Auto Review Jaguar E-Pace I

Zware botten

Jaguar - E-Pace D180

De Jaguar E-Pace heeft een lichtvoetig karakter, maar zware botten. De kleine SUV is gebouwd op een ouder Land Rover-onderstel en die extra kilo’s eisen op meerdere vlakken hun tol.

Conclusie

De Jaguar E-Pace weet uitgesproken sportieve rijeigenschappen te combineren met gezinsvriendelijk gebruiksgemak en de nieuwste rijhulpsystemen. Het zicht rondom laat echter te wensen over en mede dankzij de grote lichtmetalen velgen is de E-Pace weinig comfortabel. Bovendien maakt de door ons gereden dieselmotor de kleine Jaguar rumoerig en zorgt het forse gewicht voor hoge(re) maandlasten. En dan is de crossover al niet goedkoop! Voor minder geld zijn er minstens zulke begeerlijke alternatieven te koop.

Type auto en prijs

De F-Pace is de best verkochte Jaguar ooit. Het mag geen verbazing wekken dat de Britse autofabrikant het aantal crossovers daarom flink uitbreidt. Om te beginnen met de E-Pace, het kleinere broertje van de F-Pace. Die moet het opnemen tegen modellen als de BMW X2 en de Volvo XC40, maar zal met een prijskaartje van € 48.800 in ieder geval niet op prijs gaan concurreren. Bij BMW kun je voor 4 mille minder al terecht, de vanafprijs van de Volvo blijft zelfs (net) onder de € 40.000! Zoals te doen gebruikelijk, compenseren de Britten die stevige meerprijs met extra vermogen en standaard vierwielaandrijving (op de benzinemodellen). De E-Pace is niet alleen kostbaarder dan de concurrentie: ook de Range Rover Evoque, die onderhuids gelijk is aan de Jaguar, kost minder. En dat terwijl de fabrikant juist aangeeft dat het Jaguar met dit nieuwe model bereikbaarder wil maken. Ze zeggen zelf hun pijlen te richten op jonge gezinnen. Vandaar dat de crossover leverbaar is in allerlei hippe kleuren. Op verzoek zelfs met twee tegelijk!

Hoe rijdt de Jaguar E-Pace D180

Ga er maar aan staan: een overtuigende gezinsauto maken, zonder je traditionele merkwaarden uit het oog te verliezen. Dat resulteert doorgaans in een halfbakken compromis. De Britten slagen er zowaar in om iedereen tevreden te stellen, al vallen er een paar kanttekeningen te plaatsen. Eerst het zoete: de E-Pace doet qua rijdynamiek niet onder voor de traditionele sedans van het exclusieve merk. Hoewel de compacte crossover voorwielaangedreven is, gedraagt hij zich als een achterwielaandrijver: je voelt nauwelijks aandrijfkrachten in het stuur. Maar ondanks het gebruik van aluminium bouwmaterialen is het met bijna 1.900 kilogram geen vedergewicht: hij is gebouwd op het onderstel van de Range Rover Evoque en die auto draait natuurlijk alweer de nodige jaartjes mee. Desondanks voelt de kleine Jaguar lichtvoetig aan. De E-Pace helt nauwelijks over en stuurt mooi precies. Bovendien heb je een uitmuntende zitpositie; het instrumentarium is als het ware om de bestuurder heen gebouwd. Maakten wij bij de persintroductie nog kennis met het vlaggenschip van de modelreeks – een 300 pk sterke benzine uitvoering - ditmaal reden we de een-na-sterkste dieselversie. Die is goed voor 180 pk, een maximum koppel van 430 Nm en een trekgewicht van 1.800 kilogram. De E-Pace is standaard voorzien van Trailer Stability Assist en Trailer Ligt Test; systemen die zijn gericht op wie geregeld met een aanhanger op stap gaat. De kleine Jaguar is vormgegeven met een jong dier in het achterhoofd: daarvan zijn de kop en de poten al volgroeid, terwijl de rest van het lijf nog moet volgen. Met grote koplampen en flinke lichtmetalen wielen mikken de Jaguar-designers op een soortgelijk, vertederend effect. Je komt her en der ook een afbeelding tegen van de beroemde roofkat uit het bedrijfslogo, met daarachter een welpje. Zo vind je de beeltenis links onderaan de voorruit en wordt het vanuit de buitenspiegel op de grond geprojecteerd. Standaard levert de Nederlandse importeur de crossover op 17-inch velgen af, maar wie wil, kan ook voor een grotere wielmaat kiezen. Tot 21-inch exemplaren aan toe! Het oogt misschien fraai, maar het rijcomfort heeft er merkbaar onder te lijden. Sowieso is de E-Pace stugger gedempt dan menig alternatief. Onze testauto was voorzien van een negentraps automaat, die keurig op de achtergrond blijft. Misschien zelfs iets teveel, want bij een inhaalmanoeuvre duurt het even voordat de Jaguar versnelt. Het maakt daarbij niet uit welke rijmodus je hebt geselecteerd: in de dynamische stand heeft de semi-terreinwagen even veel tijd nodig als in de spaarstand. Bijkomend nadeel van de viercilinder dieselmotor uit onze testversie is het geluidsniveau. De diesel nagelt er op los, en dat terwijl de wind en banden op de snelweg toch al een rumoerige auto van de E-Pace maken. Het zicht rondom is een ander pijnpunt. De ramen zijn klein, waardoor je slecht om je heen kunt kijken. Het optionele head-up display weerspiegelt ook nog eens hinderlijk in de voorruit. De veiligheidsuitrusting is echter op orde: vermoeidheidsherkenning, actieve rijstrookassistentie en een noodremsysteem bij stadssnelheden - dat ook voetgangers herkent - zitten bij de vanafprijs inbegrepen. Wil je dat de Jaguar ook vanaf hogere snelheden zelfstandig tot stilstand komt, dan ben je aangewezen op een speciaal pakket vol rijhulpsystemen, dat voor € 986 in de optielijst staat. De E-Pace beschikt dan meteen over adaptieve cruise control, verkeersbordherkenning, dode hoek signalering en een waarschuwing bij kruisend verkeer aan de achterzijde van het voertuig.

De Jaguar E-Pace D180 van binnen

Op de achterbank en in de kofferbak kan er geen twijfel over bestaan dat de E-Pace op gezinnen is gericht. Met minimaal 577- en maximaal 1.234 liter bagageruimte steekt de crossover zijn belangrijkste concurrenten naar de kroon. Klap je in de Jaguar de rugleuning neer, dan loopt de laadvloer licht op. Bovendien ontbreekt een dubbele bagagebodem. Achterin kunnen volwassenen langer dan 1.90 meter goed zitten. Zelfs wanneer de auto is uitgerust met een glazen dak, blijft er genoeg hoofd- en beenruimte over! De achterzijde van de middenconsole beschikt over drie USB-aansluitingen: een voor iedere passagier op de achterbank (of er daadwerkelijk drie inzittenden achterin mee kunnen, is een tweede: de middentunnel is fors). Ook voorin beschikt de E-Pace over de nodige handigheidjes. Zo passen er literflessen in de deurvakken en kun je de aanzienlijke opbergruimte onder de armsteun naar eigen inzicht indelen. Helaas laat de interieurafwerking te wensen over. Zo hoorde we in onze testauto de nodige rammels en kraakjes en oogden bepaalde interieurdelen erg goedkoop (met name de aluminium inleg rond de keuzehendel van de automaat, die er na 5.000 kilometer al uitzag alsof de E-Pace er een heel autoleven op had zitten).

De Jaguar E-Pace D180 en het milieu

Jaguar levert de E-Pace in Nederland met drie diesel- en twee benzinemotoren, maar die krachtbronnen hebben stuk voor stuk vier cilinders en twee liter inhoud. Het vermogen loopt uiteen van 150- tot 300 pk. Voor de door ons gereden, vierwielaangedreven dieselversie mét automaat geven de Britten een fabrieksverbruik op van 1 op 17,9. In de praktijk laat de E-Pace een score noteren van 1 op 11,1.