Auto Review MINI Countryman II (F60)
Pater fa-Mini-as
Mini - Countryman Cooper
Conclusie
De nieuwe Mini Countryman is een heerlijk scheurijzer. Daarnaast biedt de stoere familieauto voortaan een moderne veiligheidsuitrusting en een sloot extra binnenruimte. In vergelijking met de concurrentie is het echter een bescheiden jongen. Eentje waar bovendien een nóg hoger prijskaartje aan hangt dan voorheen. In een druk bevochten segment als dat waarin de Countryman uitkomt, moet je dan wel erg graag een Mini willen.Type auto en prijs
Toen BMW het Britse Mini in 2001 nieuw leven inblies, hadden de Duitsers niet alleen een reïncarnatie van de beroemde stadsauto voor ogen. Er moest een complete modellenfamilie komen. Niet alle Mini-derivaten waren succesnummers, maar de Countryman wist wél genoeg klanten te trekken: vandaar dat er sinds het begin van 2017 een tweede generatie van de semi-terreinwagen in de showroom is verschenen. Die is in verhouding tot zijn voorganger fors gegroeid: de crossover kreeg er maar liefst 20 centimeter bij. Bovendien wordt de uit de kluiten gewassen Mini voortaan in Nederland gebouwd. Zijn uiterlijk blijft smaakgevoelig: dat is de prijs die je betaalt voor een ontwerp dat sterk leunt op het iconische origineel (en dat was bepaald geen terreinauto). Prijzen beginnen bij € 32.900, wat fors meer is dan het bedrag dat voor de eerste Countryman verschuldigd was. De verklaring schuilt in het wegvallen van een instapmodel: voorheen kon je de stoere gezinswagen nog als One kopen. Nu stap je direct in een Cooper-uitvoering. De concurrentiepositie wordt daardoor wel een moeizaam verhaal: een alternatief als de Seat Ateca, die eveneens als sportieve crossover in de markt wordt gezet, staat al voor € 27.700 in de prijslijst. De Fiat 500X, die net zo goed een retro-inslag heeft, is met een prijskaartje van € 23.787 nog voordeliger.Hoe rijdt de Mini Countryman Cooper
Voor een compacte crossover is de Countryman met een leeggewicht van 1.340 kilogram behoorlijk aan de maat. Toch voelt hij watervlug, wat geen verbazing wekt wanneer je bedenkt dat Mini met een afgeleide van deze auto al herhaaldelijk de Dakarrally heeft gewonnen. Wij reden met de eenvoudigste uitvoering; een 136 pk sterke driecilinder met turbo. Hoewel je op basis van die omschrijving wellicht naar een krachtiger motor zou verlangen, blijk je daar in de praktijk geen behoefte aan te hebben. De driepitter is lekker vinnig en verrassend stil. Dankzij de verschillende rijstanden – een extra van minimaal € 190 - kun je de gasrespons en besturing naar je eigen smaak aanpassen. De motor is verbazend soepel – een rotonde in z’n drie vormt geen enkel probleem – maar de Countryman straalt vooral uit dat je met een liefhebberswagen van doen hebt. Zeker in de sportmodus stuurt hij zwaar en schakelen gaat hoe dan ook stroef. Voor de een zal dat bijdragen aan de rijbeleving, de ander leidt het alleen maar af. Een kostbare, maar waardevolle extra zijn de elektrisch verstelbare sportstoelen waarmee onze testauto was uitgerust. Ze zitten voortreffelijk, mede dankzij de verlengbare zitting. De Mini biedt ook daadwerkelijk een hoge zit. Dat resulteert helaas niet in een beter zicht rondom: de ramen zijn klein en het dak loopt ver door, zodat je bij het verkeerslicht uit je stoel moet om te zien of het al groen is. De veiligheidsuitrusting omvat adaptieve cruise control (werkt niet tot stilstand of boven de 140 kilometer per uur), verkeersbordherkenning, een grootlichtassistent en een zelfstandig remsysteem bij stadssnelheden. Alle hulpsystemen moeten van de optielijst worden bijbesteld en wel in de vorm van één pakket á € 990.De Mini Countryman Cooper van binnen
De extra wagenlengte van deze nieuwe Countryman komt volledig ten goede aan de inzittenden en hun bagage. Zo groeide de laadruimte met 220 liter tot maximaal 1.390 stuks (met de achterbank op zijn plek kun je 450 liter aan spullen meenemen). Die achterbank kun je in drie delen neerklappen, zodat er een vlakke laadvloer ontstaat. Onder de bodem van de kofferbak gaat bovendien een extra laadruimte schuil. Let bij het beladen wel op de achterbumper: die steekt uit, zodat je bij nat weer al snel een vieze broek oploopt. Achterin zit je riant, met dank aan de verschuifbare achterbank, waarvan je de rugleuning ook nog eens apart kunt verstellen. Zelfs met een optioneel glazen dak hadden wij met onze 1.93 meter nog voldoende hoofdruimte. Bij het verlaten van de achterbank liepen we alleen met onze schouder tegen de deuromlijsting aan: het gevolg van de diepe zit achterin. De importeur biedt voor de Countryman een speciaal personaliseringsprogramma aan, dat luistert naar de naam ‘Mini Yours’. Zo was onze testauto versierd met sfeerverlichting en sierlijk gestikte, Britse vlaggen achterop de hoofdsteunen. Aan onze uitvoering hing uiteindelijk een prijskaartje van een halve ton: in die prijscategorie heb je niet langer behoefte aan tuimelschakelaars en jukebox-verlichting, maar wil je een serieus interieur met een heldere ergonomie. Helaas monteert Mini in ieder model hetzelfde dashboard, dat voor de Countryman te frivool aandoet.De Mini Countryman Cooper en het milieu
Behalve de door ons gereden Cooper-versie kun je bij Mini ook kiezen voor een 192- of 231 pk sterke benzine-uitvoering van de Countryman. De Nederlandse importeur voorziet verder in een tweetal diesels, waarvan het vermogen uiteenloopt van 150- tot 190 pk. Standaard heeft de crossover een brandstoftank met een inhoud van 51 liter. Tegen meerprijs kun je die met 10 liter vergroten. Dat was het geval bij onze testauto, die ondanks deze accessoire niet in de buurt kwam van het opgegeven fabrieksverbruik. Dat bedraagt idealiter 1 op 18,2. In de praktijk realiseerden wij echter een score van 1 op 12,4. In de toekomst staat een semi-elektrische uitvoering van de Countryman gepland, die louter op stroom 40 kilometer ver moet kunnen komen.Bekijk andere tests van vergelijkbare auto's
We hebben nog veel meer getest…
Naast nieuwe auto’s en occasions testen we ook allerlei producten. Van autobanden tot autostoeltjes en van dakkoffers tot dashcams.
