Stadswandeling Stavoren
Nederland, Friesland, Stavoren
Elfstedenstad, oudste stad van Friesland en stad van het beroemde ‘Vrouwtje van’. Stavoren’ verrast met tastbare geschiedenis, moderne architectuur, een sfeervol oud haventje en weergaloze uitzichten op het IJsselmeer.
Hond mee: de hond mag aangelijnd mee, maar mag niet op de dijk langs het IJsselmeer (vanwege de schapen). Om de dijk te vermijden sla je bij punt 6 uit de routebeschrijving niet RA richting dijk, maar vervolg je de Voorstraat RD en buig je met de Stadsfenne mee naar links om daar de route te vervolgen bij punt 8.
Toegankelijkheid: deze route is grotendeels toegankelijk voor mindervaliden. Alleen de dijk is niet toegankelijk. Om deze te vermijden loop je bij punt 2 van de routebeschrijving niet door tot het einde, maar neem je het Bolwerk LA. Loop dit helemaal af tot je aan het einde LA het weggetje de dijk af kunt nemen tussen de huizen door en pak de routebeschrijving op bij punt 5.
Paden: 20 % onverhard.
Parkeren: op het gratis parkeerterrein aan de Stationsweg (ca. 400 meter lopen van/naar het station.
- Loop vanaf het station RA richting de 11 Fountains/Visfontein. Ga vervolgens links de witte brug over, loop langs het beeldje van het Vrouwtje van Stavoren (op de sluis aan je rechterhand) en ga RA de Havenweg in.
- Loop voor een bezoekje aan Het Blokhuis even het straatje links heen en weer. Vervolg je wandeling langs de Havenwoningen en de haven en loop helemaal door tot het einde (rechts De Oude Haven).
- Ga na de rood-witte slagboom LA en volg het pad van gras en betonplaten langs het IJsselmeer. Links passeer je de Wachters van Stavoren.
- Volg het pad tot aan het hek en loop hier LA de dijk op. Ga op de dijk LA en neem meteen het weggetje RA naar beneden tussen de huizen door.
- Loop RD tot aan de Dwingel, sla daar RA en loop RD de Voorstraat op (met het water aan je linkerhand).
- Ga ter hoogte van het bruggetje RA. Neem aan het einde het trappetje de dijk op en sla LA op de dijk.
- Volg de dijk 500 meter, voorbij het klaphek en met de bocht mee.
- Steek aan het einde via de brug RA het Johan Frisokanaal over naar het J.L. Hooglandgemaal.
- Draai om en ga de brug weer over. Loop RD over de Schans (met de Stadsbuitengracht aan je rechterhand).
- Steek na ca. 400 meter RA de brug over en volg de Koeweg tot aan de Meerweg, daar ga je LA.
- Je loopt langs een watervillawijk en slaat na ca. 250 meter LA de Bleeck op. Loop (langs de supermarkt) door tot het einde en sla daar RA. Steek LA het witte bruggetje over en ga RA, volg de bocht naar links, Hellingspad.
- Ga aan het einde RA, Noord. En loop via de brug over de oude zeesluis terug naar de Stationsweg (RA) naar het startpunt van de wandeling.
Stavoren, gelegen in het zuidwesten van Friesland, is de oudste stad van de provincie en een van de ‘Elfsteden’. De strategische ligging aan het IJsselmeer (en verschillende internationale scheepsroutes) maakte het in de middeleeuwen een bloeiende handelsstad. De oude haven herinnert aan tijden van internationale handel, visserij en scheepvaart.
Een bekend symbool van de stad is het Vrouwtje van Stavoren. Tegenwoordig is Stavoren een geliefde bestemming voor watersporters, fietsers en wandelaars, met sfeervolle straatjes, jachthavens en uitzicht over het water.
Stavoren was ooit een rijke Hanzestad. Maar overstromingen, zeehandelsoorlogen en een haven die verzandde bracht de stad meermaals op de rand van armoede. Waarna de stad weer terugveerde. Een volksverhaal als ‘de Vrouwe van Stavoren’ is indicatief voor deze historie. Het thema voor de fontein van de 11 Fountains, de visfontein is een knipoog naar de woelige geschiedenis en naar een symbolische prent van Pieter Bruegel de Oude: ‘Hoe grote vissen kleintjes eten!’ De fontein toont de enorme open muil van een machtige vis met watersproeiende lippen. Wie ontsnapt in Stavoren de dans? De fontein is ontworpen door Mark Dion (1961). Zijn betrokkenheid bij de wereld is vaak humorvol, maar kent ook scherpe kantjes, vooral als het gaat om de gangbare geschiedschrijving of onze omgang met dieren. De fontein staat aan de Stationsweg 1.
Naast de oude sluisbrug in de oude haven staat het beeld(je) van het vrouwtje van Stavoren, ook wel ‘de weduwe van Staveren’ genoemd. Er zijn verschillende versies van haar verhaal. Een versie vertelt over een rijke koopmansweduwe die in een huis woonde met gouden vloeren en zilveren muren. Ze was de rijkste inwoner van Stavoren en bezat meer schepen dan alle kooplieden van de stad bij elkaar. Maar tevreden was ze nooit. Ze was vastbesloten om het kostbaarste bezit te vinden dat er op deze aarde bestond. Ze stuurde een schipper de wereld in. Hij kwam na lang zoeken terug met een lading graan: waardevoller dan goud. Maar het vrouwtje was woedend. Ze eiste dat de schipper het graan in het water gooide. Een voorbijganger probeerde dat te voorkomen en waarschuwde dat deze dumping van graan haar tot de bedelstand zou brengen. Het vrouwtje van Stavoren lachte, smeet haar ring in het water en zei: “Net zomin als ik deze gouden ring ooit terugvind, verval ik in de bedelstand.” Op dag ving een van haar dienaren een vis met de ring in de maag. Het lot keerde zich en het vrouwtje van Stavoren verviel in armoede en trok heel Stavoren mee in haar val. Want vlak voor de kust waar de tarwe in zee was gegooid, ontstond een eiland waardoor schepen de haven niet meer in konden varen.
Stavoren heeft een unieke ligging omdat het aan drie kanten omringd is door het IJsselmeer. De unieke ligging voor veel internationale handelsroutes maakte van Stavoren een internationale handelsstad. In de haven werden goederen als graan, hout en haring verhandeld en overgeladen van binnenvaartschepen op zeeschepen. Nog steeds ligt in de haven de oude zeesluis uit 1576, eeuwenlang in bedrijf, maar nu alleen nog ceremonieel in gebruik. Karakteristiek voor de huidige aanblik van de haven zijn de kleurrijke huizen, moderne viskotters en de vuurtoren uit 1884.
Na 1525, maakte Friesland deel uit van het rijk van keizer Karel V. Om de Friezen in bedwang te houden liet Karel V een groot blokhuis bij de Staverse haven bouwen; een militair verdedigingswerk dat de haven moest bewaken. Na ca. 1580 werd het gedeeltelijk afgebroken en verder in de stadswallen opgenomen. Bij opgravingen in 1996 werden stukken van de muren en torens en veel kanonskogels gevonden. Op de oude fundamenten werd een verbeelding van het vestingwerk gebouwd van cortenstaal, beton en glas. Delen van originele funderingen zijn nog te zien en in vitrines vind je historische Staverse voorwerpen.
Aan de haven van Stavoren zijn 22 moderne felgekleurde havenwoningen gebouwd, geïnspireerd op de pakhuizen in historische havensteden. Omdat ze doen denken aan de Nyhavn in Kopenhagen, wordt dit buurtje ook wel het ‘Kopenhagen van Friesland’ genoemd. Kaos architecten ontwierp de woningen als onderdeel van de herontwikkeling van het havengebied, met een subtiele verwijzing naar de historische gevels van de visserswoningen die hier ooit stonden.
De Wachters van Stavoren zijn vier in het oog springende woonblokken die buitendijks aan het IJsselmeer zijn gebouwd op terpen. Ze zijn ontworpen door Kaos architecten en maken onderdeel uit van het Hanzekwartier. De sokkel van de woningen is van graniet. De rest is opgetrokken uit baksteen, glas, cederhout en zink. De woonkamer op de eerste verdieping kijkt uit over het IJsselmeer; bij mooi tot Enkhuizen.
Het J.L. Hooglandgemaal (Stadsfenne 33) is een boezemgemaal dat in 1966 werd gebouwd. In natte periodes loost het overtollig water uit de Friese boezem op het IJsselmeer. In droge periodes laat het water binnen. Met een capaciteit van 7340 m³ per minuut is het een van de grootste gemalen van Europa. Het gebouw werd ontworpen door architect Piet de Vries, die het opvallende holgebogen dak bedacht en de gevels met hoge verticale ramen tussen betonnen kolommen. De vier grote schroefpompen en originele mechanische regelpanelen zijn nog steeds in gebruik.
Stavoren is de vierde stad die de Elfstedenschaatsers aandoen. Ze glijden via de Warmservaart het stadje in, en via de over de Molkwerumer Feart en de Yndyk, langs het IJsselmeer, naar Hindeloopen.
De Elfstedentocht, de legendarische schaatstocht van 199 kilometer langs elf Friese steden, werd voor het eerst (officieel) verreden op 2 januari 1909. Sindsdien werd de tocht vijftien keer georganiseerd, voor het laatst op 4 januari 1997. Het idee voor de Elfstedentocht kwam van Pim Mulier (1865-1954), een Fries die zich in de 19de eeuw inzette voor sport in Nederland. Hij organiseerde de eerste atletiekwedstrijden, introduceerde een voorloper van het huidige voetbal, initieerde de eerste tennisclub en bedacht dus ook de Elfstedentocht. Een epische schaatstocht langs de steden Leeuwarden, Sneek, IJlst, Sloten, Stavoren, Hindeloopen, Workum, Bolsward, Harlingen, Franeker en Dokkum. Pim Mulier ontwierp zelfs het zilveren ‘Elfstedenkruisje’ dat deelnemers krijgen die de tocht binnen de tijd uitschaatsen.
Elke Elfstedentocht bestaat uit een wedstrijdtocht en een toertocht. De wedstrijdrijders (in 1997 waren dat er 250) strijden om de winst, de toerrijders (in 1997 waren dat er 16.000) rijden om de prestatie en het befaamde kruisje. Het startschot van de toertocht klinkt ’s ochtends om tien over half zes. Vanaf dan vertrekken er elke 25 minuten tweeduizend schaatsers. Elke schaatser heeft een stempelkaart met startnummer, waarop ze in elke stad een stempel halen bij de stempelpost. Wedstrijdschaatsers doen gemiddeld zeven uur over de Elfstedentocht, toerschaatsers (veel) langer. Ze hebben tot twaalf uur ’s nachts de tijd. Als ze dan nog niet terug zijn in Leeuwarden, worden ze door de organisatie van het ijs gehaald. Dat zijn emotionele taferelen…
Er waren memorabele edities van de Elfstedentocht, zoals die van 1963, toen door de extreme kou maar 69 van de 10.000 deelnemers over de finish kwamen (en Reinier Paping won). In de tocht van 1986 reed Koning Willem-Alexander mee onder de schuilnaam "W.A. van Buren”.
Dat de ‘Tocht der tochten’ niet elk jaar wordt verreden heeft te maken met de voorwaarden. Om een Elfstedentocht te kunnen houden moet het ijs over de hele route minsten 13 - 15 centimeter dik zijn. Daarvoor is meerdere dagen flinke vorst nodig. Iets wat helaas minder en minder voorkomt. De route is verdeeld in 21 rayons, elk met z’n eigen rayonhoofd. De ijsmeester is de echte baas: hij is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het ijs en overlegt hierover met de rayonhoofden. Samen beslissen ze of en wanneer de tocht der tochten veilig kan worden gereden. Soms helpen de rayonhoofden het ijs een handje met ijstransplantaties: oud, dun ijs wordt weggezaagd, nieuwe dikke blokken ijs worden in het water gelegd om vast te vriezen.
Toankamer ’t Ponthús (Hellingpad 10-12) is een museum over de geschiedenis van de oudste stad van Friesland. Er wordt o.a. aandacht besteed aan de Slag bij Stavoren, de handel met Hamburg, het Sint Odulphusklooster, het Hanzeverleden, de inval van de Noormannen, de walvisvaart en de visserij. Een speciaal onderdeel is gewijd aan de sage van het Vrouwtje van Stavoren, compleet met film en expositie. Ook recente geschiedenis komt aan bod, zoals het Hooglandgemaal, de sluizen, industrie en oorlogsjaren. Open: van 1 mei t/m 25 oktober, woensdag t/m zaterdag van 13.30 tot 17.00 uur.