Auto Review Toyota Camry V

De Toyota Camry verdween ooit uit Europa vanwege tegenvallende verkoopcijfers. In de Verenigde Staten voert de grote sedan echter al tientallen jaren zijn marktsegment aan. Biedt een dergelijke heldenstatus garanties voor een succesvolle rentrée?

Conclusie

Met de Toyota Camry maak je een statement. Dat is wel vaker het geval met Amerikaanse auto’s, maar doorgaans betaal je daarvoor een hoge prijs in de vorm van een stevig verbruik of matig weggedrag. Niets van dat alles bij deze grote Toyota, die alleen qua afwerking entrekgewicht tekort schiet. Dergelijke speldenprikjes zijn niet genoeg om deze ‘American Dream’ uiteen te laten spatten. Je moet alleen niet vies zijn van wat uiterlijk vertoon.

Type auto en prijs

De eerste Toyota Camry verscheen in 1982 op de markt en werd over de hele wereld verkocht. Het was toentertijd het vlaggenschip van het Toyota-gamma, gepositioneerd boven de Carina en later de Avensis. Daar kwam verandering in toen de Japanners in 1989 luxemerk Lexus introduceerden. Bovendien bleken we in Europa niet zo dol op grote sedans; van eerdere modellen werden nog hatchbacks en stationwagens gemaakt, maar van de vierde en vijfde generatie niet. Daarmee viel bij ons het doek voor de Camry. In de Verenigde Staten staat dit type Toyota echter al sinds 1997 te boek als de best verkochte personenwagen. Dat succes, plus het feit dat de fabrikant hier al een tijdje geen grote sedans meer aanbiedt, maakt de tijd rijp voor een comeback. Prijzen beginnen bij € 39.995, waarmee de zakenauto duurder is dan de Ford Mondeo (vanaf € 35.190), maar voordeliger dan de onlangs opgefriste Volkswagen Passat (minimaal € 44.650). Met welke concurrent je de Camry ook vergelijkt: de Japanner biedt altijd een krachtiger motor.

Hoe rijdt de Camry

Op een andere indeling van de koplampunits na, zijn de Amerikaanse en de Europese Camry identiek. Gelukkig deelt de sedan zijn onderstel met modellen als de Corolla, C-HR en Prius. Hij heeft weliswaar het gestrekte gestalte van een Amerikaanse slee, maar rijdt als een Europeaan: het veercomfort is aangenaam stevig en de grote Toyota beschikt over een directe besturing. Ook de aandrijflijn doet vertrouwd aan: onder de kap ligt een 2.5-liter benzinemotor die we al uit de huidige RAV4 kennen, gekoppeld aan een elektromotor. In het geval van de Camry is de aandrijflijn goed voor 218 pk en 221 Nm koppel. Houd je behalve van sedans ook van caravans, dan zal je jouw heil elders moeten zoeken: het trekgewicht bedraagt precies 0 kilogram. De voor- en nadelen van Toyota’s hybride aandrijflijn zijn ook voor deze Camry van toepassing: de gezinsauto schakelt naadloos van de benzine- naar de elektromotor en ook op hogere snelheden rijd je korte stukjes volledig op stroom. De Japanse Amerikaan is echter gehoriger dan de concurrentie. Dat ligt niet alleen aan de motor; ook banden- en windgeruis zijn onderweg goed hoorbaar. Wat verder opvalt, zijn geluiden als het dichtslaan van de kofferbak en de portieren die van het slot springen. Die hoor je nadrukkelijker dan bij menig alternatief. Gelukkig klinken er positieve geluiden wanneer het gaat om de aanvullende veiligheidsuitrusting van de Toyota. Net als zijn Europese zustermodellen beschikt de Camry standaard over meerdere rijhulpsystemen, zoals adaptieve cruise control, actieve rijstrookassistentie en een noodstopsysteem. Daarnaast is het zicht rondom dik in orde vanwege het grote glasoppervlak. Dode hoek signalering en een waarschuwing bij kruisend verkeer aan de achterzijde zijn op de sedan optioneel verkrijgbaar.

De Camry van binnen

Voor een auto met zo’n lage gestalte, is de zit achter het stuur hoog. Bovendien zijn de stoelen niet bemeten op lange(re) Europeanen: daarvoor zijn zowel de zitting als de rugleuning te kort. Ook het interieur verraadt dat de Camry oorspronkelijk voor de Amerikaanse markt is bedoeld: er worden harde kunststoffen gebruikt en op de middenconsole prijken bovenmaatse bedieningsknoppen in verhouding met het bescheiden formaat van het infotainmentscherm. De binnenzijde van de kofferbak is maar ten delen bekleed; open je het tankklepje, dan blijkt de carrosserie daar niet mee te zijn gespoten. Met een kofferbakinhoud van 524 liter loopt de Camry keurig in de pas met zijn Europese alternatieven, maar klap je de rugleuning van de achterbank neer, dan blijft er in de Toyota maar een beperkte laadopening over. De beenruimte achterin is van een geheel andere orde. Het lijkt achterin wel een limousine! Of de hoofdruimte net zo gigantisch is, hangt af van je lichaamsbouw: ben je boven de 1.90 meter, dan valt die niet meer dan toereikend te noemen. Elke passagier beschikt over zijn eigen stroompunt en luchtstroomopening. De middentunnel is niet te missen, maar het ding is zo breed dat een eventuele derde inzittende hier gemakkelijk zijn benen op kwijt kan.

De Camry en het milieu

In Amerika vermeldt de Camry-brochure verschillende motoriseringen, maar op ons continent houdt Toyota het bij één krachtbron. Dat is – hoe kan het ook anders – een hybride aandrijflijn. De Japanners geven zelf een verbruikscijfer op van 1 op 23,2. Daar kwamen wij niet bij in de buurt, maar een praktijkverbruik van 1 op 17,6 vinden we voor dit formaat auto onverminderd netjes.