Culinair Dokkum
Nederland, Friesland, Dokkum
- 1
- 73
- 11
- 82
- 49
- 48
- 50
- 13
- 46
- 45
- 4
- 44
- 35
- 34
- 33
- 32
- 29
- 27
- 26
- 78
- 25
- 24
- 25
- 30
- 1
Er zijn veel redenen om een mooie fietstocht te maken rond het pittoreske Dokkum. Een van deze redenen is het culinaire aanbod wat de regio te bieden heeft. Van een voormalig sterrenkok tot een geitenboerderij waar je de lekkerste kaas kan halen. Je gaat niet alleen langs de culinaire hotspots rondom Dokkum maar je fietst ook langs het schitterende Nationaal Park Lauwersmeer. Onderweg fiets je door Wierum, waar je zeker ook even een tussenstop moet maken om de zeedijk te beklimmen en van de vergezichten van het wad te genieten.
Parkeren: langparkeren kan op P-Zuid, aan de Lyceumweg. Via de Woudweg en de Woudpoortsbrug rijd je eenvoudig naar knooppunt 01.
Fietsveiligheid: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en mederecreanten en ga waar nodig achter elkaar rijden.
• Tussen 11-82 gaat de route over smalle paden; geef elkaar de ruimte en ga achter elkaar rijden.
• Tussen 48-50 gaat de route rond de kerk van Ingwierrum over een smal paadje.
• Tussen 50-13 gaat de route wat steiler omhoog en maakt op de dijk een scherpe bocht naar links; gaat dan verder over een smal tegelpad met veeroosters.
• Tussen 13-46 gaat de route over een smal grindpad (Abbewiesterpaad); halverwege steekt de route de Saatsenwei over (drukke landweg); de oversteek wordt beveiligd door rood-witte zig-zaghekken.
• Tussen 04-44-35 gaat de route over smalle paden, verwacht hier ook enkele klaphekjes.
• Tussen 35-34-33 en tussen 25-24-25-30 gaat de route over smalle paden.
Toegankelijkheid: deze route is ongeschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.), vanwege bovenstaande smalle paden; bovendien zal niet iedereen het zig-zag-hekje (oversteek op Abbewiesterpaad, 13-46) kunnen passeren.
Op de Markt in Dokkum is veel te zien: de monumentale Abdij (ooit weeshuis, nu een hotel), de IJsfontein van Birthe Leemeijer die natuur en klimaatverandering letterlijk tastbaar maakt en de Grote Kerk die deels is gebouwd met de stenen van het klooster dat hier eens stond. In de Hoogstraat vind je de Waard van Napels van Michael Roest. Roest kookte jaren de sterren van de donkere waddenhemel in de Waard van Ternaard, maar verkaste in 2020 naar de oude abdij en in 2023 naar de Hoogstraat. Hij bleef trouw aan zijn filosofie: eerlijk en heerlijk bijzonder koken met de beste producten van adresjes in de omgeving en groenten uit zijn eigen tuin in Zwaagwesteinde. Allemaal fair trade en biologisch. Samen met zijn maitre Salvatore Apuzzo brengt hij een Friese ode aan de Italiaanse keuken.
In dit momumentale pand was ooit een veerhuis en een herberg gevestigd. Nu huisvest het een intiem huiskamerrestaurant, waar gastheer Sander af en toe, bij mooi weer, huisgemaakt Italiaans schepijs verkoopt (Keppelstraat 40, Dokkum). Mochten ze gesloten zijn en je hebt trek in ijs, dan kun je ook terecht bij W'iis Ambachtelijk ijs en patisserie (De Dijk 2).
Op Diepswal 5 vind je stadsbrouwerij Bonifatius 754. Ooit telde Dokkum maar liefst negentien bierbrouwerijen. Ze verdwenen een voor een. Gelukkig wordt de traditie weer opgepakt. Behalve Bonifatius 754 maakt ook Brouwerij Dockum weer lokaal bier, waarmee ook wordt gekookt in het bijbehorende restaurant (Koophandel 10).
Hét adresje voor echte bonen en aardappelen is Streekwinkel It Alde Molkfabriek (de oude Melkfabriek, Stienfeksterwei 30a, Ee) van de familie Wilman. Het winkeltje vind je in de loods, die ook wordt gebruikt door ‘It Wurkferbân Fryske rassen’ (het werkverband Friese rassen) dat zich inzet voor het behoud van oorspronkelijke Friese groente-, fruit- en dierenrassen. Dat zie je terug in de koopwaar. Woudboontjes, kleine rode (een bruine boon zoals je nog nooit eerder hebt gegeten) en de lekkerste aardappelen.
In Engwierum, blijf rechtdoor fietsen over de Dodingawei en ga dan linksaf de doodlopende weg in. Na een bezoek aan de boerderij vervolg je de Dodingawei (wordt later Minnebuorren), je komt dan vanzelf bij knooppunt 50.
In de boerderijwinkel van biologische boerderij Timpelsteed krijgen ook groenten die niet aan het schoonheidsideaal voldoen een kans. Het gaat tenslotte om de smaak (Timpelsteed 1, Engwierum)).
Ambachtelijk Slagerij Menno Hoekstra verkoopt onder meer vlees van Schotse Hooglanders uit het Lauwersmeergebied. Als je geen vegetariër bent, een goed excuus om toch dat droge worstje mee te nemen. Al vier generaties slachten de Hoekstra’s zelf. Al het vlees in de winkel komt uit de streek. De worst, spek en ham roken ze zelf. Hun slagerij is dan ook al meer dan een eeuw een begrip in de wijde omgeving (Bumaleane 1, Eanjum).
Koop je je natuurvlees liever bij de boer zelf, dan zit er niets anders op dan een klein stukje omfietsen. Net buiten Anjum, aan de Boltawei vind je op nr. 8 de boerderijwinkel Frisian Angus van Folkert van der Zee. De winkel is genoemd naar het zwarte runderras dat Van der Zee in het natuurgebied op weg naar Lauwersoog laat grazen, maar je vindt er ook verschillende andere streekproducten. De winkel is alleen op vrijdag en zaterdag geopend.
Ervaar in dit museum hoe het leven van de waddenvissers eind negentiende eeuw geweest moet zijn in vijf kleine vissershuisjes bij de dijk in Moddergat. Er is ook een oplaadpunt voor de e-bike. Openingstijden zie website.
Melle en Tineke de Vries boeren met hart voor de zaak. Ze begonnen met koeien, maar schakelden eind vorige eeuw over op geiten, om kaas te kunnen maken met meer smaak. Dat laten ze doen door een ecologische kaasmaker in Heerenveen. Ze verkopen de kaas in hun boerderij aan de Dokummer Ee (Trekwei 2, Sibrandahûs).
NB: fiets eerst weer terug naar knooppunt 25, voordat je de route vervolgt naar knooppunt 30 en Dokkum.
De elfde stad die Elfstedenschaatsers aandoen is Dokkum. Een stad die wedstrijd en toerrijders binnen schaatsen over de Dokkumer Ee. En het centrum krijgen ze de verlangde stempel. Om vervolgens om te draaien en terug te schaatsen over de Dokkumer Ee om bij Bartlehiem de Aldtsjerkster Feart te nemen richting Leeuwarden. Er wacht nog een lang kanaal (De Moark), voordat de tocht op de Bonke Feart in Leeuwarden er eindelijk op zit.
De Elfstedentocht, de legendarische schaatstocht van 199 kilometer langs elf Friese steden, werd voor het eerst (officieel) verreden op 2 januari 1909. Sindsdien werd de tocht vijftien keer georganiseerd, voor het laatst op 4 januari 1997. Het idee voor de Elfstedentocht kwam van Pim Mulier (1865-1954), een Fries die zich in de 19de eeuw inzette voor sport in Nederland. Hij organiseerde de eerste atletiekwedstrijden, introduceerde een voorloper van het huidige voetbal, initieerde de eerste tennisclub en bedacht dus ook de Elfstedentocht. Een epische schaatstocht langs de steden Leeuwarden, Sneek, IJlst, Sloten, Stavoren, Hindeloopen, Workum, Bolsward, Harlingen, Franeker en Dokkum. Pim Mulier ontwierp zelfs het zilveren ‘Elfstedenkruisje’ dat deelnemers krijgen die de tocht binnen de tijd uitschaatsen.
Elke Elfstedentocht bestaat uit een wedstrijdtocht en een toertocht. De wedstrijdrijders (in 1997 waren dat er 250) strijden om de winst, de toerrijders (in 1997 waren dat er 16.000) rijden om de prestatie en het befaamde kruisje. Het startschot van de toertocht klinkt ’s ochtends om tien over half zes. Vanaf dan vertrekken er elke 25 minuten tweeduizend schaatsers. Elke schaatser heeft een stempelkaart met startnummer, waarop ze in elke stad een stempel halen bij de stempelpost. Wedstrijdschaatsers doen gemiddeld zeven uur over de Elfstedentocht, toerschaatsers (veel) langer. Ze hebben tot twaalf uur ’s nachts de tijd. Als ze dan nog niet terug zijn in Leeuwarden, worden ze door de organisatie van het ijs gehaald. Dat zijn emotionele taferelen…
Er waren memorabele edities van de Elfstedentocht, zoals die van 1963, toen door de extreme kou maar 69 van de 10.000 deelnemers over de finish kwamen (en Reinier Paping won). In de tocht van 1986 reed Koning Willem-Alexander mee onder de schuilnaam "W.A. van Buren”.
Dat de ‘Tocht der tochten’ niet elk jaar wordt verreden heeft te maken met de voorwaarden. Om een Elfstedentocht te kunnen houden moet het ijs over de hele route minsten 13 - 15 centimeter dik zijn. Daarvoor is meerdere dagen flinke vorst nodig. Iets wat helaas minder en minder voorkomt. De route is verdeeld in 21 rayons, elk met z’n eigen rayonhoofd. De ijsmeester is de echte baas: hij is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het ijs en overlegt hierover met de rayonhoofden. Samen beslissen ze of en wanneer de tocht der tochten veilig kan worden gereden. Soms helpen de rayonhoofden het ijs een handje met ijstransplantaties: oud, dun ijs wordt weggezaagd, nieuwe dikke blokken ijs worden in het water gelegd om vast te vriezen.