Naar de inhoudLogo van de ANWBANWB Homepage

Verkeersregels in Finland

We hebben de belangrijkste verkeersregels op een rijtje gezet. Onder andere die voor filerijden, mobiel bellen en de maximumsnelheid.

Algemene verkeersregels

  • Hier worden enkele belangrijke algemene verkeersregels vermeld, waaronder een aantal verkeersregels die afwijken van de Nederlandse.

Veilig rijden

Rijden onder invloed

  • Het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed is 0,5 promille.
  • Sporen van drugs in het bloed zijn niet toegestaan.

Mobiele telefoon

  • Het is bestuurders van gemotoriseerde voertuigen verboden tijdens het rijden een telefoon vast te houden.
  • Handsfree bellen is wel toegestaan.

Veilig wandelen

  • Voetgangers zijn verplicht om buiten de bebouwde kom zoveel mogelijk aan de linkerkant van de weg te lopen als een voetpad ontbreekt, behalve in bijzondere situaties of als dat gevaar voor ze oplevert.
  • In Finland is iedereen die in het donker langs de weg loopt, verplicht een reflector, kleding met reflecterende strepen of een reflecterend veiligheidsvest te dragen.

Basisverkeersregels

  • Je moet rechts rijden en links inhalen.

Voorrang

  • Op een kruising moet je bestuurders van rechts voorrang verlenen, tenzij met verkeerstekens anders wordt aangegeven.
  • Bestuurders die vanaf een onverharde weg een verharde weg oprijden, moeten al het verkeer (dus ook voetgangers) op de verharde weg voor laten gaan.
  • Voertuigen op rails hebben altijd voorrang. Binnen de bebouwde kom hebben bussen voorrang, ook bij het wegrijden bij een bushalte.

Rotonde

  • Vrijwel alle rotondes in Finland zijn voorzien van voorrangsborden voor bestuurders die de rotonde op willen rijden. Dus als je een rotonde op wilt rijden, moet je voorrang verlenen aan bestuurders die al op de rotonde rijden. (Staan er bij een rotonde geen voorrangsborden, dan gelden de regels voor een gewoon kruispunt.)
  • Alleen als je de rotonde verlaat, moet je richting aangeven naar rechts.
  • Houd bij het oprijden en verlaten van de rotonde rekening met overstekende fietsers en voetgangers die voorrang hebben. 

Inhalen

  • Rijdende trams moeten rechts worden ingehaald, tenzij er rechts onvoldoende ruimte is. Op eenrichtingswegen mag een tram links worden ingehaald.
  • Bestuurders mogen een stilstaande tram alleen voorbijrijden als er een vluchtheuvel voor passagiers aanwezig is. Als dat niet het geval is, moeten ze wachten.
  • Als aan weerszijden van een tramhalte vluchtheuvels liggen, mogen bestuurders niet op de rails tussen de vluchtheuvels doorrijden.

Parkeren

  • Het is buiten de bebouwde kom verboden te parkeren aan de linkerkant van de weg (tegen de rijrichting in). Binnen de bebouwde kom mag je op tweerichtingswegen ook aan de linkerkant parkeren op voorwaarde dat je daarmee je medeweggebruikers niet hindert of in gevaar brengt. Ook in een straat met eenrichtingsverkeer mag je aan de linkerkant parkeren.
  • Let op: Houd bij het parkeren altijd een ruimte van minimaal 5 meter vrij ten opzichte van een oversteekplaats voor voetgangers of fietsers of een kruisend fietspad, ook als je aan de linkerkant van de weg parkeert.
  • In de meeste steden moet worden betaald voor een parkeerplek. Op sommige plekken zijn parkeermeters aanwezig, op andere plekken moet er een parkeerschijf achter de voorruit worden geplaatst. 
  • In sommige steden worden de straten op vaste dagen schoongemaakt. Dit schema staat op borden aangegeven, zodat bestuurders weten op welke dagen ze in een bepaalde straat niet kunt parkeren. Voertuigen die hier dan toch staan geparkeerd, worden weggesleept.

Geluidssignalen

  • Buiten de bebouwde kom mogen bestuurders geluidssignalen of een lichtsignaal geven wanneer dat nodig is bij onoverzichtelijke bochten en kruisingen en op hellingen.
  • Binnen de bebouwde kom is het geven van geluidssignalen alleen toegestaan als er een direct gevaar voor een aanrijding bestaat.

Motor laten draaien

  • De motor van een stilstaand motorvoertuig mag niet langer dan 2 minuten zonder reden lopen. Deze regel geldt niet voor het wachten in het verkeer. 
  • Bij een temperatuur lager dan -15°C mogen bestuurders de motor 4 minuten laten warmdraaien voordat ze wegrijden.

Maximumsnelheid Finland

 Binnen bebouwde komBuiten bebouwde komAutosnelwegen
Snorfietsen2525verboden
Bromfietsen4545verboden
Personenauto's en motoren5080/100 (A)100/120 (B)
Personenauto's en motoren, met ongeremde aanhanger506060
Personenauto's en motoren, met geremde aanhanger5080 (C)80 (C)
Campers, toegestane maximummassa < 3500 kg5080/100 (A,D)80/100 (D)
Campers, toegestane maximummassa > 3500 kg508080
  • A: Er geldt in de zomer op veel hoofdwegen een hogere maximumsnelheid van 100 km/h. Deze snelheid wordt met borden aangegeven. In de winter (oktober-maart) geldt op deze wegen meestal de lagere maximumsnelheid van 80 km/h. Let altijd goed op de borden.
  • B: In de zomer geldt een maximumsnelheid van 120 km/h, maar in de winter (oktober-maart) mag er op de meeste autosnelwegen niet harder dan 100 km/h worden gereden. Let altijd goed op de borden.
  • C: Auto's die een lichte aanhanger (< 750 kg) trekken, mogen 100 km/h rijden waar dat is toegestaan.
  • D: Voor Finse campers geldt dat alleen goedgekeurde campers met een gele sticker met in het zwart het getal 100 ook daadwerkelijk 100 m/h mogen rijden. Voor buitenlandse campers volstaat een verklaring van de fabrikant dat de auto geschikt is voor een snelheid van 100 km/h.
  • In woonwijken geldt een maximumsnelheid van 20 km/h.

Flitspaalsignalering

  • Het meenemen en gebruik van radardetectieapparatuur is verboden.
  • Voor zover bekend is het gebruik van apparatuur met signalering voor vaste flitspalen of trajectcontroles (zoals navigatieapparatuur en telefoons) toegestaan.

Auto en camper

Verlichting

  • Het voeren van dimlicht of dagrijlicht (ook led) overdag is verplicht.
  • Let op: In tunnels, bij weinig licht en bij slecht zicht is dagrijlicht niet voldoende en moet dimlicht worden gevoerd.

Kinderen

  • Kinderen die kleiner zijn dan 1,35 m, moeten worden vervoerd in een goedgekeurd en passend kinderzitje of op een goedgekeurde en passende zittingverhoger.
  • Als een kind met de rug naar voren voorin in een kinderzitje wordt vervoerd, moet de airbag uitgeschakeld zijn.
  • In een taxi mogen kinderen vanaf 3 jaar die kleiner zijn dan 1,35 m, alleen achterin worden vervoerd met een veiligheidsgordel om (als een kinderzitje ontbreekt).
  • Kinderen onder de 3 jaar mogen niet reizen in een voertuig zonder kinderzitje.
  • Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om ervoor te zorgen dat alle kinderen onder de 15 jaar op de juiste manier, veilig worden vervoerd.

Roken in de auto

  • Het is in Finland voor iedere inzittende van een auto of camper verboden te roken in het bijzijn van een kind onder de 15 jaar.

Huisdieren

  • Bij het vervoer van een huisdier kun je het beste uitgaan van artikel 5 in de Nederlandse Wegenverkeerswet (WvW 1994). Volgens dit artikel moet een huisdier zodanig vervoerd worden dat dit niet tot gevaarlijke situaties of verkeershinder kan leiden.
  • Hoe je jouw huisdier zo veilig mogelijk vervoert in de auto lees je op licg.nl/uw-huisdier-in-de-auto/#hoe-vervoert-u-uw-dier-veilig.

Lading

  • Lading moet stevig en veilig worden bevestigd en de verlichting en kentekenplaat achter moeten goed zichtbaar zijn.
  • Als lading naar achteren meer dan één meter uitsteekt, moet deze worden gemarkeerd met een rode vlag en in het donker of bij slecht zicht met een rood licht en een rode reflector.

Fietsendrager

  • De fietsen mogen aan beide zijden niet meer dan 35 cm uitsteken.
  • Als de fietsendrager de achterlichten en reflectoren van je voertuig geheel of gedeeltelijk bedekt, moet de drager zijn voorzien van een verlichtingsbalk.

Kentekenplaat en NL-sticker

  • Als de fietsendrager of bagagebox op je trekhaak de kentekenplaat van je voertuig geheel of gedeeltelijk bedekt, moet je er een witte kentekenplaat op aanbrengen met het kenteken van je voertuig.
  • Je moet in dat geval ook een ovale witte NL-sticker aanbrengen op de fietsendrager of bagagebox. Je mag de sticker niet op de witte kentekenplaat plakken. Je kunt de NL-sticker eventueel op een fiets aanbrengen. Een NL-sticker is verkrijgbaar via anwb.nl/webwinkel.

Dashcam

  • Het gebruik van een dashboardcamera in je auto kan handig zijn, bijvoorbeeld voor het registreren van een aanrijding. Let op: in sommige landen is het gebruik van een dashcam vanwege data- en privacywetgeving problematisch of zelfs verboden. Kijk voor details op anwb.nl/juridisch-advies.

Slepen

  • Slepen is alleen toegestaan op auto(snel)wegen tot aan de eerstvolgende afslag.
  • De lengte van de sleepkabel of -stang moet minimaal 3 m en maximaal 6 m zijn.
  • In het midden van de sleepkabel of -stang moet een vlag worden bevestigd om de kabel of stang beter zichtbaar te maken.
  • Bij slepen geldt een maximumsnelheid van 60 km/h.

Caravan en aanhangwagen

Afmetingen, maxima

 NederlandFinlandopm.
Breedte combinatie (excl. spiegels)2,55 m2,60 m 
Hoogte combinatie4 m4,40 m 
Lengte aanhanger (incl. dissel)12 m12 m (A)
Lengte combinatie18 m18,75 m (A)
  • A: Een eventuele fietsendrager achterop wordt meegerekend in de lengte.

Spiegels

  • Auto's die een caravan of andere aanhanger trekken, moeten altijd zijn uitgerust met een linker- en een rechterbuitenspiegel.

Motor

Helm

  • Het dragen van een helm is verplicht voor bestuurder en passagier.

Veiligheidsvest

  • In Finland is iedereen die in het donker langs de weg loopt (bijvoorbeeld bij pech of een ongeval), verplicht een reflector, kleding met reflecterende strepen of een reflecterend veiligheidsvest te dragen. Motorrijders wordt daarom aangeraden een veiligheidsvest mee te nemen op de motor voor zichzelf en een eventuele passagier.

Verlichting

  • Het voeren van dimlicht overdag is verplicht.

Passagiers

  • Het is toegestaan om een passagier op de motor te vervoeren, mits de motor hiervoor toegerust is met een geschikte zitplaats en voetsteunen.
  • Kinderen moeten worden vervoerd in een voor hen geschikt kinderzitje met voetsteunen en moeten een goedgekeurde helm dragen.

Aanhanger

  • Het is toegestaan om een eenassige aanhanger aan een motor te koppelen van maximaal 1,50 m breed (of net zo breed als de motor zelf als die breder is). 
  • De aanhanger mag in beladen toestand niet zwaarder zijn dan de helft van het gewicht van de motor.

Filerijden

  • Het is in Finland verboden in een file tussen de rijen stilstaande of langzaam rijdende auto's door te rijden.

Bijzonderheden

  • Anders dan in Noorwegen, is in Finland het rijden op busbanen niet toegestaan.

Bromfiets en snorfiets

  • In Finland wordt een bromfiets een mopo genoemd en een snorfiets een pienitehoinen mopo (bromfiets met laag vermogen).
  • Bromfietsen (mopo) mogen niet sneller kunnen dan 45 km/h en hebben hun eigen verkeersregels.
  • Snorfietsen (pienitehoinen mopo) mogen niet sneller kunnen dan 25 km/h en hiervoor gelden grotendeels de verkeersregels voor fietsen.
  • Voor een elektrische bromfiets of snorfiets (zoals een huurscooter) gelden afhankelijk van de constructiesnelheid respectievelijk de bromfiets- of snorfietsregels.

Helm

  • Bromfietsers en snorfietsers en hun eventuele passagier zijn verplicht een helm te dragen.
  • Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder van de bromfiets om ervoor te zorgen dat een passagier onder de 15 een helm draagt.

Verlichting

  • Brom- en snorfietsen moeten ook overdag dimlicht voeren.

Passagiers

  • Op een brom- of snorfiets mag maximaal 1 passagier worden vervoerd op een daartoe bestemde zitplaats.
  • Kinderen die jonger zijn dan 10 jaar, mogen alleen in een kinderzitje worden vervoerd. Het kind moet een helm dragen en de wielen moeten zo zijn afgeschermd dat de handen of voeten van het kind niet tussen de spaken kunnen komen.

Fiets

  • De hierna vermelde verkeersregels voor een fiets gelden ook voor een elektrische fiets met trapondersteuning tot 25 km/h en een vermogen tot 250 watt.
  • Voor een speedpedelec met trapondersteuning tot 45 km/h en een gemotoriseerd rijwiel met een vermogen tot 1000 watt gelden speciale regels (zie verderop). 

Helm

  • Als berijder van een fiets of elektrische fiets ben je in Finland wettelijk verplicht een helm te dragen. Je krijgt echter geen boete als je geen helm draagt.
  • De fietshelm moet voldoen aan de Europese standaard EN 1078 en zijn voorzien van een CE-keurmerk.

Veiligheidsvest

  • Het dragen van een reflecterend veiligheidsvest, andere kleding met reflecterende elementen of een reflector in het donker en bij slecht zicht is niet verplicht, maar wordt wel geadviseerd.

Mobiele telefoon

  • Het is fietsers verboden tijdens het rijden een telefoon vast te houden.
  • Handsfree bellen is wel toegestaan.

Verlichting en overige vereisten

  • Fietsen moeten zijn voorzien van vaste lampen. Voor op de fiets moet het licht de kleur wit of geel hebben en achter op de fiets de kleur rood.
  • In plaats van vaste lampen op de fiets zijn ook losse lampjes toegestaan. Deze mogen worden vastgemaakt aan de fiets zelf en/of aan kleding, helm of fietstassen en moeten goed zichtbaar zijn.
  • De fiets moet voor een witte en achter een rode reflector hebben.
  • Op de pedalen moeten gele of oranje reflectoren zijn aangebracht.
  • Ook moet de fiets zijn voorzien van goed werkende remmen en een bel.

Passagiers

  • Je mag alleen een passagier op een fiets vervoeren als de fiets een geschikte zitplaats heeft voor een passagier. 
  • Kinderen kleiner dan 1,35 m mogen alleen in een kinderzitje met een veiligheidsgordel op de fiets worden vervoerd. Ook moeten de benen voldoende zijn beschermd.
  • Je mag als fietser alleen een passagier vervoeren als je fiets is uitgerust met twee remmen voor beide wielen.

Fietsende kinderen

  • Kinderen tot 12 jaar mogen op de stoep fietsen, mits ze voetgangers niet hinderen.

Aanhanger

  • Het is toegestaan om te rijden op een fiets waaraan een aanhanger is gekoppeld.

Fietsen onder invloed

  • Als een fietser zichtbaar onder invloed is en de fiets niet meer goed kan besturen, kan een boete worden gegeven.

Plaats op de weg

  • Wanneer er een fietspad aanwezig is, moeten fietsers hiervan gebruikmaken.
  • Op gecombineerde fiets-/voetpaden moet van het voor fietsers bestemde gedeelte gebruik worden gemaakt of, als er geen scheiding is aangebracht, moet de snelheid worden aangepast om voetgangers niet in gevaar te brengen.

Fietsersoversteekplaats

  • Let op: Op een fietsersoversteekplaats heb je als fietser niet automatisch voorrang op auto's. Je hebt alleen voorrang als dat met een verkeersbord wordt aangegeven (vierkant blauw bord met witte driehoek en zwarte fiets) en als het gaat om een afslaande auto. In alle andere gevallen moet je voorrang verlenen aan de auto's op de kruisende weg.

Fietsendrager

  • Regels voor het vervoer van fietsen op een fietsendrager vind je bij Auto en camper.

Speedpedelec

  • Voor een elektrisch fiets met trapondersteuning tot 45 km/h gelden grotendeels dezelfde regels als voor een bromfiets.
  • De minimumleeftijd voor het rijden op een speedpedelec is 15 jaar.
  • Je hebt een bromfietsrijbewijs nodig om op een speedpedelec te mogen rijden.
  • Een bromfietshelm is verplicht. Voor zover bekend is het dragen van een speciale speedpedelec-helm (norm NTA 8776) niet toegestaan.
  • Op een speedpedelec is het verboden op het fietspad te rijden, tenzij dat met een verkeersbord wordt toegestaan. 

Gemotoriseerd rijwiel

  • Voor een gemotoriseerd rijwiel met een vermogen tot 1000 watt, die een constructiesnelheid van 25 km/h heeft, gelden grotendeels dezelfde regels als voor een fiets.
  • De leeftijdslimiet voor een gemotoriseerd rijwiel is 15 jaar.
  • Het dragen van een helm is verplicht. Je krijgt echter geen boete als je geen helm draagt. 
  • Als het gemotoriseerde rijwiel niet zwaarder is dan 35 kg, mag je een fietshelm (norm EN 1078) dragen. Op een zwaarder gemotoriseerd rijwiel is een brommerhelm verplicht.
  • De maximumsnelheid is 25 km/h.
  • Wanneer er een fietspad aanwezig is, moeten bestuurders van een gemotoriseerd rijwiel hiervan gebruikmaken.

Elektrische step

  • In Finland wordt een elektrische step een sähköpotkulauta genoemd.
  • Je mag met een elektrische step op de openbare weg mits aan de eisen wordt voldaan.

Eisen

  • De elektrische step mag een vermogen hebben van maximaal 1000 watt, niet sneller kunnen dan 25 km/h en moet uitgerust zijn met ten minste een voorlicht.
  • Minimumleeftijd: geen (verhuurbedrijven hanteren soms een minimumleeftijd van 18 jaar).
  • Rijbewijs: niet nodig.
  • Helm: niet verplicht, maar wordt wel aangeraden.

Verkeersregels

  • Op een elektrische step die harder kan dan 15 km/h, maar niet harder dan 25 km/h, word je beschouwd als fietser en moet je je houden aan de verkeersregels en verkeerstekens voor fietsers. 
  • Je moet op het fietspad rijden als dat aanwezig is en anders op de rijbaan.
  • Het is verboden op de stoep te rijden. Alleen kinderen jonger dan 12 jaar en bestuurders van elektrische steps die niet harder kunnen dan 15 km/h, mogen stapvoets op de stoep rijden, mits ze de voetgangers niet hinderen.
  • De maximumsnelheid op het fietspad of de rijbaan is 25 km/h.
  • Het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed is 0,5 promille.
  • Een telefoon vasthouden is verboden.

Verzekering

  • In Finland is een aparte aansprakelijkheidsverzekering voor een elektrische step niet verplicht.
  • Controleer bij het huren van een elektrische step de verzekeringsvoorwaarden in het huurcontract.

Winterbanden en winterregels

Winterbanden

  • Verplicht in winterperiode - Het gebruik van winterbanden is verplicht van 1 november tot en met 31 maart bij winterse omstandigheden. Dit wettelijke voorschrift geldt ook voor Nederlandse auto's, motoren en bromfietsen.
  • Ook een geremde aanhanger moet in dezelfde periode bij winterse omstandigheden van winterbanden zijn voorzien.
  • Banden met het sneeuwvloksymbool (3PMSF, 3 Peak Mountain Snow Flake) of de aanduiding M+S (M&S, MS) worden als winterband beschouwd. 
    • Let op: Vanaf 1 december 2024 worden banden met alleen de aanduiding M+S, dus zonder sneeuwvloksymbool, niet meer beschouwd als winterband.
  • De voorgeschreven minimale profieldiepte van winterbanden is 3 mm, maar de aanbevolen profieldiepte bij winterse omstandigheden is 5 mm.
  • In het Finse deel van Lapland, rond de poolcirkel, zijn winterbanden verplicht van half oktober tot eind april.

Advies

  • Voor het rijden bij zwaardere winterse omstandigheden adviseert de ANWB je een goed geteste 'echte' winterband met sneeuwvloksymbool (3PMSF) te gebruiken. In deze omstandigheden biedt zelfs een goed geteste all-seasonband met een sneeuwvloksymbool vaak onvoldoende grip en veiligheid.
  • Meer informatie over winterbanden: anwb.nl/auto/banden/winterbanden.

Sneeuwkettingen

  • Toegestaan - Tijdelijk gebruik van sneeuwkettingen is alleen toegestaan als de toestand van de weg dit verlangt. 
  • Bestuurders moeten voorkomen dat ze het wegdek beschadigen met sneeuwkettingen.

Spijkerbanden

  • Toegestaan in winterperiode - Spijkerbanden zijn toegestaan van 1 november tot en met 31 maart en ook buiten deze periode bij winterse omstandigheden en op met sneeuw of ijs bedekte wegen.
  • Als spijkerbanden worden gebruikt, moeten deze op alle wielen worden gemonteerd en ook op de wielen van een eventuele aanhanger.

Bijzonderheden

  • In de winterperiode, van oktober tot maart of april, geldt in Finland op veel wegen een lagere maximumsnelheid: buiten de bebouwde kom geen 100 maar 80 km/h en op snelwegen geen 120 maar 100 km/h.

Verkeersborden

  • De verkeersborden in Finland wijken, afgezien van hun kleur, nauwelijks af van die in Nederland.
  • Waarschuwingsborden en verbodsborden hebben een gele in plaats van witte achtergrond, zodat ze beter zichtbaar zijn als er sneeuw ligt.
  • Op de ronde, gele verbodsborden met een rode rand, is over de afbeelding een diagonale rode streep geplaatst, wat in de meeste andere Europese landen niet het geval is.
  • Als een verbod aan bepaalde uren is gebonden, staan de uren vermeld op een rechthoekig geel onderbord met een rode rand. De uren kunnen zijn aangegeven in zwart (voor ma t/m vr), zwart tussen haakjes (voor zaterdag) of rood (voor zondag).
  • Een rechthoekig geel bord met een zwart silhouet van een dorp- of stadsgezicht geeft het begin van de bebouwde kom aan. Datzelfde bord met een schuine rode streep geeft het einde van de bebouwde kom aan.

Auto en motor

  • Het bord dat een snelweg aanduidt, heeft een groene in plaats van blauwe achtergrond.
  • Het driehoekige bord met een rode rand dat waarschuwt voor files, heeft een zwarte achtergrond met daarop een rij witte auto's.
  • Een rond geel bord met een rode rand met een naar links (of rechts) afbuigende zwarte pijl en daaroverheen een rode diagonale balk betekent: Verboden links (of rechts) af te slaan.
  • Een rond geel bord met een rode rand met een zwarte afbeelding van een vrachtwagen en daaronder de tekst 10 m en daaroverheen een rode diagonale balk betekent: Gesloten voor motorvoertuigen langer dan 10 m.
  • Een rond geel bord met een rode rand met twee auto's met daartussen een getal, geeft aan hoeveel meter afstand bestuurders moeten houden tot hun voorganger.
  • Met de bekende driehoekige waarschuwingsborden met een rode rand kan in Finland ook worden gewaarschuwd voor overstekende elanden, rendieren of skiërs.

Overige

  • Een rond blauw bord met een afbeelding van een sneeuwscooter geeft een verplicht pad aan voor sneeuwscooters en andere offroadvoertuigen.
  • Een rond geel bord met een rode rand en een afbeelding van een sneeuwscooter met een rode streep erdoor geeft aan dat de weg gesloten is voor sneeuwscooters en andere offroadvoertuigen.

Aanduidingen

FinsNederlands
Aja hitaastiLangzaam rijden
Ajo sallittu omalla vastuulaInrijden toegestaan op eigen risico
AluerajoitusLokale maximumsnelheid
Kaiteen korjausVangrail wordt gerepareerd
Käytä lähivalojaDimlicht ontsteken
KelirikkoVorstschade
Kokeile jarrujaRemmen testen
KunnossapitotyöWegwerkzaamheden (reparaties)
Lossi färjaVeerboot
PäällystetyötäWegwerkzaamheden (asfalteren)
SumuMist
Tie rakenteillaWegwerkzaamheden (weg in aanleg)
TulliDouane
Varo irtokiviäOppassen op voor losse stenen

Speciaal voor jou geselecteerd

Nu10%korting
Pechhulp op vakantie 

Met Wegenwacht Europa is de beste hulp altijd dichtbij. Zo kun je, ook bij pech, van je vakantie blijven genieten.

Shop nu
Shop alles voor je vakantie 

Van wandelschoenen tot koffers en van reisgidsen tot milieustickers. Je vindt het in één van onze winkels of webwinkel.

ANWB Doorlopende Reisverzekering 

Ga goed verzekerd op reis. De doorlopende reisverzekering van de ANWB is als beste getest door de Consumentenbond.

1e jaarextravoordeel
ANWB Creditcard 

Makkelijk je vakantie boeken en wereldwijd snel en veilig betalen. Nu het eerste jaar 50% korting op de Gold Card.