Auto Review Dacia Spring I 2e facelift

‘De goedkoopste elektrische auto van Nederland’ is een typering die de Dacia Spring geen windeieren legt. Na zijn recente facelift krijg je als klant ook nog eens meer waar waar je geld. Je moet alleen wel een beetje zorgeloos in het leven staan.

Conclusie

Zijn meest recente opfrisbeurt heeft de Dacia Spring goed gedaan. Je krijgt een rijker uitgeruste EV, die er ook nog eens leuker uitziet. En dat voor hetzelfde geld! Het bescheiden vermogen en de kleine batterij hoeven geen probleem te zijn, mits jouw woon/werk-verkeer ruimschoots binnen de opgegeven actieradius blijft: in de winter kan het rijbereik nog wel eens tegenvallen.

(Veel) duurdere concurrenten als de Renault 5 en Fiat 500e zijn minstens zo krap op de achterbank, maar bieden wel meer comfort. We doelen dan niet alleen op de schouderruimte voorin of het geluidsniveau op de snelweg, maar ook op de algehele gemoedsrust: Fiat en Renault scoren bij botsproeven aanmerkelijk hogere cijfers.

Type auto en prijs

De Dacia Spring is de voordeligste elektrische auto die je in Nederland kunt kopen. Dat was al het geval en blijft ook zo, nu de stadsauto recent stevig onder handen is genomen. Alleen het dak komt nog overeen met het uitgaande model: van buiten én van binnen herken je de Spring nauwelijks terug.

Het prijskaartje is echter gelijk gebleven. Sterker nog: de voordeligste uitvoering is zelfs goedkoper geworden! Prijzen beginnen voortaan bij € 18.950 of € 310 in de maand, wanneer je liever kiest voor private lease. Daarmee biedt Dacia een nuchter alternatief voor kleine elektrische auto’s als de Fiat 500e en Renault 5, die in aanschaf tot wel 12 mille duurder zijn.

Uitgebreidere standaarduitrusting

De 5 en de 500 zijn leuk om te zien, maar vlak de Spring ook niet uit! Die oogt na zijn facelift even goed fris en profiteert bovendien van een uitgebreidere standaarduitrusting. De eenvoudigste uitvoering heeft al airconditioning, cruise control en parkeersensoren aan boord. Hoeveel geld je ook stuksmijt op de Spring: het accupakket heeft altijd dezelfde omvang.

Dacia verleent drie jaar of 100.000 kilometer garantie op de complete auto en acht jaar of 120.000 kilometer op de benodigde batterijen.

Hoe rijdt de vernieuwde Spring

De kleine Dacia maakte in 2021 zijn opwachting op de Nederlandse markt. Het model reed toen al een paar jaar rond in China, waar de Spring wordt gebouwd en onder een andere typenaam verkocht. De elektrische stadsmini onderging in 2023 al een opfrisbeurt: destijds werd er een nieuwe, krachtiger motorvariant aan het leveringsprogramma toegevoegd.

Die elektromotor, 65 pk en 113 Nm sterk, ligt ook bij onze testauto onder de kap. Het betreft een zogenaamde Extreme-uitvoering, die behalve wat extra uitrusting ook meer opsmuk heeft meegekregen. Leuk weetje: elke versie van de Spring staat op stalen wielen. Ook het door ons gereden topmodel heeft dus wieldoppen.

MRB geen probleem

Dat je dat in eerste instantie niet in de gaten hebt, is een compliment voor Dacia. Daarnaast spin je er als consument garen bij, want een parkeerschade loopt op deze manier minder in de papieren dan bij een lichtmetalen velg.

De topsnelheid van de Spring is 125 kilometer per uur. Je hoeft bij het inschatten van je vaste lasten dus geen verkeersboetes in te calculeren. Maar de werkelijke reden dat de Dacia zo voordelig is in de maand, is zijn leeggewicht. De vernieuwde Spring weegt maximaal 1.049 kilogram: een schijntje voor een volledig elektrische auto. Wanneer er vanaf 2025 motorrijtuigenbelasting over de Dacia wordt geheven, is dat voor de Spring-eigenaar dus geen reden om wakker te liggen.

Matige botsproefresultaten

De matige botsproefresultaten van het autootje zijn dat wellicht wél. Hoewel Dacia de aanvullende veiligheidsuitrusting inmiddels heeft uitgebreid met systemen als cruise control en vermoeidheidsherkenning, komt uit de Euro NCAP botsproef onverminderd naar voren dat je bij een eventuele botsing lelijk gewond kunt raken. Het zicht rondom geeft hoe dan ook te denken, want zeker over je rechterschouder zie je bitter weinig.

Nadrukkelijk aanwezige hulpsystemen als de door de Europese Unie opgelegde snelheidswaarschuwing kun je achter het stuur van de Spring eenvoudig het zwijgen opleggen door middel van een speciale knop. Daaronder programmeer je tot vijf hulpsystemen van wiens werking jij niet gediend bent.

Hoe harder, hoe meer lawaai

Het schamele gewicht van de Dacia maakt, dat de EV ook niet veel vermogen nodig heeft. Vijfenzestig pk klinkt als weinig, maar het blijkt voldoende om in de Spring goed met het verkeer mee te komen. Je hoeft de snelweg dus niet te mijden, al gaat de Dacia meer lawaai maken hoe harder je rijdt. Rijwind en bandenrumoer dringen op die momenten nadrukkelijk het autootje binnen.

Met zijn lichte besturing en lange veerwegen is de Spring een ideale stadsauto. Op de buitenwegen werken die eigenschappen een beetje tegen je: je zult op hogere snelheid althans geregeld stuurcorrecties moeten doorvoeren. Daarnaast laat het meubilair te wensen over: de stoelzittingen zijn kort. Wie langer is dan gemiddeld, zit met opgetrokken knieën en komt met zijn rechterbeen akelig dicht bij de contactsleutel in de buurt. We schreven het al: wat het de botsveiligheid aangaat, is Dacia niet het braafste jongetje van de klas.

De vernieuwde Spring van binnen

De Spring profiteert ongeacht de gekozen uitvoering van een tweekleurig interieur met een digitaal instrumentarium. In onze testauto krijg je daar een fraai aanraakscherm bovenaan de middenconsole bij, waarop je draadloos Apple CarPlay danwel Android Auto kunt gebruiken.

De gebruikte materialen zijn onverminderd van knalhard plastic, maar het geheel oogt verzorgd. Opvallend is de aanwezigheid van elektrische ramen achterin, met de bedieningsknoppen in de deuren. Voorin tref je die knoppen onderaan de middenconsole aan: een manier om kosten te besparen, want op die manier hoeft er in de portieren geen kabelboom te worden getrokken. In dat licht bezien, is het vreemd dat je achterin wél op een vertrouwde plek de ramen kunt openen of sluiten.

Schouder tegen de B-stijl

Het stuur van de 3,70 meter lange Spring is voortaan in hoogte verstelbaar, waardoor je eenvoudiger een goede zitpositie vindt. Het blijft knus van binnen: wie langer is dan gemiddeld, zit met zijn linkerschouder stijf tegen de B-stijl aan.

Op de achterbank hebben volwassenen weinig te zoeken. Je kunt er wel twee kinderen kwijt (let op: niet meer dan twee, want de Dacia voorziet niet in een derde gordelsluiting achterin), hoewel je kroost zich er vermoedelijk stierlijk zal vervelen: de Spring moet het nog altijd zonder eigen ventilatieroosters of stroompunten stellen.

Losse frunk

De kofferbak open je als vanouds met een iel knopje op de achterklep, dat bij nat weer geheid voor vieze vingers zorgt. De geboden bagageruimte is echter keurig, met minimaal 308- en maximaal 1.004 liter. De rugleuning klap je ook in het door ons gereden topmodel als een geheel neer. Een spontaan bezoek aan een woonwinkel stelt je dan al gauw voor flinke keuzes: gaat je kind mee terug, of de zojuist aangeschafte ladekast? Eén bankdeel neerklappen is er niet bij.

Een variabele bagagebodem is op de Spring niet leverbaar. Daardoor speelt de tildrempel je parten en heeft de stadsmini geen vlakke laadvloer. Er is achterin geen opberggelegenheid voor je laadkabel, maar de accessoires folder biedt uitkomst: tegen meerprijs kun je een losse ‘frunk’ bestellen, die je onder de motorkap boven de elektromotor bevestigd. Daar past nog eens 35 liter aan extra spullen in: ideaal voor de laadkabel, die anders tussen je overige bagage rondslingert.

De vernieuwde Spring en het milieu

Dacia levert de Spring met twee elektromotoren. Het instappertje is goed voor 45 pk, de door ons gereden Extreme-uitvoering heeft er 65. Beide aandrijflijnen zijn gekoppeld aan een 26,8 kWh groot batterijpakket, op papier goed voor een rijbereik van 225 kilometer.

Dat lijkt geen grootspraak, want wij realiseerden moeiteloos een praktijkverbruik van 13,1 kWh per 100 kilometer. Er is echter wel een ‘maar’: de accucellen van de Spring zijn niet vloeistofgekoeld. Daardoor heeft de stadsauto in de winter aanzienlijk meer moeite om de batterijen op bedrijfstemperatuur te krijgen. Zodra het kouder wordt, kun je niet meer op aan van een rijbereik van 200 kilometer of meer.

‘B’ van ‘Brake’

Eigenaren van een elektrische auto worden niet alleen blij van cruise control, maar ook van de mogelijkheid extra remenergie terug te winnen. Na zijn facelift biedt de Spring beide functionaliteiten. Op de hendel van de transmissie prijkt voortaan een ‘B’, van ‘Brake’. De Dacia met één pedaal rijden is er niet bij, maar in de stad heb je ontegenzeggelijk profijt van deze nieuwe mogelijkheid.

Welke Spring je ook koopt, de maximale laadsnelheid bedraagt standaard 7 kiloWatt. Op de optielijst kun je een snellaadmogelijkheid aanvinken, hoewel die slechts 30 kiloWatt bedraagt. Maar goed; da’s nog altijd vier keer zoveel dan normaal!

Stroom terugleveren

De laadopening van de Dacia zit aan de voorzijde: handig omdat je zo dicht mogelijk bij de laadpaal kunt parkeren, onhandig omdat je jouw parkeerplaats altijd achterwaarts zult moeten verlaten (en dat gaat ten kosten van jouw overzicht). Gedurende onze testperiode viel het ons verder op, dat de Dacia gevoelig is voor de volgorde waarin je de auto loskoppelt van de laadpaal. Haal je de kabel eerst uit het laadpunt, dan krijg je hem niet los in de Spring zelf: ouderwets, maar vooral erg hinderlijk.

De Dacia maakt dat goed met de mogelijkheid stroom terug te leveren aan andere elektrische apparaten. Niet slecht voor zo’n goedkope EV, al is die functionaliteit wel voorbehouden aan de door ons gereden Extreme-uitvoering.