Op de weg
o.a. voorrangsregels en parkerenVoorrangregels
In Zwitserland hebben trams altijd voorrang, behalve als ze op een voorrangsweg oprijden. Trams hebben ook voorrang op voetgangers die op een zebrapad willen oversteken.
Net als in Nederland hebben voetgangers voorrang wanneer ze bij een zebrapad willen oversteken. Houd er rekening mee dat voetgangers in Zwitserland vrijwel altijd voorrang krijgen en daarom ook verwachten dat ze voorrang krijgen. Â
Inhalen
- Rijdende trams moet je rechts inhalen, tenzij er rechts onvoldoende ruimte is. Op eenrichtingswegen mag je een tram zowel rechts als links inhalen. Je mag een tram die midden op de weg bij een halte stilstaat, alleen rechts inhalen als er een vluchtheuvel aanwezig is waarop de uitgestapte passagiers kunnen wachten. Als die vluchtheuvel er niet is, mag je de tram ook links inhalen. Als dat niet mogelijk is, moet je achter de tram wachten.
- Schoolbussen die bij een halte zijn gestopt en de alarmlichten aan hebben, mag je slechts stapvoets voorbijrijden. Je moet indien nodig stoppen.
- Als op een gelijkwaardige kruising twee elkaar tegemoetkomende bestuurders linksaf willen slaan, moeten ze niet om elkaar heen, maar voor elkaar langs gaan.
- Langs een aantal autowegen zijn als waarschuwing gele knipperlichten aangebracht. Op gedeelten waar deze lampen knipperen, mag je niet inhalen.
Parkeren en stilstaan
- Het is verboden stil te staan of te parkeren op wegen met een witte doorgetrokken enkele of dubbele witte streep, tenzij er minstens drie meter ruimte is tussen het voertuig en de streep. Verder is het verboden te parkeren of stil te staan in onderdoorgangen en tunnels.Â
- Je mag niet parkeren aan de linkerkant van de weg (tegen de rijrichting in), ook niet in parkeervakken aan de linkerkant. In een straat met eenrichtingsverkeer mag je wel aan de linkerkant parkeren.Â
- Op de volgende plekken is het ook verboden te parkeren: ter hoogte van gele, door strepen verbonden kruisen op de rijbaan. Buiten de bebouwde kom 50 m én binnen de bebouwde kom 50 m van een spoorwegovergang.Â
- Bij het parkeren op een helling moet je de auto behalve met de handrem nog extra zekeren, bijvoorbeeld door de auto in de laagste versnelling te laten staan en een wiel tegen het trottoir te draaien. Bij het parkeren op steilere hellingen moet je bovendien wielblokken, stenen of vergelijkbare items achter een of meer wielen plaatsen.
Toeteren
Buiten de bebouwde kom is het verplicht om te toeteren bij onoverzichtelijke wegsituaties en slecht zicht op smalle wegen om andere weggebruikers te waarschuwen. 's Nachts moeten bestuurders lichtsignalen geven voor het waarschuwen van andere weggebruikers. Toeteren is in dat geval alleen toegestaan als dat noodzakelijk is om gevaar af te wenden.
Rijden in een tunnel
Je bent in een tunnel verplicht te rijden met dimlicht. Bij een file moet je een reddingstrook (Rettungsgasse) vrij houden voor hulpdiensten en ben je verplicht je alarmlichten in te schakelen en minstens 5 m afstand te houden van je voorganger. Meer informatie over veilig rijden in een tunnel vind je hier.Â
Rijden in de bergen
Op bergwegen heeft stijgend verkeer voorrang op dalend verkeer, tenzij het stijgende voertuig zich dicht bij een uitwijkplaats bevindt. Zware motorvoertuigen, zoals bussen en vrachtwagens, hebben zowel bergop als bergaf voorrang op lichtere motorvoertuigen. Op een Bergpoststrasse (Bergpostweg), herkenbaar aan een blauw vierkant bord met een gele signaalhoorn, moeten de aanwijzingen van de postautochauffeur (bijvoorbeeld om te stoppen of terug te rijden) worden opgevolgd. Meer informatie over veilig rijden in de bergen vind je hier.
Slepen
Het slepen is op auto(snel)wegen toegestaan tot de eerste afrit. De gesleepte auto moet aan de achterkant een gevarendriehoek voeren en deze moet duidelijk zichtbaar zijn. Tijdens het slepen op auto(snel)wegen moeten bovendien de alarmlichten van beide auto's worden ingeschakeld. Een sleepkabel mag maximaal 8 m lang zijn, een sleepstang 5 m. De maximumsnelheid bij het slepen is 40 km/h.Â
Reddingsstrook bij file
In Zwitserland ben je verplicht in een file een reddingsstrook (Rettungsgasse) in het midden vrij te houden voor de hulpdiensten. Dit geldt op de Autobahn en andere snelwegen met twee of meer rijstroken per rijrichting (ook binnen de bebouwde kom).
- Begin met het vormen van een reddingsstrook zodra zich een file vormt en het verkeer stapvoets gaat rijden.
- Verkeer op de meest linkse rijstrook moet zo veel mogelijk links gaan rijden en verkeer op de andere rijstroken moet zo ver mogelijk naar rechts.
- Je mag in principe niet op de vluchtstrook rijden, tenzij je tijdelijk verder moet uitwijken voor een naderend voorrangsvoertuig.
- Als je niet meewerkt aan het vormen van een reddingsstrook bij een file, riskeer je een boete.
- Let op: Voor motorrijders is het in Zwitserland verboden om over de reddingsstrook te rijden.
Veilig wandelen
Voetgangers moeten zoveel mogelijk aan de linkerkant van de weg lopen als een voetpad ontbreekt, tenzij dat gevaar voor ze oplevert. Buiten de bebouwde kom moeten voetgangers in het donker en bij slecht zicht of druk verkeer uit veiligheidsoverwegingen achter elkaar lopen. Daarnaast wordt geadviseerd om reflecterende kleding of een reflecterend veiligheidsvest te dragen.Â
In de auto
o.a. flitspaalsignalering en telefoongebruikFlitspaalsignalering
Het bezitten, meenemen en gebruiken van radardetectieapparatuur is verboden, ook op je telefoon. Zie voor meer informatie: anwb.nl/juridisch-advies/op-vakantie.
Mobiele telefoon
Net zoals in Nederland is het bestuurders van voertuigen (ook fietsers) verboden tijdens het rijden een mobiele telefoon (of tablet, e-reader, mediaspeler, rekenmachine of vergelijkbare apparatuur) vast te houden.Â
Rijden onder invloed
Het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed is net zoals in Nederland 0,5 promille. Voor bestuurders die minder dan drie jaar hun rijbewijs hebben, is het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed 0,01 promille.
Kinderen in de auto
Kinderen jonger dan twaalf jaar en kleiner dan 1,50 m moeten in een goedgekeurd en passend kinderzitje worden vervoerd. Kinderen van twaalf jaar en ouder of 1,50 m of langer moeten een veiligheidsgordel gebruiken.
Uitrusting
o.a. fietsendrager en winterbandenFietsendrager
Fietsen mogen maximaal 20 cm aan beide zijkanten uitsteken, mits de fietsen niet breder zijn dan 2 m. Als de fietsendrager de achterlichten en reflectoren van je voertuig geheel of gedeeltelijk bedekt, moet de drager zijn voorzien van een verlichtingsbalk.
Kentekenplaat en NL-sticker
Als de fietsendrager of bagagebox op de trekhaak de kentekenplaat van je voertuig geheel of gedeeltelijk bedekt, moet je er een witte kentekenplaat op aanbrengen met het kenteken van het voertuig. Je moet in dat geval ook een ovale witte NL-sticker aanbrengen op de fietsendrager of bagagebox. Je mag de sticker niet op de witte kentekenplaat plakken. Je kunt de NL-sticker eventueel op een fiets aanbrengen. Een NL-sticker is verkrijgbaar via anwb.nl/webwinkel.
Winterbanden en sneeuwkettingen
In Zwitserland bestaat voor het gebruik van winterbanden geen wettelijke regeling. Het wordt aanbevolen ze wél te gebruiken omdat er een boete op staat op het veroorzaken van hinder op de weg door het gebruik van banden met onvoldoende grip. Sneeuwkettingen zijn verplicht als dat wordt aangegeven met onderstaand bord:Â

Als sneeuwkettingen verplicht zijn, mag je in plaats van metalen sneeuwkettingen ook kunststof sneeuwkettingen of sneeuwsokken gebruiken.Â
Bekijk alle informatie over winterbanden in Zwitserland. Meer informatie over sneeuwkettingen en sneeuwsokken op anwb.nl/webwinkel/sneeuwkettingen-informatie.Â
Let op:Â In Luxemburg en Duitsland is het rijden op winterbanden verplicht bij winterse omstandigheden.Â
Caravan/aanhangwagen
o.a. afmetingen en spiegelsAfmetingen
- Breedte combinatie (excl. spiegels):Â 2,55 m
- Hoogte combinatie:Â 4 m
- Lengte aanhanger (excl. dissel):Â 12 m
- Lengte combinatie:Â 18,75 m
Let op:Â Een eventuele fietsendrager wordt achterop wordt meegerekend in de lengte.Â
Spiegels
Een voertuig dat een caravan trekt, moet zijn uitgerust met achteruitkijkspiegels aan de linker- en de rechterzijde. De spiegels moeten zicht naar achteren bieden over een afstand van minstens 100 m.
Wielkeg
De wielen van een geparkeerde auto met een aanhanger of een losgekoppelde aanhanger moeten op een geringe helling met een of meer wielkeggen worden vastgezet.
Veiligheidskabel
Als je een afneembare trekhaak hebt, wordt in Zwitserland ten zeerste aangeraden om de veiligheidskabel te bevestigen aan een oog of beugel aan het chassis van het trekvoertuig (en niet aan een oog of beugel aan de afneembare trekhaak). Zie ook tcs.ch (Duitstalig).
Rijstroken
Een auto met een caravan of aanhangwagen mag op autosnelwegen met drie of meer rijstroken in één richting niet op de meest linkse rijstrook rijden, tenzij dat noodzakelijk is om linksaf te slaan.
Fietsregels
o.a. fietshelm en elektrische fietsElektrische fiets
De minimumleeftijd voor het rijden van een elektrische fiets is veertien jaar. Kinderen van veertien tot zestien jaar hebben een speciaal rijbewijs van categorie M nodig om op een elektrische fiets te mogen fietsen. Op een elektrische fiets is overdag licht verplicht. Een elektrische fiets moet uitgerust zijn van een fietsbel.Â
Fietshelm
Het dragen van een fietshelm is niet verplicht, maar wordt ten zeerste aangeraden. Voor een speedpedelec is een helm verplicht, meer informatie hieronder.Â
Speedpedelec
De minimumleeftijd voor het rijden van een speedpedelec is net zoals bij een elektrische fiets veertien jaar. Kinderen van veertien tot zestien jaar hebben een speciaal rijbewijs van categorie M nodig om op een elektrische fiets te mogen fietsen. Vanaf 16 jaar is een rijbewijs niet nodig (in Nederland is de minimumleeftijd 16 jaar en is een bromfietsrijbewijs verplicht).
Een bestuurder van een speedpedelec moet een goedgekeurde fietshelm (norm EN1078) dragen. Voor zover bekend is een speedpedelec-helm (norm NTA 8776) ook toegestaan.
Speedpedelecs moeten waar mogelijk op het fietspad fietsen. Als door middel van een bord wordt aangegeven dat een weg verboden is voor gemotoriseerd verkeer, mag een speedpedelec alleen op die weg rijden met een uitgeschakelde motor.
Hoofdtelefoon of oortjes
Het is niet toegestaan om een hoofdtelefoon of oortjes te dragen tijdens het fietsen.
Verlichting en overige vereisten
Op een elektrische fiets en een speedpedelec moet je ook overdag licht voeren, zodat je beter zichtbaar bent voor andere weggebruikers.
De fiets moet voor een witte reflector hebben, achter een rode (beide minimaal 10 cm² groot) en oranje reflectoren op de pedalen.Â
Passagiers
Alleen personen ouder dan 16 jaar mogen een passagier op de fiets vervoeren, mits de fiets is uitgerust met een extra zitplaats voor een passagier. Kinderen tot minimaal 7 jaar moeten in een goedgekeurd kinderzitje worden vervoerd.Â
Fietsende kinderen
Kinderen jonger dan 6 jaar mogen alleen onder begeleiding van iemand van 16 jaar of ouder op de openbare weg fietsen. Kinderen tot en met 12 jaar mogen op de stoep fietsen, tenzij er een fietspad of fietsstrook beschikbaar is. Ze mogen slechts stapvoets over de stoep rijden en ze mogen voetgangers niet hinderen.Â
Aanhanger
Het is toegestaan om te rijden met een fiets waaraan een aanhanger van maximaal 1 m breed is gekoppeld. Een fiets met aanhanger is alleen toegestaan op een fietspad als het pad zo breed is dat andere fietsers nog kunnen inhalen. Er mogen maximaal twee kinderen worden vervoerd in een aanhanger en het maximale gewicht mag niet meer bedragen dan 80 kg.Â
Naast elkaar rijden
Fieters mogen alleen op een fietspad of een fietsstrook en op erven naast elkaar rijden. Ook is het toegestaan om naast elkaar te fietsen wanneer de weg minimaal 8 m breed is en er veel (brom)fietsverkeer is.Â
Rechtsaf bij rood
Bij sommige verkeerslichten kan een verkeersbord aanwezig zijn dat aangeeft dat fietsers bij rood licht rechtsaf mogen, mits ze alle andere weggebruikers op de juiste wijze voorrang verlenen. Dit is een vierkant zwart bordje met een gele fiets en een gele pijl dat aan het verkeerslicht is bevestigd.
Parkeren
Fietsen mogen alleen op het trottoir worden geplaatst als er minimaal 1,50 m trottoirbreedte overblijft voor voetgangers.Â