De leukste steden in Portugal
Van vissersplaatsen tot ommuurde vestingsteden in de heuvels: in Portugal kom je het allemaal tegen. Natuurlijk kun je de bekende steden zoals Lissabon en Porto bezoeken, maar na dit artikel heb jij andere steden in Portugal ook op jouw radar.
Portugal is qua oppervlakte bijna twee keer zo groot als Nederland. Lissabon en Porto zijn het populairst, maar minder bekend zijn steden zoals Guimarães, Viseu of Beja. In kleine vestingsteden zoals Marvão of Óbidos en vissersplaatsen zoals Nazaré krijg je een goede indruk van het Portugese leven. Tijdens een ontdekkingstocht door deze steden in Portugal zul je alsmaar meer van dit diverse Zuid-Europese land gaan houden.
1. Braga: het Rome van Portugal
Alle wegen leiden naar Braga, oftewel het ‘Rome van Portugal’. De stad heeft deze bijnaam dankzij meer dan dertig kerken en kloosters. Religie speelt een belangrijke rol voor mensen in Braga. Tijdens religieuze feesten zoals Semana Santa komt jong en oud samen bij mooie kerken zoals de Sé van Braga, Igreja de Santa Cruz en Igreja de São Marcos. Ten oosten van Braga vind je het bedevaartscentrum Bom Jesus do Monte. Beklim samen met mensen van over de hele wereld de bijna zeshonderd treden van de indrukwekkende trap naar dit heiligdom. Standbeelden onderweg beelden de kruisweg van Jezus uit.
Braga is historisch en spiritueel, net als Rome. Maar de stad heeft hier ook een Portugese draai aan gegeven. Barokke paleizen zoals Palácio do Raio zijn betegeld met de typerende tegeltjes: azulejos. En bij de fontein op Praça da República proost je met een vinho verde. Deze verfrissende witte wijn wordt geproduceerd in het noorden van Portugal.
2. Bezoek de eerste hoofdstad van Portugal: Guimarães
In het noorden van Portugal ligt Guimarães. De stad heeft een belangrijke rol in de Portugese geschiedenis. Guimarães is namelijk de eerste Portugese hoofdstad én de geboorteplaats van Afonso I, de eerste koning van Portugal in 1139. Hij werd geboren in het kasteel van Guimarães, dat er nog steeds net zo sterk en onoverwinnelijk uitziet als eeuwen geleden. Je kunt drie verdiepingen omhoog klimmen om vanaf de kasteelmuren over Guimarães uit te kijken.
Duik terug in de tijd tijdens een bezoek aan het Paço dos Duques de Bragança. In dit voormalige paleis krijg je een goede indruk hoe hertogen hier leefden dankzij de authentieke spullen in de ingerichte slaapkamers, eetzalen en wapenkamers. Ook in de historische binnenstad, die op de Unesco-werelderfgoedlijst staat, waan je je in het Portugal van eeuwen geleden. Op Avenida Alberto Sampaio loop je zelfs langs een deel van de originele stadsmuur.
3. Bezoek de pottenbakkers van Bisalhães vanuit Vila Real
Ten noorden van de Douro-rivier ligt Vila Real. Van Peso da Régua naar Vila Real volg je een weg vol bochten, langs de terrasvormige wijngaarden en de Corgo-rivier. In Vila Real zijn de straten het decor van verschillende bouwstijlen. Zo wandel je langs de sobere gotische kathedraal en zo sta je een paar minuten later bij de Capela Nova. Deze barokke kerk die van binnen is belegd met Portugese azulejos is ontworpen door de Italiaanse architect Nicolau Nasoni.
Een ander barok meesterwerk van Nasoni is Palácio de Mateus, net buiten het centrum van Vila Real. De vrolijke details, vele torentjes en speelse accenten van dit paleis laten zien waar de barokstijl voor staat. Vanuit Vila Real kun je ook het pottenbakkersdorp Bisalhães bezoeken. Er zijn nog maar enkele pottenbakkers die aardewerk zoals borden en potten van zwarte klei maken. In hun tuinen en ateliers laten pottenbakkers je graag het proces zien.
4. Verse vangst op het strand van Nazaré
Nazaré is een plek waar de Portugese visserstradities bewaard zijn gebleven. Vroeg in de ochtend trekken de vissers eropuit. ’s Middags verkopen zij hun verse vangst op Praia de Nazaré. De vrouwen, vaak gekleed in traditionele kleding, die bestaat uit verschillende lagen, vergezellen hen op het strand om te helpen. Denk aan het drogen van de makreel en het repareren van de netten, oftewel het boeten. Gekleurde strandtentjes en vissersboten die op het strand liggen, geven het geheel extra kleur.
Met 318 meter is de Sítio het hoogste deel van Nazaré. Vanaf het strand kun je de kabelbaan naar de top van deze klif nemen. Bij de vuurtoren op de punt heb je uitzicht over het sikkelvormige strand. Ben je in oktober in Nazaré? Dan zie je hier gigantische golven, die tot wel 24 meter hoog kunnen worden. Professionele golfsurfers van over de hele wereld komen dan hiernaartoe voor kampioenschappen.
5. Verken Viseu op z’n Nederlands: op de fiets
Het minder bekende Viseu ligt tussen Porto en de bergen van Serra da Estrela. De Sé van Viseu is letterlijk en figuurlijk het hoogtepunt. Van verre zie je deze kathedraal boven de andere gebouwen uittorenen. Wanneer je op het plein voor de Sé staat, zie je dat deze kerk een Tetrispuzzel van bouwstijlen is: romaans, renaissancistisch, gotisch en de Portugese manuelstijl. De bouw startte in de 12e eeuw, maar door de eeuwen heen zijn er verschillende renovaties geweest die werden beïnvloed door de bouwstijl van dat moment.
Zin om te fietsen? De Ecopista do Dão volgt bijna 50 kilometer lang een oud treinspoor van Viseu naar Santa Comba Dão. De omgeving van Viseu is bergachtig, maar op deze fietsroute hoef je amper te klimmen en verharde paden maken het fietsen prettig. Onderweg passeer je stalen spoorbruggen, de Dão-rivier, wijngaarden en vele eiken en kastanjebomen. Met de trein ga je terug naar Viseu.
6. Bezoek de hoogst gelegen stad van Portugal: Guarda
Het hoogste punt van Portugal ligt op 1993 meter in Serra da Estrela. Guarda ligt in de uitlopers van deze bergketen en is met zijn 1056 meter de hoogst gelegen stad van Portugal. Een imposant bouwwerk hier is de Sé: een kathedraal die veel wegheeft van een gefortificeerd kasteel met de metersdikke muren. Van het daadwerkelijke kasteel op de top in Guarda staat alleen de kasteeltoren nog overeind. Vanaf dit uitzichtpunt zie je van bovenaf hoe groot de kathedraal is.
Vanaf Porta d’El Rei wandel je de oude Joodse wijk in. Dit is een doolhof van sobere straten, soms smaller dan de breedte van een auto, en granieten huizen. Christelijke koningen dwongen Portugese Joden enkele eeuwen om te bekeren. Wie dit niet deed, werd verbannen uit het land. 25 kilometer ten zuiden van Guarda ontstond daarom een toevluchtsoord: Belmonte. Joodse tradities, zoals rust houden tijdens sjabbat, worden in dit dorp nog steeds in stand gehouden.
7. Wandelen over de stadsmuren van vestingstad Marvão
Alentejo is een vlakke regio in het oosten van Portugal. Het dorp Marvão, op een groene granieten heuvelrug op 843 meter hoogte, is daarom een leuke afwisseling. Het middeleeuwse kasteel van Marvão maakt het plaatje af. Door de strategische ligging was Marvão regelmatig het decor van militaire conflicten. Bijvoorbeeld bij de strijd tussen Afonso Henriques, de eerste koning van Portugal, en de Moren. Je leert meer over deze geschiedenis in het museum in Igreja de Santa Maria.
De vestingmuren van Marvão zijn van granieten rotsstenen gebouwd. Hierdoor lijken de heuvel en dit ommuurde dorp in elkaar over te lopen. Je kunt een rondje via de vlakke stadsmuur lopen. Alleen bij het kasteel klim je een stukje. Tijdens deze wandeling kijk je uit over het vlakke landschap van Alentejo dat is versierd met kastanjebomen en kurkeiken. Aan de andere zijde zie je de spierwitte huizen van Marvão, die zijn gedecoreerd met kleurrijke bloemen en planten.
8. Évora: de voormalige hofstad van Portugese koningen
De binnenstad van Évora is compact: hemelsbreed is het centrum nog geen anderhalve kilometer breed en lang. Romeinse invloeden zijn zichtbaar in Évora, bijvoorbeeld door het 26 meter hoge aquaduct dat over een van de hoofdwegen loopt. Ook de veertien zuilen van de Romeinse tempel, elk zo’n 8 meter hoog, zijn al die eeuwen overeind gebleven. Meerdere Portugese koningen kozen Évora tot hofstad. Diverse paleizen zijn geopend voor bezoekers om alles van binnen te bewonderen, zoals Palácio de Dom Manuel I.
In Capela dos Ossos in Évora zijn de binnenmuren versierd met schedels en botten van zo’n vijfduizend mensen. Monniken die deze kapel hebben gebouwd verzamelden de botten van overleden burgers die op de middeleeuwse begraafplaatsen lagen. Portugal heeft een eigen variant van de hunebedden: de anta’s. Évora is omringd door deze begraafplaatsen die al meer dan 4000 jaar oud zijn, waarvan Anta Grande do Zambujeiro de bekendste is.
9. Zoete lekkernijen uit Alentejo proeven in Beja
Centraal in de regio Alentejo ligt Beja. De stad is omringd door kurkeiken, olijfbomen en wijngaarden en de graanvelden wuiven je tegemoet wanneer je arriveert. Nadat je de wenteltrap met 183 treden in de marmeren kasteeltoren hebt beklommen, kun je nog eens genieten van de rustgevende omgeving. De metersdikke muren rondom de binnenplaats van het kasteel boden vroeger veiligheid aan de burgers van Beja.
Witte huizen en gebouwen met azulejos in alle kleuren van de regenboog wisselen elkaar af in Beja. Vind je deze Portugese tegeltjes leuk? Wandel dan ook bij het Museu Regional de Beja binnen. De betegelde gangen in dit voormalige klooster maken zeker indruk. Stop ook bij een pastelaria voor een zoet broodje met pompoen en amandelen: Pão de Rala. En voel je niet schuldig wanneer je meer van deze lekkernijen koopt dan dat de bedoeling was. De schandpaal op Praça da Republica staat er tegenwoordig alleen nog als decoratie.