeschakeld worden, dan raden wij aan de autostoel zo ver mogelijk naar achter te zetten.

Algemene regel autogordels

In het kort houdt de regeling in dat op zitplaatsen waar geen autogordels zitten, geen personen vervoerd mogen worden. Enkele belangrijke punten op een rij:

  • Iedereen moet een eigen autogordel gebruiken, twee kinderen/personen in één autogordel mag niet
  • Iedereen moet over een eigen zitplaats beschikken
  • Er mogen niet meer personen worden vervoerd, dan er autogordels aanwezig zijn
  • Voor kinderen kleiner dan 1,35 m gelden bovenstaande aanvullende regels

Geen autogordels in het voertuig

Oudere auto’s hebben doorgaans geen of te weinig autogordels. De wet maakt in deze gevallen een uitzondering. Hieronder een overzicht met de verplichting voor autogordels naar bouwjaar.

  • Bouwjaar voor 1-1-1971: geen verplichting voor autogordels
  • Bouwjaar na 1-1-1971: verplicht autogordels op de plaats van bestuurder en alle zitplaatsen naast de bestuurder als die aan een portier grenzen
  • Bouwjaar na 31-12-1989: op alle naar voren gerichte zitplaatsen moet  een autogordel aanwezig zijn, dus ook op de achterbank (heeft een plaats geen autogordel, dan is dit geen zitplaats)
  • Bouwjaar na 1-1-1995: op zowel naar voren als naar achteren gerichte zitplaatsen moeten autogordels aanwezig zijn

Let op

Hoeft je voertuig op grond van zijn bouwjaar geen autogordels te hebben, dan mag je wel personen vervoeren. Echter kinderen onder de drie jaar mogen niet in een auto zonder autogordel worden vervoerd.

Overige regels vervoer van kinderen:

  • Fiets of snorfiets: kinderen onder de acht jaar mogen alleen achterop de fiets vervoerd worden als ze zitten op een doelmatige en veilige zitplaats met voldoende steun voor rug, handen en voeten.  Achterop de fiets is het niet verplicht om een helm te dragen. Bij het vervoer achterop een snorfiets is het dragen van een goedgekeurde bromfietshelm of een speed-pedelechelm wel verplicht.
  • Fietsaanhanger: vervoer van personen in een aanhanger achter een fiets is toegestaan. Deze aanhangers mogen niet meer dan 1 meter breed zijn en ze moeten voorzien zijn van reflectoren. In een aanhanger achter een bromfiets of auto mogen geen personen worden  vervoerd.
  • Bakfiets: in de wet zijn geen regels opgenomen over het vervoer in een bakfiets. Gebruik als richtlijn voor veilig vervoer de eisen die gelden voor een gewone fiets.
  • Bromfiets: ook hier moeten kinderen onder de acht jaar een doelmatige en veilige zitplaats hebben met voldoende steun voor rug, handen en voeten. Bovendien moeten ook passagiers een goed passende helm dragen,  die door middel van een sluiting op deugdelijke wijze op het hoofd is bevestigd. De helm moet zijn voorzien van een goedkeuringsmerk. Vervoer in de laadbak van een (bak)bromfiets of brommobiel mag niet.
  • Motor: de wet geeft voor het vervoer van kinderen op de motor geen informatie. Er bestaan geen eisen over leeftijd, lengte of het gebruik van een kinderbeveiligingssysteem. De regels voor het vervoer van kinderen op een fiets of bromfiets als richtlijn gebruiken voor het vervoer achterop de motor is niet verstandig vanwege de hogere snelheid. Er bestaan geen kinderbeveiligingsmiddelen voor kinderen achter op de motor.
  • Taxi: in taxi’s waarin geen kinderbeveiligingssysteem aanwezig is, moeten passagiers jonger dan 18 jaar en met een lengte van minder dan 1,35 meter achterin.
  • Bus: in de bus is het gebruik van een kinderbeveiligingssysteem niet verplicht. Kinderen vanaf 3 jaar moeten wel gebruik maken van de gordels, voor zover beschikbaar. Echter, als de bus staanplaatsen heeft of gebruikt wordt  voor openbaar vervoer volgens een dienstregeling binnen de bebouwde kom, hoeven de aanwezige gordels niet gebruikt te worden. Als er geen gordels in de bus aanwezig zijn, mogen alle passagiers, zowel volwassenen als kinderen, los worden vervoerd. Kinderen jonger dan 3 jaar mogen zowel in een bus met gordels als in een bus zonder gordels los worden vervoerd.
  • Laadruimte van auto en aanhanger: het is verboden personen te vervoeren in de (open of gesloten) laadruimte van een auto, (bak)bromfiets of brommobiel. Ook vervoer van personen in of op een aanhanger achter een auto of bromfiets mag niet.

Tip

Pas het volume van radio of muziek in de auto aan als je baby’s of kleine kinderen op de achterbank vervoert. Door de achterste speakers kan de geluidsdruk achterin hoog zijn, wat niet wordt opgemerkt door de voorste inzittenden. Vaak zitten de luidsprekers achterin ook nog dicht bij de hoofden van de achterste inzittenden gemonteerd. Bij langdurige blootstelling aan harde geluiden kan er onherstelbare schade aan het gehoor optreden. Baby’s en kleine kinderen zijn daar nog gevoeliger voor. Bij vrijwel elke autoradio of multimediasysteem zijn de luidsprekers achterin uit te schakelen of naar wens in te stellen. Dat kan met de zogenaamde fader. Gebruik deze om de geluidsdruk achterin te verminderen.


 

Meer informatie:

Gordelplicht

Vervoer van kinderen in het buitenland

Vervoer van personen in een kampeerauto

Verkeerslichten

Verkeersborden

Tekens op de weg

Autostoeltjes test

Wanneer welk kinderzitje?