logo ANWB - ga naar homepageANWB Homepage

Auto Review Jaguar Xe-Serie I 1e facelift

Raskat

Jaguar XE P250 S R-Performance

Pluspunten
  • Stuurgedrag
  • Aansprekend uiterlijk
Minpunten
  • Prijs
  • Beperkte binnenruimte
  • Afwerking

Met de XE verbaasde Jaguar vriend en vijand. Toch vielen de verkoopaantallen tegen. Nu de chique middenklasser is bijgepunt, slaat hij opnieuw zijn klauwen uit naar rivalen als de BMW 3 Serie. De Britten lieten het belangrijkste minpunt van hun sportieve sedan echter ongemoeid.

Conclusie

De Jaguar XE is een opzwepende rijdersauto, waar je op straat nog eens extra naar omkijkt. Aan beide kwaliteiten heeft de sedan bij diens facelift niets ingeboet. Er zijn alleen geen pluspunten bijgekomen: de verbeterde interieurafwerking en moderne instrumenten wegen niet op tegen het nog altijd forse prijskaartje. Voor hetzelfde geld koop je bij de concurrentie bovendien een ruimere auto.

Type auto en prijs

De XE is de voordeligste luxe middenklasser die je bij Jaguar kunt kopen. De sedan werd in 2015 op de Nederlandse markt geïntroduceerd om het de BMW 3 Serie lastig te maken. Hoewel de roofkat daar tot op heden niet in is geslaagd, hebben de Duitsers wel degelijk acht geslagen op de opponent in de achteruitkijkspiegel. Het front van hun nieuwe 4 Serie - de coupévariant van de 3 Serie - vertoont namelijk grote overeenkomsten met de voorzijde van de XE. Dat hebben de Britten alvast voor elkaar; nu de BMW nog voorbij steken. Een tussentijdse opfrisbeurt moet dat gewenste resultaat opleveren. Daarbij ging de aandacht vooral uit naar de binnenzijde van de Jaguar. Prijstechnisch is de XE nog altijd duurder dan de 3 Serie. Je bent voor de Brit minimaal € 57.580 kwijt, waar de Duitsers ‘slechts’ € 46.398 voor hun instapmodel verlangen. Alternatieven als de Audi A4 (minimaal € 42.930), Mercedes C-Klasse (vanaf € 42.254) en Volvo S60 (minstens € 44.995) zijn eveneens vriendelijker geprijsd. Bovendien kun je bij die concurrenten terecht voor een andere carrosserievariant, of het nu gaat om een tweedeurs uitvoering, een vierdeurs coupé of een stationwagen. De Jaguar wordt alleen als sedan verkocht.

Hoe rijdt de XE

De XE is niet de eerste kleine sedan van Jaguar. In 2004 probeerde het merk al eerder een plekje in de markt te bemachtigen met hun op de toenmalige Ford Mondeo gebaseerde X-Type. Die achtergrondinformatie werkte niet in het voordeel van de Britten, maar met de XE heeft de fabrikant zich weten te revancheren. Het is een van de meest dynamische auto’s uit zijn klasse, met een uiterst communicatieve besturing. Waar alternatieven als de 3 Serie en A4 meerdere gezichten kennen, profileert de achterwielaangedreven Jaguar zich nadrukkelijk als een sportieve sedan. Op lange stukken is dat best vermoeiend. Dat ligt puur aan die besturing, want het onderstel is weliswaar stevig, maar niet oncomfortabel. Ook met de zitpositie is weinig mis, al snoept het optionele zonnedak voorin de nodige hoofdruimte af. Wees daar op bedacht, wanneer je langer bent dan gemiddeld! Wij maakten onze kilometers met de eenvoudigste benzinemotor, die meteen goed is voor 250 pk en 365 Nm koppel. Het trekgewicht bedraagt 1.800 kilogram. Jaguar levert deze krachtbron uitsluitend in combinatie met een zeventraps automaat, die keurig op de achtergrond opereert. Dat kan niet worden gezegd van de viercilinder zelf, die een rauw geluid voortbrengt. Schakel je de sportstand in, dan maskeert de XE die matige soundtrack met een gecomponeerd motorgeluid. Dat klinkt echter niet uit de uitlaat, maar komt vanuit de speakers. Standaard wordt de Jaguar uitgevoerd met een aanvullende veiligheidsuitrusting, die behalve een noodremsysteem ook vermoeidheidsherkenning en actieve rijstrookassistentie omvat. Wil je meer hulpsystemen, dan kun je op de optielijst terecht voor zaken als adaptieve cruise control, dode hoek signalering en een waarschuwing bij kruisend verkeer aan de achterzijde van de auto. Op diezelfde optielijst staat een vernuftige set camera’s, waarmee je rond de XE kunt kijken. Geen overbodige luxe, want vanwege het bescheiden glasoppervlak en de forse raamstijlen kun je de Jaguar slecht overzien.

De XE van binnen

Het interieur van de Jaguar is rond de bestuurder opgebouwd. Een verwijzing naar het verleden, waarin het merk de nodige markante sportwagens heeft voortgebracht. De tijd van wortelnotenhout ligt echter achter ons, want bij zijn recente opfrisbeurt heeft de XE het instrumentarium gekregen van hedendaagse Jaguar- en Land Rover-modellen. Dat betekent dat de klokkenwinkel digitaal is en dat de middenconsole uit twee aanraakschermen bestaat. Ondanks al die moderne techniek kun je goed zien dat het dashboard van de XE alweer een paar jaar geleden is getekend. De aanraakschermen dissoneren een beetje met de rest van het instrumentarium. De oorspronkelijke XE had een keuzehendel van de automaat, die tijdens het starten uit de middentunnel omhoog kwam zetten. Voortaan prijkt op die plek een traditionele versnellingspook, wat het binnenste van de Jaguar minder eigen maakt. Wel worden er voortaan fraaiere bekledingsmaterialen gebruikt, die de kwaliteitsbeleving naar een hoger plan tillen. De vormgeving is nog steeds ‘recht toe, recht aan’: bij de concurrentie zie je bijvoorbeeld een grotere verscheidenheid aan materiaalkeuzes. Hoewel de achterbank van de Jaguar is uitgerust met drie veiligheidsgordels, passen er maar twee passagiers achterin. De middentunnel is fors en de middenconsole loopt een eind door naar achteren. Bovendien neem je plaats tússen de achterste wielkasten, wat niet alleen invloed heeft op de breedte van het interieur, maar ook op de in- en uitstap. Aan boord komen blijkt nog een hele klus! Zit je eenmaal, dan zorgt een uitsparing in de rugleuning van de voorstoel dat ook lange inzittenden hun benen kwijt kunnen. De hoofdruimte schiet echter tekort. Met een inhoud van 410 liter heeft de XE een nette bagageruimte, maar het is niet de grootste kofferbak in dit deel van de markt. De rugleuning van de achterbank klap je neer met behulp van een ontgrendelingsmechanisme in de bagageruimte. Vervolgens ontstaat er een hobbelige laadvloer, niet in de laatste plaats vanwege het volwaardige reservewiel dat onder de bagagebodem schuilgaat.

De XE en het milieu

Jaguar levert de XE met twee benzinemotoren en een dieselversie: een (semi)elektrische aandrijflijn staat niet in de folder, maar zit ook niet in de pijplijn. Het beschikbare vermogen loopt uiteen van 180- tot 300 pk. De door ons gereden instapversie is op papier goed voor een WLTP-verbruikscijfer van 1 op 11,8. Wij realiseerden in de praktijk een score van 1 op 9,6.

We hebben nog veel meer getest…

Naast nieuwe auto’s en occasions testen we ook allerlei producten. Van autobanden tot autostoeltjes en van dakkoffers tot dashcams.