De 8 mooiste steden van Tsjechië
De pracht van Praag is al vaak bezongen. Qua schoonheid en omvang springt de Tsjechische hoofdstad uit boven de andere steden in het land. Toch heeft Tsjechië veel meer stedelijk schoon. Bezoek in de regio Bohemen de kuuroorden die in de 18e en 19e eeuw aristocratisch en artistiek Europa in verrukking brachten. Laat je verleiden door de sprookjesachtige schoonheid van kleine steden als Český Krumlov en Telč.
Proef de sfeer in de levendige studentensteden Olomouc en Brno in de regio Moravië. Ontdek in Olomouc de communistische variant op de Praagse astronomische klok. Of ervaar in de wijngaarden rond Mikulov dat Tsjechië meer dan een bierland is. Dit zijn acht van de mooiste steden van Tsjechië.
1. Brno: de wieg van twee nieuwe landen
In de Tsjechische hoofdstad Praag noemen ze Brno lachend ‘het grootste dorp van het Wilde Oosten’. In werkelijkheid telt deze tweede stad van Tsjechië bijna 400 duizend inwoners. Ooit centrum van handel en industrie, nu een levendige studentenstad met veel theaters en musea. De 11e-eeuwse kathedraal en de 13e-eeuwse burcht steken op hun heuvels boven de stad uit. Stap voor een ontmoeting met de legendarische stadsdraak het oude stadhuis binnen. Daar hangt het beest met opengesperde bek.
De reden dat Brno wordt genoemd in architectuurboeken is Unesco-werelderfgoed Villa Tugendhat. ‘Minder is meer’ was het motto waarmee architect Mies van der Rohe in 1929 deze modernistische villa ontwierp. Van buiten vallen de strakke lijnen en de grote ramen op. Van binnen zie je dat ruimte en licht de hoofdrol spelen. Reserveer ruim vooraf. De villa vat de 20e-eeuwse geschiedenis van Tsjechië samen: eerst eigendom van Joden die voor de nazi’s vluchtten, daarna beschadigd door het Duitse en Russische leger en in 2013 het decor waar Tsjechië en Slowakije van elkaar scheidden en twee aparte landen vormden.
2. Olomouc op het ritme van de communistische klok
Olomouc (spreek uit als Olmik) was eeuwenlang de hoofdstad van Moravië en herbergt daardoor een schat aan culturele bezienswaardigheden, van kerken en herenhuizen tot barokke fonteinen. Op het St. Wenceslas-plein staat de neogotische kathedraal, met de op een na hoogste kerktoren in Tsjechië (101 meter). In het nabijgelegen huis van de decaan van de kathedraal voltooide de 11-jarige Mozart zijn zesde symfonie. De 35 meter hoge drievuldigheidszuil op het stadhuisplein Horni námestí is Unesco-werelderfgoed.
Vroeger werd gezegd dat als je een muntje van het stadhuis gooide je een monnik, een soldaat of een student zou raken.Tegenwoordig is de kans dat je een student raakt het grootst. Maar interessanter dan muntjes gooien, is het astronomisch uurwerk naast de stadhuistoren. De oorspronkelijke 15e-eeuwse klok werd vernietigd door een Duitse granaat aan het eind van de Tweede Wereldoorlog en in de jaren vijftig hersteld in communistische stijl. Arbeiders, boeren en atleten namen de plaats in van engelen en heiligen. Rode strepen onderaan markeren onder andere de sterfdag van Lenin en de verjaardag van Stalin. Elke dag om 12:00 uur komen de arbeiders minutenlang in beweging.
3. Het sprookjesdecor van Český Krumlov
Český Krumlov lijkt zo uit een sprookjesboek geknipt. Dit kasteelstadje aan de rivier de Moldau telt nauwelijks vijftienduizend inwoners, maar is na Praag de meest bezochte stad van Tsjechië. Het kasteel is het op een na grootste van het land en bepaalt het beeld van de stad. Bedwing de 162 treden van de toren en geniet van bovenaf van het uitzicht over het middeleeuwse centrum. Daar zie je dat dit stadje meer te bieden heeft dan het kasteel. Ook de smalle middeleeuwse straten en de oude bruggen dragen bij aan de charme van dit Unesco-werelderfgoed. De Moldau, die ook door de hoofdstad Praag stroomt, meandert door het historische hart van de stad. Stap je in een kano om de stad vanaf het water te bekijken?
Český Krumlov ligt dicht bij de Duitse en de Oostenrijkse grens en bij bierstad
České Budějovice (Budweis Budvar). Iets boven die stad vind je kasteel Hluboká, een van de toppers van de ruim tweeduizend kastelen die Tsjechië rijk is.
4. De wijnranken van Mikulov
Mikulov (circa achtduizend inwoners) ligt in Zuid-Moravië, op enkele kilometers van de grens met Oostenrijk. Je kent Tsjechië waarschijnlijk als bierland. Met een jaarlijkse consumptie van 140 liter per persoon behoort het tot de ‘grootgebruikers’. Maar Mikulov is vooral een van de hoofdsteden van de Tsjechische wijnproductie. De kalksteengrond levert frisse en fruitige witte wijnen, van druivensoorten als (welch)riesling, pinot blanc, chardonnay en grüner veltliner. Neem een proefje op een van de terrassen op het marktplein. Of klim naar het barokke kasteel waar in 2021 de eerste aflevering van Wie is de Mol? werd opgenomen.
Mikulov was eeuwenlang een van de belangrijkste Joodse steden in het Oostenrijks-Tsjechische gebied. In de 18e eeuw was zelfs meer dan de helft van de bevolking Joods. Vanwege de vrijheid die de Joden hier hadden, trokken ze ook vanuit Wenen en Brno naar Mikulov. Je kunt door het vroegere Joodse ghetto dwalen en de Joodse begraafplaats bezoeken.
5. Het grote plein van de kleine stad Telč
Telč is met zijn zesduizend inwoners maar een klein stadje. Toch verdient het alleen al vanwege het driehoekige marktplein met arcaden een plek tussen de mooiste Tsjechische steden. De pastelkleurige huizen uit de renaissance en barok zijn bijzonder goed bewaard gebleven. Bijna elk huis heeft een gevel en versieringen die het uniek maken. Toch vormen ze samen een harmonieus geheel. Aan de rand van het plein staat het 16e-eeuwse Telč Castle. De kasteelheer reisde graag naar Italië en nam een Italiaanse architect en kunstenaars mee terug. Hun werk is terug te zien in het weelderige interieur. Mis de plafonds in de Gouden Zaal en de Ridderzaal niet, met hun fraaie houtsnijwerk en fresco’s van de heldendaden van Hercules.
Waag je ook buiten het plein en dwaal door de smalle straten. Ontdek de vijvers die rond het stadscentrum werden aangelegd als bescherming tegen aanvallers. Aan het eind van die wandeling begrijp je vast waarom Telč Unesco-werelderfgoed is.
6. Kutná Hora: merkwaardige naam en monumenten
In de Middeleeuwen stak Kutná Hora Praag naar de kroon. De stad die ook bekend is onder de Duitse naam Kuttenberg, werd steenrijk dankzij de zilvermijnen. De koning van Bohemen woonde er zelfs even. Het huidige stadje is met twintigduizend inwoners vrij klein. Toch zijn de historische charmes groot en is de stad Unesco-werelderfgoed. Veel toeristen maken een dagtocht vanuit Praag, een uur met trein of auto. In de hellende middeleeuwse kasseistraten lijkt de tijd al eeuwen stil te staan. Bezoek de kathedraal gewijd aan Barbara, de beschermheilige van de mijnwerkers. Opvallend zijn de glas-in-loodramen, plus de fresco’s en beelden die verwijzen naar mijnwerkers.
Net buiten Kutná Hora vind je een van de vreemdste monumenten van Tsjechië: de kloosterkapel van Sedlec is versierd met de botten en schedels van veertigduizend doden voor wie geen ruimte meer was op de begraafplaats. Ze zijn vanaf 1870 verwerkt tot kroonluchters, kandelaars, slingers en andere voorwerpen. Bizar? Luguber? Of vooral fascinerend?
7. Karlsbad: kuuroord met keizerlijke allure
Duik de koningen en keizers achterna. Kuurstad Karlsbad (Karlovy Vary) dankt zijn naam aan de middeleeuwse koning Karel IV. Net als de Karelsbrug in Praag. In de 18e en 19e eeuw groeide Karlsbad uit tot een van Europa’s meest monumentale aristocratische kuuroorden. De gastenlijst telt een duizelingwekkende hoeveelheid kunstenaars en beroemdheden. Opvallend zijn de vele Russische bezoekers. Tsaar Peter de Grote was een van de eerste. De vijf gouden koepels van de Russisch-Orthodoxe kerk glanzen nog altijd in het zonlicht.
Ook verder ademt de architectuur grandeur. Met hotels die op pastelkleurige taarten lijken en elegante zuilengangen (colonnades). De grootste glorietijden van Karlsbad zijn inmiddels voorbij, maar in juli rolt het prestigieuze filmfestival nog altijd de rode loper uit voor internationale sterren. De stad was ook het decor van de Bond-film Casino Royale. Het standbeeld van Karl Marx kijkt wat afkeurend naar zo veel glamour. Deze grondlegger van het communisme kuurde hier zelf regelmatig. Misschien genoot hij het meest van het uitzicht over het heuvelland. Net als veel toeristen doen vanaf de Diana-toren.
8. Mariënbad: het muzikaalste kuuroord van Bohemen
Tsjechië telt tientallen kuuroorden, maar de meeste grandeur hebben Karlsbad en Mariënbad (Mariánské Lázně), dicht bij de Duitse grens. Ze staan samen met hun kleine zusje Franzensbad sinds 2021 op de Unesco-werelderfgoedlijst. De Engelse koning Edward VIII kwam er maar liefst negen keer kuren: ‘Ik heb alle Europese kuuroorden gezien’ zei hij, ‘maar de schoonheid van Mariënbad trof me het meest’. Ook de Habsburgse keizer Frans-Jozef had het naar zijn zin. Net als schrijver Goethe en componist Chopin, die hier hun muze en minnares ontmoetten. Chopin wordt nog elke augustus geëerd met het Chopin Festival. Ook de rest van het jaar herinnert muziek aan de vele componisten die hier kuurden. De Zingende Fontein is een waterorgel dat elke twee uur een compositie speelt waarop het water meedanst.
Tussen de mineraalbronnen, zuilengangen en paviljoens voel je nog de sfeer van weleer. Met zijn parken en bossen doet Mariënbad iets rustiger aan dan grote broer Karlsbad. Maar je hoeft niet te kiezen: je rijdt in drie kwartier van Mariënbad naar Karlsbad.