25x stille en mooie streken in Europa
Zijn er nog streken in Europa, op enkele uurtjes rijden of vliegen, rijk aan zowel fraaie natuur als dromerige stadjes, die absoluut een bezoek waard zijn, maar waar je niet struikelt over de rolkoffers van collega-toeristen? Jazeker! Na zorgvuldig speurwerk presenteren wij hier 25 Europese streken, mooi en stil, als verborgen juwelen.
1. Lofoten: hoppen boven de poolcirkel
Een allegaartje van eilanden boven de poolcirkel: ruig, ruw, rood (de huizen) en groen (het binnenland). Soms sinister maar met een beetje zon zie je ansichtkaartbergen. De Lofoten-archipel, die als een drakenrug uit zee steekt, is misschien wel het mooiste stuk Noorwegen. De bekendste eilanden (Røst, Værøy, Moskenesøya) zijn per veerdienst te bereiken, een geheide aanrader tijdens een rondreis door Noorwegen. Dit Verborgen Juweel op wereldniveau leent zich voor campertrip of wildkamperen tussen de vissersgehuchten in een tovergroen landschap. Daarnaast zijn de Lofoten ook nog eens het thuis van potvis, orka en zeearend.
2. Cilento: nog mooier dan de naam al klinkt
Achter de Costiera Amalfitana, Europa’s mooiste maar ook drukste kust, daar vind je – 2 uurtjes zuidwaarts – de nummer 2 van deze Top 25: het stille en vrij onbekende Parco Nazionale del Cilento e Valle di Diano in Italië. Onze tipgever adviseert als vervoermiddel een lila Fiat 500, of soortgelijk huurautootje, de beste en charmantste manier om de slingerwegen door kloven, valleien en droomgehuchten te bedwingen. In dit jonge nationale park (pas sinds 1998, inclusief Werelderfgoed!) liggen stokoude dorpen – o.m. Magliano Vétere, Piaginni en Corleto Monforte – die nog mooier zijn dan hun namen al klinken. Je kunt hier wandelen over muildierpaden, of fietsen over stille wegen (google maar eens: Via Silente). De vergezichten zijn tot aan de sterren. We beloven je dat je hier voornamelijk Italianen tegenkomt. En wie goed zoekt, vind zelfs stille plekjes aan zee. Onder meer Transavia en Easyjet vliegen van Amsterdam op Napels, vanwaar treinen naar Cilento vertrekken.
3. Queyras: het Corsica van de Alpen
'Een puik pulkje Italië in Frankrijk', noemt een van onze medewerkers het geheim dat zij graag met je deelt. De Queyras is een dal in het goed verscholen Parc Naturel Régional du Queyras, dat slechts via enkele cols is te bereiken. Het Italiaans aandoende dal is een waanzinnig mooi wandelgebied, waar overdag lammergier, steen- en koningsarend boven je hoofd cirkelen. Volgens veel Fransen zijn er slechts drie GR’s die je in je leven moet doen: één daarvan is de GR58, en die slingert heel toevallig door de Queyras. De GR58 doorkruist dorpjes vol zonnewijzers en struise bewoners, die hun park 'het Corsica van de Alpen' noemen, zo geïsoleerd liggen ze.
4. Navarra: Hemingway had gelijk!
Dampende bossen, eeuwenoude pelgrimsoorden, bulderende watervallen, een heuse woestijn en de hoofdstad Pamplona, die zoveel meer is dan een weekje stieren door straatjes jagen. Navarra is bij veel reizigers onbekend. Het gebied strekt zich vanaf de Pyreneeën uit naar het zuiden en is een van de meest contrastrijke regio's van Spanje. De noordelijke valleien zijn groen en sappig, het warme zuiden tipt aan de eindeloze meseta. De wijn is puik, Pamplona heeft een juweel van een kathedraal en in Tudela waren de Moren vierhonderd jaar de baas. Vergeet niet de Baskische keuken: in Navarra wordt koken bloedserieus genomen. Ernest Hemingway – niet voor niks negen keer in Pamplona geweest – was gefascineerd door het Navarrese landschap en wordt herdacht met een mooie toeristische route.
5. Karpathos: giga-gastvrij Grieks wandeleiland
5000 inwoners op 325 vierkante kilometer eiland, ons schiereiland Walcheren, ietsje kleiner, heeft er 114.500. Karpathos, langgerekt en Grieks, drijft in de Egeïsche Zee tussen zijn Dodekanesos-zusters Rhodos en Kreta. Op dit ruige bergwandelparadijs kun je wandelen over de kalderimia, de ezelpaden, zonder iemand tegen te komen. 's Avonds word je in de dorpen omringd door lieve Karpathiotiki (ja, zo heten ze echt), die je het liefst volstoppen met eten en drinken. Onze eilandenexpert spreekt van 'giga-gastvrijheid': 'Griekser krijg je het niet.' Op het jarenlang geïsoleerde eiland bestaan tradities nog. Je ontmoet er nog regelmatig inwoners die zich voortbewegen op geitenleren laarzen met zolen van autoband.
6. Friuli: de grote onbekende
Venetië, Triëst én de zonnige kust daartussen kennen we wel. Maar het bijzondere achterland niet. Friuli, ofwel Friuli-Venezia Giulia, is Italië in het klein. Een unieke mix van Italianen met een eetlepel Oostenrijkers en een mespuntje Slavische invloeden. Schurkend tegen buurlanden Slovenië en Oostenrijk, biedt deze 'hidden gem' veel: besneeuwde Alpentoppen in het noorden, wijngaarden in het zuiden en een lange Adriatische kust. De overvloed aan Romeinse resten en middeleeuwse droomdorpjes is kenmerkend voor Friuli. Je kunt er verrukkelijk fietsen en wandelen en vingerlikkend lekker eten in stokoud stedenschoon, zoals dat van Udine en Palmanova. Bekroon je reis met een paar dagen luieren op de fluweelzachte zandstranden.
7. Peneda-Gerês: Portugals oudste natuurpark
Hoog in het noorden van Portugal, je rijdt er zo voorbij (en dat doen nog te veel reizigers), ligt Parque Nacional da Peneda-Gerês, het enige nationale natuurpark van Portugal. Peneda-Gerês is een paradijs van groen, aangelengd met bergbeekjes, knoestige rotspartijen, hoogvlaktes, ravijnen en snelstromende rivieren in mystieke bossen, waarin je elk moment de Gallische druïde Panoramix verwacht. Het mooiste van Peneda-Gerês is de harmonieuze samensmelting van menselijke activiteiten en natuur. Een prachtvoorbeeld zijn de espigueiros: karakteristieke mini-huisjes op pilaren van steen en hout, waarin mais wordt gedroogd. Direct onder het park ligt het felgroene Vieira do Minho, een wereld van droombaaitjes en haardspeldbochten die Max Verstappen dolgelukkig zou maken. Zelfs, of juist, als het regent.
8. De Opaalkust: een verrassing op 4 uur rijden
De opmerking 'wij gaan dit jaar op vakantie naar de Opaalkust' zal bij vrienden en buren jaloerse beelden oproepen van Bora Bora-eilanden vol cocktails. Maar jij gaat geen dagen vliegen voor de Opaalkust. Je kijkt thuis uit het raam en als het mooi weer is spring je in de auto en rijdt in 4 uurtjes naar het noorden van Frankrijk. En jawel, daar vind je ook een strand dat – volgens anwb.nl – tot de top 10 mooiste stranden van Frankrijk behoort: dat bij Cap Blanc Nez aan de Côte d’Opale. Reken ook op knusse vissersdorpen, zoals Wissant en Audreselles, en dito badplaatsen, immense stranden, duinen en mooie wandelpaden over kliffen, met zicht op de witte krijtkust van Engeland (echt waar!).
9. Andros & Tinos: nog 2 Griekse wandeleilanden
Twee Griekse eilandjes, behorend tot de Noordelijke Cycladen. Vanuit Athene vaar je er in 2 uur heen. Naast alles wat je hoopt dat ze hebben, zoals Griekse droomdorpjes, Grieks eten, Griekse gastvrijheid en een glasheldere zee, vind je hier ook een netwerk van uitstekend bewegwijzerde wandelroutes. Over stokoude weggetjes, door geheime kloven en tussen kruimelige muurtjes en zoetgeurende oleander. En dan eindigend bij een taverna, dichtbij het strand, op een klein terrasje onder druivenranken.
10. De Voerstreek: Oei, oei voor Voer & Veurs!
Onze Verborgen Streek nummer 10 is de Belgische Voerstreek, het bewijs dat je lekkers ook dichtbij (2 uurtjes van Utrecht) kunt halen. Dit ‘vergeten’ stukje Vlaanderen kent zes beeldige dorpjes, die zich bakeren in een schilderachtig heuvellandschap van weilanden, holle wegen, riviertjes en kapelletjes. Die dorpen hebben namen als Sint-Martens-Voeren, Sint-Pieters-Voeren en Teuven. Riviertjes hebben één lettergreep: Voer, Veurs of Gulp. En oei, oei, wat kun je in de Voerstreek aangenaam kabbelend fietsen en wandelen. In de historische dorpskernen tref je cafés met kroegbazen die jaren op je leken te wachten, dat is heerlijk binnenkomen. Het leuke van ‘de Voer’: het prettig rommelige straatbeeld, waar de wegen soms over het erf van de huizen lopen. Een heel verschil met het ook mooie maar aangeharkte Nederlands Limburg, daarboven.