Verkeersregels in Moldavië

Voorrangsregels

Op een kruising moet je voorrang verlenen aan bestuurders die van rechts komen, tenzij met verkeerstekens anders wordt aangegeven.

Rijden onder invloed

Het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed is 0,3 promille.

Rotonde

Als je een rotonde wilt oprijden, moet je voorrang verlenen aan bestuurders die al op de rotonde rijden, als dit wordt aangegeven met verkeerstekens, zoals haaientanden en voorrangsborden. Als er geen verkeerstekens aanwezig zijn op de rotonde, heeft verkeer van rechts voorrang.

Let goed op de verkeerstekens, rij voorzichtig en neem geen voorrang.

Inhalen

Rijdende trams moeten rechts worden ingehaald, tenzij er rechts onvoldoende ruimte is. Op eenrichtingswegen mag de tram ook links ingehaald worden.

Verkeerslichten

Bestuurders mogen bij een rood verkeerslicht rechtsaf slaan als zich naast het rode licht een zwart bord bevindt met daarom een groene naar rechts wijzende pijl. Bestuurders moeten echter het verkeer dat groen licht heeft, voor laten gaan.

Parkeren en stilstaan

• Het is verboden te parkeren aan de linkerkant van de weg (tegen de rijrichting in). In een straat met eenrichtingsverkeer mag je wel aan de linkerkant parkeren.
• Het is verboden stil te staan of te parkeren op plaatsen waar je voertuig niet goed zichtbaar is (zoals na een scherpe bocht of boven aan een heuvel) of een obstakel vormt voor het overige verkeer.
• Het vierkante blauwe bord met een witte letter P en daaronder een wit onderbord met de afbeelding van een auto (gedeeltelijk) op de stoep betekent dat een voertuig hier (gedeeltelijk) op de stoep mag parkeren.
• Parkeren en stilstaan is verboden op onder andere de volgende plaatsen:
  • Op wegen die smaller zijn dan 6 m.
  • Op bruggen en viaducten en in tunnels en onderdoorgangen.
  • Binnen 5 m van een voetgangersoversteekplaats.
  • Binnen 15 m van een kruising.
  • Binnen 25 m van een bus- of tramhalte.
  • Binnen 50 m van een spoorwegovergang. 

Toeteren

Het geven van geluidssignalen is toegestaan als er direct gevaar voor een aanrijding bestaat. Buiten de bebouwde kom mogen bestuurders ook een geluidssignaal geven als teken als ze willen inhalen.

Verlichting

In de winterperiode van 1 november tot en met 31 maart is dimlicht of dagrijlicht (ook led) overdag verplicht. Buiten de winterperiode zijn automobilisten overdag verplicht om in de volgende gevallen licht te voeren: bij slecht zicht door bijvoorbeeld regen en wanneer ze in de file staan.

Let op: In tunnels, bij weinig licht en bij slecht zicht is dagrijlicht niet voldoende en moet dimlicht worden gevoerd.

Veilig inhalen

Als automobilist moet je fietsers, bromfietsers en motoren als volgt veilig inhalen: 

• Als je inhaalt met een snelheid van minder dan 50 km/h, moet je met je wielen aan de linkerkant de middellijn van de weg overschrijden.

• Als je inhaalt met een snelheid van meer dan 50 km/h, moet je de (onderbroken) middellijn van de weg overschrijden met ten minste de helft van de breedte van je auto. 

Mobiele telefoon

Het is bestuurders van gemotoriseerde voertuigen verboden tijdens het rijden een mobiele telefoon vast te houden. Handsfree bellen mag wel.

Kinderen in de auto

Kinderen jonger dan 12 jaar mag je niet op de voorstoel laten zitten, maar moet je in een passend autokinderzitje (babyautostoeltje, kinderautostoeltje of zitverhoger) op de achterbank vervoeren.

Huisdieren

Bij het vervoer van een huisdier kun je het beste uitgaan van artikel 5 in de Nederlandse Wegenverkeerswet (WVW 1994). Volgens dit artikel moet een huisdier zodanig vervoerd worden dat dit niet tot gevaarlijke situaties of verkeershinder kan leiden. Lees hier meer informatie over hoe je jouw huisdier zo veilig mogelijk vervoert in de auto.

Winterbanden en sneeuwkettingen

In Moldavië ben je verplicht op winterbanden te rijden bij winterse omstandigheden. Deze winterbandenplicht geldt ook voor Nederlandse auto's en campers. Winterse omstandigheden zijn onder andere sneeuwval, ijzel of gladheid op de weg door vorst. Banden met het keurmerk M+S (MS, M&S) worden als winterband beschouwd. De winterbanden moeten worden gemonteerd op alle wielen. Voor auto's van meer dan 3500 kg is het rijden op winterbanden in de winterperiode verplicht ongeacht de weersomstandigheden.

De ANWB adviseert je in de winter een goed geteste winterband of all-seasonband te gebruiken die is voorzien van de aanduiding M+S en het sneeuwvloksymbool (3PMSF). Voor het rijden in de bergen en bij zwaardere winterse omstandigheden biedt zelfs een goed geteste all-seasonband met een sneeuwvloksymbool vaak onvoldoende grip en veiligheid. Meer informatie op anwb.nl/winterbanden.

Sneeuwkettingen

Het gebruik van sneeuwkettingen is toegestaan in de winterperiode. Het wordt zeer aangeraden om bij winters weer sneeuwkettingen mee te nemen in de auto. Voor auto's van meer dan 3500 kg is het meenemen van sneeuwkettingen in de winterperiode verplicht.

Spijkerbanden

Het gebruik van spijkerbanden is toegestaan van begin oktober tot eind februari en ook buiten deze periode op met ijs en sneeuw bedekte wegen.  

Meer informatie over sneeuwkettingen en sneeuwsokken op anwb.nl.

Afmetingen

• Breedte combinatie (excl. spiegels): 2,50 m
• Hoogte combinatie: 4 m
• Lengte aanhanger (excl. dissel): 12 m
• Lengte combinatie: 20 m

Let op: Een eventuele fietsendrager achterop wordt meegerekend in de lengte.

De hierna vermelde verkeersregels voor een fiets gelden ook voor een elektrische fiets met trapondersteuning tot 25 km/h en een vermogen van maximaal 500 watt.

Fietshelm

Je hoeft geen fietshelm op als je op wegen rijdt met een maximumsnelheid die niet hoger is dan 50 km/h. Op wegen waar een hogere maximumsnelheid geldt dan 50 km/h moet je een fietshelm dragen.

Hoofdtelefoon of oortjes

Het is op de fiets verboden om een hoofdtelefoon of oortjes te dragen.

Veiligheidsvest

In het donker en overdag bij slecht zicht zijn fietsers verplicht een reflecterend veiligheidsvest of andere reflecterende kleding te dragen.

Passagiers

Je mag geen passagiers vervoeren. Alleen kinderen jonger dan 7 jaar mogen in een geschikt kinderzitje worden vervoerd.

Fietsende kinderen

Kleine kinderen op een kinderfiets mogen op stoepen en wandelpaden fietsen onder begeleiding van een volwassene. Alleen kinderen van 14 jaar of ouder mogen op de openbare weg fietsen.

Verlichting en overige vereisten

Een fiets moet aan de voorzijde een witte reflector hebben, aan de achterzijde een rode en aan de zijkant een oranje. Ook moet de fiets zijn voorzien van goed werkende remmen en een bel.

Aanhanger

Je mag een aanhanger met één as aan de fiets koppelen. 

Fietsen onder invloed

Als een fietser zichtbaar onder invloed is en de fiets niet meer goed kan besturen, kan een boete worden gegeven.

Telefoon

Je mag geen telefoon vasthouden tijdens het fietsen.

Plaats op de weg

Waar fietspaden zijn, moeten ze ook gebruikt worden. Waar fietspaden ontbreken, moet zoveel mogelijk aan de rechterkant van de weg gereden worden.

Naast elkaar rijden

Je mag niet naast elkaar rijden.

Afslaan

Fietsers mogen op wegen met meerdere rijstroken per rijrichting niet linksaf slaan of omkeren.

Verplicht:

• Gevarendriehoek
• Veiligheidsvest
• Verbanddoos (de datum mag niet verstreken zijn)
• Brandblusser

ANWB Advies: De bestuurder en passagiers moeten een veiligheidsvest dragen als ze bij pech of een ongeval het voertuig verlaten. In Europa moet een veiligheidsvest voldoen aan de norm EN 20471:2013 (fluorescerend geel, oranje of rood en voorzien van retro-reflecterende banen). De brandblusser moet je op een goed bereikbare plek bewaren en goed vastzetten. Let bij het huren van een huurauto altijd of de verplichte uitrusting aanwezig is.   

Doorreislanden naar Moldavië

De beste route naar Moldavië loopt via Duitsland, Polen en Oekraïne. Een alternatieve route is via Duitsland, Oostenrijk, Hongarije en Roemenië. Check hier welke items daar verplicht zijn in de auto.

Verplicht in Duitsland Verplicht in Oostenrijk Verplicht in Hongarije Verplicht in Roemenië

• Veiligheidsvest

Let op: Zowel de bestuurder als een eventuele passagier is verplicht een reflecterend veiligheidsvest te dragen bij pech of een ongeval. Motorrijders met zijspan moeten ook een gevarendriehoek en een verbanddoos bij zich hebben.

Doorreislanden naar Moldavië

De beste route naar Moldavië loopt via Duitsland, Polen en Oekraïne. Een alternatieve route is via Duitsland, Oostenrijk, Hongarije en Roemenië. Check hier welke items daar verplicht zijn op de motor.

Verplicht in Duitsland Verplicht in Oostenrijk Verplicht in Hongarije  Verplicht in Roemenië

• Gebruik van een gevarendriehoek bij pech of een ongeval is alleen verplicht als de waarschuwingslichten niet werken.
• Plaats de gevarendriehoek minstens 30 m achter je auto.

Auto <3500 kg

• Binnen bebouwde kom: 50 km/h
• Buiten bebouwde kom: 70 km/h
• Autowegen: 90 km/h

Auto <3500 kg met aanhangwagen/caravan

• Binnen bebouwde kom: 50 km/h
• Buiten bebouwde kom: 70 km/h
• Autowegen: 90 km/h

• Binnen bebouwde kom: 50 km/h
• Buiten bebouwde kom: 90 km/h
• Autowegen: 90 km/h