Sternen in het Zwin
Nederland, Zeeland, Cadzand-bad
Op de Nederlands-Belgische grens ligt Het Zwin, vroeger een zeearm van formaat, nu een fraai natuurgebied waar de zee regelmatig het land overspoelt. In de zomer staat het lamsoor – een plantje dat van zout water houdt – volop in bloei, maar voor het zo ver is kleuren duizenden orchideeën de aangrenzende Willem Leopoldpolder tot een oogverblindend paarse zee. En terwijl het boomkikkertje zich in de struiken rond Retranchement opmaakt voor zijn zomerse versiertoeren, strijken in Het Zwin duizenden trekvogels neer om aan te sterken na hun lange oversteek uit Afrika.
Hond mee: tijdens deze hele route zijn honden aangelijnd toegestaan. Honden mogen van 1 september t/m 1 juni los op het strand van Cadzand. Van 1 juni tot 1 september zijn loslopende honden alleen toegestaan van 19 tot 10 uur. Tussen 10-19 uur mogen honden wel aangelijnd op het strand komen.
Toegankelijkheid: deze route is niet toegankelijk voor mindervaliden omdat er verschillende trappen in de route voorkomen waarvoor geen eenvoudige omweg is.
Paden: 75% onverhard, schelpen- en graspad.
De route is gebaseerd op de VVV-route Wandelen langs ’t Zwin, maar ingekort tot 12 km. Looprichting hoofdroute: tegen de klok in; het lusje
om Retranchement (Wallenroute) gaat met de klok mee. De route maakt gebruik van wandelknooppunten, gemarkeerd door groen-gele bordjes met pijlen.
1. Tegenover de zijstraat Kievitenlaan ter hoogte van Boulevard de Wielingen 34 de Boulevard oversteken en strandopgang 5-Kievitte op. Boven LA. Pad langs water blijven volgen, over gemaal/sluisje heen en RD. Voorbij de hotels en LA, trapje af en direct RA duinpad in, voor Hotel Noordzee langs. Pad gaat van baksteen over op beton, over veerooster, zijpaden negeren. Einde pad op splitsing bij knp 15 RA naar knp 12 , duinpad. Bovenaan LA, pijlen wandelnet volgen. Rechts mooi uitzicht op Het Zwin. Langs twee grenspalen en bij splitsing rechts aanhouden tot bij knp 12.
2. Bij 12 LA naar knp 41, doorgaande weg oversteken (goed uitkijken!) en vervolgens kanaal oversteken via loopbrug. Dan RA pijl naar knp 41 en pad volgen tot over bruggetje. Na ca. 50 m LA trap op, bewegwijzerde Wallenroute en pijl naar knp 42 volgen. Einde schelpenpad LA, Molenstraat.
3. Even verderop bij knp 42 RA naar knp 43 ( Wallenroute, route loopt hier met de klok mee). Wandelpad boven op wallen volgen. Aan het einde afdalen en LA (pijltje). Einde Dorpsstraat RA Killedijk op. In s-bocht bij knp 43 RA naar knp 47 (Wallenroute). Het schelpenpad over de wallen vervolgen totdat rechts de contouren van Fort Nassau te zien zijn. De route passeert grenspaal 364 b. Pad vervolgen, houten bruggetje over en op splitsing LA. Route komt uit in de Zwinstraat. Hier RA naar de Markt.
4. Bij de Markt RD en via de Molenstraat de stad uit, weer langs knp 42 . Nu hier RD naar knp 13, links van de weg wijst het pijltje omlaag, over graspad onder langs weg (richting Cadzand-Bad). Pad buigt naar links en komt verderop uit op weg. Op splitsing bij knp 13 links aanhouden naar knp 12 , Cadzandseweg (pas op drukke weg!). Splitsing van wegen RA omlaag, Strengweg. Langs Camping Cassandria-Bad. Over de sloot en meteen LA, Bastingsweg, langs het water. Einde weg RA, Scheldestraat, voetpad langs het kanaal. Dan RD (pijltje negeren), voorbij loopbrug over kanaal. Einde met bocht mee naar rechts, Boulevard de Wielingen, terug naar het startpunt.
Op een mooie voorjaarszondag is het druk in Cadzand-Bad. Toeristen sudderen achter de terrasschermen of sjouwen met loep en schepnet langs de vloedlijn op zoek naar iets speciaals: haaientanden. Hoe onstuimiger en woeliger de zee in de winter is, hoe groter in het voorjaar de kans om een haaientand te vinden. Cadzand staat er bekend om. Miljoenen jaren geleden zwommen voor de kust van de badplaats dolfijnen, roggen, haaien en walvissen. Als ze stierven, zonken hun resten naar de zeebodem en werden fossielen. Door het verschuiven van de aardlagen en door de storm van februari 1953 zijn die fossielen aan de oppervlakte gekomen. Daar liggen ze nu voor de geduldige zoeker voor het oprapen. Hoe dat kan, zo veel tanden? Eén haai verslijt er in zijn leven een paar duizend. Achter elke tand zitten namelijk een paar resservetanden. Als de haai een tand verliest – gemiddeld om de twee weken – schuift er automatisch een reservetand naar voren.
Ten zuiden van Cadzand gaat de route door twee natuurgebiedjes, de Kievittepolder en de Oudelandse Polder. In beide gebieden groeien zoutminnende plantjes als kweldergras en zeeaster, maar ook zoetwaterliefhebbers: wilgenroosje en biezen.
Grazende Schotse hooglanders zorgen ervoor dat de Oudelandse Polder – en ook de Kievittepolder – niet dichtgroeien. Hun bijzondere zoutminnende vegetatie zou dan verloren gaan.
Extra oer-uitstraling hebben de dieren in het voorjaar, als ze hun wintervacht afschuren die dan als harige vodden aan hun lichaam hangt. Het voorjaar is ook de tijd om de in de winter verloren kilo’s er weer aan te eten. Dat gewichtsverlies kan oplopen tot wel 150 kg, ongeveer een vijfde van het gewicht van een volwassen mannetje. De grazers kunnen zo’n achttien jaar oud worden en het aantal kalfjes dat een koe voorbrengt kan oplopen tot vijftien. ‘Houd minimaal 50 m afstand’, is het advies van de boswachter, zeker als er kalfjes zijn. Signalen die verklappen dat een hooglander boos is: hij staart je aan, krabt met zijn poten en er komt slijm uit zijn bek.
Het Zwin was oorspronkelijk een 4 km brede zeearm. Voordat hij in de 15e eeuw verzandde was het een belangrijke aanvoerroute van zeeschepen naar de havens van Brugge, Sluis, Aardenburg en Oostburg. Vandaag de dag is Het Zwin een zogeheten slufterlandschap. Het bestaat uit slikken die bij elke vloed onder water lopen, en uit schorren die alleen bij volle en nieuwe maan overstromen. In de bodem van de slikken leven duizenden wormen, slakken en schelpdieren, heerlijke maaltjes voor de vele vogels die er rondzwermen. In het voorjaar zijn het vooral de grote stern en de dwergstern die naar voedsel scharrelen. Deze viseters overwinteren in Afrika, hebben net een lange reis achter de rug en moeten nu véél eten om aan te sterken. Van hun kop naar de neusholte hebben ze zoutklieren waarmee ze overtollig zout kunnen afscheiden dat ze binnen krijgen tijdens het eten en drinken.
Kolonies sternen
Foeragerende sternen aan de kust betekenen voorjaar. Hoe je deze viseters herkent? Ze zijn ongeveer 36-41 cm groot met vleugels van 98-105 cm spanwijdte, een grijs of wit verenkleed (de lichte onderkant maakt ze tegen een lichte lucht moeilijk zichtbaar voor prooien onder hen) en poten met zwemvliezen. Verder is de snavel vrij lang met aan het eind een witgele punt. De kop is vaak deels zwart met achterop een kuif. Ze zijn lichter en eleganter gebouwd dan meeuwen, met een lange staart en lange vleugels. Sternen broeden dicht op elkaar, in grote kolonies. De nesten bestaan uit kuiltjes in de grond of uit bouwsels van takjes in bomen of in drijvende planten.
Na het oversteken van het kanaal loopt de route naar Retranchement. Vanuit de oudere buurpolder, de Oudelandse Polder, hebben natuurbeheerders twee populaties boomkikkers met elkaar kunnen verbinden zodat het leefgebied van dit grappige diertje zich langzaamaan uitbreidt. In de braamstruiken langs de wallen rond Retranchement kun je de boomkikker in de zomer horen ‘keffen’ – vooral op zwoele zomeravonden. Maar eerder in het jaar al, als de eerste voorjaarszonnestralen doorbreken, houdt het groene, slechts een paar centimeter grote diertje zich schuil onder de blaadjes van de struiken. En zodra een insect in de buurt komt, slaat hij toe. De wallen verbinden de twee forten van Retranchement, een knus dorp met een muziektent, een dorpspomp en een gezellige terrassen waar het voorjaar gevierd wordt met koele sangria. Voor vroege vogels is er koffie met eigengemaakte appelbollen.
Tussen Cadzand en Retranchement liggen de Willem Leopoldpolder en de Versche Polder, een kleine polder van het Zwin met hoogtes en laagtes, die reeds in 1438 werd vermeld als het Varse Polderkin. Sinds 2002 is het ingericht als een natuurgebiedje dat aansluit op de wallen van Retranchement. Hier planten boomkikkers zich voort, maar ook de kamsalamander leeft er in kleine aantallen. De vele poelen in het natte schaalgrasland zijn ook aantrekkelijk voor libellen. Soorten als de vuurlibel, zwervende pantserjuffer en tengere grasjuffer zoeven hier over het wateroppervlak. In de meer open Willem Leopoldpolder voelen weidevogels als tureluur, kluut en patrijs zich thuis tussen de bijzondere plantensoorten. Wie de grond afspeurt vindt er zeldzame soorten als bijenorchis, zomerbittering en gestreepte klaver.