logo ANWB - ga naar homepageANWB Homepage

Auto Review Jaguar Xe-Serie I

Bewezen diensten

Jaguar - XE 20d R-Sport

De Jaguar XE heeft zijn plaats tussen de middenklasse Audi’s en BMW’s inmiddels verdiend. Met zijn veel sterkere - en bijtellingsvriendelijke! - dieselmotor steekt hij de concurrentie zelfs naar de kroon.

Conclusie

Er zijn maar weinig redenen om deze Jaguar XE nog te laten staan voor een van zijn alternatieven. Weliswaar bestaan er dieselmotoren die stiller hun werk doen en is zijn bagageruimte bescheiden, maar op alle andere vlakken is de Brit aan de (Duitse) concurrentie gewaagd. Qua motorvermogen overtreft hij ze zelfs!

Type auto en prijs

Het leek gedoemd te mislukken; de introductie van een kleine Jaguar. Toen de Britten het in 2001 probeerden met de X-Type, baseerden zij die auto op de Ford Mondeo. Die wetenschap viel slecht bij de beoogde kopers, zodat succes uitbleef. Met de huidige XE pakt de autofabrikant het anders aan: de sedan komt volledig uit eigen huis, in een stijlvolle verpakking die - in de juiste kleurstelling - begerig maakt (in een grijstint met standaard wielen loop je de auto zo voorbij). De nieuwe formule werpt zijn vruchten af, want de importeur spreekt van een verkoopsucces. De drijvende kracht achter alle voorspoed is de versie met de eenvoudigste dieselmotor. Aan die uitvoering dankt de Jaguar ook zijn vanafprijs: € 41.250. Weliswaar is de XE daarmee fractioneel duurder dan een BMW 3 Serie op diesel, maar in vergelijking met een gelijkwaardige Audi A4 ben je een paar honderd euro goedkoper uit. Al is ‘gelijkwaardig’ hier misschien niet het goede woord: de roofkat levert standaard dik 40 pk extra ten opzichte van zijn alternatieven.

Hoe rijdt de Jaguar XE 20d R-Sport

Jaguar heeft een sportieve reputatie. Dat blijkt niet alleen uit het feit dat de Britten de simpelste XE al een bulk aan vermogen meegeven. De XE maakt zijn aspiraties aan je kenbaar vanaf het moment dat je achter het stuur stapt. De zit in de Jaguar is laag, de cabine klein. Ook al kan je gezin gewoon mee, de XE doet in alles aan als een sportwagen. Dat geldt ook voor het zicht rondom, want dankzij de kleine raampjes en dikke raamstijlen zie je weinig voor het verkeerslicht, op kruisingen en tijdens het inparkeren. Eerder reden we met een dikke benzineversie van de XE. Die auto vonden we misschien wel té sportief: de voortrein was dusdanig communicatief, dat het op lange stukken knap vermoeiend was om alle informatie te verwerken die de voorwielen via het stuurwiel doorgaven. De uitvoering met de door ons gereden, 163 pk sterke dieselmotor blijkt echter milder in de omgang. We reden er mee naar Berlijn op en neer, zonder dat we gebroken achter het stuur vandaan kwamen. Sturen doet de zelfontbrander onverminderd precies, de automaat waarvan onze testauto was voorzien, schakelde snel en schokvrij door diens acht verzetten. Ons testexemplaar beschikte over verschillende rijstanden om uit te kiezen: standaard, zuinig, sportief en slecht weer. Voor wie in dat laatste geval op zeker wil gaan, verkoopt Jaguar overigens ook een vierwielaangedreven uitvoering van de XE. Die optie is echter alleen beschikbaar in combinatie met een 180 pk sterke dieselmotor. Uiteraard hebben we alle rijstanden geprobeerd. We kwamen tot de conclusie dat je voor de sportmodus in de stemming moet zijn: de viercilinder maakt dan naar verhouding veel toeren, en daar wordt het toch al aanwezige motorgeluid niet minder van. In de normale rijstand doet de middenklasser kwiek aan, maar selecteer je de spaarmodus, dan kun je ook al prima met het verkeer meekomen. De Jaguar is stevig gedempt; dat leverde op de Duitse ‘Autobahn’ het nodige commentaar op vanaf de achterbank. Het asfalt is bij onze Oosterburen niet van constante kwaliteit en die oneffenheden drongen met name achterin nadrukkelijk het interieur binnen. De veiligheidsuitrusting van de Jaguar is op orde, met onder meer dode hoek signalering en een rijstrookassistent (die door middel van trillingen in je stuur aangeeft dat je onbedoeld van rijbaan wisselt).

De Jaguar XE 20d R-Sport van binnen

We schreven het al; de XE ademt de sfeer van een sportwagen. Sportwagens zijn niet ruim en deze zakensedan is dat dus ook niet. Lange bestuurders zitten standaard met hun rechterbeen tegen de brede middenconsole. Het dashboard oogt minimalistisch, met zo min mogelijk knoppen en een infotainmentscherm als prominent bedieningspaneel. Een blik op de wijzerplaat herinnert je er aan dat dit niet zomaar een middenklasser is; op de plek waar normaal de snelheidsmeter zit, prijkt in de Jaguar een toerenteller. Hoewel het interieur er fraai uit ziet, kraakte dat van onze hagelnieuwe testauto wanneer we op de snelweg over oneffenheden reden; het spook van de gebrekkige bouwkwaliteit van Engelse auto’s waart dus ook in deze XE nog flauwtjes rond. Ronduit onlogisch is de locatie van de luchtroosters; die zitten ter hoogte van je knieën, zodat wij ons afvragen hoe het met ontwasemen moet wanneer het buiten koud wordt. Op de achterbank heb je boven de 1.90 meter weinig te zoeken; de beenruimte houdt niet over en de hoofdruimte schiet tekort. Er zit een derde gordelsluiting op de achterbank, maar gebruiken kun je hem niet: de achterbank loopt ‘rond’, zodat de persoon in het midden zich de worst in een hot dog voelt wanneer er nog twee mensen meerijden. De bagageruimte is kleiner dan die van alternatieven als de BMW 3 Serie en Audi A4: 415- om 480 liter. De achterbank van de sedan kan weliswaar in ongelijke delen worden neergeklapt, maar het helpt niet dat de laadvloer schuin oploopt.

De Jaguar XE 20d R-Sport en het milieu

Wij konden zoals gezegd op pad met de eenvoudigste dieseluitvoering. Weliswaar levert de importeur ook nog een tweede zelfontbrander plus drie benzinemotoren, maar dat zal geïnteresseerden vermoedelijk weinig uitmaken. Ons testexemplaar komt namelijk als enige in aanmerking voor 21 procent bijtelling. Een hyperactief start/stop-systeem behoort tot de standaarduitrusting, welke krachtbron je ook kiest (gelukkig kun je dat ook eenvoudig uitzetten). Op papier is de XE – met automaat - goed voor een verbruikscijfer van 1 op 25,6. In de praktijk realiseerden wij een score van 1 op 17,9. Een forse afwijking met het fabrieksverbruik, maar nog altijd geen getal om je voor te schamen. Zeker wanneer je in ogenschouw neemt dat onze meting de nodige – Duitse – snelwegkilometers bevatte.

We hebben nog veel meer getest…

Naast nieuwe auto’s en occasions testen we ook allerlei producten. Van autobanden tot autostoeltjes en van dakkoffers tot dashcams.