Naar de inhoudLogo van de ANWBANWB Homepage

De paden op, de lanen in (de ANWB en de strijd tegen het prikkeldraad)

140 jaar ANWB

Het grootste deel van de bossen en landgoederen in Nederland was traditioneel in handen van particulieren. Het waren privéterreinen, waar je als fietser of wandelaar niet mocht komen. Vanaf het begin van de twintigste eeuw voerde de ANWB een stevige lobby om deze particuliere terreinen opengesteld te krijgen voor fietsers en wandelaars. Ze vroeg toestemming voor de aanleg van fietspaden en voor trajecten van lange afstandswandelpaden en legde die zelf aan of steunde de aanleg door andere verengingen en overheden.

Klachten

De openstelling van de terreinen leidde ook tot klachten. Zo ontving de ANWB in 1917 klachten van freule Daisy van Brienen over het wangedrag van toeristen op het fietspad dat ze had toegestaan op  haar landgoed Clingendael. De eigenaresse dreigde met afsluiting van het fietspad. De klachten van de freule stonden niet alleen. Zo klaagden landgoedeigenaren op Walcheren over toeristen die in landgoederen seringen plukten en struiken vernielden. Dergelijke klachten waren voor de ANWB aanleiding om toeristen in De Kampioen op te roepen tot zelfbeheersing en in 1916 de campagne ‘Laat niet als dank’ te starten tegen het achterlaten van zwerfafval in de natuur.  

Boswachters

Het lukte de ANWB in de jaren twintig en dertig toch om steeds meer bossen en landgoederen voor het publiek toegankelijk te maken. Veel eigenaren en beheerders  stelden hun terreinen ruimhartig open, anderen verplichtten wandelaars tot het kopen van een toegangsbewijs. De ANWB constateerde dat dit in de praktijk een slimme manier was om wandelaars te weren, want: “Als regel moeten zij eerst bij den boschwachter kaarten koopen en in veel gevallen is de boschwachterswoning zoo ver verwijderd , dat de wandelaars maar besluiten den tocht niet te aanvaarden.”

Wandelkaarten

Om de terreineigenaren tegemoet te komen introduceerde de ANWB in 1935  een wandelkaart. De  kaart zag eruit als een treinabonnement,  met portret en handtekening, en was een jaar geldig. De wandelkaart moest goedwillende wandelaars toegang verschaffen tot de terreinen en kwaadwillende individuen buiten houden. Personen die bijvoorbeeld van smokkel of stropen werden verdacht, kregen geen kaart. Kandidaten die wel geschikt werden geacht, kwamen op een lijst  die de ANWB toestuurde aan de landgoedeigenaren ter goedkeuring. Wanneer er geen bezwaren waren, gaf de ANWB de kaart uit tegen betaling van vijf gulden. De bond stelde zich hiermee garant voor het gedrag van de wandelaars. Als zij tijdens hun wandeling schade veroorzaakten  aan het terrein,  zou de ANWB deze aan de landgoedeigenaren vergoeden. De wandelkaarten waren vanaf 1 januari 1935 verkrijgbaar. In het eerste jaar verkocht de ANWB er duizend.

Beschermde natuurgebieden

Daarnaast steunde de ANWB de vereniging Natuurmonumenten en de provinciale landschappen bij het aankopen van bossen en landgoederen. En was ze nauw betrokken bij de instelling van de eerste twee Nederlandse nationale parken Veluwezoom (1930) en Hoge Veluwe (1935).