Verkeer in Nieuw-Zeeland
Hoe staat het met het wegennet in Nieuw-Zeeland, moet je er links of rechts rijden? Hier vind je praktische info over het verkeer in Nieuw-Zeeland.
Verkeersregels
- Hier worden enkele belangrijke algemene verkeersregels vermeld, waaronder een aantal verkeersregels die afwijken van de Nederlandse.
Veilig rijden
Verlichting overdag
- Bij een zicht van minder dan 100 m moet je ook overdag verlichting voeren.
Kinderen in de auto
- Kinderen jonger dan 7 jaar moeten in een passend autokinderzitje worden vervoerd.
- Kinderen van 7 jaar moeten in een autokinderzitje zitten als er een zitje aanwezig is.
Helmplicht
- Motorrijders en bromfietsers moeten een helm dragen.
- Alle fietsers moeten een fietshelm dragen.
Rijden onder invloed
- Het maximaal toegestaan alcoholgehalte in het bloed is 0,5 promille.
- Voor personen jonger dan 20 jaar geldt een absoluut alcoholverbod.
- Het is verboden te rijden onder invloed van drugs.
Telefoon
- Je mag als bestuurder van een gemotoriseerd voertuig geen telefoon vasthouden.
- Ook appen en dergelijke is verboden.
- Handsfree bellen is wel toegestaan.
Afstand houden
- Bestuurders moeten ruim afstand houden tot hun voorligger. Voor het berekenen van een veilige afstand, kunnen ze als richtlijn de helft van de snelheid nemen die ze rijden en vervolgens de kilometers omzetten in meters: als ze bijvoorbeeld 100 km/h rijden, moeten ze dus minimaal 50 m afstand houden.
Veilig inhalen
- Ga altijd langzamer rijden in de buurt van fietsers. Haal een fietser alleen in als dat veilig kan en houd daarbij indien mogelijk, een zijdelingse afstand aan van 1,50 m.
Veilig rijden op grindwegen
- Houd er rekening mee dat halfverharde wegen, zoals grindwegen, bij neerslag sneller glad worden dan verharde wegen.
- Ga bij tegemoetkomend verkeer zoveel mogelijk links rijden en verminder je snelheid om te voorkomen dat je door opwaaiend stof wordt verblind of dat opspattende steentjes je voorruit beschadigen.
Basisverkeersregels
- In Nieuw-Zeeland rijden ze links.
Maximumsnelheden
- Voor een auto of motor gelden de volgende algemene maximumsnelheden:
- Binnen de bebouwde kom: 50 km/h.
- Buiten de bebouwde kom: 100 km/h (camper > 3500 kg 90 km/h).
Voorrang
- Op een gelijkwaardige kruising moet je voorrang verlenen aan bestuurders die van rechts komen.
- Let op: Op een T-splitsing moet de bestuurder op de weg die eindigt, voorrang verlenen aan bestuurders op de doorgaande weg (ook als deze afslaan), tenzij met verkeerstekens anders wordt aangegeven.
- Het driehoekige bord Give way en een witte streep dwars op de weg geven aan dat je voorrang moet verlenen. Een achthoekig rood bord en een gele streep op de weg geven aan dat je eerst moet stoppen en vervolgens voorrang moet verlenen.
- Als je een rotonde nadert, moet je voorrang verlenen aan bestuurders die al op de rotonde rijden. Let op: Al als je de rotonde nadert moet je de richting aangeven die je na de rotonde wilt volgen (wil je rechtdoor dan geef je geen richting aan).
Schoolbus
- Bestuurders mogen een stilstaande schoolbus, waar passagiers in- en uitstappen, niet sneller passeren dan met 20 km/h.
Verkeerslichten
- Verkeerslichten met een rode, gele of witte T (tram) of B (bus) zijn bedoeld voor het openbaar vervoer. Deze lichten gelden ook voor fietsers, bromfietsen en motoren in die gevallen dat zij van een rijstrook voor trams of bussen gebruik mogen maken.
Parkeren
- Het is verboden te parkeren aan de rechterkant van de weg (tegen de rijrichting in), ook in parkeervakken aan de rechterkant.
- Het is ook verboden om je voertuig onder andere te parkeren op langs een onderbroken gele streep aan de kant van de weg en op een Clearway (aangegeven met borden).
Infrastructuur
- Beide hoofdeilanden beschikken over een goed wegennet. Zowel de verharde als de onverharde wegen worden goed onderhouden.
- Veel wegen tussen steden bestaan slechts uit smalle tweebaanswegen.
- Alleen in afgelegen streken zijn onverharde wegen.
Verkeersveiligheid
- Het rijden op de smalle, bochtige en heuvelachtige wegen in Nieuw-Zeeland vereist enige gewenning. Houd rekening met scherpe bochten en steile weggedeelten.
- Houd tijdens het rijden in plattelandsgebieden rekening met overstekende koeien en schapen. Met verkeersborden wordt ook gewaarschuwd voor wilde dieren op en langs de weg, zoals kangoeroes, koala's, kiwi's en pinguïns.
- In bergachtige gebieden is rijden in het donker is risicovol door het ontbreken van vangrails.
- Houd er rekening mee dat in huurauto's en -campers vaak wordt ingebroken en laat daarom geen waardevolle spullen achter in een geparkeerd voertuig.
Pechhulp
Pech
- Sta je op een gevaarlijke plek stil, bel dan het algemene alarmnummer 111.
- Bel de ANWB Alarmcentrale voor ondersteuning. Ga na welke pechhulp wordt vergoed in Nieuw-Zeeland met het Wegenwacht Europa Plus-pakket.
- Rijd je in een huurauto, bel dan altijd de verhuurder. In je huurcontract vind je gewoonlijk het nummer van de lokale wegenwacht die je bij pech kunt bellen.
- Mogelijk kan de Nieuw-Zeelandse automobielclub NZAA je verder helpen.
Ongeval
- Breng eerst jezelf en andere betrokkenen in veiligheid en zorg voor eventuele gewonden.
- Bel het landelijke alarmnummer 111.
- Je bent verplicht een ongeval waarbij gewonden zijn gevallen, binnen 24 uur te melden bij de politie. Zie police.govt.nz voor meer informatie.
- Bij een aanrijding ben je verplicht je persoonlijke gegevens en verzekeringsgegevens uit te wisselen met de andere betrokkenen.
- Rijd je in een huurauto, bel dan direct de verhuurder.
- Bel de ANWB Alarmcentrale.
ANWB Alarmcentrale
- Tel. +31 70 314 14 14
- Ga naar anwb.nl/alarmcentrale voor meer informatie over pechhulp of hulpverlening aan betrokkenen bij een ongeval in het buitenland.
Nieuw-Zeelandse automobielclub
- NZAA (New Zealand Automobile Association): aa.co.nz
- Tel. 0800 500 222 of mobiel 222