Verkeersregels in Litouwen

Voorrangsregels

Op een kruising moet je bestuurders van rechts voorrang verlenen, tenzij met verkeerstekens anders wordt aangegeven.

Rijden onder invloed

Het maximale toegestane alcoholgehalte in het bloed is 0,4 promille. Voor de volgende bestuurders geldt een absoluut alcoholverbod:

• Bestuurders die korter dan 2 jaar hun rijbewijs hebben
• Bestuurders van een bromfiets, motor, trike of quad
• Bestuurders van een voertuig met een toegestane maximummassa van meer dan 3500 kg

Rotonde

Let goed op de verkeersborden en wegmarkeringen op een rotonde. Normaalgesproken geven die aan dat bestuurders die de rotonde willen oprijden, voorrang moeten verlenen aan bestuurders die al op de rotonde rijden. Er zijn echter ook rotondes waar verkeer op de rotonde voorrang moet verlenen aan verkeer dat de rotonde oprijdt. Kies op de rotonde de juiste rijstrook, overschrijd nooit een doorgetrokken witte streep en houd rekening met onverwachte manoeuvres van overige weggebruikers op een rotonde. Je moet alleen richting aangeven bij het wisselen van rijstrook op de rotonde en het verlaten van de rotonde.

Veilig inhalen fietsers

Bestuurders van een motorvoertuig moeten bij het inhalen van een fietser een zijdelingse afstand aanhouden van minimaal 1 m als ze maximaal 50 km/h rijden en minstens 1,50 m als ze sneller rijden.

Inhalen

• Veel wegen in Litouwen hebben vluchtstroken waarop bestuurders kunnen uitwijken om een sneller voertuig te laten passeren.
• Je mag in Litouwen geen stilstaande tram voorbijrijden.
• Je mag een schoolbus met oranje knipperlichten die gestopt is, ook niet voorbijrijden.

Parkeren

Zorg dat je in steden je auto niet of vlak naast tramrails parkeert. Je mag ook niet binnen een afstand van 15 m van een bushalte parkeren.

Verkeerslichten

Anders dan in Nederland knipperen de verkeerslichten. Een knipperend groen licht betekent dat het licht binnenkort op oranje of geel zal springen. Een oranje of geel licht betekent hetzelfde als in Nederland: je moet stoppen, tenzij je het stoplicht zo dicht bent genaderd en dat je redelijkerwijs niet meer kunt stoppen.

Veilig wandelen

Voetgangers zijn verplicht om buiten de bebouwde kom zoveel mogelijk aan de linkerkant van de weg te lopen als een voetpad ontbreekt. Mensen die met een fiets, bromfiets of motor aan de hand lopen, moeten aan de rechterkant van de weg lopen. Iedereen die in het donker of bij slecht zicht langs de weg loopt, is verplicht een reflector, kleding met reflecterende strepen of een reflecterend veiligheidsvest te dragen.

Verlichting

Het voeren van dimlicht of dagrijlicht (ook led) overdag is verplicht. Let op: In tunnels, bij weinig licht of bij slecht zicht is dagrijlicht niet voldoende en moet dimlicht worden gevoerd.

Langzaam verkeer op snelwegen

Houd er rekening mee dat op sommige snelwegen ook fietsers, wagens met een paard ervoor of tractoren mogen rijden.

Reddingsstrook bij file

In Litouwen moet je in een file (als gevolg van een ongeluk) een reddingsstrook (vavarinio koridoriaus) in het midden vrijhouden voor de hulpdiensten. Deze plicht geldt op wegen met minstens twee rijstroken per rijrichting. Verkeer op de meest linkse rijstrook moet zoveel mogelijk links gaan rijden en verkeer op de andere rijstroken moet zo ver mogelijk naar rechts. 

Mobiele telefoon

Bestuurders van gemotoriseerde voertuigen mogen tijdens het rijden geen telefoon of een vergelijkbaar apparaat vasthouden als de motor van het voertuig loopt. Je mag dus niet je telefoon gebruiken tijdens het wachten voor een verkeerslicht. Handsfree bellen mag wel.

Kinderen in de auto

Kinderen die kleiner zijn dan 1,35 m, moeten worden vervoerd in een goedgekeurd en passend kinderzitje of op een goedgekeurde en passende zitverhoger. Als een kind met de rug naar voren, voor in de auto in een kinderzitje wordt vervoerd, moet de airbag uitgeschakeld zijn.

Huisdieren

Je bent als bestuurder verplicht om ervoor te zorgen dat je huisdier je niet kan hinderen bij het rijden en dat het dier de inzittenden van de auto niet in gevaar kan brengen. Zet je huisdier daarom veilig vast, bijvoorbeeld in een reismand of -kennel, in een speciaal tuigje of zitje dat is vastgezet met een veiligheidsgordel of in de bagageruimte achter een net of rek. Lees hier meer informatie over hoe je jouw huisdier zo veilig mogelijk vervoert in de auto.

Alcohol meenemen in voertuig

Het is verboden om een geopende fles of een geopend blikje met alcoholische drank in de auto of camper te hebben. 

Winterbanden en sneeuwkettingen

In Litouwen is het van 10 november tot 1 april verplicht om op winterbanden te rijden. Ook op een aanhanger moeten in die periode winterbanden worden gemonteerd. Banden met de aanduiding M+S en/of een sneeuwvloksymbool (3PMSF) worden beschouwd als winterbanden. De minimale profieldiepte voor winterbanden moet minimaal 3 mm zijn.

ANWB Advies: Voor het rijden bij zwaardere winterse omstandigheden adviseert de ANWB je een goed geteste ‘echte’ winterband met sneeuwvloksymbool (3PMSF) te gebruiken. In deze omstandigheid biedt zelfs een goed geteste all-seasonband met een sneeuwvloksymbool vaak onvoldoende grip en veiligheid.

Meer informatie: anwb.nl/auto/banden/winterbanden.

Sneeuwkettingen
Het gebruik van sneeuwkettingen is alleen toegestaan op wegen die zijn bedekt met sneeuw of ijs. Let op: In Duitsland en Polen kan het gebruik van sneeuwkettingen met een bord verplicht worden gesteld.

Spijkerbanden
Spijkerbanden zijn toegestaan van 1 november tot 9 april. Achter op een auto met spijkerbanden moet een speciale sticker worden geplakt met een driehoekig gevaarsbord met een spijker in het midden. Deze sticker is verkrijgbaar bij winkels met autoaccessoires en op internet.

Afmetingen

• Breedte combinatie (excl. spiegels): 2,55 m
• Hoogte combinatie: 4 m
• Lengte aanhanger (excl. dissel): 12 m
• Lengte combinatie: 18,75 m

Let op: Een eventuele fietsendrager wordt achterop wordt meegerekend in de lengte.

De hieronder vermelde verkeersregels voor fietsers gelden ook voor een elektrische fiets met trapondersteuning tot 25 km/h en een vermogen van maximaal 1000 watt.

Fietshelm

Kinderen tot 18 jaar zijn verplicht een fietshelm te dragen. Ook als ze achter op de fiets worden vervoerd. Voor volwassenen wordt het dragen van een fietshelm geadviseerd. 

Veiligheidsvest

In het donker of bij slecht zicht is het dragen van een reflecterend veiligheidsvest verplicht voor fietsers.

Verlichting en overige vereisten

Fietsen moeten zijn voorzien van vaste lampen. Voor op de fiets moet het licht de kleur wit of geel hebben en achter op de fiets de kleur rood. Let op: overdag ben je bij het rijden op de weg verplicht je voor- en achterlicht te laten branden of een veiligheidsvest te dragen. In het donker en bij slecht zicht ben je verplicht je voor- en achterlicht te laten branden én een reflecterend veiligheidsvest te dragen. Achter op de fiets moet een rode reflector zijn aangebracht en ook op de spaken moeten reflectoren zijn aangebracht. Ook moet de fiets zijn voorzien van goed werkende remmen en een bel.

Passagiers

Je mag een passagier op de fiets vervoeren als er een geschikte zitplaats aanwezig is. Kinderen moeten een helm op als ze achter op de fiets worden vervoerd. 

Fietsende kinderen

Kinderen vanaf 8 jaar mogen onder toezicht van een volwassene op de openbare weg fietsen. Vanaf 14 jaar mogen kinderen zelfstandig op de openbare weg fietsen. 

Plaats op de weg

Als er fietspaden zijn, moet je deze gebruiken. Waar geen fietspaden zijn, moet je op de rand (van beton of asfalt) naast de rijbaan aan de rechterzijde van de weg rijden. Als de rand naast de rijbaan ongeschikt is om te fietsen (bijvoorbeeld door gaten in het asfalt), mag je ook op de stoep of een voetpad fietsen. Alleen als een fietspad ontbreekt, er geen rand naast de rijbaan aanwezig is en er ook geen stoep of voetpad langs de weg loopt, mag je ook uiterst rechts op de rijbaan rijden. Bij het fietsen op de stoep of de rand naast de rijbaan moet je voorrang verlenen aan voetgangers en mag je ze niet hinderen of in gevaar brengen. Je mag niet rijdend de weg over steken op een voetgangersoversteekplaats.