logo ANWB - ga naar homepageANWB Homepage

Auto Review Jaguar Xe-Serie I

Kat en muis

Jaguar - 2.5T R-Sport

De Jaguar XE heeft twee gezichten: hij kan anoniem opgaan in het straatbeeld of de adem in je keel doen stokken. Welke versie je ook kiest; gedachteloos kilometers maken is er niet bij.

Conclusie

De Jaguar XE is een serieuze concurrent voor de Duitse gevestigde orde. Hij vereist wel een bepaald type bestuurder; wie het liefst gedachteloos van huis naar werk rijdt, doet er verstandig aan naar een alternatief uit te zien. Dat geldt trouwens ook voor wie een groter gezin heeft.

Type auto en prijs

Kleine Jaguars, daarvan zijn er niet veel. Wanneer je de sportwagens van het beroemde Engelse merk buiten beschouwing laat, heeft de fabrikant eigenlijk maar één keer eerder een poging gedaan om een compacter model te introduceren. Dat was de X-Type, gebaseerd op de Ford Mondeo. Die wetenschap zat de zakenauto lelijk in de weg. Sinds 2014 doet Jaguar een hernieuwde poging het de Mercedes C-Klasse en BMW 3 Serie lastig te maken. De XE komt volledig uit eigen huis, in een stijlvolle verpakking waar niemand aanstoot aan zal nemen. Je kunt hooguit tegenwerpen dat je de sedan in een grijstint met standaard wielen zo voorbij loopt, maar die anonimiteit speelt zijn concurrenten even goed parten. Met een vanafprijs van € 41.250 is de Jaguar fractioneel duurder dan de BMW en Mercedes (respectievelijk € 38.700 en € 39.795). We hebben het dan over de eenvoudigste modellen met een dieselmotor, want daarvan heeft Jaguar in ons land de hoogste verwachtingen. Rijd je liever een versie op benzine, dan wordt het prijsverschil al snel groter. Voor minimaal € 49.950 beschik je dan wel meteen over 200 pk onder je rechtervoet.

Hoe rijdt de Jaguar 2.5T R-Sport

Vanaf het moment dat je achter het stuur stapt, maakt de XE zijn sportieve aspiraties aan je kenbaar. Dat ligt niet alleen aan de 240 pk sterke benzinemotor uit ons testexemplaar. De zit in de Jaguar is laag, de cabine klein. Ook al kan je gezin gewoon mee, de XE doet in alles aan als een sportwagen. Dat geldt ook voor het zicht rondom, want dankzij de kleine raampjes en dikke raamstijlen zie je bar weinig voor het verkeerslicht, op kruisingen en tijdens het inparkeren. Dat laat onverlet dat dit een geweldige auto is om nog even snel een boodschap mee te doen; zijn ragfijne besturing en naadloos schakelende, achttraps automaat maken deze zakensedan een verlengstuk van jezelf. Helaas kun je jezelf ook lelijk in de weg zitten. De voortrein is dusdanig communicatief, dat het op lange stukken knap vermoeiend is om alle informatie die de voorwielen via het stuurwiel aan je door spelen, te verwerken. We sluiten niet uit dat de grote lichtmetalen wielen onder onze testauto hier een nadelige rol spelen. Hoe harder je rijdt, hoe groter die informatiestroom. En dat terwijl de XE in principe een achterwielaangedreven auto is (vierwielaandrijving staat op de optielijst)! Soms wil je gewoon kilometers maken, met je verstand op nul en de cruise control op 130 kilometer per uur. Maar in de XE word je te allen tijde actief bij het rijden betrokken. Ons testexemplaar beschikte naast een sportonderstel ook over verschillende rijstanden, die niet alleen hun weerslag hadden op de demping, maar ook op het schakelgedrag en de gasrespons. Laten we het er op houden dat je voor de sportstand in de stemming moet zijn en op die momenten maar beter alleen in de auto kunt zitten. In de standaard rijmodus is de Jaguar al vrij ‘happerig’ op het gas, dus wij maakten onze woon/werkkilometers bij voorkeur in de spaarstand. Dan is de XE stevig, maar niet oncomfortabel geveerd. Ondanks dat wij met een ‘dikke’ motorisering reden, misten we wat beleving onderweg. De Jaguar is snel genoeg, daar niet van, maar het uitlaatgeluid bleef tam, ook al pronkt de testauto met twee uitlaten en selecteerden we de meest agressieve rijstand. Een gemiste kans, omdat hun sportwagens aantonen dat de Britten heus wel weten hoe ze een auto ‘lekker’ moeten laten klinken. De veiligheidsuitrusting van de Jaguar is op orde, met onder meer dode hoek signalering en een rijstrookassistent (die door middel van trillingen in je stuur aangeeft dat je onbedoeld van rijbaan wisselt).

De Jaguar 2.5T R-Sport van binnen

We schreven het al; de XE ademt de sfeer van een sportwagen. Sportwagens zijn niet ruim en deze zakensedan is dat dus ook niet. Lange bestuurders zitten standaard met hun rechterbeen tegen de brede middenconsole. Het dashboard oogt minimalistisch, met zo min mogelijk knoppen en een infotainmentscherm als prominent bedieningspaneel. Een blik op de wijzerplaat herinnert je er aan dat dit niet zomaar een middenklasser is; op de plek waar normaal de snelheidsmeter zit, prijkt in de Jaguar een toerenteller. Hoewel het interieur er fraai uit ziet, kraakte dat van onze hagelnieuwe testauto wanneer we op de snelweg over oneffenheden reden; het spook van de gebrekkige bouwkwaliteit van Engelse auto’s waart dus ook in deze XE nog flauwtjes rond. Ronduit onlogisch is de locatie van de luchtroosters; die zitten ter hoogte van je knieën, zodat wij ons afvragen hoe het met ontwasemen moet wanneer het buiten koud wordt. Op de achterbank heb je boven de 1.90 meter weinig te zoeken; de beenruimte houdt niet over en de hoofdruimte schiet tekort. Er zit een derde gordelsluiting op de achterbank, maar gebruiken kun je hem niet: daarvoor komt de middenconsole te ver naar binnen. In combinatie met een uit de kluiten gewassen middentunnel maakt dat de zitplaats onbruikbaar. De bagageruimte is kleiner dan die van alternatieven als de BMW 3 Serie en Mercedes C-Klasse: 415- om 480 liter. Het helpt ook niet dat de laadvloer van de Jaguar schuin oploopt.

De Jaguar 2.5T R-Sport en het milieu

Jaguar zal niet adverteren met de verbruikscijfers van de door ons gereden versie: die auto komt in de folder al niet verder dan 1 op 13. Wij realiseerden een praktijkverbruik van 1 op 9,7, wat gezien het opzwepende karakter van de testauto niet eens zo’n onaardige score is. Naast de 240 pk sterke benzine-uitvoering waar wij een blokje mee om mochten, kun je kiezen voor een minder krachtige en een éxtra krachtige benzinemotor. De Nederlandse importeur biedt verder twee dieselversies aan, waarvan het instapmodel goed is voor 21 procent bijtelling en een theoretisch verbruikscijfer van 1 op 26,3 (!). Een hyperactief start/stop-systeem behoort tot de standaarduitrusting, welke krachtbron je ook kiest (gelukkig kun je dat ook eenvoudig uitzetten).

We hebben nog veel meer getest…

Naast nieuwe auto’s en occasions testen we ook allerlei producten. Van autobanden tot autostoeltjes en van dakkoffers tot dashcams.