logo ANWB - ga naar homepageANWB Homepage

Auto Review MINI Mini IV (F55)

Heimelijk genoegen

Mini - Cooper

Je ziet het er niet aan af, maar de nieuwe Mini is een hele andere auto geworden. Je zou je alleen nog wel eens kunnen verkijken op het prijskaartje.

Conclusie

De Mini is een vleesgeworden impulsaankoop, die je elke rit opnieuw zal overtuigen dat je de juiste beslissing hebt gemaakt. Maar gebruik je jouw verstand, dan weet je dat er voor minder geld praktischere auto’s te koop zijn die ook leuk rijden.

Type auto en prijs

Zoals de Mini is er geen een. In tegenstelling tot het iconische oermodel heeft zijn hedendaagse reïncarnatie eigenlijk geen concurrenten. Het is een echte pretauto en in dat licht bezien is een vanafprijs van ruim 18 mille niet veel geld. De Cooper-versie waar wij mee reden, is zelfs € 1.200 goedkoper dan voorheen. Het venijn zit ‘m bij het eigenzinnige merk in de optielijst: daar kom je al gauw terecht wanneer je jouw auto een beetje leuk wilt aankleden. Voor je het weet, ben je dan duizenden euro’s verder.

Hoe rijdt de Mini Cooper

De Mini zoals wij die sinds 2001 kennen, is door de jaren heen nauwelijks veranderd. Van buiten althans; onderhuids heeft er bij deze nieuwe generatie een kleine revolutie plaats gevonden. Voortaan liggen er driecilinder benzine- én dieselmotoren onder de kap, in het geval van de door ons gereden Cooper goed voor 136 pk. Het koppel bedraagt 220 Nm. Op papier is dat al niet misselijk, maar achter het stuur ervaar je pas werkelijk hoe imposant dergelijke prestaties zijn voor een driepitter. De Cooper levert zoveel rijplezier, dat je kunt overwegen of je wel extra geld wilt uitgeven aan een nog sterkere Cooper S. Sturen en schakelen is een genot, hooguit de koppeling werkt wat zwaar. Vering en demping zijn stevig; een verkeersdrempel gaat nog wel, maar korte oneffenheden komen hard door in het interieur. Wie wil, kan in de Mini trouwens ook rustig aan doen. De driecilinder is mooi stil en soepel genoeg om er schakellui mee te rijden. In de speciale ‘Green’-modus – er bestaat ook nog een Sport-stand – rolt de Mini lekker lang uit. Een verbruik van 1 op 18,5 – het officiële fabrieksverbruik van het vorige model – is in de dagelijkse praktijk goed te realiseren.

De Mini Cooper van binnen

De eigenwijze ontwikkelaars van het merk hebben eindelijk hun gezonde verstand gebruikt. En dus zitten in de nieuwe Mini de snelheidsmeter en raambediening op plekken waar je ze verwacht: namelijk achter het stuur en in de deur. De grote ronde klok in het midden van het dashboard is gebleven, omgeven door een lichtgevende rand die nog het meeste aan een oude jukebox doet denken. Hier vind je onder andere het navigatiesysteem. Lange mensen zitten voortaan beter dankzij de verlengde zittingen van de voorstoelen. Ook achterin kunnen ze voor korte stukjes mee; met name de hoofdruimte overtuigt. De instap naar achteren is nog altijd weinig sierlijk. De bediening van het ‘walk in systeem’ helpt ook al niet mee: je moet eerst de stoel naar voren schuiven en dan pas de rugleuning terug klappen, anders kun je opnieuw je zitpositie instellen. Hoewel de bagageruimte met 50 liter is toegenomen tot 211 liter, biedt een gemiddelde stadsauto nog altijd meer plaats in de kofferbak. De dubbele laadvloer is een schrale troost.

De Mini Cooper en het milieu

De nieuwe Mini is leverbaar met drie benzine- en twee dieselmotoren. Het vermogen loopt uiteen van 95- tot 192 pk. Op de krachtbron van de Cooper S na komen ze allemaal in aanmerking voor 20 procent bijtelling. Een start/stop-systeem behoort tot de standaarduitrusting.

We hebben nog veel meer getest…

Naast nieuwe auto’s en occasions testen we ook allerlei producten. Van autobanden tot autostoeltjes en van dakkoffers tot dashcams.