Waterstad in de groei
Nederland, Zuid-Holland, Rotterdam
Bij de Oude Haven begon wat ooit de grootste haven ter wereld zou worden. Na de Tweede Wereldoorlog transformeerden architecten de omgeving tot een bruisend uitgaansgebied met een on-Nederlandse skyline. Hypermoderne wolkenkrabbers en prikkelend vormgegeven gebouwen alom. Af is het nooit; Rotterdam is nog steeds in de groei.
Hond mee: tijdens deze hele route zijn honden aangelijnd toegestaan.
Toegankelijkheid: deze route is niet geschikt voor mindervaliden, vanwege de trappen.
Paden: verhard (tegels en asfalt).
1. Ga vanaf station Rotterdam Blaak tussen het Potlood en de kubuswoningen de trap op. Boven rechtsaf, tussen de kubuswoningen door en vervolgens via de passage (Overblaak) over de weg. Einde rechts en dan alle trappen af richting de Oude Haven. Op straatniveau langs de rechterkant van de haven laopen, Geldersekade.
2. Rechtdoor, langs het Witte Huis en dan voor de brug rechtsaf, Wijnhaven. Onder de weg door en rechtdoor, Wijnhaven. Bij derde brug linksaf, Glashaven, wordt later Rederijstraat. Einde bij de Boompjes oversteken en neem de trap naar beneden naar de Boompjeskade, een wandel- en fietspromenade.
3. Ga rechtsaf langs de Maas. Bij monument De Boeg doorlopen, brug over, doorlopen tot het zebrapad, oversteken naar het Intell Hotel en meteen rechtsaf. Direct na het hotel linksaf via de trap naar de kade, Leuvehaven. Loop ca. 600 m rechtdoor tot het terras en dan via de linkrzijde naar de voorkant van het Maritiem Museum.
4. Hier bij de verkeerslichten de Blaak oversteken en meteen rechtsaf. Eerste linksaf, Korte Hoogstraat. Rechtdoor winkelstraat in. Eerste rechtsaf, grote winkelstraat in, Hoogstraat. (Er zijn verschillende plekken waar je even rechts kunt gaan om een blik te werpen op de Binnenrotte.) Voor bibliotheek (gebouw met gele stalen buizen) rechtsaf, terug naar station Blaak.
Startpunt Station Blaak ligt midden in de Waterstad, het historische stadsdeel tussen de Nieuwe Maas en de hoge zeedijk (nu Hoogstraat). Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw is dit deel van de stad flink op de schop gegaan. In die relatief korte tijd is de bouwstijl behoorlijk veranderd, zoals je al wandelend zult zien.
Station Blaak was bij de opening in 1993 het eerste treinstation in Nederland waarvan alle sporen onder de grond lagen. Daaronder loopt nog het metrospoor. De overkapping lijkt op een vliegende schotel en hangt aan een stalen boog waarin neonbuizen zijn verwerkt. Bij blauw licht rijdt er een trein richting rivier, kleurt de buis geel dan is er juist een in aantocht. Op zaterdag en dinsdag is het plein voor het station gevuld met marktkramen. Links staat de nieuwe overdekte markthal, bestaande uit een enorm gewelf met ruimte voor marktkramen, appartementen, winkels en horeca. Het gebouw ernaast, op Blaak 31, valt op door de verspringende verdiepingen.
De Centrale Bibliotheek (1983) springt in het oog door de gele stalen buizen langs de gevel, waardoor het doet denken aan het Centre Pompidou in Parijs. Het gebouw bestaat uit zes trapsgewijs oplopende etages. Binnen vind je ook een bibliotheektheater en een café-restaurant.
De naast de bibliotheek gelegen Blaaktoren kreeg na de opening in 1984 de bijnaam ‘Het Potlood’. Eén blik en je weet waarom.
De architect van de Blaaktoren was Piet Blom, die tevens de kubuswoningen ernaast ontwierp. Ook deze opvallende creaties staan er al sinds 1984. Nieuwsgierig naar het interieur? In een van de huizen is een museumwoning ingericht (elke dag geopend 10-18 uur).
Verderop wacht de middeleeuwse Oude Haven, die inmiddels is uitgegroeid tot een populair uitgaansgebied. Op de scheepshelling Koningspoort aan het eind van de haven worden historische schepen gerepareerd.
Het Witte Huis (1898) was enige tijd het hoogste kantoorgebouw van Europa. Nu valt het huis in het niet bij het bronskleurige woongebouw Wijnhaeve en het speels gevormde kantoor van Blaak 8 die achter de oerwolkenkrabber opdoemen. Naast het Witte huis kun je in het Mariniersmuseum kennismaken met de geschiedenis van het Korps Mariniers, dat een belangrijke rol speelde bij de verdediging van Rotterdam in de meidagen van 1940.
Het Mariniersmuseum vertelt het verhaal van de wereld van de mariniers en de mariniers in de wereld.
Mariniers worden al eeuwenlang ingezet om ons land te verdedigen. Een zware en verantwoordelijke taak die zij wereldwijd uitvoeren. Het motto Qua Patet Orbis (zo wijd de wereld strekt) typeert nog steeds het werk van het Korps Mariniers.
Het Mariniersmuseum in Rotterdam is dé plek waar je dit stoerste onderdeel van de Nederlandse Krijgsmacht leert kennen. Bijzondere verhalen en beeldmateriaal bieden een persoonlijke inkijk in het dagelijks leven van de marinier. Hoe is het om te werken in de jungle of sneeuw? Hoe kan je overleven in de meest bijzondere en extreme omstandigheden? De mariniers vertellen het je zelf.
Door een regelmatig veranderend aanbod in exposities biedt het museum een verrassende en inspirerende beleving rond de wereld van de mariniers. Bijvoorbeeld bij de schietgame VUUR!, hier waant de bezoeker zich een schutter aan boord van een marineschip en probeert al schietend de kapende piraten te stoppen.
Ook het driehoekige Wijnhaveneiland ontkwam niet aan modernisering. Naoorlogse panden maakten plaats voor markante hoogbouw, met als blikvanger The Red Apple op de kop van het eiland, bestaande uit een ‘Kopblok’ en een 127 m hoge toren. Vanaf hier heb je ook goed zicht op de zalmhaventoren die met 203 meter (inclusief mast 215 meter) hoogte het hoogste gebouw van Nederland en 61 verdiepingen telt.
De gebouwen langs de Boompjes vormen onderdeel van de skyline van Rotterdam. Het geheel glazen gebouw De Maas op de hoek van de Rederijstraat is een kantoorgebouw van Rijkswaterstaat. Daarachter staan drie woontorens uit de jaren tachtig. Langs de Boompjes vormen 230 vlaggen masten de Vlaggenparade. Aan de masten hangen 180 vlaggen van de nationaliteiten die in Nederland zijn vertegenwoordigd. De vlaggen zijn ’s avonds verlicht.
Hoogbouw in Rotterdam
Na de verwoestingen in de meidagen van 1940 besloot het stadsbestuur opnieuw te beginnen met het inrichten van de stad. In eerste instantie gebeurde dat zonder echte hoogbouw, maar vanaf de jaren negentig volgde de ene wolkenkrabber na de andere. Ze staan geconcentreerd in een lint dat begint bij het Centraal Station en doorloopt tot in de Kop van Zuid. Een schitterend zicht op de nieuwe skyline krijg je als je via de Maasboulevard de stad in rijdt. De rivier, bruggen en hoogbouw zorgen voor een indrukwekkend plaatje.
Op de oever bij het Leuvehoofd herinnert Monument De Boeg aan de zeelieden die in de oorlog op koopvaardijschepen omkwamen. Daarachter markeert een parkje met uitzicht op de Maas het einde van de Boompjeskade, een wandelpromenade tussen de twee stadsbruggen.
De havenactiviteiten zijn bijna allemaal uit de stad verschoven richting Europoort en Maasvlakte, maar de bedrijvigheid van toen herleeft tijdens een wandeling langs de historische schepen en kranen van het Havenmuseum in de Leuvehaven. Aan het einde van de Leuvehaven ligt een halte van de Watertaxi. Hiermee kunt u rondvaarten maken of naar andere bezienswaardige locaties varen.
Een havenstad kan natuurlijk niet zonder een Maritiem Museum, dat sinds 2014 ook het Havenmuseum en de Scheepshelling Koningspoort omvat. Kinderen zijn er meer dan welkom. Het museumcafé heeft een terras met uitzicht op de Leuvehaven. Op de kop van de Leuvehaven staat het beroemde monument 'De verwoeste stad' van Zadkine, ter nagedachtenis aan het bombardement op Rotterdam van 1940.
Het middelste van de drie gebouwen aan de overkant van de Blaak valt op vanwege zijn vorm. Een smalle voet met daarboven een flinke uitbouw. Dat was nodig om ruimte te houden voor het Schielandshuis, een statig herenhuis uit de 17e eeuw dat bijna wegvalt tussen al het moderne glas en staal.
Na het passeren van de ‘Koopgoot’ lijkt de Hoogstraat, niet meer dan een drukke winkelstraat. De straat maakt echter deel uit van een 13e-eeuwse dijk die van Gouda tot Schiedam loopt. Het hoogteverschil valt nu nauwelijks meer op. Een andere teken dat dit deel van het centrum oud is, is de 15e-eeuwse Laurenskerk. Het is het enige overgebleven middeleeuwse gebouw van de stad. Net even buiten de route, bij de Binnenrotte, lag de dam waarnaar de stad is genoemd.