Auto Review Citroen C4 III

In de klasse van de Volkswagen Golf heeft Citroën zich voorheen lelijk vergaloppeerd. De nieuwe C4 is nog altijd geen allemansvriend, maar de Fransen lijken er in ieder geval in geslaagd hun eigenzinnigheid beter te doseren.

Conclusie

De Citroën C4 oogt als een hatchback, maar heeft ook iets van een semi-terreinwagen. In het verleden sloegen de Fransen de plank nog wel eens mis met een dergelijke experimenteerdrift. In het geval van deze C4 geeft het de compacte gezinsauto juist iets extra’s. Ook wat het ’t rijgedrag aangaat, onderscheidt de Citroën zich positief van de concurrentie. Om over de aantrekkelijke vanafprijs nog maar te zwijgen! De beperkte binnenruimte en het matige zicht rondom noteren we als belangrijkste kanttekeningen.

Type auto en prijs

Citroën heeft altijd patent gehad op compacte gezinsauto’s met een grote vijfde deur. Dat wil niet zeggen dat de Fransen die bouwwijze ook consequent toepassen. De GS, de BX, de oorspronkelijke C4: ze hadden allemaal een flinke kofferklep gemeen. Maar de laatste jaren raakte de klad in die kenmerkende eigenschap. De C4 verdween zelfs in zijn geheel van het toneel! Citroën vertrouwde op de eigenzinnige C4 Cactus om de eer binnen het C-segment te verdedigen, maar dat model was een stuk kleiner en de bijzondere stootkussens op de zijkant zorgden misschien niet voor parkeerschades, maar wel voor een tot op het bot verdeeld koperspubliek: je vond die auto geweldig of afschuwelijk. Na een afwezigheid van 2 jaar keert de typenaam dan ook weer terug. Ook de nieuwe C4 is geen allemansvriend, maar hij oogt in ieder geval minder smaakgevoelig dan de eerder aangehaalde Cactus. Hoewel de C4 de daklijn heeft van een hatchback, zijn de wielkasten uitgebouwd als die van een semi-terreinwagen. Citroën spreekt daarom zelf van een crossover. De Kia XCeed en Skoda Octavia hatchback gelden als alternatieven, al is de C4 flink goedkoper. Prijzen beginnen bij € 23.990, waar je voor de Kia minstens € 27.995 kwijt bent en de Skoda-dealer voor de voordeligste Octavia zelfs 28.290 euro verlangt. Beide concurrenten leveren voor die meerprijs een krachtiger motor en extra fabrieksgarantie: bij Citroën kun je slechts twee jaar voor het kosteloos verhelpen van eventuele gebreken terecht.

Hoe rijdt de C4

Citroën is altijd een beetje apart geweest. Een merkwaarde die de fabrikant geen windeieren legt, want de geschiedenis leert ons dat de verkoopaantallen in elkaar zakken zodra de Fransen ‘dertien-in-een-dozijn’ auto’s gaan produceren. Voor deze C4 grijpt Citroën terug naar een designtrucje dat het merk in 2004 al eerder toepaste op de driedeurs uitvoering van de toenmalige compacte gezinsauto. Die auto, de C4 Coupé, kreeg een gedeelde achterruit. Een kleine 20 jaar later gaat die bijzondere raampartij in de herkansing. Met hetzelfde teleurstellende resultaat, want opnieuw zit het ding in je achteruitkijkspiegel hinderlijk in de weg. De C4 valt sowieso slecht te overzien, want een achterruitenwisser ontbreekt en schuin naar voren kamp je met een aanzienlijke dode hoek. Waar we wél gecharmeerd van zijn, is het geboden rijcomfort. De schokdempers hebben hun eigen schokdempers - de zogenaamde Progressive Hydraulic Cushions - en tegen meerprijs kun je kiezen voor stoelen die zijn gemaakt van traagschuim: hetzelfde materiaal dat ook in luxe matrassen wordt gestopt. In een rechte lijn zit er behoorlijk wat gang in de C4: de driecilinder benzinemotor uit onze testauto is 155 pk en 240 Nm sterk, goed voor een trekgewicht van 1.200 kilogram. Het is het vlaggenschip van het modellengamma, gekoppeld aan een soepele achttraps automaat en van buiten te herkennen aan een extra uitlaat. Boven de 3.000 toeren gaat de driepitter er écht aan trekken en word je daadwerkelijk in je stoel gedrukt. Helaas ervaar je net zo’n ‘kiepbeweging’ tijdens het remmen, zodat wagenziekte op de loer ligt wanneer jij je niet behoedzaam door het verkeer begeeft. De krachtbron is nadrukkelijk aanwezig tijdens het accelereren, maar eenmaal op snelheid blijft de Citroën mooi stil. Op de richtingaanwijzer na dan: wanneer je die te lang aan laat staan, zet de C4 steeds een tandje bij totdat horen en zien je uiteindelijk vergaan. Stellantis, het concern waartoe ook Citroën behoort, is in het verleden al eens op de vingers getikt vanwege de lijn die de automogul voert wat het de beschikbare rijhulpsystemen aangaat. Neem de veiligheidsuitrusting van de C4. Op het eerste gezicht is daar weinig mis mee, want zaken als actieve rijstrookassistentie, vermoeidheidsherkenning en een noodremsysteem zitten bij de vanafprijs inbegrepen. Maar remmen doet de Citroën in dat geval alleen voor voetgangers en uitsluitend met behulp van een camera. Wil je dat de C4 ook ingrijpt als je onverhoopt een fietser dreigt aan te rijden, dan ben je aangewezen op de optielijst. Dat geldt even goed voor hulpsystemen als dode hoek bewaking en verkeersbordherkenning.

De C4 van binnen

De C4 is niet alleen van buiten bijzonder om te zien. Ook het interieur wijkt af van wat we in dit deel van de markt gewend zijn. Hoewel het binnenste van de Citroën verzorgd oogt, zijn door de Fransen harde bekledingsmaterialen gebruikt. Het infotainmentsysteem werkt met allerhande submenu’s, wat het gebruiksgemak niet ten goede komt. Opvallend is de tablethouder die je tegen meerprijs kunt bestellen: jouw bijrijder kan dan onderweg comfortabel een filmpje kijken! Ook voor de overige inzittenden zijn er voldoende stroompunten aan boord. De achterbank biedt een bioscoopzit, wat er in combinatie met de aflopende daklijn voor zorgt dat lange volwassenen met hun hoofd in de knel komen. De beschikbare beenruimte is wel in orde. De kofferbak van de C4 biedt plaats aan minimaal 380- en maximaal 1.250 liter bagage. De achterklep voelt loodzwaar, wat met name vervelend is wanneer je de vijfde deur wilt sluiten. Als doekje voor het bloeden is de laadbodem in hoogte verstelbaar, al moet daarvoor wel worden bijbetaald. Hetzelfde geldt voor de ventilatieroosters (!) voor de achterpassagiers. Een wonderlijke keuze, net als de stootkussens op de portieren (die overigens wel bij de vanafprijs zijn inbegrepen). Citroën noemt het ‘Airbumps’, maar zolang de portieren aan de bovenzijde verder uitsteken dan aan de onderkant, houd je er parkeerschades niet mee buiten de deur.

De C4 en het milieu

Citroën kiest er niet voor om de C4 uit te rusten met een mild- of semi-elektrische aandrijflijn. In plaats daarvan kun je naast drie versies op benzine en eentje op diesel ook een volledig elektrisch exemplaar van de compacte gezinsauto kopen. Het beschikbare vermogen loopt uiteen van 100- tot 155 pk. Onze testauto - met automaat - is op papier goed voor een gemiddeld verbruik van 1 op 16,7. In de praktijk realiseerden wij een score van 1 op 14,5.