Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en ga waar nodig achter elkaar rijden.
• Tussen knooppunt 80 en 14 gaat de route over een mooi maar smal, en bij droogte lastig begaanbaar grind/schelpenpad met hier en daar een boomwortel; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en ga waar nodig achter elkaar rijden.
Toegankelijkheid: deze route is in principe geschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.), met uitzondering van het bovengenoemde smalle traject tussen 80 en 14.
Alternatief: steek bij KP-80 de N380 voorzichtig over en ga linksaf (i.p.v. rechtsaf); neem vervolgens de 1e weg rechtsaf (Skieppedrift). Kruising met Tsjerkepaad rechtdoor. Volgende kruising rechtsaf, Dominee ten Catewei. Volg deze met een bocht naar links; na de bocht rijd je weer op de route naar knooppunt 14.
Oosterwolde hoorde oorspronkelijk bij Drenthe. Door de aanleg van de Opsterlandse Compagnonsvaart in 1816 ontwikkelde het dorp zich tot een handelscentrum. Aan de Brink staat de hervormde kerk met dubbele klokkenstoel. Het dorp heeft sinds 2010 een wereldprimeur: een hefbrug – state of the art – met een wegdek dat voor honderd procent uit vezelversterkte kunststof is vervaardigd. De brug heeft slechts twee pylonen. Er is voor kunststof gekozen omdat die duurzamer is en veel lichter dan beton of staal. De brug over de Opsterlandse Compagnonsvaart ligt niet op de route, maar is wel de moeite waard om even voor om te fietsen.
Vlak vóór de buurtschap Tronde, tussen knooppunt 34 en 36, ligt natuurgebied Stobbepoel. Hier staat de Vesuvius, een fraaie windmolen, type paaltjasker, van eind 19e eeuw. Hij doet nu dienst als inmaler van het natuurgebied. Een paaltjasker is verrassend klein: vier wieken op een stevig onderstel, meer is het niet. Het is dan ook een van de kleinste windmolens van ons land. Dit type windmolen werd in Friesland ontwikkeld. Bij dit exemplaar ontbreken echter momenteel de wieken. Stobbepoel is ook het brongebied van de Linde. Het schone water van het Drents plateau komt hier uit de bodem en stroomt door de Linde naar het westen.
Bij knooppunt 22 kruist de route het Tjongerkanaal. Qua lengte staat het Tjongerkanaal met 26 kilometer als laatste in de Kanalen Top 5 per provincie. Het Tjongerkanaal is het gekanaliseerde deel van de rivier de Tjonger of Kuinder. De Tjonger gaat bij Oosterwolde over in de Opsterlandse Compagnonsvaart, die met een lengte van 29 kilometer op de vierde plaats in diezelfde Top 5 staat. Naast de brug over het kaarsrechte Tjongerkanaal staat een kunstwerk: de Tjongerkano. De grote, rechtopstaande metalen kano van cortenstaal werd in 2007 door kunstenaar René de Boer in opdracht van Staatsbosbeheer ontworpen en verwijst naar de archeologische vondsten op deze locatie, waaronder resten van huidenkano’s van de Tjongercultuur.
Donkerbroek is een van de oudste nederzettingen van deze streek. Van oorsprong was het een Drents dorp. De Laurentsjerke (protestantse kerk) met de dubbele klokkenstoel en het intieme begraaplaatsje zijn een bezienswaardigheid en een heerlijke plek om even af te stappen en rond te kijken.
Aan de zuidkant van Donkerbroek ligt op loopafstand het Landgoed Ontwijk, dat op een klein oppervlak een verrassend grote diversiteit aan landschappen laat zien. Er is bos, heide en veen. De bruine en de groene kikker wonen hier. De bruine kikker leeft niet in het water maar onder struikgewas, op vochtige plekken. Alleen als het heel warm is en voor de voortplanting gaat hij te water. Er zijn drie soorten groene kikkers die niet makkelijk te onderscheiden zijn. In de paartijd is er echter een handig trucje: de meerkikker lokt vrouwtjes met een heel ander kikkerconcert dan de poelkikker. De bastaardkikker husselt die twee geluiden door elkaar, zodat zijn lokroep toch weer wat op die van de poelkikker lijkt. (De ingang van Landgoed Ontwijk bevindt zich aan de Vaart Westzijde.)