Auto Review Audi A4 V (B9) 1e facelift

Waar Audi haar modellen bij een tussentijdse facelift doorgaans marginaal aanpast, onderging de A4 nu een opvallend grondige upgrade.

Conclusie

De flink vernieuwde A4 blijft een zalig sportieve kilometervreter, die vanwege zijn hoogwaardige uitstraling voornamelijk de zakelijke klant zal aanspreken. Saillant is dat Audi met dit volumemodel ook inzet op dieselaandrijving. Dat rijdt momenteel nog economisch, maar de particuliere bezitter zal straks vermoedelijk meer moeten afschrijven. Hoewel? De top-TDI’s zijn uitgerust met mild-hybride aandrijving. Het lijkt erop dat diesel-minded Audi zo een innovatieve vlucht naar voren blijft maken.

Type auto en prijs

Volgens Audi-ingenieurs zijn alleen de motorkap en het dak van de nieuwe A4-carrosserie nog hetzelfde als bij het model, dat vier jaar terug werd gelanceerd en dat in 2018 nog een lichte touch-up ontving. Meest in het oog springend is de bredere en – gezien vanaf de motorkap – lagere ‘singleframe’ grille. Ook de kersverse LED-koplampen transformeren het front van de vernieuwde A4. In Nederland zet de importeur de gefacelifte A4 in de markt vanaf € 42.930. Dan krijg je de 35 TFSI sedan van 150 PK. Voor Audi-begrippen is de prijs vrij realistisch. Zeker als je kijkt naar de directe concurrenten in dit bij zakelijke rijders populaire segment. Voor een basis-benzine-BMW 3-serie tel je bijvoorbeeld € 47.960 neer, maar krijg je ook meer power: 184 PK. Ook de kersverse S60 van het groeimerk Volvo kost in de T4-configuratie (wel met 190 PK) ruim 2000 euro meer dan de rivaal uit Ingolstadt. De tevens net vernieuwde VW Passat (toch stiekem een volle neef van de A4) is geheel volgens de doctrine van Volkswagen AG, het moederconcern, dan weer dik drie mille goedkoper.

Hoe rijdt de vernieuwde A4?

Het Audi-DNA schrijft voor dat hun modellen robuust rijden als op rails, maar dat ze ook bochten scherp kunnen aansnijden. Dat gold uiteraard ook voor de 190 PK-sterke A4 40 TFSI (€ 46.420), die wij in Süd-Tirol testten. Op de snelweg is het een stabiele en economische stayer, die op de linker baan vanwege de vier ringen een zekere autoriteit uitstraalt. De 2.0 viercilinder turbomotor met een begrensde top van 210 km/u is – ook net na een koude start - superstil en alle andere rijgeluiden worden hier gedempt door de geluidswerende voorruit en de voorportierruiten. En hoe snel wij ook de vele haarspeld-routes in de Dolomieten bestormden, de auto gaf geen krimp. Goed, da’s misschien klinisch, maar wel veilig. Dat ging ook op voor de gecoördineerde inhaalmanoeuvre op een tweebaansweg, waarbij de standaard 7-traps S-tronic-automaat exact het juiste verzet koos om de vrachtwagen voorbij te stuiven. Trouwens, deze 40 TFSI-versie zit volgens opgave van de fabriek in 7.3 seconden op 100 km/u en het maximale koppel bedraagt 320 Nm. Het trekgewicht bedraagt 1.500 kilogram. De rij-eigenschappen vallen zelf in te stellen. Er zijn vijf rijmodussen: Auto, Comfort, Dynamic, efficiency en Individual, waarbij je bijvoorbeeld het stuurgedrag, demping, transmissie en vermogensgebruik apart kan instellen. Wij hadden onze A4 merendeels in Efficiency staan en dat is voor de meeste chauffeurs een prima paraplu-stand. Via tal van – vaak optionele – assistentie –en veiligheidssystemen (adaptive cruise control, swerve assist, traffic jam assist, active lane assist, enz) houdt de Audi de handjes eveneens zelf virtueel aan het stuur. Semi-autonoom komt ie nog een heel eind. Via pre sense kan de Audi botsingen ‘ruiken’ en voorkomen, maar dat dit systeem overbemoeierig kan zijn, bleek toen wij een tolkaartje wilde pakken op de Autostrada. De A4 zag de slagboom bij het tolpoortje opeens aan voor een bewegend obstakel en spande acuut de gordels aan en gooide het portierraampje - met nog één arm eruit- zomaar dicht. Dat was niet alleen schrikken, maar ook pijnlijk. Maar misschien beter dat, dan dat het pre sense-systeem (als pre sense city standaard op de A4) zit te suffen, bij een echte crash.

De vernieuwde Audi A4 van binnen

Op de middenconsole is de grote draaiknop om het infotainment-systeem te bedienen verdwenen. Daar heb je nu weer een handig opbergvakje voor terug met daarnaast – blijft gemakkelijk – de volumeknop. De draaiknop is vervangen door een touchscreen, dat met 10.1 inch iets groter is geworden en tegelijk met 13 millimeter in zijn vrijstaande positie ook opvallend dunner is. De icoontjes op het display kan je nu – net als op een smartphone – naar je eigen voorkeuren zelf rangschikken. Ook de computer die al deze high-tech aanstuurt is nieuw en – inmiddels in de derde generatie – snéller. Audi’s geheel digitale virtual cockpit – ook zélf in te stellen - blijft een wonder van overzicht en ergonomie, terwijl ook de head-up display nog steeds bijdraagt aan de focus op het verkeer. Uiteraard moet je die, zoals veel bij Audi, extra in het orderboek aanvinken. De zetels blijven – zeker na een langdurig verblijf – comfortabel en ze zijn er tevens in grijzig leer, wat retro-chic staat. Achterin is genoeg (been)ruimte voor twee volwassen passagiers, al blijft de Audi A4 geen ruimtewonder. De kofferbak heeft een inhoud van 460 liter, ter vergelijking: bij de Peugeot 508 sedan is dat 487 liter en achter in de Volvo S60 kan je 442 liter kwijt.

De vernieuwde Audi A4 en het milieu

Waar overheden diesel willen ontmoedigen, blijft Audi pal achter haar TDI-aanbod staan. De snelle versie van de A4, de S4, wordt bijvoorbeeld voor het eerst uitgerust met een V6-TDI, waar – ook een primeur voor de S4 – mild-hybride techniek van 48 volt in zit. Dit systeem is – op kleine schaal, dat wel - in staat om energie te regenereren. Volgens Audi levert dit steuntje voor de zespitter een brandstofbesparing op van 0.4 liter per 100 kilometer. Sowieso lijkt dit scheurijzer naar verhouding niet dorstig. Ondanks de 347 PK en een koppel van 700 Nm is 1 op 16 rijden (aldus Audi) mogelijk. Audi communiceert voor de door ons gereden testversie een (nieuw) normverbruik van 5.8 liter per 100 kilometer, oftewel circa 1 op 17. Met een fluwelen voetje zou je daar wellicht een praktijkverbruik van kunnen maken, maar uiteraard zaten wij daar in de bergen boven.