Bierroute drie Egmonden
Nederland, Noord-Holland, Egmond-Binnen
Duinen, strand, bollenvelden en de drie Egmonden zijn de hoofdingrediënten van deze wandeling. Je begint in Egmond-Binnen, waar bij de Abdij van Egmond Sanctie Alberti Parstorale bieren worden gebrouwen van heilig bronwater. Vervolgens gaat de route langs zee naar het voormalige vissersdorp Egmond aan Zee en vandaar naar Egmond aan den Hoef, de vroegere residentie van de heren en graven van Egmond.
N.B. In het Noordhollands Duinreservaat is een duinkaart nodig. Een dagkaart kost € 2 (een jaarkaart € 13,50) en is bij een automaat aan de rand van het gebied te koop of online.
N.B. Deze Bierroute komt uit Het grote Nederlandse bierwandelboek, uitgegeven door ANWB, met daarin nog 29 bierwandelingen in Nederland tussen 5 en 15 kilometer. Eerst nog een andere bierroute uitproberen? Probeer de Bierroute Den Bosch en/of de Bierroute Giethoorn.
Tip: Wandel deze route via de gratis ANWB Eropuit app. Zoek de route in de app via de filters. Onderweg zie je op het kaartje waar je bent, zo kun je niet verdwalen.
Hond mee: op het strand mogen loslopende honden tussen 1 mei en 1 oktober voor 10 uur en na 19 uur. Van 1 oktober tot 1 mei mogen de hele dag loslopende honden.
Buiten deze periodes mogen honden altijd aangelijnd op het strand.
Toegankelijkheid: deze route is niet toegankelijk voor mindervaliden (deel voert over het strand).
Paden: deze route voert voor 18% over het strand en verder over verhard wegdek (tegels, asfalt).
OV-tip: De wandeling begint in Egmond-Binnen bij bushalte Kerklaan, bereikbaar met buslijn 408 vanaf NS Station Heiloo of Busstation Egmond aan Zee.
Let op! In het Noordhollands Duinreservaat is een duinkaart nodig. Een dagkaart kost € 2 (een jaarkaart € 13,50) en is bij een automaat aan de rand van het gebied te koop of online.
- Wandel vanaf bushalte Kerklaan noordwaarts over de Herenweg, over de kruising met de Kerklaan. Na 150 m kom je op een kruising met Herberg Binnen, waar je later de wandeling zult beëindigen. Ga hier rechtsaf de Abdijlaan in. Loop naar het einde en ga rechtsaf naar de Abdij van Egmond (abdijbier en -kaas).
- Wandel vanaf de abdij via dezelfde route terug over de Abdijlaan. Op de kruising bij de herberg wandel je nu rechtdoor over de Sint Adelbertusweg. Na ruim 250 m steek je de drukke Randweg (N512) over en wandel je verder rechtdoor over de Sint Adelbertusweg. Na 400 m maakt de weg een bocht naar rechts (met links het Ooglijersputje).
- Ga aan het einde links de Oude Schulpweg in (later Middenweg). Deze weg volg je in totaal 2 km. Bij de zelfbedieningspaal aan de rechterzijde koop je voor een klein bedrag een toegangskaartje voor het Noordhollands Duinreservaat. Aan het einde van de weg wandel je het strand op en ga je rechtsaf. In de zomer staat hier strandpaviljoen ’t Zilverzand. Na een strandwandeling van ruim 2 km bereik je Egmond aan Zee.
- Verlaat het strand bij strandpaviljoen De Uitkijk en loop de boulevard op. Ga rechtdoor de Voorstraat in. Na circa 50 m ga je op het Pompplein schuin rechts de Zuiderstraat in. Na bijna 200 m ga je vlak voor Museum van Egmond rechts de Burgemeester Nielestraat in. Sla op de grote kruising linksaf de Zeeweg in. Na circa 150 m volg je de Zeeweg schuin naar rechts (de bredere Admiraal de Ruyterweg gaat schuin naar links). Blijf de Zeeweg volgen en wandel aan het einde rechtdoor via een fiets- en voetpad. Loop deze Bloedweg uit tot het einde en ga hier linksaf via de Van Oldenborghweg. Aan het einde kom je bij de drukke Egmonderstraatweg. Ga rechtsaf en volg de weg 350 m tot aan de verkeerslichten. Steek hier naar links over. Volg het voetpad tot het einde en ga rechtsaf de Egmonderstraatweg in, naar Egmond aan den Hoef.
- Steek na 200 m de Herenweg over en wandel rechtdoor over de Julianaweg. Je volgt de weg rechtdoor en neemt dan de tweede afslag links, de Schoolstraat. Wandel de Schoolstraat uit tot het einde en sla rechtsaf de Slotweg in, langs Slot op den Hoef.Voorbij het kasteel en bezoekerscentrum Huys Egmont ga je rechtsaf, de Weg naar de Oude Veert in. Voorbij de kruising met de Lamoraalweg begint een klein bedrijventerrein met Brouwerij Egmond.
- De route gaat vóór het bedrijventerrein linksaf via de Lamoraalweg. Ga aan het einde rechts het fiets- en voetpad op langs de Kalkovensweg. Bij de rotonde steek je de provinciale weg rechtdoor over en vervolg je de route over de nu smalle Kalkovensweg. Na 400 m komt de weg uit op de Brededijk/Kromme Hogedijk. Ga rechtsaf en volg even verder de Kromme Hogedijk rechtdoor.
- Na circa 900 m steek je de drukke Heilooër Zeeweg en wandel je rechtdoor via de Hogedijk. Deze weg volg je circa 1,5 km. Aan het einde volg je de bocht naar rechts, over de Doelen. Aan het einde ga je in de bebouwde kom van Egmond-Binnen linksaf via het Luilaantje dat overgaat in Krijt. Na ruim 200 m wandel je rechtsaf de Boonakkersteeg in. Aan het einde ga je linksaf via de Herenweg. Verderop zie je Herberg Binnen, het eindpunt van deze wandeling.
OV-tip: Vanaf hier loop je in een paar minuten terug naar de bushalte Kerklaan waar je met buslijn 408 naar NS Station Heiloo of Busstation Egmond aan Zee kunt reizen.
De Sint-Adelbertabdij is een benedictijnenabdij met een lange historie. Het is namelijk de oudste abdij van Holland, gesticht aan het begin van de 10e eeuw door graaf Dirk I van West-Frisia. West-Frisia is de naam waarmee geschiedschrijvers het gebied aanduiden dat na de Frankische verovering van het Friese rijk, in de 8e eeuw, werd bestuurd door verschillende graven. Het bestond onder meer uit Texel, Wieringen, Medemblik en Kennemerland, Rijnland, de Maasmonding, Schouwen en Walcheren. Er woonden (westelijke) Friezen, een verzamelnaam voor nauw aan elkaar verwante Germaanse stammen.
Duidelijke grenzen bestonden er nog niet en de grenzen die er waren verschoven ook te pas en te onpas. Het gebied behoorde staatkundig gezien vanaf 962 in ieder geval bij het Heilige Roomse Rijk en viel daarbinnen onder het Hertogdom Neder-Lotharingen. De diverse graven van West-Frisia waren dus leenmannen van de Rooms-Duitse koningen en keizers, met de Neder-Lotharingse hertog als een soort tussenpersoon met militaire en juridische bevoegdheden.
Tegen het einde van de 11e eeuw was er in West-Frisia een vrij duidelijk omgrensd graafschap Holland ontstaan dat de huidige provincies Noord- en Zuid-Holland en de eilanden Texel, Vlieland, Urk en Schokland omvatte. Het noordoostelijke deel van het gebied behield de naam West-Friesland, aan de overkant van de Zuiderzee was het voormalige Midden-Friesland (onze huidige provincie Friesland) een verzameling vrije dorpen en stadjes geworden.
Egmond was in het graafschap West-Frisia en daarna het graafschap Holland een belangrijk machtscentrum. In 922 gaf de West-Frankische koning Karel de Eenvoudige de kerk van Egmond aan graaf Dirk I als dank voor zijn hulp tegen opstandige vazallen. Dirk stichtte vervolgens een houten nonnenklooster en schonk de bezittingen van de kerk aan de nonnen.
Dirk II verving het houten klooster door een stenen gebouw en liet benedictijner monniken overkomen uit de Sint-Pietersabdij in Gent; de nonnen konden verhuizen naar een ander klooster. De abdij ontwikkelde zich in de middeleeuwen tot een belangrijk religieus, cultureel en wereldlijk centrum. De monniken legden bijvoorbeeld de eerste dijken aan die Egmond en de landerijen eromheen tegen overstromingen beschermden. In de eerste helft van de 12e eeuw verrees er ook een grotere abdijkerk op het kloosterterrein, in 1143 ingewijd door de bisschop van Utrecht. Die kerk staat er niet meer, want tijdens het Beleg van Alkmaar in 1573 liet Willem van Oranje de abdij verwoesten door de watergeuzen. Pikant detail: met de opbrengst van de geplunderde bezittingen werd de oprichting van de universiteit van Leiden gefinancierd.
De abdijruïne, in de 17e eeuw fraai op schildersdoek vastgelegd door Jacob van Ruisdael, bleef tot rond 1800 eenzaam achter, waarna de ruïne alsnog werd afgebroken. Na de Eerste Wereldoorlog zette de katholieke politicus jonkheer Charles Ruijs de Beerenbrouck zich fanatiek in voor de heroprichting van de abdij. Hij kreeg de bijnaam ‘edelman-bedelman’ omdat hij bij Jan en alleman geld vroeg voor aanschaf van de grond en de kosten van de nieuwbouw. De bedelman had succes, want in 1933 ging de bouw van de hernieuwde abdij van start en op 23 augustus 1935 betrokken de eerste monniken het nieuwe kloostercomplex.
Je kunt de kloosterkerk en het Abdijmuseum bezoeken, er worden ook rondleidingen gegeven (informatie over openingstijden is te vinden op www.abdijvanegmond.nl). Als het hek naast de kerk open staat kun je het terrein op voor een rondje door de kloostertuinen, waar je behalve bomen, planten een vlindertuin en een bongerd ook grafstenen aantreft van enkele graven van Holland. In de kerk en op het terrein liggen onder anderen de West-Friese heren en graven Dirk II, Aarnout, Dirk III, Dirk IV, Dirk V, Floris I en de Hollandse graaf Floris II begraven.
Via de ingang aan de oostzijde (aan de Vennewatersweg) kun je het abdijterrein eveneens op voor een wandelingetje. In de kloosterwinkel naast de parkeerplaats worden kaarsen uit de eigen ambachtelijke kaarsenmakerij verkocht en het abdijbier van Brouwerij Egmond: Sancti Alberti Pastorale. Je kunt kiezen uit: Egmondde Weizen, Blonde, Dubbel, Tripel, Abdijbock en Pastorale. Broeder Thijs ontwikkelde samen met de lokale kaasboerderij De Franschman twee kazen die exclusief in de abdijwinkel verkrijgbaar zijn: abdijkaas met mosterd en peper en honingklaver-abdijkaas. Openingstijden Brouwerij Egmond: ma tm do 9-17 (winkel), vrijdag en zaterdag 12-20 (winkel en proeflokaal).
De Adelbertusakker met de Adelbertusput zijn beide genoemd naar Sint-Adelbert, de schutspatroon van de abdij en van Egmond. Deze heilige Adelbert (of Adalbert) van Egmond was een Engelse missionaris en tijdgenoot van Willibrord en Bonifatius. Omstreeks het jaar 690 stak hij de Noordzee over om de West-Friezen te kerstenen, wellicht zelfs in het gezelschap van Willibrord. Tijdens Adelberts lange verblijf in West-Friesland verrichtte hij naar de overtuiging van de specialisten in Rome verschillende wonderen, wat hem na zijn dood in 740 een heiligverklaring opleverde. Volgens zijn levensbeschrijving zou Adelbert de kust bijvoorbeeld veelvuldig in mist hebben gehuld als er piraten naderden die de brede zeeboezem bij Egmond op wilden varen voor een potje plunderen.
Toen Adelbert in 740 overleed begroef men hem op deze plaats. In 922 liet Dirk I de overblijfselen opgraven om er relikwieën van te maken. Een godvruchtige non, Wulfsit of Wilfsit, had namelijk aan Dirk laten weten dat Adelbert haar in een visioen de opdracht had gegeven om zijn stoffelijke resten te vereren. Tijdens het graven gebeurde er een wonder: op de plek waar de beenderen uit de grond kwamen welde opeens een bron op, die anno de 21e eeuw nog altijd water geeft. De bron werd daarna een populair bedevaartsdoel, ook omdat het water een geneeskrachtige werking zou hebben bij oogziekten en krankzinnigheid. Om die reden noemen de Egmonders de Adelbertusput van oudsher ‘het ooglijersputje’.
Op de akker zijn behalve de pomp ook fundamenten van de kapel te zien die men hier voor de pelgrims bouwde, maar die in 1573 tijdens het Beleg van Alkmaar (net als de abdij) werd verwoest. De beenderen van de heilige liet Dirk I destijds herbegraven in het nieuw gestichte nonnenklooster dat later de Sint-Adelbertabdij zou worden. Adelberts schedel en enkele beenderen hebben tegenwoordig een laatste rustplaats onder het altaar van de abdijkerk. Op de eerste zondag na de feestdag van Adelbert, 25 juni, wordt op de Adelbertusakker altijd een heilige mis opgedragen, een gebeurtenis die de nodige pelgrims trekt. Ook de abdijkerk wordt dan bezocht om de relikwieën te vereren.
Het Noord-Hollands Duinreservaat strekt zich uit van Wijk aan Zee tot Bergen. In het middendeel bij Egmond zijn de duinen hoog en ruig, met veel duintoppen boven de 30 m. Door een eeuwenlange begrazing met koeien is het duinlandschap open gebleven. De binnenduingraslanden zijn bovendien erg bloemrijk: in juni zien ze rood en geel van de grote ratelaar en rietorchis. De dennenpercelen in het duinterrein heeft men in de jaren dertig van de vorige eeuw aangelegd in het kader van de werkverschaffing. Werklozen moesten de grond drie steken diep omspitten en er vervolgens 16.000 jonge dennen per hectare planten. Deze dennenbossen zijn dus ruim 80 jaar oud en beeldbepalend in het duinlandschap.
Op de boulevard, direct achter de eerste duinenrij, stuit je op het Nijntje aan Zee-pleintje, met een beeld van het wereldberoemde konijn van Dick Bruna in een bootje. Egmond aan Zee is namelijk de geboorteplaats van Nijntje. Tijdens een vakantie in de zomer van 1955 tekende Bruna het vertederende beestje hier voor het allereerst, voor zijn zoontje, en de rest is geschiedenis. Links rijst de 37 m hoge vuurtoren van Egmond op, de J.C.J. van Speijktoren uit 1833, een van de oudste nog actieve vuurtorens van Nederland. Het lichtbaken werd ontworpen door Jan David Zocher, die vooral bekend staat als landschapsarchitect; Zocher ontwierp bijvoorbeeld de singelparken van Utrecht, het park bij de Rotterdamse Euromast en het Amsterdamse Vondelpark (samen met zijn zoon). Koning Willem I bepaalde dat de vuurtoren van Egmond aan Zee tevens een officieel monument moest worden ter nagedachtenis aan luitenant-ter-zee Jan van Speijk, die in 1831 liever de lucht in vloog dan zijn schip bij Antwerpen over te geven aan Belgische opstandelingen.
Het is in de winkelstraatjes achter de boulevard duidelijk dat Egmond aan Zee tegenwoordig niet meer van de visserij leeft maar een echte badplaats is geworden. Tot een jaar of vijftig geleden waren er ook verschillende zogenaamde kinderkoloniehuizen in het dorp waar ‘bleekneusjes’, kinderen met een zwak gestel, in de zeelucht een beetje konden aansterken.
Op de hoek van de Zuiderstraat en de Burgemeester Nielestraat bevindt zich het Museum van Egmond in een voormalig kerkje. Dit museum biedt inzicht in het verleden van de drie Egmonden. Er liggen historische vondsten uit de slotgracht van het vroegere Slot op den Hoef tentoongesteld en je kunt er zien welke delen van Egmond aan Zee ooit door de golven zijn verzwolgen.
Op de hoek aan de overkant van de straat staan twee inmiddels geschakelde vissershuisjes uit de 19e eeuw. Dit soort huisjes had geen voordeur aan de straat, je moest naar binnen via het plaatsje naast het huis, waar men de vis schoonmaakte en te drogen hing en waar de netten werden geboet. Op de duintop (rechts) stond vanaf 1833 een tweede vuurtoren, maar die is verdwenen. Nu is het een uitzichtpunt vanwaar je over het dorp kunt uitkijken.
Egmond aan den Hoef was het stamslot van de West-Friese en later Hollandse heren en graven van het geslacht Egmont, dat tijdens de Kruistochten veel aanzien en fortuin vergaarde. Eén van die Egmonts, Lamoraal I van Egmont (1522-1568), was generaal en staatsman in de Zeventien Provinciën. Hij verwierf vooral als krijgsman in dienst van keizer Karel V veel roem en was onder meer gouverneur van Vlaanderen en Artois en lid van de Raad van State. Vlak voor het begin van de Tachtigjarige Oorlog sprak hij zich uit tegen de Spaanse onderdrukking van de Lage Landen en vóór een grotere geloofsvrijheid. De hertog van Alva liet hem arresteren op beschuldiging van verraad, waarna hij in 1568 samen met de graaf van Hoorne publiekelijk werd onthoofd op de Grote Markt in Brussel. De terechtstelling leidde tot grote protesten in de Nederlanden. Historici beschouwen ze als het begin van de gewapende Nederlandse Opstand en de Tachtigjarige Oorlog tegen de Spanjaarden.
In later tijden werden het leven en de terechtstelling van de graaf onderwerp van gemythologiseerde en geromantiseerde verhalen. In de 18e eeuw schreef Voltaire er bijvoorbeeld over, later die eeuw voegde Johan Schiller daar twee werken aan toe en in 1788 bracht Johann Wolfgang von Goethe zijn treurspel Über Egmont uit. Dertig jaar later componeerde Ludwig von Beethoven zijn beroemde ouverture Egmont, opus 84 en negen vervolgstukken voor Goethes toneelstuk. En in 1956 werd Beethovens ouverture weer gebruikt als onofficieel volkslied tijdens de Hongaarse opstand tegen de Sovjet-Unie.
De slotgracht en de fundamenten zijn al wat rest van het Slot op den Hoef, tegenwoordig ook wel Kasteel Egmond genoemd. Onder Dodo van Egmont en zijn opvolgers verrees hier in de tweede helft van de 12e eeuw een eerste kasteel, dat rond 1205 echter werd verwoest. De burcht werd herbouwd en versterkt maar in de 14e eeuw opnieuw verwoest, waarna het nogmaals herbouwd werd. Aan het einde van de 15e eeuw was het slot onder Jan III (‘Manke Jan’) het mooiste en grootste kasteel van Holland geworden. Keizer Maximiliaan had Egmond inmiddels tot graafschap bevorderd, dus de heren van Egmond waren vanaf nu graven van Egmond.
In 1573 ging het kasteel op last van Willem van Oranje echter opnieuw tegen de vlakte. De watergeuzen sloegen de boel kort en klein omdat het slot niet in Spaanse handen mocht vallen. Wat er nog overeind stond werd in 1798 verkocht voor de sloop, waarna de ooit zo trotse burcht vrijwel van de aardbodem was verdwenen. In de jaren dertig van de vorige eeuw liet de overheid de fundamenten weer opmetselen in het kader van een werkgelegenheidsproject, zodat er nu samen met het restant van de Rentmeestertoren en de slotgracht nog iets te bezichtigen valt.
In die slotgracht staat een bronzen beeld van Lamoraal van Egmont, een kopie van een 19e-eeuws beeld in de Oost-Vlaamse ‘Egmontstad’ Zottegem. Hier in Egmond aan den Hoef staat de graaf met zijn rug naar de slotkapel van het vroegere kasteel. De eerste kapel op deze plek kwam in 1234 gereed, in 1430 herbouwde Jan II van Egmont (‘Jan met de bellen’) het gebedshuis in zijn huidige vorm. De kapel kwam er niet ongeschonden van af tijdens de gebeurtenissen van 1573, maar in 1633 lieten de Staten van Holland het bouwwerk herstellen en plaatste men de fraaie gebrandschilderde ramen erin. Het uurwerk uit 1682 in het eeuwenoude torentje is vervaardigd door niemand minder dan Christiaan Huygens, eminent wetenschapper en uitvinder van het slingeruurwerk.
Naast de kapel woonde tijdens de Tachtigjarige Oorlog trouwens een beroemde Fransman: René Descartes (1596-1650), de filosoof van de uitspraak ‘Ik denk dus ik ben’. Op Slotweg 46-48 kun je in bezoekerscentrum Huys Egmont exposities bekijken en meer te weten komen over de historie van de Egmontjes. Het centrum bevindt zich in het vroegere raadhuis van de voormalige gemeente Egmond-Binnen, waar Egmond aan den Hoef deel van uitmaakte.
Rechts op nummer 1B staat de loods van Brouwerij Egmond. Op de eerste verdieping heeft de brouwerij een proeflokaal met alle bieren op tap. Open: vrijdag 16-21 uur, zaterdag/zondag 14-21 uur.
Als je hier in het voorjaar wandelt, zijn links en rechts bollenvelden te zien die er prachtig gekleurd bij liggen. De Hogedijk is een van die dijken die de monniken van de abdij in de Middeleeuwen hebben aangelegd.