Verkeersregels in België
In België is het strafbaar om onnodig je motor te laten draaien. Ook is het gebruik van de cruisecontrole soms niet toegestaan.
Algemene verkeersregels
- Hier worden enkele belangrijke algemene verkeersregels vermeld, waaronder een aantal verkeersregels die afwijken van de Nederlandse.
Veilig rijden
- Volgens het Belgische verkeersreglement moet de bestuurder steeds in staat zijn alle nodige rijbewegingen uit te voeren en voortdurend zijn voertuig goed in de hand hebben.
- Op basis van deze algemene regel kun je als bestuurder een boete krijgen als je tijdens het rijden bijvoorbeeld iets eet of drinkt, een sigaret rookt, make-up aanbrengt of iets uit het dashboardkastje pakt.
Rijden onder invloed
- Het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed is 0,5 promille.
- Het is verboden te rijden onder invloed van drugs.
Mobiele telefoon
- Het is bestuurders van voertuigen (ook fietsers) verboden tijdens het rijden een mobiele telefoon vast te houden.
- Let op: Ook als het voertuig stilstaat in de file of voor een rood verkeerslicht, mag je als bestuurder geen mobiele telefoon vasthouden.
- Handsfree bellen is wel toegestaan.
- Het is vanaf maart 2022 ook verboden om als bestuurder te scrollen, swipen of tikken op je telefoon of om muziek-apps of navigatiefuncties op je telefoon of tablet te gebruiken (die bijvoorbeeld op schoot, op de passagiersstoel of op de middenconsole ligt), tenzij het apparaat zich in een houder op het dashboard bevindt. De boete voor een overtreding van deze regel is hoog.
Veilig inhalen
- Als automobilist of motorrijder moet je buiten de bebouwde kom bij het inhalen een zijdelingse afstand aanhouden van minstens 1,50 m tussen jou en een voetganger, fietser of bromfietser (ook als deze zich op een fietsstrook of fietspad bevindt).
Veilig wandelen
- Als er geen voetpad of fietspad aanwezig is, ben je als voetganger verplicht aan de linkerkant van de weg en zo dicht mogelijk bij de rand te lopen, behalve in bijzondere situaties of als dat gevaar zou kunnen opleveren.
- Heb je een fiets, bromfiets of motor aan de hand, dan moet je aan de rechterkant lopen.
Basisverkeersregels
- Je moet rechts rijden en links inhalen.
Voorrang
- Op een kruising moet je bestuurders van rechts voorrang verlenen, tenzij met verkeerstekens anders wordt aangegeven.
- Trams hebben altijd voorrang op andere weggebruikers, behalve wanneer het verkeer wordt geregeld door verkeerslichten of een agent. Trams in België stoppen dus niet voor haaientanden.
- Let op: Anders dan in Nederland moet je als voetganger op een zebrapad altijd voorrang verlenen aan een naderende tram (tenzij het voetgangerslicht groen is).
Rotonde
- Als je een rotonde wilt oprijden, moet je voorrang verlenen aan bestuurders die op de rotonde rijden. Alle rotondes in België zijn voorzien van voorrangsborden.
- Zie touring.be/nl/artikels/zich-verplaatsen-op-een-rotonde-wat-moet-je-weten voor meer informatie over het rijden op een rotonde.
Reddingsstrook bij file
- Je bent in België verplicht in een file een reddingsstrook in het midden vrij te houden voor de hulpdiensten (ambulance, brandweer, politie).
- Deze plicht geldt op alle wegen met twee of meer rijstroken per rijrichting (ook binnen de bebouwde kom).
- Begin met het vormen van een reddingsstrook zodra zich een file vormt en het verkeer stapvoets gaat rijden.
- Verkeer op de meest linkse rijstrook moet zo veel mogelijk links gaan rijden en verkeer op de andere rijstroken moet zo ver mogelijk naar rechts.
- Je mag in principe niet op de vluchtstrook, busbaan of fietsstrook rijden, tenzij je tijdelijk verder moet uitwijken voor een naderend voorrangsvoertuig.
- Let op: Het is motorrijders in België wettelijk toegestaan om in een file gebruik te maken van de reddingsstrook. Motorrijders moeten de reddingsstrook echter onmiddellijk verlaten als er hulpdiensten naderen.
- Raadpleeg wegenenverkeer.be/veilig-op-weg/reddingsstrook of de FQA Reddingsstrook op https://mobilit.belgium.be/nl/wegverkeer voor meer informatie.
Ritsen
- Als twee rijstroken worden samengevoegd is bij langzaam rijdend verkeer ritsen verplicht. Dit betekent het volgende:
- Op de wegvallende rijstrook moeten bestuurders tot vlak voor de versmalling op de eigen rijstrook blijven rijden en dan pas invoegen.
- Op de doorgaande rijstrook moeten bestuurders vlak voor de versmalling om beurten één voertuig de ruimte geven om in te voegen.
- Als je niet doorrijdt tot de versmalling of invoegend verkeer geen voorrang verleent, kun je een boete krijgen.
Inhalen
- Je moet een stilstaande tram stapvoets voorbijrijden. Als er geen vluchtheuvel aanwezig is, mag je een tram passeren langs de zijde waar reizigers in- of uitstappen, mits er tussen de tram en het voertuig minstens 2 m overblijft.
- Op een weg met twee verschillende middenstrepen naast elkaar, hoef je als bestuurder alleen rekening te houden met de streep aan jouw kant: is dit een onderbroken streep, dan mag je deze overschrijden om in te halen en is dit een doorlopende streep, dan mag je niet inhalen.
Verkeerslichten
- Een knipperend oranje licht betekent dat bestuurders extra moeten opletten bij het doorrijden.
- Het is, net is in Nederland verboden door te rijden bij een oranje licht dat ononderbroken brandt, tenzij je de stopstreep of het verkeerslicht zo dicht bent genaderd dat je niet meer veilig kunt stoppen.
Stilstaan
- Het is verboden stil te staan op plaatsen waar je voertuig niet goed zichtbaar is (zoals in een bocht of nabij de top van een heuvel) of een obstakel vormt voor het overige verkeer.
- Het is daarnaast onder andere verboden stil te staan op trottoirs, op verhoogde bermen (binnen de bebouwde kom), midden op kruispunten, op of nabij oversteekplaatsen, in tunnels en onder bruggen.
Parkeren
- Het is verboden te parkeren aan de linkerkant van de weg (tegen de rijrichting in), ook in parkeervakken aan de linkerkant. In een straat met eenrichtingsverkeer mag je wel aan de linkerkant parkeren.
- Het is verboden te parkeren naast een gele onderbroken streep op de weg en naast een stoeprand met een gele ononderbroken streep of een witte zigzagstreep.
- Je moet bij het parkeren voor en achter een afstand van 1 m aanhouden ten opzichte van andere geparkeerde voertuigen op elke plaats waar dat het instappen in, of wegrijden van, dat andere voertuig zou verhinderen.
- Het is daarnaast onder andere verboden te parkeren op de volgende plaatsen:
- Voor de ingang van een openbaar gebouw.
- Waar voetgangers, fietsers of bromfietsers op de rijbaan moeten rijden om een obstakel (zoals een stilstaand voertuig of een hoop zand) te ontwijken.
- Op minder dan 5 meter afstand van het begin of einde van een fietsfietspad.
- Op minder dan 15 meter afstand van een bord dat een tram- of bushalte aangeeft.
- Op smalle wegen als de rijbaan daardoor minder dan 3 m breed zou worden.
- Op tweerichtingswegen ter hoogte van een ander geparkeerd of stilstaand voertuig als twee andere voertuigen elkaar daardoor moeilijk kunnen passeren.
- Tenzij anders is aangeven, mag je in een blauwe zone van ma. t/m za. van 9-18 uur met een parkeerschijf maximaal 2 uur parkeren. Buiten een blauwe zone gelden de regels van de blauwe zone ook als er verkeersborden staan met daaronder de afbeelding van een parkeerschijf.
- Er zijn blauwe rechthoekige parkeerborden met een witte P en een wielas erop die aangeven dat geheel of gedeeltelijk parkeren op de stoep verplicht is. Hetzelfde bord met rood kruis geeft aan dat parkeren op de stoep verboden is.
- In parkeergarages kan het verboden zijn om een auto met een lpg-installatie te parkeren.
- Let op: Sinds 1 oktober 2022 is het verboden om te parkeren op een parkeerplaats met een laadpaal als je auto niet op de laadpaal is aangesloten.
Licht- en geluidssignalen
- Geluidssignalen mag je binnen de bebouwde kom alleen gebruiken in noodgevallen om een ongeluk te voorkomen.
- Buiten de bebouwde kom mogen bestuurders geluidssignalen ook gebruiken om andere weggebruikers te waarschuwen dat ze willen inhalen.
- In het donker moeten lichtsignalen in plaats van geluidssignalen worden gebruikt, tenzij geluidssignalen noodzakelijk zijn om dreigend gevaar af te wenden.
Motor laten draaien
- Het bij stilstand warm laten draaien van de motor is verboden. Ook in andere omstandigheden, bijvoorbeeld bij het wachten voor een overweg, is het onnodig laten draaien van de motor verboden.
Maximumsnelheid België
Binnen bebouwde kom (B) | Buiten bebouwde kom (C) | Autosnelwegen (D) | |
Snorfietsen | 25 | 25 | verboden |
Bromfietsen | 45 | 45 | verboden |
Motorvoertuigen en combinaties < 3500 kg (A) | 50 | 70/90 (E) | 120 (F) |
Motorvoertuigen en combinaties > 3500 kg (A) tot 7500 kg | 50 | 70/90 (E) | 90 |
- A: Het gaat hier om de toegestane maximummassa van een motorvoertuig of combinatie (auto of camper die een caravan of aanhangwagen trekt).
- B: In Brussel geldt een maximumsnelheid van 30 km/h. Zie stad30.brussels voor meer informatie. Op sommige belangrijke verkeersaders binnen de bebouwde kom kan een hogere maximumsnelheid van 50 of 70 km/h uur gelden. Dit wordt met verkeersborden aangegeven.
- C: Geldt ook voor autowegen (niet autosnelwegen) met door een wegmarkering gescheiden rijbanen.
- D: Geldt ook voor wegen met minimaal 2 rijstroken in elke richting met door een middenberm gescheiden rijbanen (expreswegen).
- E: Let op:
- In Vlaanderen en Brussel geldt buiten de bebouwde kom een maximumsnelheid van 70 km/h, tenzij anders aangegeven.
- In Wallonië geldt buiten de bebouwde kom een maximumsnelheid van 90 km/h, tenzij anders aangegeven.
- F: De ANWB adviseert je om met een caravan of aanhangwagen de Nederlandse maximumsnelheid van 90 km/h aan te houden. Rij hooguit 100 km/h als je combinatie daar geschikt voor is. Je kunt dit bijvoorbeeld controleren met de rekentool 'caravantrekker' (anwb.nl/auto/trekauto). Als de ANWB het rijden met jouw combinatie een veilig keuze vindt én als de prestaties van de combinatie bij 80 of 90 km/h voldoende zijn (minstens 4 sterren), kun je overwegen 100 km/h te rijden waar dat is toegestaan.
- De minimumsnelheid op autosnelwegen is 70 km/h.
- Binnen een zone 30, in een straat met verkeersdrempels en een zogeheten fietsstraat of rue cyclabe geldt voor alle voertuigen een maximumsnelheid van 30 km/h.
- Op een woonerf mag je met een snelheid van maximaal 20 km/h rijden.
- Kom je een verkeersdrempel tegen, dan mag je hier met een snelheid van maximaal 30 km/h overheen rijden.
Smogalarm
- Als er te veel fijnstof in de lucht aanwezig is, treedt het smogalarm in werking en mag je op bepaalde autosnelwegen in Vlaanderen maximaal 90 km/h rijden.
- Dit alarm wordt gewoonlijk een dag van tevoren aangekondigd. Het smogalarm wordt ook vermeld op matrixborden met de tekst: SMOG 90.
- Meer informatie vind je op vlaanderen.be/nl/mobiliteit-en-openbare-werken/voertuigen/smogalarm-maximaal-90-km-uur-op-autosnelwegen.
- Ook in Brussel en Wallonië kunnen snelheidsbeperkingen gelden in verband met smog.
Flitspaalsignalering
- Het meenemen en gebruik van radardetectieapparatuur is verboden.
- Het gebruik van apparatuur met signalering voor vaste flitspalen of trajectcontroles (zoals navigatieapparatuur en telefoons) is toegestaan.
- Zie voor meer informatie: anwb.nl/juridisch-advies/op-vakantie.
Auto en camper
Verlichting
- Net als in Nederland zijn bestuurders alleen verplicht licht te voeren in het donker en overdag wanneer het zicht slecht is.
- Het mistachterlicht moet worden ingeschakeld als door sneeuw of mist het zicht minder is dan 100 m (in Nederland: 50 m) en bij zware regenval.
Kinderen
- Kinderen met een lengte van minder dan 1,35 m mogen alleen in een goedgekeurd en passend kinderzitje of op een goedgekeurde en passende zittingverhoger worden vervoerd.
- Alleen wanneer op de achterbank al twee kinderzitjes in gebruik zijn en er geen plaats is voor een derde kinderzitje, mag een derde kind met slechts een gordel om worden vervoerd, behalve in een taxi.
- Kinderen die jonger zijn dan 3 jaar, mogen niet worden vervoerd in een auto waarin een kinderzitje ontbreekt.
- Als een kind met de rug naar voren voorin in een kinderzitje wordt vervoerd, moet de airbag uitgeschakeld zijn.
Roken in de auto
- Het is in heel België voor iedere inzittende van een auto of camper verboden te roken in het bijzijn van een kind onder de 18 jaar. Dit verbod geldt ook voor elektronische sigaretten.
Lading
- Lading mag niet naar voren uitsteken.
- De maximumhoogte is voor een voertuig met lading is 4 m.
- De lading mag inclusief het voertuig maximaal 2,55 m breed zijn.
- De lading mag geen gevaar opleveren voor het overige verkeer.
- Ondeelbare lading mag maximaal 3 m naar achteren uitsteken, deelbare lading maximaal 1 m.
- Lading die meer dan 1 m naar achteren uitsteekt, moet worden voorzien van een reflecterend rood-wit markeringsbord (onder andere verkrijgbaar via anwb.nl/webwinkel) en in het donker of bij slecht zicht bovendien van een rood licht.
Fietsendrager
- Een voertuig met een fietsendrager mag maximaal 2,55 m breed zijn.
- Als de fietsendrager de achterlichten en reflectoren van je voertuig geheel of gedeeltelijk bedekt, moet de drager zijn voorzien van een verlichtingsbalk. Voor een auto met een Belgisch kenteken is ook een mistlamp op de fietsendrager verplicht.
Kentekenplaat en NL-sticker
- Op een fietsendrager of een bagagebox op je trekhaak moet je een witte kentekenplaat aanbrengen met het kenteken van je voertuig.
- Je moet ook een ovale witte NL-sticker aanbrengen op de fietsendrager of bagagebox. Je mag de sticker niet op de witte kentekenplaat plakken. Je kunt de NL-sticker eventueel op een fiets aanbrengen. Een NL-sticker is verkrijgbaar via anwb.nl/webwinkel (zoek op sticker).
Dashcam
- Het gebruik van een dashboardcamera in je auto kan handig zijn, bijvoorbeeld voor het registreren van een aanrijding. Let op: in sommige landen is het gebruik van een dashcam vanwege data- en privacywetgeving problematisch of zelfs verboden. Kijk voor details op anwb.nl/juridisch-advies.
Slepen
- Slepen is verboden op snelwegen (of op de vluchtstrook daarvan).
- Wanneer je auto een snelweg niet meer op eigen kracht kan verlaten, moet je een bergingsbedrijf inschakelen om je auto weg te laten slepen. Op andere wegen is slepen wel toegestaan. De maximumsnelheid is in dat geval 25 km/h.
Caravan en aanhangwagen
Afmetingen, maxima
Nederland | België | opm. | |
Breedte combinatie (excl. spiegels) | 2,55 m | 2,55 m | |
Hoogte combinatie | 4 m | 4 m | |
Lengte aanhanger (incl. trekhaak) | 12 m | 12 m | (A) |
Lengte combinatie | 18 m | 18,75 m | (A) |
- A: Een eventuele fietsendrager achterop wordt meegerekend in de lengte.
Extra brede aanhanger
- Voor vervoer van een aanhanger die breder is dan 2,55 m, moet een speciale vergunning worden aangevraagd bij een van de drie Belgische gewestelijke diensten. Als een vergunning wordt verstrekt, geldt deze voor het hele Belgische grondgebied. Zie wegenenverkeer.be/uitzonderlijk-vervoer en mobilit.belgium.be/nl voor meer informatie.
Motor
Helm
- Het dragen van een helm is verplicht voor bestuurder en passagier. Deze plicht geldt ook voor een kind dat als passagier op de motor wordt meegenomen.
- De helm moet voorzien zijn van een goedkeuringsmerk, tenzij het gaat om een maat waarvoor geen goedkeuring vereist is, zoals een helm voor kleine kinderen.
- De bestuurder en passagier(s) van een motor met zijspan, trike of quad zijn verplicht een helm te dragen, tenzij een dergelijke motor een passagiersruimte (veiligheidscel of gesloten carrosserie) heeft en de bestuurder en de passagiers beschermd zijn met een veiligheidsgordel of kinderbeveiligingssysteem.
Kleding
- Bestuurders en passagiers van motoren zijn verplicht om de volgende kleding te dragen:
- Handschoenen
- Jas met lange mouwen
- Lange broek of overall (motorpak)
- Laarzen of stevige, hoge schoenen die de enkels beschermen
- Deze voorschriften gelden ook voor Nederlandse motorrijders.
Verlichting
- Het dimlicht en rode achterlicht moeten altijd, dus ook overdag, branden.
- De andere verlichting mag alleen 's nachts en bij slecht zicht worden gebruikt.
Passagiers
- Het is toegestaan om op een motor een passagier te vervoeren, mits hiervoor een speciale zitplaats en voetsteunen aanwezig zijn.
- Kinderen jonger dan 3 jaar mogen niet op een motor worden vervoerd (tenzij ze in een voor hen geschikt en goedgekeurd kinderzitje in een zijspanwagen zitten).
- Op een motor met een maximale cilinderinhoud van 125 cm³ mogen kinderen van 3 t/m 7 jaar alleen worden vervoerd als ze in een goedgekeurd kinderzitje zitten.
- Op een motor met een cilinderinhoud van meer dan 125 cm³ mogen kinderen jonger dan 8 jaar niet worden vervoerd (tenzij ze in een voor hen geschikt en goedgekeurd kinderzitje in een zijspanwagen zitten).
Aanhanger
- Achter een motor mag een aanhanger gekoppeld worden van maximaal 1,25 m breed.
- Aan een motor met zijspan mag alleen een aanhanger worden gekoppeld als het zijspanwiel is voorzien van een rem.
Filerijden
- Motorrijders mogen in een file tussen de rijstroken met langzaam rijdende of stilstaande voertuigen door rijden. Ze mogen daarbij niet sneller rijden dan 50 km/h en ze mogen maximaal 20 km/h per uur sneller rijden dan de voertuigen die ze inhalen.
- Op auto(snel)wegen mogen motorrijders alleen tussen de voertuigen op de twee meest links gelegen rijstroken door rijden.
- Het is motorrijders in België ook toegestaan om in een file gebruik te maken van de reddingsstrook. Motorrijders moeten de reddingsstrook echter onmiddellijk verlaten als er hulpdiensten naderen.
- Filerijden is strikt verboden bij het naderen van een onbewaakte oversteekplaats voor voetgangers of fietsers.
- Het is verboden om de vier knipperlichten tegelijk te laten knipperen. Dit mag alleen in noodgevallen.
Parkeren
- Motoren mogen op de stoep worden geparkeerd en binnen de bebouwde kom ook op verhoogde bermen, mits er minimaal 1,50 m vrije ruimte overblijft en zij geen hinder veroorzaken.
- Worden bij een parkeermeter meerdere motoren gestald binnen hetzelfde parkeervak voor een auto, dan hoeft er slechts eenmaal te worden betaald.
- Bij het rechthoekige blauwe bord Parkeren met de afbeelding in wit van een personenauto mogen ook motoren worden geparkeerd.
In een groep rijden
- Wanneer motoren in een groep (minimaal twee personen) op een weg met rijstroken rijden, mogen zij op dezelfde rijstrook in twee evenwijdige rijen in zigzagformatie (baksteenformatie) rijden, met voldoende veiligheidsafstand onderling.
- Wanneer de rijbaan niet verdeeld is in rijstroken, mogen ze niet meer dan de helft van de rijbaan in beslag nemen.
- Een groep van meer dan 50 deelnemers moet (en een groep van 15 tot 50 deelnemers mag) vergezeld worden door ten minste twee wegkapiteins die zorgen dat de tocht goed verloopt. Deze wegkapiteins moeten ten minste 25 jaar oud zijn, een reflecterend veiligheidsvest dragen, waarop in zwarte letters op de rug het woord wegkapitein wordt vermeld en in het bezit zijn van een verkeersbord van het type C3 (rond, wit met een rode rand). Ten minste een van de wegkapiteins kan, terwijl de groep een kruispunt zonder verkeerslichten oversteekt, het verkeer op de dwarswegen stilleggen.
Busbaan
- Motoren mogen over de busbaan rijden en over rijstroken als dat wordt aangegeven met een verkeersbord waarop een symbool van een motor is aangebracht of als dat met een symbool van een motor wordt aangegeven op de rijstrook zelf.
Bromfiets en snorfiets
- In België heb je twee soorten bromfietsen:
- Bromfiets klasse A: constructiesnelheid 25 km/h, in Nederland snorfiets.
- Bromfiets klasse B: constructiesnelheid 45 km/h, in Nederland bromfiets.
- Voor elektrische scooters (zoals huur- en deelscooters) en elektrische steps mét zadel gelden de verkeersregels voor de bromfietsklasse waarbij ze zijn ingedeeld:
- Constructiesnelheid 25 km/h: regels voor snorfiets (bromfietsklasse A).
- Constructiesnelheid 45 km/h: regels voor bromfiets (bromfietsklasse B).
- Zie Elektrische step voor informatie over elektrische steps zónder zadel.
Helm
- Het dragen van een helm is verplicht voor bestuurders van een bromfiets van klasse A en B.
Verlichting
- Brom- en snorfietsen moeten ook overdag dimlicht voeren.
Passagiers
- Let op: Pas als je 18 jaar of ouder bent, mag je op een brom- of snorfiets een passagier vervoeren op een daarvoor bestemde zitplaats (duo- of buddyseat).
- Kinderen jonger dan 3 jaar mogen niet worden vervoerd met een bromfiets.
- Kinderen van 3 tot 8 jaar moeten in een geschikt kinderzitje worden vervoerd.
Plaats op de weg
- Snorfietsen moeten altijd op het fietspad rijden indien dit aanwezig is.
- Bromfietsen mogen op wegen met een maximumsnelheid tot 50 km/h zowel op het fietspad als op de rijbaan rijden.
- Bromfietsen moeten op wegen waar sneller dan 50 km/h gereden mag worden, het fietspad gebruiken indien dit aanwezig is.
Naast elkaar rijden
- Het is voor brom- en snorfietsers verboden om op de rijbaan naast elkaar te rijden. (Op een fietspad mag dat in principe wel, maar het stuur of eventuele lading die wordt vervoerd, mag niet buiten het fietspad uitsteken en andere weggebruikers mogen niet in gevaar worden gebracht.)
Aanhanger
- Achter een brom- of snorfiets mag een aanhanger worden gekoppeld van maximaal 1 m breed.
Lading
- Lading mag maximaal 1 m breed zijn en maximaal 50 cm uitsteken achter de brom- of snorfiets of de aanhanger.
Verkeersborden
- Als op een onderbord van een verkeersbord met bromfiets de letter A wordt weergegeven, dan geldt dit verkeersbord voor snorfietsen. Als er een B wordt weergegeven, geldt het verkeersbord voor bromfietsen.
Fiets
- De hierna vermelde verkeersregels voor een fiets gelden ook voor een elektrische fiets met trapondersteuning tot 25 km/h en een vermogen tot 250 watt.
- Voor een speedpedelec met trapondersteuning tot 45 km/h en een gemotoriseerde fiets met een vermogen tot 1000 watt gelden speciale regels (zie verderop).
Helm
- Het dragen van een helm is niet verplicht.
Mobiele telefoon
- Het is fietsers verboden tijdens het rijden een telefoon vast te houden.
- Handsfree bellen is wel toegestaan.
Verlichting en overige vereisten
- Voor op de fiets moet het licht wit of geel zijn en achter op de fiets moet het licht rood zijn.
- In plaats van vaste lampen op de fiets zijn ook losse lampjes toegestaan. Deze mogen worden vastgemaakt aan kleding en/of tassen, maar moeten goed zichtbaar zijn.
- De fiets moet voor een witte en achter een rode reflector hebben.
- Op de pedalen moeten gele of oranje reflectoren zijn aangebracht.
- Op de banden moet zich een reflecterende strook bevinden. Als dat niet het geval is, moeten op de wielen (velgen) minimaal twee gele of oranje reflectoren zijn aangebracht.
- Ook moet de fiets zijn voorzien van goed werkende remmen en een bel.
Passagiers
- Het is in België alleen toegestaan een passagier op de fiets te vervoeren als de fiets een speciaal daarvoor bestemde zitplaats heeft.
- Het is dus verboden een passagier op de bagagedrager te vervoeren en een passagier mag ook niet in amazonezit (met twee benen aan een kant) op de fiets worden vervoerd.
- Het is wel toegestaan om kinderen te vervoeren in een fietszitje.
Fietsende kinderen
- Kinderen tot 10 jaar mogen op het trottoir fietsen.
Aanhanger
- Het is toegestaan om te rijden met een fiets waaraan een aanhanger is gekoppeld van maximaal 1 m breed.
- Een aanhanger mag inclusief eventuele lading niet langer zijn dan 2,50 m.
- Er mag geen andere fiets naast een fiets met een aanhanger rijden.
- In een aanhanger mogen maximaal twee passagiers worden vervoerd. De aanhanger (fietskar) moet in dat geval uitgerust zijn met beveiligde zitplaatsen met een afdoende bescherming voor handen, voeten en rug.
Lading
- Lading mag maximaal 1 m breed zijn en maximaal 50 cm uitsteken achter een fiets of aanhanger.
Plaats op de weg
- Wanneer er een fietspad aanwezig is, moeten fietsers hiervan gebruikmaken.
- Wanneer er geen fietspad aanwezig is, mogen fietsers op de rijbaan fietsen, tenzij met een verkeersbord wordt aangegeven dat dit verboden is. Op auto(snel)wegen is fietsen verboden.
- Buiten de bebouwde kom mogen fietsers, als er geen fietspad aanwezig is, ook de berm of het trottoir gebruiken. Op het trottoir mogen ze voetgangers niet hinderen.
- Fietsers mogen over een busbaan (busstrook) rijden als dat wordt aangegeven met een fietspictogram op het verkeersbord dat de busbaan aanduidt of op een onderbord daarvan.
Fietsstraat
- In België zijn speciale fietsstraten waar fietsers (en bestuurders van speedpedelecs) over de volle breedte van de rijbaan mogen rijden. Auto's mogen hier de fietsers niet inhalen en niet sneller rijden dan 30 km/h. Deze straten worden aangeduid met een blauw rechthoekig bord met een rode auto, een witte fietser en het woord Fietsstraat of Rue cyclabe.
Naast elkaar rijden
- Fietsers mogen naast elkaar rijden, mits het overige verkeer daarmee niet wordt gehinderd.
- Buiten de bebouwde kom ben je verplicht achter elkaar te gaan rijden bij achteropkomend verkeer.
Fietsen onder invloed
- Het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed is 0,5 promille.
Eenrichtingsverkeer
- In sommige eenrichtingsstraten mogen fietsers in beide richtingen rijden als dat specifiek wordt toegestaan met een bord.
Rechtsaf bij rood
- Bij sommige verkeerslichten kan een verkeersbord aanwezig zijn dat aangeeft dat fietsers bij rood licht rechtsaf (of rechtdoor) mogen, mits ze andere weggebruikers op de juiste wijze voorrang verlenen. Dit is een driehoekig wit bord met een rode rand met een gele fiets en een gele pijl eronder die naar rechts (of rechtdoor) wijst.
Speedpedelec
- In België zijn specifieke regels ingevoerd voor een elektrische fiets met trapondersteuning tot 45 km/h en een vermogen van maximaal 4000 watt. De speedpedelec behoort tot de bromfietsen van klasse P, waarvoor grotendeels dezelfde regels gelden als voor gewone bromfietsen.
- De minimumleeftijd om op een speedpedelec te rijden is 16 jaar en de bestuurder moet in het bezit zijn van het bromfietsrijbewijs (AM) of een rijbewijs voor een auto of motor.
- Voor een speedpedelec is een WA-verzekering verplicht.
- De bestuurder van een speedpedelec is verplicht een goedgekeurde fietshelm (norm EN 1078) te dragen, mits deze speciaal bescherming biedt aan de slapen en het achterhoofd. Het is in België ook toegestaan een speciale speedpedelec-helm (norm NTA 8776) te dragen.
- Plaats op de weg:
- De plaats op de weg kan door wegbeheerders worden bepaald met onderborden waarop ook de speedpedelec voorkomt in de vorm van een afbeelding van een gemotoriseerd rijwiel vergezeld van de letter P (die staat voor bromfietsen van klasse P).
- Op wegen met een maximumsnelheid tot 50 km/h met een verplicht fietspad ernaast mag je kiezen of je al dan niet op het fietspad wilt rijden, tenzij met een verkeersbord wordt aangegeven dat het fietspad ook verplicht is voor speedpedelecs (P).
- Ook op wegen met een maximumsnelheid tot 50 km/h met een gezamenlijk verplicht fiets- en voetpad ernaast mogen speedpedelecs desgewenst op het verplichte fietspad naast het voetpad rijden.
- Op wegen met een maximumsnelheid die hoger is dan 50 km/h, moet je met een speedpedelec op het verplichte fietspad (of fiets- en voetpad) rijden.
- Een elektrische fiets die sneller kan dan 45 km/h, wordt beschouwd als een motor.
- Net als fietsers mogen ook twee bestuurders van een speedpedelec naast elkaar fietsen.
- Met een speedpedelec mag je, net als alle andere fietsers, rechtsaf of rechtdoor bij een rood stoplicht als dat met een verkeersbord wordt aangegeven. Je moet daarbij wel eerst correct voorrang verlenen aan het overige verkeer.
- Let op: Je mag op een speedpedelec geen kinderen jonger dan 3 jaar vervoeren. Kinderen tussen 3 en 8 jaar mag je alleen in een geschikt beveiligingssysteem (kinderzitje) op de speedpedelec vervoeren.
- Ga voor meer informatie naar vlaanderen.be/elektrische-fietsen.
Gemotoriseerde fiets
- Een gemotoriseerde fiets is een elektrische fiets die trapondersteuning biedt tot 25 km/h, maar voldoende vermogen heeft om ook zonder trapondersteuning te rijden (maximaal 1000 watt).
- Je moet op een gemotoriseerd rijwiel de verkeersregels voor de gewone fiets volgen.
- Om op een gemotoriseerd rijwiel te mogen fietsen, moet je minimaal 16 jaar zijn.
- Als de elektrische motor ook kan werken zonder dat je trapt, is een WA-verzekering verplicht.
- Het dragen van een fietshelm is niet verplicht, maar wordt wel geadviseerd.
- Op een gemotoriseerd rijwiel moet je waar mogelijk gebruikmaken van het fietspad.
Ligfiets en velomobiel
- Op een ligfiets en een velomobiel (een geheel of vrijwel geheel overdekte ligfiets) moet je de verkeersregels voor fietsers volgen.
- Op wegen met een maximumsnelheid tot 50 km/h met een verplicht fietspad ernaast mag je echter met een ligfiets of velomobiel kiezen of je al dan niet op het fietspad wilt rijden. Ligfietsen en velomobielen mogen desgewenst op de rijbaan omdat ze vaak sneller gaan dan andere fietsen op het fietspad en omdat ze door hun geringe hoogte minder snel wordt opgemerkt door automobilisten die het fietspad kruisen en op de rijbaan beter opvallen.
Fietsendrager
- Regels voor het vervoer van fietsen op een fietsendrager vind je bij Auto en camper.
Elektrische step
- In België wordt een elektrische step vaak e-step genoemd (officieel: gemotoriseerd voortbewegingstoestel). Je mag met een elektrische step op de openbare weg rijden.
- Een elektrische step mét zadel wordt in België afhankelijk van zijn constructiesnelheid beschouwd als snorfiets (25 km/h) of bromfiets (45 km/h) en hiervoor gelden ook de verkeersregels voor een snorfiets of een bromfiets en is bijvoorbeeld een helm verplicht. Zie Bromfiets en snorfiets voor meer informatie.
- Hier volgen de regels voor een elektrische step zónder zadel waarvoor de verkeersregels voor fietsers gelden.
Eisen
- Minimumleeftijd: 16 jaar.
- Rijbewijs: niet nodig.
- Helm: niet verplicht maar wordt sterk aangeraden.
Verkeersregels
- Het is in België verboden op de stoep te rijden. In voetgangerszones kan met een bord worden aangegeven dat elektrische steps zijn toegestaan (mits ze stapvoets rijden).
- Je moet de verkeersregels en verkeerstekens voor fietsers volgen. Je moet op het fietspad rijden als dat aanwezig is en anders op de rijbaan.
- De maximumsnelheid is 25 km/h (e-steps zonder zadel die harder gaan, worden niet toegelaten op de openbare weg).
- In het donker en bij slecht zicht (minder dan 200 m) is het verplicht om voor een geel licht en achter een rood licht laten branden. Lampjes mag je aan je kleding, rugzak of helm bevestigen.
- Een telefoon vasthouden is verboden.
- Het is verboden een passagier te vervoeren.
- Het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed is 0,5 promille.
- Je moet parkeren in een specifieke zone voor e-steps die met verkeersborden wordt aangeduid. Op plekken zonder specifieke zones voor e-steps mag je ook op de stoep parkeren mits je de doorgang voor voetgangers niet belemmert.
Verzekering
- Een speciale aansprakelijkheidsverzekering voor elektrische steps zonder zadel is niet verplicht in België, maar wordt wel aangeraden.
- E-steps met een zadel moeten worden verzekerd als snor- of bromfiets.
- Controleer bij het huren van een elektrische step de verzekeringsvoorwaarden in het huurcontract.
Winterbanden en winterregels
Winterbanden
- Aangeraden bij winterse omstandigheden - Winterbanden zijn niet verplicht, maar wel aan te raden bij winterse omstandigheden, zeker in bergachtige streken, zoals de Belgische Ardennen en de Belgische Eiffel.
- Winterbanden moeten wettelijk een profieldiepte hebben van ten minste 1,6 mm, maar een minimum van 4 mm wordt aangeraden.
- De ANWB adviseert je winterbanden te gebruiken met het sneeuwvloksymbool (3PMSF). Meer informatie: anwb.nl/winterbanden.
- Winterbanden met alleen de markering M+S die een snelheidsindex hebben die lager is dan de maximumsnelheid van de auto, zijn alleen toegestaan van 1 oktober t/m 30 april. Winterbanden waarop ook het sneeuwvloksymbool (3PMSF) is aangebracht en die een lagere snelheidsindex hebben dan de maximumsnelheid van de auto, zijn het hele jaar toegestaan. In auto's op banden met een lagere snelheidsindex dan de maximumsnelheid van de auto, moet binnen het gezichtsveld van de bestuurder een duidelijk leesbaar vignet worden aangebracht met daarop de maximumsnelheid van deze banden.
- Let op: In Luxemburg en Duitsland is het rijden op winterbanden verplicht bij winterse omstandigheden.
Sneeuwkettingen
- Toegestaan - Het gebruik van sneeuwkettingen (ook spike-spiders) is alleen toegestaan als de wegen zijn bedekt met sneeuw of ijs.
Spijkerbanden
- Toegestaan in winterperiode - Spijkerbanden zijn toegestaan van 1 november t/m 31 maart voor voertuigen met een toegestane maximummassa van niet meer dan 3500 kg. Deze limiet geldt niet voor bussen en minibussen.
- Als spijkerbanden worden gebruikt, moeten deze worden aangebracht op alle wielen en op die van een eventuele aanhanger, tenzij deze aanhanger minder dan 500 kg weegt.
- Op autowegen en autosnelwegen mag met spijkerbanden niet sneller dan 90 km/h worden gereden en op andere wegen niet sneller dan 60 km/h.
- Voor Belgische auto's met spijkerbanden is een reflecterend bord met de tekst 60 achter op de auto verplicht. Voor Nederlandse auto's met spijkerbanden geldt dat niet.
Verkeersborden
- De meeste verkeersborden in België zijn (vrijwel) gelijk aan de verkeersborden in Nederland.
- Hier worden met name Belgische verkeersborden getoond die niet in Nederland voorkomen of die wat betreft uiterlijk of betekenis afwijken van de Nederlandse verkeersborden.
Algemeen
Verboden in te rijden
![]() | C3 | Verboden toegang, in beide richtingen, voor iedere bestuurder. Dit verbodsbord geldt voor alle bestuurders, maar niet voor ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee, zoals in Nederland. |
![]() | C47 | Tolpost, verbod voorbij te rijden zonder te stoppen. Het woord Péage betekent Tol en ditzelfde bord is er ook met de Nederlandse tekst Tol. |
![]() | C7 | Verboden toegang voor bestuurders van motorfietsen. In Nederland is er een vergelijkbaar bord met dezelfde betekenis, maar met een meer gestileerde afbeelding van een motorrijder. |
![]() | C6 | Verboden toegang voor bestuurders van motorvoertuigen met vier wielen, geconstrueerd voor onverhard terrein, met een open carrosserie, een stuur als op een motorfiets en een zadel. Dit verbodsbord geldt voor quads. |
![]() | C23 | Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen gebruikt voor het vervoer van zaken. Dit verbodsbord geldt voor vrachtauto's. Een onderbord met een getal geeft aan dat het verbod alleen geldt voor vrachtauto's die in beladen toestand zwaarder zijn dan de op het bord aangegeven maximummassa. |
![]() | C25 | Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen of slepen waarvan de lengte, lading inbegrepen, groter is dan het aangeduide. Dit verbodsbord geldt niet alleen voor vrachtauto's, maar ook voor personenauto's met een caravan of andere aanhanger erachter en campers die langer zijn dan de lengte die op het verkeersbord wordt aangegeven. |
![]() | C15 | Verboden toegang voor ruiters. Dit bord geeft aan dat de weg of straat gesloten is voor ruiters. In Nederland wordt dit verbod aangegeven met het verbodsbord C09 met een trekker, bromfiets en fiets dat ook geldt voor ruiters. |
Doodlopende weg
![]() | F45b | Doodlopende weg met een uitgang voor fietsers en voetgangers. Aan het einde van deze weg kunnen gemotoriseerde voertuigen niet verder, maar fietsers en voetgangers wel. Er is ook een vergelijkbaar bord met alleen een witte voetganger. |
Auto en motor
Maximumsnelheden
![]() | C43 | Maximumsnelheid. Dit bord geeft, net als in Nederland, de maximumsnelheid aan die je mag rijden. |
![]() | C45 | Einde maximumsnelheid. |
![]() | Max. snelheid Vlaanderen | Algemene maximumsnelheden in Vlaanderen. In Vlaanderen is de maximumsnelheid op wegen buiten de bebouwde kom 70 km/h, terwijl die in Wallonië 90 km/h is, tenzij anders wordt aangegeven. |
![]() | Max. snelheid Wallonië | Algemene maximumsnelheden in Brussel en Wallonië. |
![]() | F1ah | Begin van een bebouwde kom. Na dit bord is de maximumsnelheid 50 km/h, tenzij anders wordt aangegeven. Op belangrijke verkeersaders binnen de bebouwde kom kan de maximumsnelheid worden opgetrokken naar 70 km/h. |
![]() | F3ah | Einde van een bebouwde kom. Na dit bord is de maximumsnelheid in Vlaanderen 70 km/h en in Brussel en Wallonië 90 km/h, tenzij anders wordt aangegeven. |
![]() | F5 | Autosnelweg. Op een autosnelweg mag je maximaal 120 km/h rijden, tenzij anders wordt aangegeven. De minimumsnelheid op een autosnelweg is 70 km/h (deze minimumsnelheid geldt uiteraard niet in een file). |
![]() | F7 | Einde autosnelweg. |
![]() | F9 | Autoweg. In België geldt, anders dan in Nederland, geen algemene maximumsnelheid op een autoweg omdat de maximumsnelheid afhangt van het type autoweg. De maximumsnelheid wordt altijd aangegeven met verkeersborden. |
![]() | F91 | Snelheidsbeperking per rijstrook. Dit verkeersbord geeft aan dat er een verschillende snelheidslimieten gelden op de verschillende rijstroken. |
![]() | F4a | Zone 30. De vermelde maximumsnelheid geldt voor een zone, dat wil zeggen een hele wijk, stadskern of dorpskom. |
![]() | F111 | Fietsstraat. In een Belgische fietsstraat mogen fietsers over de volle breedte van de rijbaan rijden. Auto's mogen fietsers niet inhalen. Auto's en fietsers mogen hier niet sneller dan 30 km/h rijden. |
![]() | F12a | Woonerf of erf. Op een Belgisch woonerf mogen voetgangers en spelende kinderen de hele breedte van de rijbaan gebruiken. Bestuurders mogen voetgangers en spelende kinderen niet hinderen en moeten eventueel stoppen. Auto's en fietsers mogen hier niet sneller rijden dan 20 km/h (in Nederland mag je op een erf maximaal 15 km/h rijden). |
![]() | F87 | Verhoogde inrichting(en). Dit verkeersbord geeft verkeersdrempels aan. Auto's mogen met een snelheid van maximaal 30 km/h over een verkeersdrempel rijden. |
Afslaan en keren
![]() | C33 | Verbod te keren. Dit verbod geldt vanaf het verkeersbord tot het volgend kruispunt. (In Nederland is er een vergelijkbaar bord met dezelfde betekenis, maar dan zonder schuine rode streep.) |
![]() | C31d | Verbod bij het volgende kruispunt rechtsaf te slaan. Er is een vergelijkbaar verkeersbord dat een verbod aangeeft om linksaf te slaan. |
Parkeren
![]() | E9a | Parkeren toegestaan. Een vergelijkbaar bord wordt gebruikt in Nederland. |
![]() | E9e. | Verplicht parkeren op de berm of op het trottoir. De afbeelding stelt een as met twee wielen voor van een auto die op de stoep of in de berm geparkeerd staat. |
![]() | E9f | Verplicht parkeren deels op de berm of op het trottoir. De afbeelding stelt een as met twee wielen voor van een auto die gedeeltelijk op de stoep of in de berm staat. |
![]() | E9g | Verplicht parkeren op de rijbaan. De afbeelding stelt een as met twee wielen voor van een auto die alleen op de rijbaan en dus niet op de stoep of in de berm staat. |
![]() | E9i | Parkeren uitsluitend voor motorfietsen. |
![]() | F03 | Parkeren is voorbehouden voor elektrische voertuigen. Dit is een onderbord van het bord E9a Parkeren toegestaan en geeft aan dat alle elektrische voertuigen daar mogen parkeren. |
![]() | F02 | Parkeren is voorbehouden voor de afgebeelde categorie(ën) elektrische voertuigen. Dit is een onderbord van het bord E9a Parkeren toegestaan en geeft aan dat alleen de voertuigencategorieën die op het bord worden weergegeven, daar mogen parkeren. |
![]() | E5 | Parkeerverbod van de 1e tot de 15e van de maand. Het veranderen van kant moet gebeuren op de laatste dag van elke periode tussen 19.30 en 20 uur. |
![]() | E7 | Parkeerverbod van de 16e tot het einde van de maand. Het veranderen van kant moet gebeuren op de laatste dag van elke periode tussen 19.30 en 20 uur. |
![]() | E11 | Halfmaandelijks parkeren in gans de bebouwde kom. Dit bord kan onder het bord F1ah (of een vergelijkbaar bord) worden geplaatst en geldt voor de hele bebouwde kom. Het veranderen van kant moet gebeuren op de laatste dag van elke periode tussen 19.30 en 20 uur. |
![]() | E9j | Wisselend parkeren. Dit bord geeft aan dat op één bepaalde parkeerplaats op verschillende tijden verschillende categorieën voertuigen afwisselend mogen parkeren (bijvoorbeeld fietsen van 7.30 tot 18 uur en auto’s van 18 tot 7.30 uur). |
Milieuzone
![]() | F117 | Begin van lage-emissiezone. In België wordt een milieuzone een LEZ, oftewel lage-emissiezone genoemd (in het Frans: zone à faible émission). Dit bord geeft aan dat de zone gesloten is voor bepaalde vervuilende voertuigen. |
Cruisecontrol
![]() | C48 | Verbod om de cruisecontrol te gebruiken. Dit unieke Belgische verkeersbord is per 1 oktober 2022 opgeheven en verwijderd omdat de naleving van de regel niet was te controleren en veel auto's tegenwoordig zijn uitgerust met 'adaptive cruise control'. |
Noodstopstrook
![]() | F95 | Noodstopstrook. Dit bord wordt gebruikt om een aftakking van een weg op een (steile) helling aan te duiden waar voertuigen die niet meer kunnen remmen, veilig een noodstop kunnen maken. Deze strook loopt meestal iets omhoog en eindigt in een grote grindbak. |
Waarschuwingen
- Nagenoeg alle driehoekige waarschuwingsborden in België zijn gelijk aan die in Nederland. Er zijn in België slechts een paar waarschuwingsborden die niet in Nederland voorkomen of enigszins afwijken van de Nederlandse borden.
![]() | A19 | Vallende stenen. Dit verkeersbord waarschuwt dat het risico bestaat dat er stenen van een helling op de rijbaan vallen of dat er stenen op de weg liggen. |
![]() | A21 | Oversteekplaats voor voetgangers. In Nederland is een vergelijkbaar bord, maar daarop staat een zebrapad. |
![]() | A15 | Glibberige rijbaan. |
![]() | A15a | Gladheid mogelijk als gevolg van ijzel of sneeuw. Dit onderbord bij het bord A15 waarschuwt dat de weg glad kan zijn door ijzel of sneeuw. |
![]() | F50bis | Let op fietsers en bromfietsers bij het afslaan. Dit verkeersbord waarschuwt bestuurders die rechtsaf slaan, voor fietsers en bromfietsers die dezelfde openbare weg volgen. |
Fiets, snorfiets, bromfiets en speedpedelec
Plaats op de weg
- Op verkeersborden die gelden voor bestuurders van snorfietsen, bromfietsen en speedpedelecs, wordt gebruikgemaakt van letters die aangegeven welk type gemotoriseerde fiets wordt bedoeld:
- A - snorfiets (in België bromfiets klasse A genoemd).
- B - bromfiets.
- P - speedpedelec.
![]() | F99a | Voorbehouden voor voetgangers, fietsers, ruiters en bestuurders van een speedpedelec (P). Deze weg mag alleen worden gebruikt door de afgebeelde weggebruikers en is verboden voor snor- en bromfietsers (A en B). Er zijn meerdere varianten van dit bord. |
![]() | D10 | Deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers en fietsers. Dit bord geeft een pad aan dat zowel door voetgangers als door fietsers kan worden gebruikt. Speedpedelecs zijn hier niet toegestaan. |
![]() | F103 | Begin van een voetgangerszone. De fiets onder op dit bord geeft aan dat fietsen ook is toegestaan in de voetgangerszone. (De Franse tekst betekent: Uitgezonderd laden en lossen van ... tot ... uur.) |
![]() | M11 | Uitgezonderd fietsers en bestuurders van een speedpedelec (P). Dit onderbord onder bijvoorbeeld het verkeersbord C3 (Verboden toegang, in beide richtingen, voor iedere bestuurder) betekent dat het verbod niet geldt voor fietsers en bestuurders van een speedpedelec. Dit onderbord wordt ook vaak gebruikt bij een inrijverbod om aan te geven dat je met een fiets of speedpedelec een eenrichtingsstraat wel aan beide zijden mag inrijden. |
![]() | M18 | Fietsers, snorfietsers (A) en bestuurders van een speedpedelec (P) mogen een eenrichtingsstraat aan beide zijden inrijden. Dit onderbord kan worden gebruikt in combinatie met het verkeersbord dat een weg met eenrichtingsverkeer aanduidt (blauw rechthoekig bord met witte pijl). |
![]() | D09 | Deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers en van fietsen, snorfietsen en speedpedelecs. Met een fiets en een snorfiets (A) moet je het fietspad gebruiken. Met een speedpedelec (P) mag je het fietspad gebruiken op wegen waar een maximumsnelheid tot 50 km/h geldt, maar moet je het fietspad gebruiken als de maximumsnelheid hoger is dan 50 km/h, tenzij met verkeersborden anders wordt aangegeven. |
![]() | D07 | Verplicht fietspad. Met een fiets en een snorfiets (A) moet je het fietspad gebruiken. Met een bromfiets (B) of speedpedelec (P) mag je het fietspad gebruiken op wegen waar een maximumsnelheid tot 50 km/h geldt, maar moet je het fietspad gebruiken als de maximumsnelheid hoger is dan 50 km/h, tenzij met verkeersborden anders wordt aangegeven. |
![]() | M16 | Verplicht voor bromfietsen (B) en speedpedelecs (P). Dit onderbord betekent in combinatie met het bord D07 dat het fietspad ook verplicht is voor bromfietsers en bestuurders van een speedpedelec (dus ook als de maximumsnelheid 50 km/h of lager is). Er zijn meerdere varianten van dit onderbord en ook vergelijkbare onderborden met de tekst Verboden in plaats van Verplicht. |
Doorrijden bij rood
![]() | B22 | Fietsers mogen rechtsaf slaan als het verkeerslicht rood of oranje is. Dit geldt ook voor bestuurders van standaard elektrische fietsen en speedpedelecs (niet voor bromfietsers). Fietsers moeten daarbij wel op de juiste wijze voorrang verlenen aan alle andere weggebruikers. |
![]() | B23 | Fietsers mogen rechtdoor als het verkeerslicht rood of oranje is. Dit geldt ook voor bestuurders van standaard elektrische fietsen en speedpedelecs (niet voor bromfietsers). Fietsers moeten daarbij wel op de juiste wijze voorrang verlenen aan alle andere weggebruikers. |
Aanduidingen
Frans | Nederlands |
Attention | Let op! |
Arrêt | Stop |
Au pas | Langzaam! |
Centre ville | Centrum |
Danger, dangereux | Gevaar, gevaarlijk |
Fin de limitation | Einde snelheidsbeperking |
Gare | Station |
Impasse | Doodlopend |
Interdit | Verboden |
Limitation | Snelheidsbeperking |
Passage interdit | Doorgang verboden |
Passage protégé | Voorrangskruising |
Péage | Tol |
Piétons | Voetgangers |
Priorité à droite | Verkeer van rechts heeft voorrang |
Prudence! | Voorzichtig! |
Ralentir, ralentissez | Langzaam rijden |
Rappel | Herinnering/herhaling (van verkeersregel) |
Route barrée | Afgesloten rijweg |
Sauf | Uitgezonderd |
Sens unique | Eenrichtingsverkeer |
Serrez à droite | Rechts houden |
Suivre | Volgen |
Tenez vos distances | Afstand houden |
Toutes directions | Doorgaand verkeer |
Travaux | Werk in uitvoering |
Virage | Bocht |
Voie unique | Eenbaansverkeer |
Vous n'avez pas la priorité | U hebt geen voorrang |
Zone bleue | Alleen parkeren met parkeerschijf |
Zone résidentielle | Woonerf (maximumsnelheid 20 km/h) |