logo ANWB - ga naar homepageANWB Homepage

Auto Review Hyundai I10 III

Lekker opschieten

Hyundai i10 1.0 T-GDi N Line

Pluspunten
  • Rijplezier
  • (Toch) zuinig
  • Rijke veiligheidsuitrusting
Minpunten
  • Goedkope bouwmaterialen
  • Hoge tildrempel

De i10 draagt tegenwoordig het sportieve N-label van Hyundai. Dat maakt nog geen racewagen van de stadsauto, maar opschieten kun je er wel goed mee.

Conclusie

Het valt te prijzen dat Hyundai van de i10 N Line niet zomaar een auto met wat uiterlijke opsmuk heeft gemaakt. De medeklinker voegt in dit geval ook werkelijk iets toé. Wat ons betreft is dit niet alleen de leukste, maar ook de fijnste uitvoering die je van de Koreaanse stadsmini kunt kopen. Alleen de afwerking is niet in overeenstemming met wat je voor de A-segmenter betaalt.

Type auto en prijs

Sinds 2017 voert Hyundai een lijn uitgesprokenen sportieve modellen, te herkennen aan de letter ’N’ op het kofferdeksel. Nu zijn zulke uitvoeringen slechts betaalbaar voor een select aantal klanten, maar als je jouw reguliere model alleen uitdost als een sportieveling, hoeft dat veel minder te kosten. Voor de Koreanen een mooie manier om op basis van hun imago wat geld bij te verdienen, zoals BMW en Volkswagen dat ook al jaren doen. Sinds 2020 kun je voor een N Line variant op de Hyundai i10 terecht, al betreft dat bij de stadsauto meer dan een spoilerkit en een stel rode stiksels. Het gerucht gaat dat ze in Seoul serieus hebben overwogen om een echte sportauto van de A-segmenter te maken. Dat verklaart in ieder geval de aanwezigheid van een veel krachtiger motor, die alleen in deze uitdossing verkrijgbaar is. Zo’n i10 N Line kost dan ook een lieve duit: prijzen beginnen bij € 20.535, terwijl een regulier exemplaar van de stadsmini al vanaf € 13.635 bij je voor de deur staat. Een snelle versie van een doorsnee gezinsauto wordt ook wel een ‘hot hatch’ genoemd. In dit deel van de markt is dat niet ongewoon: zo kun je bij Volkswagen aankloppen voor een gepeperde variant van de Up!. Daarvan bedraagt het prijskaartje minimaal € 22.140. De Duitser levert meer vermogen, maar je krijgt een jaar minder fabrieksgarantie dan bij de Koreanen. Zowel Hyundai als Volkswagen biedt hun sportieve stadsauto overigens niet middels een private lease constructie aan.

Hoe rijdt de i10 N Line

Met 100 pk en 172 Nm is de N Line de krachtigste i10 die er te koop is. Dat vermogen wordt geleverd door een 1.0-liter driecilinder benzinemotor mét turbo. De driepitter brengt een mooi, diep brommetje voort. Gewoon uit de uitlaat en niet via de speakers, zoals bij dit soort auto’s helaas steeds vaker het geval is. Behalve aan de krachtbron hebben de techneuten ook aan de onderstelafstemming en de besturing gesleuteld. Die is merkbaar zwaarder dan bij de reguliere i10, maar je kunt ook overdrijven: rijd je een rotonde op, dan blijft het stuur voor je gevoel in de middenstand ‘plakken’. Van verzet wisselen gaat heel wat plezieriger, door middel van een trefzekere, handgeschakelde vijfbak. De Koreanen lijken vergeten om de schakelindicator af te stemmen op deze speciale motorvariant, want als je op de suggesties op het dashboard afgaat, rijd je met 70 kilometer per uur al in de hoogste versnelling. Daar wordt de i10 letterlijk een beetje knorrig van. Het is veel leuker om juíst toeren te maken; boven de 3.500 stuks gaat de stadsmini leven. Die honderd paardenkrachten maken de Hyundai misschien niet tot een sportwagen, maar dankzij z’n geringe afmetingen is het wel de ideale auto voor een snelle boodschap. Wellicht is het zelfs de perfecte i10, want enthousiast over de stoelen en het rijcomfort van de reguliere A-segmenter waren we al. Alleen het beperkte vermogen van de standaard driecilinder viel ons tot nog toe tegen. Door te kiezen voor de N Line profiteer je niet alleen van extra vermogen, maar heb je ook meteen de aanvullende veiligheidsuitrusting compleet. Standaard zijn zaken als actieve rijstrookassistentie, vermoeidheidsherkenning en een noodremsysteem aan boord, maar daar krijg je in dit geval verkeersbordherkenning en een achteruitrijcamera bij. Zeker die camera is geen overbodige luxe, want voor zo’n kleine auto heeft de Hyundai een stel forse dode hoeken.

De i10 N Line van binnen

Op het moment van schrijven is de Hyundai i10 een van de meest recente stadsauto’s op de markt. Zelfs wanneer je kiest voor het door ons gereden topmodel, zal je echter nog een fysieke sleutel in het contactslot moeten steken. Daarnaast is het interieur van de N Line weliswaar opgesierd met rode stiknaden en antraciete kleurdelen, maar de gebruikte materialen zijn nog altijd vervaardigd van knalhard kunststof. Het instrumentarium is analoog en deels digitaal. Het oogt een beetje als dat uit een Mercedes S-Klasse: de twee schermen worden door een overkapping aaneengesmeed, wat het geheel een futuristische uitstraling geeft. Modern is ook de mogelijkheid om thuis op de bank al je bestemming in te voeren op je mobiele telefoon, waarna de i10 de routebeschrijving tijdens het instappen van je overneemt. Alle aanwezige stroompunten bevinden zich voorin: achterpassagiers kunnen hun smartphone niet opladen. Ze beschikken evenmin over eigen ventilatieroosters. Opvallend zijn de bekerhouders in de deuren: een waterflesje dien je daar schuin in te steken, dus het is zaak om van tevoren goed de dop dicht te draaien! Ook lange volwassenen kunnen probleemloos op de achterbank plaatsnemen: de hoofdruimte is toereikend, de beenruimte verrassend. Omdat de middentunnel geen afmetingen van betekenis heeft, zou je zelfs drie volwassenen kunnen meenemen achterin, al valt een lange rit met een wagenbreedte van 1.68 meter niet aan te raden. De kofferbak is met een inhoud van minimaal 252- en maximaal 1.050 liter riant voor dit deel van de markt. Dat is ook het enige compliment dat we de laadruimte van de Hyundai kunnen maken: een in hoogte verstelbare bagagebodem behoort niet tot de mogelijkheden, waardoor je een vlakke laadvloer misloopt en met een fikse tildrempel kampt. Er konden niet eens touwtjes aan de hoedenplank vanaf: die zal je nu met de hand op en neer moeten bewegen.

De i10 N Line en het milieu

Het grootste voordeel van dit soort kleine, rappe auto’s is het feit dat je er veel rijplezier aan kunt beleven, zonder dat je vervolgens leegloopt aan de pomp. Dat bleek bij de Volkswagen Up! GTI al en nu weer: wij scoorden in de Hyundai een praktijkverbruik van 1 op 14,5. De importeur geeft zelf overigens een verbruikscijfer op van 1 op 18,5.

We hebben nog veel meer getest…

Naast nieuwe auto’s en occasions testen we ook allerlei producten. Van autobanden tot autostoeltjes en van dakkoffers tot dashcams.