Verkeersregels in Finland
Ga snel naar
Afwijke nde verkeersregels
Verplicht mee in de auto
Maximumsnelheid
Verkeersboetes
Ga snel naar
Afwijke nde verkeersregels
Verplicht mee in de auto
Maximumsnelheid
Verkeersboetes
Sommige verkeersregels in Finland zijn anders dan in Nederland. We geven hieronder een overzicht van de belangrijkste en afwijkende verkeersregels.
Buiten de bebouwde kom mogen bestuurders geluidssignalen of een lichtsignaal geven wanneer dat nodig is bij onoverzichtelijke bochten en kruisingen en op hellingen. Binnen de bebouwde kom mag je alleen toeteren als er direct gevaar voor een aanrijding bestaat.
De motor van een stilstaand voertuig mag niet langer dan 2 minuten zonder reden lopen. Deze regel geldt niet voor het wachten in het verkeer. Bij een temperatuur lager dan -15°C mogen bestuurders de motor 4 minuten laten warmdraaien voordat ze wegrijden.
Voetgangers zijn verplicht om buiten de bebouwde kom zoveel mogelijk aan de linkerkant van de weg te lopen als een voetpad ontbreekt. Behalve in bijzondere situaties of als dat gevaar voor ze oplevert. Iedereen die in het donker langs de weg loopt, is in Finland verplicht een reflector, kleding met reflecterende strepen of een reflecterend veiligheidsvest te dragen.
Je mag tijdens het rijden geen telefoon vasthouden. Handsfree bellen mag wel.
Net zoals in Nederland is het meenemen en gebruiken van radardetectieapparatuur verboden. Voor zover bekend is het gebruik van apparatuur met signalering voor vaste flitspalen of trajectcontroles (zoals navigatieapparatuur en telefoon) toegestaan.
Je mag als inzittende van een auto of camper niet roken in het bijzijn van een kind onder de 15 jaar.
Bij het vervoer van een huisdier kun je het beste uitgaan van artikel 5 in de Nederlandse Wegenverkeerswet (WVW 1994). Volgens dit artikel moet een huisdier zodanig vervoerd worden dat dit niet tot gevaarlijke situaties of verkeershinder kan leiden. Lees hier meer informatie over hoe je jouw huisdier zo veilig mogelijk vervoert in de auto.
Lading moet stevig en veilig worden bevestigd en de verlichting en kentekenplaat achter moeten goed zichtbaar zijn. Als lading meer dan één meter naar achteren steekt, moet deze worden gemarkeerd met een rode vlag en in het donker of bij slecht zicht met een rood licht en een rode reflector.
Fietsen mogen aan beide zijden niet meer dan 35 cm uitsteken. Als de fietsendrager de achterlichten en reflectoren van je voertuig geheel of gedeeltelijk bedekt, moet de drager zijn voorzien van een verlichtingsbalk.
Als de fietsendrager of bagagebox op je trekhaak de kentekenplaat van je voertuig geheel of gedeeltelijk bedekt, moet je er een witte kentekenplaat op aanbrengen met het kenteken van je voertuig. Je moet in dat geval ook een ovale witte NL-sticker aanbrengen op de fietsendrager of bagagebox. Je mag de sticker niet op de witte kentekenplaat plakken. Je kunt de NL-sticker eventueel op een fiets aanbrengen. Een NL-sticker is verkrijgbaar via de ANWB Webwinkel.
In Finland zijn winterbanden verplicht van 1 november tot en met 31 maart bij winterse omstandigheden. In het Finse deel van Lapland, rond de poolcirkel, zijn winterbanden verplicht van half oktober tot eind april. Dit geldt ook voor Nederlandse auto’s.
Banden met een sneeuwvloksymbool (3PMSF, 3 Peak Mountain Snow Flake) of de aanduiding M+S (M&S, MS) worden als winterband beschouwd. Let op: vanaf 1 december 2024 worden banden met alleen de aanduiding M+S, dus zonder sneeuwvloksymbool, niet meer beschouwd als winterbanden.
De voorgeschreven minimale profieldiepte van winterbanden is 3 mm, de aanbevolen profieldiepte bij winterse omstandigheden is 5 mm.
ANWB Advies: Voor het rijden bij zwaardere winterse omstandigheden adviseert de ANWB je een goed geteste ‘echte’ winterband met sneeuwvloksymbool (3PMSF) te gebruiken. In deze omstandigheid biedt zelfs een goed geteste all-seasonband met een sneeuwvloksymbool vaak onvoldoende grip en veiligheid.
Meer informatie: anwb.nl/auto/banden/winterbanden.
Tijdelijk gebruik van sneeuwkettingen is alleen toegestaan als de toestand van de weg dit verlangt. Bestuurders moeten voorkomen dat ze het wegdek beschadigen met sneeuwkettingen.
Spijkerbanden zijn toegestaan van 1 november tot en met 31 maart en ook buiten deze periode bij winterse omstandigheden en op met sneeuw of ijs bedekte wegen. Als spijkerbanden worden gebruikt, moeten deze op alle wielen worden gemonteerd en ook op de wielen van een eventuele aanhanger.
Let op: Een eventuele fietsendrager achterop wordt meegerekend in de lengte.
Auto's die een caravan of aanhanger trekken, moeten altijd zijn uitgerust met een linker- en een rechterbuitenspiegel.
De hieronder vermelde fietsregels gelden ook voor een elektrische fiets met trapondersteuning tot 25 km/h en een vermogen tot 250 watt. Regels voor het rijden met een speedpedelec worden hieronder vermeld.
Als berijder van een fiets of elektrische fiets ben je in Finland wettelijk verplicht een fietshelm te dragen. Ook een passagier, zoals een kind in een fietszitje, is verplicht een helm te dragen. Je krijgt echter geen boete als je geen helm draagt. De fietshelm moet voorzien zijn van Europese standaard EN 1078 en voorzien zijn van een CE-keurmerk.
In het donker of bij slecht zicht wordt het dragen van een reflecterend veiligheidsvest, andere kleding met reflecterende elementen of een reflector geadviseerd. Het is echter niet verplicht.
Je mag tijdens het fietsen geen telefoon vasthouden. Hansfree bellen mag wel.
Fietsen moeten zijn voorzien van lampen. Voor op de fiets moet het licht de kleur wit of geel hebben en achter op de fiets de kleur rood. In plaats van vaste lampen op de fiets zijn ook losse lampjes toegestaan. Deze mogen worden vastgemaakt aan de fiets zelf en/of aan kleding, helm of fietstassen en moeten goed zichtbaar zijn. De fiets moet voor een witte en achter een rode reflector hebben. Op de pedalen moeten gele of oranje reflectoren zijn aangebracht. Ook moet de fiets zijn voorzien van goed werkende remmen en een bel.
Je mag alleen een passagier op een fiets vervoeren als de fiets een geschikte zitplaats heeft voor een passagier. Kinderen kleiner dan 1,35 m mogen alleen in een kinderzitje met een veiligheidsgordel op de fiets worden vervoerd. Ook moeten de benen voldoende zijn beschermd. Een helm is ook verplicht voor passagiers. Verder mag je als fietser alleen een passagier vervoeren als je fiets is uitgerust met twee afzonderlijke remmen.
Kinderen tot 12 jaar mogen op de stoep fietsen, mits ze voetgangers niet hinderen.
Je mag rijden op een fiets waaraan een aanhanger is gekoppeld.
Als een fietser zichtbaar onder invloed is en de fiets niet meer goed kan besturen, kan een boete worden gegeven.
Als er fietspaden zijn, moet je deze gebruiken. Op gecombineerde fiets-/voetpaden moet van het voor fietsers bestemde gedeelte gebruik worden gemaakt of, als er geen scheiding is aangebracht, moet de snelheid worden aangepast om voetgangers niet in gevaar te brengen.
Let op: Op een fietsersoversteekplaats heb je als fietser niet automatisch voorrang op auto’s. Je hebt alleen voorrang als dat met een verkeersbord wordt aangegeven (vierkant blauw bord met witte driehoek en zwarte fiets) en als het gaat om een afslaande auto. In alle andere gevallen moet je voorrang verlenen aan de auto’s op de kruisende weg.
Voor een elektrische fiets met trapondersteuning tot 45 km/h gelden grotendeels dezelfde regels als voor een bromfiets. De minimumleeftijd voor het rijden op een speedpedelec is 15 jaar. Je hebt een bromfietsrijbewijs nodig om op een speedpedelec te mogen rijden. Een bromfietshelm is verplicht. Voor zover bekend is het dragen van een speciale speedpedelec-helm (norm NTA 8776) niet toegestaan. Op een speedpedelec is het verboden op een fietspad te rijden, tenzij dat met een verkeersbord wordt toegestaan.
De Nederlandse verkeersregels vind je hier.
Ga je met de auto naar Finland, dan ben je verplicht deze spullen bij je te hebben.
Verplicht:
Let op: Iedereen die in het donker, bij weinig licht of slecht zicht langs de weg loopt (bijvoorbeeld bij pech of een ongeval), is verplicht een reflector, kleding met reflecterende strepen of een reflecterend veiligheidsvest te dragen. ANWB adviseert daarom om voor alle inzittenden een veiligheidsvest mee te nemen. Het veiligheidsvest moet voldoen aan de norm EN 20471:2013 (fluorescerend geel, oranje of rood en voorzien van retro-reflecterende banen).
Controleer bij het huren van een auto altijd of de verplichte uitrusting aanwezig is.
Er zijn veel routes naar Finland. De meest gangbare route naar Finland loopt via Duitsland, Denemarken en Zweden. Check hier welke items daar verplicht zijn in de auto.
Verplicht in Duitsland Verplicht in Denemarken Verplicht in Zweden
Verplicht:
Let op: Iedereen die in het donker, bij weinig licht of slecht zicht langs de weg loopt (bijvoorbeeld bij pech of een ongeval), is verplicht een reflector, kleding met reflecterende strepen of een reflecterend veiligheidsvest te dragen. ANWB adviseert om een veiligheidsvest mee te nemen voor een eventuele passagier.
Er zijn veel routes naar Finland. De meest gangbare route naar Finland loopt door Duitsland, Denemarken en Zweden. Check hier welke items daar verplicht zijn op de motor.
Verplicht in Duitsland Verplicht in Denemarken Verplicht in Zweden
Hier vind je de algemene toegestane maximumsnelheden per voertuig. Blijf altijd ter plaatse opletten of borden anders aangeven, houd dan die maximumsnelheid aan.
Let op: Er geldt in de zomer op veel hoofdwegen en autosnelwegen een hogere maximumsnelheid. Deze maximumsnelheid wordt met borden aangegeven. In de winterperiode (oktober-maart) geldt op deze wegen een lagere maximumsnelheid. Let altijd goed op de borden.
Auto met ongeremde aanhangwagen
Auto met geremde aanhangwagen
Let op: Auto’s die een lichte aanhanger (< 750 kg) trekken, mogen 100 km/h rijden waar dat is toegestaan.
Camper < 3500 kg
Let op: Er geldt in de zomer op veel hoofdwegen een hogere maximumsnelheid van 100 km/h. Deze snelheid wordt met borden aangegeven. In de winter (oktober-maart) geldt op deze wegen meestal de lagere maximumsnelheid van 80 km/h. Let altijd goed op de borden.
Voor Finse campers geldt dat alleen goedgekeurde campers met een gele sticker met in het zwart het getal 100 ook daadwerkelijk 100 km/h mogen rijden. Voor buitenlandse camers volstaat een verklaring van de fabrikant dat de auto geschikt is voor een snelheid van 100 km/h.
Camper > 3500 kg
Let op: Er geldt in de zomer op veel hoofdwegen en autosnelwegen een hogere maximumsnelheid. Deze maximumsnelheid wordt met borden aangegeven. In de winterperiode (oktober-maart) geldt op deze wegen een lagere maximumsnelheid. Let altijd goed op de borden.
Motor met ongeremde aanhangwagen
Motor met geremde aanhangwagen
Voor een eenvoudige verkeersovertreding mag de politie een boete van € 20 tot € 200 opleggen. De hoogte is afhankelijk van de ernst van de overtreding. De boete moet binnen twee weken zijn voldaan door een bankoverschrijving. De politie mag de boete niet ter plekke innen.
Voor een zware verkeersovertreding, bijvoorbeeld wanneer je meer dan 20 km/h te hard of door rood licht hebt gereden, wordt een inkomensafhankelijke boete opgelegd met een minimum van € 6. Hoe hoger het inkomen, hoe hoger de boete. Buitenlanders mogen inzage in hun inkomensgegevens weigeren. In dat geval wordt een vastgestelde boete opgelegd. Indien je wel gegevens verstrekt: valse gegevens opgeven is strafbaar.
Finland kent geen strafpuntensysteem bij verkeersovertredingen.
Onderstaande bedragen zijn richtlijnen.
Snelheidsovertreding: Wegen met maximumsnelheid tot 60 km/h:
Snelheidsovertreding: Wegen met maximumsnelheid hoger dan 60 km/h:
Door rood licht rijden
Parkeerovertreding
Rijden zonder veiligheidsgordel
Gebruik mobiele telefoon tijdens het rijden
Gebruik antiradar
Geen verlichting overdag
Rijden onder invloed
Voor meer informatie, zie anwb.nl/juridisch-advies/op-vakantie.