Op de weg
o.a. voorrangsregels en parkerenVoorrangsregels
- Een tram heeft op een kruising altijd voorrang, ook als deze van links komt. Je moet de bestuurder van een bus of tram die bij een halte aangeeft te willen wegrijden, voorrang verlenen.
- Op een voetgangersoversteekplaats ben je verplicht niet alleen voorrang te verlenen aan voetgangers op de oversteekplaats, maar ook aan voetgangers die op het punt staan over te steken.
Rijden onder invloed
Het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed is 0,2 promille. Let op: Het is verboden een persoon die onder invloed van alcohol verkeert, voor in de auto als passagier te vervoeren.
Rotonde
Heel soms ontbreken de verkeerstekens die de voorrang regelen op een rotonde. In dat geval hebben bestuurders van rechts voorrang, zoals bij een gelijkwaardige kruising.
Veilig inhalen
Bij het inhalen van een motor, bromfiets, fiets of voetganger moet je als automobilist een zijdelingse afstand van minstens 1 m aanhouden.
Verlichting
Het voeren van dimlicht of dagrijlicht (ook led) is overdag verplicht. Let op: In tunnels, bij weinig licht en bij slecht zicht is dagrijlicht niet voldoende en moet dimlicht worden gevoerd.
Ritsen
In Polen is bij langzaam rijdend verkeer ritsen verplicht als twee rijstroken worden samengevoegd. Dit betekent het volgende:
- Op de wegvallende rijstrook moeten bestuurders tot vlak voor de versmalling op de eigen rijstrook blijven rijden en dan pas invoegen.
- Op de doorgaande rijstrook moeten bestuurders vlak voor de versmalling om beurten één voertuig de ruimte geven om in te voegen.
- Als je niet doorrijdt tot de versmalling of invoegend verkeer geen voorrang verleent, kun je een boete krijgen.
Reddingsstrook bij file
- In Polen ben je verplicht in een file (als gevolg van een ongeval) een reddingsstrook (korytarz ratunkowy of korytarz zycia) in het midden vrij te houden voor de hulpdiensten. Deze plicht geldt op wegen met minstens twee rijstroken per rijrichting.
- Verkeer op de meest linkse rijstrook moet zo veel mogelijk links gaan rijden en verkeer op de andere rijstroken moet zo ver mogelijk naar rechts. Je mag ook de vluchtstrook gebruiken voor het vormen van een reddingsstrook.
- Als je niet meewerkt aan het vormen van een reddingsstrook bij een file, kun je een boete krijgen.
Let op: Voor motorrijders is het in Polen verboden om over de reddingsstrook te rijden, want dat is uitsluitend toegestaan voor voorrangsvoertuigen.
Inhalen
- Je moet een rijdende tram rechts inhalen. Op een eenrichtingsweg mag je, als er aan de rechterkant onvoldoende ruimte is, de tram ook links inhalen.
- Je mag een stilstaande tram alleen voorzichtig voorbijrijden als er een vluchtheuvel voor passagiers aanwezig is. Als er geen vluchtheuvel aanwezig is, moet je stoppen, zodat passagiers veilig kunnen oversteken.
Parkeren en stilstaan
Verkeerslichten
Als het verkeerslicht op rood staat, maar er ook een groene, afbuigende pijl wordt getoond, mag je als bestuurder alleen dan in de richting van de pijl afslaan wanneer je voorrang hebt verleend aan voetgangers en andere weggebruikers.
Toeteren
Binnen de bebouwde kom is het geven van geluidssignalen verboden, tenzij er direct gevaar voor een aanrijding bestaat.
Veilig wandelen
- Voetgangers zijn verplicht om zoveel mogelijk aan de linkerkant van de weg te lopen als een voetpad ontbreekt. Voetgangers die langs de weg lopen, moeten achter elkaar lopen. Alleen op rustige wegen en bij goed zicht mogen twee voetgangers naast elkaar lopen.
- Let op: Voetgangers mogen geen mobiele telefoon gebruiken als ze op of langs de weg lopen of een weg oversteken. Dit verbod geldt ook op voetgangersoversteekplaatsen.
- Kinderen tot 7 jaar mogen alleen op de openbare weg wandelen onder begeleiding van iemand van 10 jaar of ouder. Dit geldt niet in een woonwijk.
- Iedereen die in Polen bij in het donker, bij weinig licht of bij slecht zicht langs de weg loopt buiten de bebouwde kom, is verplicht om een reflector, kleding met reflecterende strepen of een reflecterend veiligheidsvest te dragen.
In de auto
o.a. mobiele telefoon en kinderen in de autoMobiele telefoon
Het is de bestuurder van een voertuig (ook een fiets of elektrische step) verboden tijdens het rijden een telefoon vast te houden. Het vasthouden van een telefoon wordt beschouwd als een ernstige overtreding. Handsfree bellen is wel toegestaan.
Let op: het is voetgangers verboden een mobiele telefoon te gebruiken als ze langs de weg lopen of een weg oversteken.
Flitspaalsignalering
Het meenemen en gebruiken van radardetectieapparatuur is verboden. Voor zover bekend is het gebruik van apparatuur met signalering voor vaste flitspalen of trajectcontroles (zoals navigatieapparatuur en telefoons toegestaan.
Kinderen in de auto
Kinderen jonger dan 12 jaar en kleiner dan 1,50 m moeten in een goedgekeurd en passend kinderzitje of op een goedgekeurde en passende zitverhoger worden vervoerd. Als een kind met de rug naar voren voorin in een kinderzitje wordt vervoerd, moet de airbag uitgeschakeld zijn.
Huisdieren
Bij het vervoer van een huisdier kun je het beste uitgaan van artikel 5 in de Nederlandse Wegenverkeerswet (WvW 1994). Volgens dit artikel moet een huisdier zodanig vervoerd worden dat dit niet tot gevaarlijke situaties of verkeershinder kan leiden.
Uitrusting
o.a. fietsendrager en winterbandenLading
- In de breedte mag de lading maximaal 23 cm aan weerszijden uitsteken tot een maximale breedte van 2,55 m. Aan de zijkant uitstekende lading moet worden gemarkeerd met een oranje vlag van minstens 50 x 50 cm en in het donker met verlichting.
- Aan de achterzijde mag de lading maximaal 2 m uitsteken.
- Lading die aan de achterzijde meer dan 50 cm uitsteekt, moet voorzien zijn van een rood-wit gestreept markeringsbord en in het donker met verlichting. Een markeringsbord is onder andere verkrijgbaar via anwb.nl/webwinkel.
Fietsendrager
In de breedte mogen fietsen op een fietsendrager maximaal 23 cm uitsteken (fietsen die uitsteken, hoeven niet te worden gemarkeerd).
Als de fietsendrager de achterlichten en reflectoren van je voertuig geheel of gedeeltelijk bedekt, moet de drager zijn voorzien van een verlichtingsbalk. Voor een auto met een Pools kenteken zijn ook een mistlamp en achteruitrijverlichting op de fietsendrager verplicht.
Kentekenplaat en NL-sticker
Als de fietsendrager of bagagebox op je trekhaak de kentekenplaat van je voertuig geheel of gedeeltelijk bedekt, moet je er een witte kentekenplaat op aanbrengen met het kenteken van je voertuig. Je moet in dat geval ook een ovale witte NL-sticker aanbrengen op de fietsendrager of bagagebox. Je mag de sticker niet op de witte kentekenplaat plakken. Je kunt de NL-sticker eventueel op een fiets aanbrengen. Een NL-sticker is verkrijgbaar via anwb.nl/webwinkel.
Winterbanden en sneeuwkettingen
Het gebruik van winterbanden is niet verplicht, maar wordt wel aangeraden. De ANWB adviseert je banden te gebruiken waarop het sneeuwvloksymbool (3PMSF) wordt aangegeven. Meer informatie: anwb.nl/winterbanden.
Als sneeuwkettingen verplicht zijn, wordt dat aangegeven met een rond, blauw bord waarop een witte autoband met een sneeuwketting staat.

Het gebruik van sneeuwkettingen is alleen toegestaan op wegen die zijn bedekt met sneeuw of ijs.
Het is toegestaan om sneeuwsokken te gebruiken in plaats van sneeuwkettingen.
Let op: In Duitsland is het rijden op winterbanden verplicht bij winterse omstandigheden en kun je niet volstaan met het meenemen van sneeuwkettingen.
Caravan/aanhangwagen
o.a. afmetingenAfmetingen
- Breedte combinatie (excl. spiegels): 2,55 m
- Hoogte combinatie: 4 m
- Lengte aanhanger (excl. dissel): 12 m
- Lengte combinatie: 18,75 m
Let op: Een eventuele fietsendrager wordt achterop wordt meegerekend in de lengte.
Fietsregels
o.a. fietshelm en verlichtingDe hierna vermelde verkeersregels voor een fiets gelden ook voor een elektrische fiets met trapondersteuning tot 25 km/h en een vermogen tot 250 watt.
Fietshelm
Het dragen van een fietshelm is niet verplicht, maar wordt wel aangeraden.
Passagiers
Kinderen die jonger zijn dan 7 jaar, mogen op de fiets alleen worden vervoerd in een fietszitje. Het is ook toegestaan kinderen te vervoeren in een aanhanger, mits fiets en aanhanger niet langer zijn dan 4 m. Alleen iemand van 18 jaar of ouder mag een kind transporteren op de fiets of in een fietsenaanhanger.
Fietsende kinderen
Kinderen tot 10 jaar mogen alleen onder begeleiding op de openbare weg fietsen. Ook mogen kinderen tot 10 jaar en hun begeleiders op de stoep rijden.
Aanhanger
Het is op fietspaden toegestaan om te rijden met een fiets waaraan een aanhanger is gekoppeld.
Naast elkaar rijden
Het is in principe verboden om naast elkaar te rijden. Alleen bij uitzondering is het toegestaan om naast elkaar te rijden als je andere weggebruikers niet hindert of het andere verkeer in gevaar brengt.
Een begeleider en een fietser jonger dan 10 jaar mogen wel altijd naast elkaar rijden.
Plaats op de weg
Op gecombineerde fiets-/voetpaden moet gebruikgemaakt worden van het voor fietsers bestemde gedeelte. Als er geen scheiding is aangebracht moet de snelheid worden aangepast om voetgangers niet in gevaar te brengen.
Fietsers mogen in bepaalde gevallen op de stoep of het voetpad rijden:
-
als op de weg een maximumsnelheid van meer dan 50 km/h geldt, het trottoir minstens 2 m breed is en er geen fietspad aanwezig is; of
-
als de weersomstandigheden (zoals sneeuw, harde wind, stortbui, ijzel en mist) het fietsen op de weg te gevaarlijk maken; en mits
-
fietsers langzaam rijden en altijd voorrang verlenen aan voetgangers op de stoep of het voetpad.
Fietsoversteekplaats
In Polen zijn speciale fietsoversteekplaatsen. Deze zijn vergelijkbaar met voetgangersoversteekplaatsen. Fietsers die op een fietsoversteekplaats de weg willen oversteken hebben voorrang.