Om te wandelen heb je vaak niet veel nodig, maar een paar goede wandelschoenen is onmisbaar. Wat zijn eigenlijk goede wandelschoenen? En hoe wordt je wegwijs in het alsmaar grotere wordende aanbod wandelschoenen? Met dit handige vierstappenplan kies je een stuk makkelijker de juiste schoen.
Voor bijna elk soort wandeling bestaat wel een ander type wandelschoen. Om al die verschillende soorten wandelschoenen van elkaar te onderscheiden werd tientallen jaren geleden al een systeem bedacht: het ABCD-systeem, waarbij A het lichtste type wandelschoen is en D het zwaarste. Zo kan een hele muur aan wandelschoenen in de gespecialiseerde winkels handig worden teruggebracht tot in totaal zes categorieën. Dat lijkt veel, maar als ‘gewone’ wandelaar of bergwandelaar heb je voldoende aan alleen de eerste drie categorieën: A, A/B en B. Hieronder vind je meer informatie over de verschillende categoriëen.
Een categorie A wandelschoen is vrijwel altijd een lage wandelschoen, geschikt voor wandelingen over vlak en effen terrein. Dit type wandelschoen is ideaal om in Nederland mee over de hei of door het bos te lopen, maar ook om mee op een stedentrip te gaan. Het verschil met een 'gewone' stadsschoen, is dat er in de wandelschoenenen vaak meer schokdemping zit, ze iets meer ondersteuning geven en meestal een diepere profielzool hebben.
Een categorie A/B wandelschoen is in principe een halfhoge of hoge wandelschoen. Ze zijn ontworpen voor terreinen als Zuid-Limburg of de Belgische Ardennen. De schacht is iets hoger, waardoor je enkel beter beschermd is. De zool is redelijk flexibel (zeker in vergelijking met een type B-schoen, de volgende categorie). Vaak loop je op eenvoudige grind- of zelfs asfaltwegen en dan is het aangenaam dat je voet zich nog kan afrollen.
De categorie B wandelschoen is de klassieke bergwandelschoen. De zool is een stuk stijver (maar nog steeds buigbaar, in tegenstelling tot de zwaardere categorieën) dan bij de A of de A/B schoen. Het grote voordeel hiervan is dat je voetzool beter bestand is tegen stappen op stenen en kiezels. De schacht bij een B-schoen is nog wat hoger en stijver. Dat is fijn, want je loopt met deze schoenen over oneffen terrein en dat is zwaarder voor je enkels. Een B-schoen is de meest allround schoen van allemaal. Je kunt er naast in de Alpen, net zo goed mee in de Ardennen of in Nederland gaan wandelen. Hij weegt alleen wel wat meer dan een A of A/B-model.
Dan zijn er nog categorieën B/C, C en D. Deze zijn niet bedoeld voor ‘gewone’ wandelaars, maar voor bergklimmers en alpinisten die zich buiten gebaande paden begeven, die rotsen beklimmen, sneeuwvelden en gletsjers oversteken.
Veel wandelschoenen hebben een waterdicht en ademend membraan, waarvan Gore-Tex het bekendste voorbeeld is. Dit membraan zorgt ervoor dat je schoenen 100% waterdicht zijn. Het bestaat uit een laag materiaal, dat transpiratievocht van binnen naar buiten doorlaat en vocht van buiten tegenhoudt. Die waterdichte voering zit als een soort sok verwerkt aan de binnenkant van je schoen. Het maakt daarbij niet uit of de schoen uit leer of synthetische materialen bestaat. Zo'n membraan slijt als je de schoenen gebruikt. In de praktijk geldt dat hoe soepeler je schoen is, hoe sneller het membraan slijt. Je hebt dus op den duur toch kans op natte voeten.
Voor mensen die snel last hebben van warme voeten of zweetvoeten, is een schoen zonder ‘ademend en waterdicht’ membraan meestal een betere keuze. Hetzelfde geldt voor wandelaars die vooral bij mooi weer op pad gaan.
Als je een schoen zonder waterdicht membraan kiest maar toch zo goed mogelijk beschermd wil zijn tegen water, kun je best kiezen voor een volledig leren schoen met zo min mogelijk naden. Door deze in te sprayen met een waterafstotende spray kun je ze redelijk waterdicht krijgen en houden.
Nu je weet welke categorie schoen je gaat kiezen, komt misschien wel hét belangrijkste bij het kopen van een nieuwe wandelschoen: uitgebreid de tijd nemen om te passen. Iedere schoen is anders, iedere voet is anders. Passen dus!
Uiteraard bestaan er wandelschoenen voor zowel dames als heren. Dames hebben gemiddeld kleinere voeten dan heren. De meeste damesmodellen worden verkocht vanaf maat 36 t/m maat 42. Herenmodellen beginnen meestal bij maat 41 en gaan tot maat 47. Kleinere én grotere maten bestaan wel, maar liggen vaak niet standaard op voorraad. Ga er verder nog vanuit dat een damesmodel een wat smallere leest heeft dan een herenmodel. Heb je een iets smallere of bredere voet, dan doe je er soms goed aan om te shoppen bij het andere geslacht.
Dames met een heel kleine schoenmaat kunnen soms ook terecht bij de kindermaten (deze gaan meestal tot 36). Deze schoenen zijn goedkoper dan ‘volwassen’ schoenen, maar ze gaan ook minder lang mee. De kwaliteit op het vlak van schokdemping en ondersteuning is vaak wel goed, maar de duurzaamheid niet. De gebruikte materialen, stiksels en lijmen zijn minder sterk, omdat kinderen toch snel weer uit hun schoenen groeien.
Voor iedereen geldt dat een wandelschoen eigenlijk meteen als gegoten moet zitten. De hiel mag niet teveel op en neer gaan en de tenen moet je vrij kunnen bewegen. Hou er rekening mee dat je voet tijdens afdalen een beetje naar voren zal schuiven. Het is dus belangrijk dat je voldoende ruimte overhoudt, zodat ze de voorkant niet raken. In veel speciaalzaken hebben ze een speciale helling waarop je dit kunt testen.
Bij een paar goede wandelschoenen hoort ook een paar goede wandelsokken. De sokken houden je voeten droog (door transpiratievocht snel af te voeren) en voorkomen huidirritaties en blaren.
Om lang plezier te houden van je wandelschoenen is het belangrijk om de binnen- en buitenkant regelmatig te reinigen. Boswachter Hanne laat zien hoe je dat doet.
Lopen met wandelstokken is een aanrader: het ontlast je knieën en je hebt er twee extra steunpunten bij. In onze webwinkel vind je wandelstokken geschikt voor Nordic Walking, trekkingstokken en accessoires.
ANWB Homepage