Dubbeltest Citroën C4 vs. Kia XCeed
16 juli 2021 De Citroën is smaakgevoelig, maar het prijskaartje van de Kia staat niemand aan
Compacte gezinsauto’s met een grote vijfde deur: daarvan zijn er niet veel, terwijl C-segmenters er vroeger dikwijls zo uitzagen. Bij Citroën en Kia blazen ze die traditie nieuw leven in. Zetten wij onze boodschappentassen liever in de C4 of de XCeed?
Ruimte
De Kia XCeed ziet er niet alleen anders uit dan de reguliere vijfdeurs middenklasser, hij heeft ook een grotere bagageruimte. De kofferbak van de standaard Ceed is minimaal 395 en maximaal 1291 liter groot. De XCeed weet raad met 426 tot 1394 liter aan spullen.
Er schuilt wel een addertje onder het gras: Kia verkoopt de XCeed met en zónder elektrische ondersteuning. In het geval van onze testauto ligt er een batterij onder de laadvloer, waarin energie wordt opgeslagen die vrijkomt tijdens het remmen. Dat scheelt aan de pomp, maar ook tijdens het inpakken; in het geval van onze testauto kan er 380 tot 1332 liter aan bagage mee.
Het uitrustingsniveau van de door ons gereden uitvoering is ‘t enige met een in drie delen neerklapbare achterbank: in alle overige gevallen gaat de bank netjes door de helft. Dankzij de gekantelde zitting hebben ook lange volwassenen achterin voldoende hoofdruimte. De beenruimte houdt echter niet over. De rugleuning van de voorstoel is bekleed met hard kunststof, dus als je al krap zit, houd je daar geheid zere knieën aan over.
De Kia heeft geen middentunnel van betekenis. De achterpassagiers hebben hun eigen ventilatiemogelijkheid, maar moeten het zonder stroompunt stellen. De duurdere uitvoeringen zijn verkrijgbaar met een elektrisch bediende achterklep, die opengaat wanneer je alleen al met de sleutel in de buurt komt. Handig wanneer je je handen vol hebt!
De achterbank van de Citroën biedt een zogenaamde bioscoopzit, wat inhoudt dat je achterin hoger zit dan de inzittenden voorin. In combinatie met de aflopende daklijn zorgt dat ervoor dat lange volwassenen met hun hoofd in de knel komen. De beschikbare beenruimte is wel in orde.
De kofferbak van de C4 biedt plaats aan minimaal 380 en maximaal 1250 liter bagage. De achterklep voelt loodzwaar, wat met name vervelend is wanneer je de vijfde deur wilt sluiten. Als doekje voor het bloeden is de laadbodem in hoogte verstelbaar, al moet daarvoor wel worden bijbetaald. Hetzelfde geldt voor de ventilatieroosters (!) voor de achterpassagiers.
Rijgedrag
In een rechte lijn zit er behoorlijk wat gang in de C4: de driecilinder benzinemotor uit onze testauto is 155 pk en 240 Nm sterk, goed voor een trekgewicht van 1200 kilo. Het is het vlaggenschip van het modellengamma, gekoppeld aan een soepele achttrapsautomaat en van buiten te herkennen aan een extra uitlaat. Boven de 3000 toeren gaat de driepitter er écht aan trekken en word je daadwerkelijk in je stoel gedrukt. Helaas ervaar je net zo’n ‘kiepbeweging’ tijdens het remmen, zodat wagenziekte op de loer ligt wanneer jij je niet behoedzaam door het verkeer begeeft.
De schokdempers hebben hun eigen schokdempers – de zogenaamde Progressive Hydraulic Cushions – en tegen meerprijs kun je kiezen voor stoelen die zijn gemaakt van traagschuim: hetzelfde materiaal dat ook in luxe matrassen wordt gestopt. De krachtbron is nadrukkelijk aanwezig tijdens het accelereren, maar eenmaal op snelheid blijft de Citroën mooi stil. Op de richtingaanwijzer na dan: wanneer je die te lang aan laat staan, zet de C4 steeds een tandje bij totdat horen en zien je uiteindelijk vergaan.
De door ons beproefde XCeed is goed voor 160 pk en 253 Nm koppel. Het trekgewicht bedraagt 1410 kilo. Vergeleken met een reguliere Ceed is deze Kia langer, maar ook hoger: de bodemspeling is een kleine 5 centimeter groter. Toen we eind 2019 met een gewone benzineversie reden, viel ons op dat die extra wagenhoogte een nadelige invloed had op het rijgedrag. In bochten helde de koets namelijk behoorlijk over. De mild hybride XCeed heeft daar minder last van. De motorvariant weegt dan ook een kleine 100 kilo extra, geholpen door de aanwezigheid van een zeventrapsautomaat.
De Kia luistert netjes naar je stuurcommando’s, maar vering en demping staan nog onverminderd op comfortabel afgesteld. De auto is bovendien mooi stil onderweg. De XCeed is leverbaar met verschillende rijmodi. Normaal gesproken zijn de onderlinge verschillen verwaarloosbaar, maar nu waren we blij met de beschikbare sportstand. In de standaardrijmodus schakelt de transmissie namelijk (te) snel op, waardoor je vermogen tekortkomt op de momenten dat je die nodig hebt (tijdens het invoegen op de snelweg bijvoorbeeld). In de sportstand heb je daar geen last van, al reageert de Kia dan ‘happerig’ op het gas.
Verbruik
Bij Kia hebben twee van de vier beschikbare benzinemotoren een vorm van elektrische rijondersteuning. Hetzij in de vorm van een hulpmotor, maar ook middels een semi-elektrische aandrijflijn. De enige beschikbare dieselmotor wordt eveneens (deels) door stroom aangedreven: die bewuste krachtbron werkt volgens hetzelfde mild hybride principe als onze testauto. Het vermogen van alle motoriseringen loopt uiteen van 120 tot 204 pk. Voor de door ons gereden variant – met automaat – geeft Kia een verbruikscijfer op van 1 op 16,4. Wij realiseerden een praktijkscore die met 1 op 17,4 een kilometer gunstiger uitviel. Dat gebeurt niet vaak, in ieder geval niet bij Citroën.
De Fransen kiezen er niet voor om de C4 uit te rusten met een mild- of semi-elektrische aandrijflijn. In plaats daarvan kun je naast drie versies op benzine en eentje op diesel ook een volledig elektrisch exemplaar van de compacte gezinsauto kopen. Het beschikbare vermogen loopt uiteen van 100 tot 155 pk. Onze testauto – met automaat – is op papier goed voor een gemiddeld verbruik van 1 op 16,7. In de praktijk kwamen wij tot een score van 1 op 14,5.
Veiligheid
Stellantis, het concern waartoe ook Citroën behoort, is in het verleden al eens op de vingers getikt vanwege de lijn die de automogul voert wat het de beschikbare rijhulpsystemen aangaat. Neem de veiligheidsuitrusting van de C4. Op het eerste gezicht is daar weinig mis mee, want zaken als actieve rijstrookassistentie, vermoeidheidsherkenning en een noodremsysteem zitten bij de vanafprijs inbegrepen.
Maar remmen doet de Citroën in dat geval alleen voor voetgangers en uitsluitend met behulp van een camera. Wil je dat de C4 ook ingrijpt als je onverhoopt een fietser dreigt aan te rijden, dan ben je aangewezen op de optielijst. Dat geldt evengoed voor systemen als dodehoekbewaking en verkeersbordherkenning.
De Koreanen gaan op dit onderdeel ook niet vrijuit, want het noodremsysteem van de XCeed neemt in de basis alleen andere auto’s waar. Pas vanaf de hogere uitrustingsniveaus stopt de Kia ook voor voetgangers. Fietsers staan überhaupt niet geprogrammeerd! Het zonnedak is zo’n beetje het enige glasoppervlak dat een ongehinderde blik naar buiten biedt: de dode hoeken aan boord van de XCeed zijn gigantisch.
De Kia is dan wel weer leverbaar met een waarschuwing voor kruisend verkeer achter de auto: dat is op de Citroën niet te koop. Daarover gesproken: die fabrikant is altijd een beetje apart geweest. Een merkwaarde die het merk geen windeieren legt, want de geschiedenis leert ons dat de verkoopaantallen in elkaar zakken zodra de Fransen dertien-in-een-dozijnauto’s gaan produceren.
Voor deze C4 grijpt Citroën terug naar een designtrucje dat het merk in 2004 al eerder toepaste op de driedeurs uitvoering van de toenmalige compacte gezinsauto. Die auto, de C4 Coupé, kreeg een gedeelde achterruit. Een kleine twintig jaar later gaat die bijzondere raampartij in de herkansing. Met hetzelfde teleurstellende resultaat, want opnieuw zit het ding in je achteruitkijkspiegel hinderlijk in de weg. De C4 valt sowieso slecht te overzien, want een achterruitenwisser ontbreekt en schuin naar voren kamp je met een aanzienlijke dode hoek.
Gebruiksgemak
Tablethouders voor de kinderen achterin; daar denken wel meer autofabrikanten aan. Maar Citroën is naar ons weten het eerste merk dat ook rekening houdt met je bijrijder op een lange rit naar een verre vakantiebestemming. Tegen meerprijs kun je een houder bestellen waarmee hij of zij onderweg een filmpje kan kijken.
In de Kia kan niemand een film kijken, want op de achterbank treffen we alleen ventilatieroosters voor de passagiers aan. Stroompunten ontbreken! Je kunt eventueel wel naar het digitale instrumentarium turen, al valt daar weinig op te zien: het is bijvoorbeeld niet mogelijk om de navigatiekaart tussen je meters tevoorschijn te toveren. Zit je in feite met een grote boordcomputer opgescheept … terwijl je daar nog voor moet bijbetalen ook!
Bij Citroën is een meerprijs verschuldigd voor de eerder aangehaalde tablethouder, maar ook voor de dubbele laadvloer en ventilatieopeningen voor de achterpassagiers. De luchtkussens aan de zijkant – de Fransen noemen dat ‘airbumps’ – zitten wél bij de vanafprijs inbegrepen, maar veel heb je daar niet aan. De deuren steken bovenaan verder uit dan aan de onderkant: het plaatwerk komt dus eerder in aanraking met de auto naast je dan die luchtkussens.
Prijs
Kia verlangt een stevige meerprijs voor zo’n grote vijfde deur. De reguliere Ceed heeft een vanafprijs van € 23.295, de goedkoopste XCeed kost € 27.995. En voor dat geld heb je dan dezelfde 120 pk sterke basismotor. Weliswaar heeft de frivolere Kia een grotere kofferbakinhoud dan de gewone vijfdeurs, maar de standaarduitrusting is min of meer gelijk. De XCeed heeft ledverlichting rondom; dat is zo’n beetje het belangrijkste verschil. Cruise control, airconditioning, elektrische spiegels en een achteruitrijcamera zijn bij beide Kia’s aan boord.
De Citroën heeft een vanafprijs van € 23.990. Voor dat geld ligt er een 100 pk sterke driecilinder benzinemotor onder de kap en de standaarduitrusting omvat onder meer cruise control, airconditioning en elektrisch verstelbare buitenspiegels.
De Fransen verstrekken twee jaar fabrieksgarantie, wat schril afsteekt bij de zeven die je bij de Koreanen krijgt.
Onze testauto’s zijn trouwens een stuk duurder dan de getoonde vanafprijzen. De C4 is de duurste uitvoering die je momenteel bij Citroën kunt kopen, compleet met 18-inch wielen, navigatie en massagestoelen. Daarmee komt de prijs op € 33.740.
Bij Kia kun je nog wat meer uitrustingsstapjes maken. Toch is de door ons gereden de XCeed nu al duurder dan de Citroën. Zo’n mild hybride Executive Line komt op € 38.995. Particuliere kopers zullen dit soort auto’s vermoedelijk echter eerder private leasen dan aanschaffen. In dat geval ben je met de Kia goedkoper uit, want de XCeed is er al voor een maandbedrag van € 369 euro, terwijl de Citroën minstens € 379 moet kosten.
De winnaar
Citroën heeft met de C4 een bewuste keuze gemaakt: de compacte middenklasser ziet er een bepaalde manier uit en niet anders. Bij Kia is het de consument die mag kiezen: de Koreanen bieden een traditionele hatchback aan, maar als je liever een auto rijdt met een grotere kofferbak en een afwijkend design, dan kan dat ook.
De C4 is een stuk voordeliger dan de Kia, ook wanneer je ‘m aan gaat kleden. Bovendien kun je bij de Fransen terecht voor een breed scala aan krachtbronnen, waaronder een compleet elektrische variant. En zelfs díé hoeft minder te kosten dan de door ons gereden Koreaan!
De XCeed is dan weer minder smaakgevoelig dan de C4, hij springt zuiniger met brandstof om en zijn garantietermijn is bijna 4 keer zo lang. Dat is in onze optiek echter niet voldoende om het in deze klasse significante prijsverschil te rechtvaardigen.
Lees ook onze afzonderlijke rijtesten van deze testkandidaten:
Citroën C4
Kia XCeed
Op zoek naar een occasion?
Op ANWB.nl vind je een actueel occasionaanbod verrijkt met een richtprijs volgens de ANWB Koerslijst, een autokostenberekening inclusief afschrijving en de ANWB Autotest met de bevindingen van de Wegenwacht. Zo ook van de Citroën C4 en Kia XCeed.
Deel deze pagina