Fietsveiligheid / Toegankelijkheid
Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punt(en).
• Tussen knooppunt 41 en 34 gaat de route over een fietspad dat smaller is dan 2,5 meter; houd rekening met medeweggebruikers en ga waar nodig achter elkaar fietsen. Op dit traject komen bovendien (onverwachte) hobbels in het wegdek voor, wees hierop bedacht en pas je snelheid aan.
Toegankelijkheid: deze route is in principe geschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.), mits men rekening houdt met bovenstaande.
Het is 1583. Spaanse troepen hebben een groot deel van West-Brabant ingenomen en rukken op naar het noorden. Holland wordt bedreigd! Dus besluit Willem van Oranje in te grijpen. Hij laat het jonge, strategisch gelegen polderdorp Ruigenhil uitbouwen tot een vestingstad. Doel: het beschermen van de zuidflank van Holland en de belangrijke vaarwegen tussen Zeeland, Brabant en Holland. Zo ontstaat Willemstad, stervormige vestingstad met grachten, wallen en zeven bastions. De twee poorten zijn er niet meer, maar verder ligt de vesting er nog prachtig bij. Een arsenaal uit 1792 markeert nu de toegang tot de stad. Even verderop gaat rechts een straat naar de vestingwallen. Hier blijkt dat er tot in de Tweede Wereldoorlog is gesleuteld aan de vestingwerken: de bunkers en munitieopslagplaatsen in de bastions zijn van Duitse makelij.
Bij het voormalige raadhuis van Willemstad, herkenbaar aan het torentje, begint de Voorstraat. Het is een restant van het oorspronkelijke dorpje Ruigenhil. Ga aan het einde van de straat rechtsaf en je komt bij het Mauritshuis. Toen Willem van Oranje in 1584 werd vermoord, nam zijn zoon Maurits de leiding van de vestingstad over en gaf het de naam van zijn vader: Willemstad. In 1623 liet Maurits hier een buitenverblijf bouwen, het Princehof. Veel plezier heeft hij er echter niet van gehad: hij overleed in 1625. Daarna fungeerde het gebouw als militair hospitaal, marechausseekazerne, Rijkspostduivenstation en stadhuis. Nu vind je hier een bezoekerscentrum met een Canonskamer waar het verhaal van Willemstad en de vestingwerken wordt verteld, een tentoonstelling van de Heemkundekring op zolder en een toeristisch informatiepunt.
Bij een dreigende aanval kon de hele polder ten zuidoosten van Willemstad onder water worden gezet. De Bovensluis (net voor knooppunt 30) speelde daarbij een cruciale rol: via deze en andere sluizen stroomde bij vloed water uit het Hollandsch Diep de polder binnen. Bij de belegering van Franse troepen in 1793 wisten drie timmermansknechten de sluis te vernielen en zo Willemstad te redden. Je passeert de Bovensluis ter hoogte van de afrit naar de gelijknamige camping. In de kazerne is nu een restaurant gevestigd.
Het plaatsnaambord laat er geen twijfel over bestaan: ooit lag hier de Noordschans, ook wel Fort Hollandia genoemd. Oude kaarten tonen een aarden schans met vier bastions, een gracht en een voorwal. De schans lag in de dijk en beschermde de sluis in de Aalskreek. Tijdens een overstroming in 1682 verdween de schans grotendeels in de golven. In 1747-1748 werd aan beide zijden van de haven een nieuwe retranchement aangelegd, een aarden verschansing met bastions. De plek van het fort herken je nu alleen nog aan een bocht in de dijk net voorbij het haventje tussen knooppunt 30 en 41.
De geschiedenis van Klundert loopt parallel met die van Willemstad. Ook hier gaf Willem van Oranje in 1583 de opdracht een polderdorp te voorzien van wallen en grachten. Tot aan de Franse aanval van 1793 werden de vestingwerken verschillende keren versterkt en gemoderniseerd. In 1809 bleek de vesting niet meer nodig, waarna een deel van de omwalling werd ontmanteld. Alleen aan de noord- en zuidkant wordt Klundert nog altijd door wallen en grachten beschermd. Het noordelijk deel zie je vanaf de Schansweg rechts tussen de huizen door. Daarna draait de route naar links, om verderop uit te komen in het centrum. Tip: sla bij de kerk rechtsaf en maak een extra rondje rond de voormalige haven van Klundert. Aan de kop van de haven staat links het opmerkelijk grote stadhuis. Het toont de nauwe band met Willemstad, want het was prins Maurits die het stadhuis in 1621 liet bouwen. De trapgevels en de luiken doen sterk denken aan het Mauritshuis in Willemstad.
Net buiten de bebouwde kom van Klundert ligt links van de weg het kroonwerk De Suikerbergh. Daarachter zie je een gemetselde dam met daarop de Stenen Poppen. De dam dateert van 1583 en was bedoeld om het zoute water van het zoete water te scheiden. Natuurlijk moest wel worden voorkomen dat vijanden via de dam de gracht zouden oversteken. Daarom kreeg de dam een scherpe rand en werden bovenop twee stenen ‘monniken’ of ‘poppen’ geplaatst.
Terug in de buurt van Willemstad maakt het fietspad tussen knooppunt 62 en 29 een bocht rond Fort De Hel. Het werd gebouwd in 1811, toen de Fransen het in Nederland voor het zeggen hadden. In 1794 veroverden de Fransen de Brabantse vestingsteden omdat ze in de winter dankzij een dikke laag ijs de waterbarrières konden oversteken. Uiteindelijk zouden de Fransen tot 1813 blijven. Uit angst voor een Engelse invasie liet keizer Napoleon in 1811 rond Willemstad een kring van forten bouwen. Een daarvan was Fort l’Enfer, dat na het vertrek van de Fransen Fort De Hel zou gaan heten. Binnen was ruimte voor 9500 kilo buskruit en 14 manschappen.
Fort Sabina is een aangename verrassing! Je kunt heerlijk ronddwalen door het grootste en best bewaarde fort van de Zuiderwaterlinie. Bovendien is er een lunchroom met terras. Ook Sabina maakte deel uit van de fortenlinie van Napoleon. Het terrein is vijfhoekig en wordt omringd door een gracht. In het hart staat een vierkante bakstenen toren, waarin 21 ton buskruit kon worden opgeslagen. De bomvrije kazerne ernaast dateert van de jaren 1880-1883, toen het fort grondig werd gemoderniseerd. De belangrijkste taak van het fort was het bewaken van het Volkerak. Vijandelijke schepen die vanuit het zuiden naar het Hollandsch Diep voeren, konden vanaf het fort met kanonnen worden beschoten.
Route: fiets bij knooppunt 62 rechtdoor richting 60, je komt dan vanzelf langs het fort. Van 62 naar Fort Sabina en terug naar de route is 5 km extra.
Fort Prins Frederik ligt aan de andere kant van het Volkerak. Je kunt het fort (met enige inspanning) zien als je vanaf de parkeerplaats van Fort Sabina naar de oever van het Volkerak wandelt. Fort Prins Frederik had zeven kanonnen: vijf waren er gericht op de rivierfronten, twee op het zuiden. Bij oorlogsdreiging werd bovendien de vaargeul afgesloten met een torpedoversperring. Die bestond uit een serie mijnen die via een elektrische kabel met de wal waren verbonden. De torpedo’s werden vanaf een haventje bij Fort Sabina in de vaargeul gelegd. Als je genoeg tijd hebt, kun je het fort van dichtbij bekijken door op het voetveer Dintelsas-Willemstad-Ooltgensplaat te stappen (actuele vaartijden op veerponten.nl).
Aan de overkant van het Hollandsch Diep ligt Fort Buitensluis. Vanaf eind 18e eeuw stond er een aarden fort met kanonnen, om de Fransen tegen te houden. Het stond bij de ingang van de ‘Haven vóór de Buitensluis’ – dat verklaart de naam. Later maakte het aarden fort plaats voor een echt fort van steen, en werd het onderdeel van de Stelling van het Hollandsch Diep en het Volkerak. Toen om Nederland heen de Eerste Wereldoorlog woedde, werd het fort versterkt met gewapend beton en extra bunkers. Fort Buitensluis is nog in perfecte staat. De munitie- en buskruitmagazijnen en piramidebunkers uit de Eerste Wereldoorlog zijn helemaal gaaf en authentiek. Dat is heel bijzonder, maar niet vreemd; een deel van fort Buitensluis is pas net ontdekt.