Verkeersregels in Estland
Ga snel naar
Afwijkende verkeersregels
Verplicht mee in de auto
Maximumsnelheid
Verkeersboetes
Ga snel naar
Afwijkende verkeersregels
Verplicht mee in de auto
Maximumsnelheid
Verkeersboetes
Sommige verkeersregels in Estland zijn anders dan in Nederland. We geven hieronder een overzicht van de belangrijkste en afwijkende verkeersregels.
Je mag geen voertuig (inclusief fiets) besturen na het drinken van alcohol. Bestuurders kunnen een boete krijgen bij een alcoholgehalte in het bloed van minimaal 0,2 promille.
Je mag niet inhalen in de buurt van kruispunten en spoorwegovergangen. Veel wegen hebben een vluchtstrook. Bestuurders van langzamere voertuigen gebruiken deze vaak om een sneller voertuig te laten passeren. Je mag een stilstaande tram niet voorbijrijden.
In Estland springen de verkeerslichten van groen op knipperend groen, daarna op geel en tenslotte op rood. Als het licht geel is mag je niet meer rijden, tenzij je door te stoppen het overige verkeer in gevaar brengt. Als je je al op de kruising bevindt als het licht op geel springt, moet je doorrijden. Als geel en rood samen branden, betekent dit dat het licht binnenkort op groen springt. Je moet echter nog steeds stil blijven staan tot het groene licht gaat branden.
Voetgangers die in het donker of bij slecht zicht langs de weg lopen, zijn verplicht een reflector of lamp bij zich te dragen. In plaats daarvan mogen ze ook een reflecterend veiligheidsvest dragen. Op een rolstoel waarmee iemand in het donker of bij slecht zicht langs de weg rijdt, moet linksachter een rode reflector of lamp worden aangebracht.
Het voeren van dimlicht of dagrijlicht (ook led) overdag is verplicht. Let op: In tunnels, bij weinig licht of bij slecht zicht is dagrijlicht niet voldoende en moet dimlicht worden gevoerd.
Je bent in een tunnel verplicht met dimlicht te rijden (dagrijlicht is onvoldoende). In een stilstaande file moet je minstens 5 m afstand houden tot je voorganger. Meer informatie over veilig rijden in een tunnel vind je hier.
Het slepen van een auto wordt afgeraden. Op auto(snel)wegen is slepen alleen toegestaan tot de eerste afrit. Als met een sleepkabel wordt gesleept, moet de afstand tussen de voertuigen 5-8 m bedragen. Met een trekstang mag de afstand maximaal 5 m zijn. De alarmlichten van het gesleepte voertuig moeten knipperen. Als de alarmlichten niet meer werken, moet er achterop het gesleepte voertuig een gevarendriehoek worden bevestigd. De snelheid mag bij slepen niet meer dan 50 km/h bedragen.
Bestuurders van gemotoriseerde voertuigen mogen tijdens het rijden geen telefoon vasthouden. Handsfree bellen mag wel.
Net zoals in Nederland is het meenemen en gebruiken van radardetectieapparatuur verboden. Voor zover bekend is het gebruik van apparatuur met signalering voor vaste flitspalen of trajectcontroles (zoals navigatieapparatuur en telefoons) wel toegestaan.
Kinderen jonger dan 12 jaar die nog te klein zijn voor het dragen van een gewone veiligheidsgordel, moeten in een goedgekeurd en passend kinderzitje of op een goedgekeurde en passende zitverhoger worden vervoerd. Bij het vervoeren van een kind voor in de auto, met de rug naar de voorruit, moet een eventuele airbag uitgeschakeld zijn.
Bij het vervoer van een huisdier kun je het beste uitgaan van artikel 5 in de Nederlandse Wegenverkeerswet (WVW 1994). Volgens dit artikel moet een huisdier zodanig vervoerd worden dat dit niet tot gevaarlijke situaties of verkeershinder kan leiden. Lees hier meer informatie over hoe je jouw huisdier zo veilig mogelijk vervoert in de auto.
In Estland is het rijden op winterbanden van 1 december tot 1 maart verplicht. Deze periode kan worden vervroegd en/of verlengd (tussen oktober en april) afhankelijk van de weersomstandigheden. Sinds 1 december 2022 worden in Estland alleen radiaalbanden waarop het sneeuwvloksymbool (3PMSF, 3 Peak Mountain Snow Flake) aanwezig is, als winterbanden beschouwd. (Banden met alleen de aanduiding M+S worden niet meer als winterbanden beschouwd). De minimale profieldiepte voor winterbanden is 3 mm.
ANWB Advies: Voor het rijden bij zwaardere winterse omstandigheden adviseert de ANWB je een goed geteste ‘echte’ winterband met sneeuwvloksymbool (3PMSF) te gebruiken. In deze omstandigheid biedt zelfs een goed geteste all-seasonband met een sneeuwvloksymbool vaak onvoldoende grip en veiligheid.
Meer informatie: anwb.nl/auto/banden/winterbanden.
Sneeuwkettingen kunnen verplicht worden gesteld met een rond, blauw bord waarop een witte autoband met een sneeuwketting staat. Het gebruik van sneeuwkettingen is alleen toegestaan op wegen die zijn bedekt met sneeuw of ijs. Bij het verkeersbord dat aangeeft dat sneeuwkettingen verplicht zijn, mag je in plaats van sneeuwkettingen ook sneeuwsokken gebruiken.
Spijkerbanden zijn toegestaan van 1 oktober t/m 30 april. Deze periode kan echter worden vervroegd en/of verlengd afhankelijk van de weersomstandigheden.
Let op: Een eventuele fietsendrager achterop wordt meegerekend in de lengte.
Auto's die een caravan trekken, moeten altijd zijn uitgerust met achteruitkijkspiegels aan beide zijden.
De achterlichten van een caravan moeten altijd branden, ook overdag (alleen dagrijverlichting is niet voldoende).
Geadviseerd wordt om twee wielkeggen mee te nemen, zeker als je een aanhanger trekt. In vrachtwagens en bussen ben je verplicht om twee wielkeggen mee te nemen.
De hieronder vermelde fietsregels gelden ook voor een elektrische fiets met trapondersteuning tot 25 km/h en een vermogen tot 250 watt.
Het dragen van een fietshelm is verplicht voor kinderen tot 16 jaar. Dit geldt ook voor kinderen die achter op de fiets worden vervoerd. Voor alle andere fietsers wordt het dragen van een helm aangeraden.
Het is fietsers verboden tijdens het rijden een telefoon vast te houden, zij moeten beide handen aan het stuur houden. Alleen om richting aan te geven mag een fietser het stuur met één hand loslaten. Voor zover bekend mag hansfree bellen wel.
In het donker of bij slecht zicht is het dragen van een reflecterend veiligheidsvest verplicht voor fietsers.
Fietsen moeten zijn voorzien van vaste lampen. Voor op de fiets moet het licht de kleur wit of geel hebben en achter op de fiets de kleur rood. De fiets moet voor een witte en achter een rode reflector hebben. Op de pedalen moeten gele of oranje reflectoren zijn aangebracht. De banden moeten zijn voorzien van een reflecterende strook. Als dat niet het geval is, moeten op de wielen (velgen) minimaal twee gele of oranje reflectoren zijn aangebracht. Ook moet de fiets zijn voorzien van goed werkende remmen en een bel.
Je mag passagiers vervoeren op de fiets. Fietsers met een kind in een kinderzitje of aanhanger mogen op de stoep en het voetpad fietsen.
Kinderen van 8 jaar of ouder mogen alleen onder begeleiding van een volwassene op de weg fietsen. Kinderen van 10 tot en met 15 jaar mogen alleen zelfstandig op de weg fietsen als ze een fietsrijbewijs hebben. Kinderen tot 13 jaar mogen, eventueel met een of twee begeleiders, op de stoep en het voetpad fietsen. Ze moeten in dat geval stapvoets rijden en mogen voetgangers niet hinderen.
Een speciaal voor de fiets ontworpen eenassige aanhanger van maximaal 50 kg mag worden gebruikt.
Het is verboden een fiets te besturen na het drinken van alcohol. Fietsers kunnen een boete krijgen bij een alcoholgehalte in het bloed van minimaal 0,2 promille.
Als er fietspaden zijn, moet je deze gebruiken. Fietsers mogen ook de berm gebruiken. Je mag als fietser ook op de stoep of een voetpad fietsen als fietsen op de weg aanzienlijk lastiger is vanwege de toestand van de weg.
De Nederlandse verkeersregels vind je hier.
Ga je met de auto naar Estland, dan ben je verplicht deze spullen bij je te hebben.
Verplicht:
Let op: De bestuurder en passagiers zijn buiten de bebouwde kom verplicht ’s nachts of bij slecht zicht een reflecterend veiligheidsvest te dragen als ze bij pech of een ongeval het voertuig verlaten. ANWB adviseert daarom om voor alle inzittenden een veiligheidsvest mee te nemen. Het veiligheidsvest moet voldoen aan de Europese norm EN 204741:2013 (fluorescerend geel, oranje of rood en voorzien van retro-reflecterende banen).
Een verbanddoos is niet verplicht, maar wordt wel geadviseerd om mee te nemen in de auto. In bedrijfsauto's is een verbanddoos wel verplicht. Daarnaast wordt het in Estland aangeraden om reserveonderdelen mee te nemen, zoals een ventilatorriem, reservelampen en bougies.
Controleer bij het huren van een auto altijd of de verplichte uitrusting aanwezig is.
De beste route naar Estland is via Duitsland, Polen, Rusland, Litouwen en Letland. Check hier welke items daar verplicht zijn in de auto.
Verplicht in Duitsland Verplicht in Polen Verplicht in Rusland Verplicht in Litouwen Verplicht in Letland
Verplicht:
Let op: Motorrijders en hun passagiers zijn verplicht ’s nachts of bij slecht zicht een reflecterend veiligheidsvest te dragen als ze, bijvoorbeeld bij pech of een ongeval, op de weg lopen. ANWB adviseert om ook een veiligheidsvest mee te nemen voor een eventuele passagier.
De beste route naar Estland is via Duitsland, Polen, Rusland, Litouwen en Estland. Check hier welke items daar verplicht zijn op de motor.
Verplicht in Duitsland Verplicht in Polen Verplicht in Rusland Verplicht in Litouwen Verplicht in Letland
Hier vind je de algemene toegestane maximumsnelheden per voertuig. Blijf altijd ter plaatse opletten of borden anders aangeven, houd dan die maximumsnelheid aan.
Auto < 3500 met en zonder aanhanger
Let op: In de zomermaanden kan op wegen met gescheiden rijbanen en 4 rijstroken een verhoogde snelheid van 110 of 120 km/h gelden. In de wintermaanden kan op sommige wegen een maximumsnelheid van 100 km/h gelden. Deze hogere maximumsnelheden worden met matrixborden aangegeven.
Auto > 3500
Camper < 3500 kg met en zonder aanhanger
Let op: In de zomermaanden kan op deze wegen een verhoogde snelheid van 110 of 120 km/h gelden. In de wintermaanden kan op sommige wegen een maximumsnelheid van 100 km/h gelden. Deze hogere maximumsnelheden worden met matrixborden aangegeven.
Camper > 3500 kg
Motor met en zonder aanhanger
Let op: In de zomermaanden kan op wegen met gescheiden rijbanen en 4 rijstroken een verhoogde snelheid van 110 of 120 km/h gelden. In de wintermaanden kan op sommige wegen een maximumsnelheid van 100 km/h gelden. Deze hogere maximumsnelheden worden met matrixborden aangegeven.
Voor beginnende bestuurders die nog geen 2 jaar in het bezit zijn van het rijbewijs, geldt op alle wegen een maximumsnelheid van 90 km/h.
Wanneer een verkeersovertreding wordt geconstateerd, kan ter plekke een boete worden opgelegd, maar niet geïnd. De betaaltermijn is 14 dagen. Als iemand niet kan of wil betalen, wordt de boete uiteindelijk vastgesteld door de rechter.
Onderstaande bedragen zijn richtlijnen. Verkeersboetes in Estland worden berekend op basis van 'boete-eenheden': 1 eenheid is € 4.
Snelheidsovertreding
Door rood licht rijden
Parkeerovertreding
Rijden zonder veiligheidsgordel
Gebruik mobiele telefoon tijdens het rijden
Geen verlichting overdag
Rijden onder invloed
Voor meer informatie, zie anwb.nl/juridisch-advies/op-vakantie.