Dubbeltest Peugeot 408 HYbrid vs. Toyota Prius Plug-in Hybrid
15 september 2023 De Toyota is zuiniger, maar de Peugeot rijdt aangenamer
Toyota heeft van diens nieuwe Prius een begeerlijke auto weten te maken, die bovendien erg zuinig is. Een bijzondere combinatie, waarvoor je ook bij Peugeot terecht kunt. Is de 408 niet stiekem een begeerlijker vierdeurs coupé?
Ruimte
Een vierdeurs coupé kan ook om de verkeerde redenen een blikvanger zijn: omdat in- en uitstappen bijvoorbeeld een crime is. Dat geldt helaas voor beide testkandidaten, hoewel je in de Toyota het meeste risico loopt je hoofd te stoten. De scherp aflopende daklijn heeft uiteraard ook gevolgen voor de beschikbare hoofdruimte achterin: die is er niet of nauwelijks. De beenruimte is gelukkig wel in orde: op de achterbank van de Peugeot durven we het ruimteaanbod in dat opzicht zelfs riant te noemen.
De 408 is dan ook bijna een schoolliniaal langer dan de 308 waarmee de coupé zijn bodemgroep deelt. De Prius daarentegen is niet alleen lager, maar ook kórter dan voorheen: op de achterbank kun je dus eigenlijk alleen de kinderen kwijt. De bagageruimte van de 408 is minimaal 454 liter groot – je krijgt er een kleine 20 liter bij wanneer je de optionele subwoofer achterwege laat – en je kunt maximaal 1.545 liter aan spullen meenemen. De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat we de specificaties van de Toyota er wel drie keer op hebben nageslagen, maar het staat toch echt zo in de folder: de kofferbak van de Prius is slechts 284 liter ‘groot’. Twee liter kleiner nog, dan de bagageruimte in een Toyota Yaris!
Rijgedrag
De nieuwe Prius levert bijna twee keer zoveel vermogen als voorgaande modellen. Die kwamen tot 122 pk, maar de jongste generatie is goed voor 223 pk en 208 Nm koppel. De Toyota weet alleen geen raad met een aanhanger: het trekgewicht is 0 kilogram. De Japanners hebben de laatste jaren enorme stappen gemaakt wat het de onderstelafstemming en het stuurgedrag aangaat. Met meer dan 200 paardenkrachten is de Prius lekker vlot, maar een racemonster willen we hem niet noemen. Wél stug en bij tijd en wijlen lawaaiig: hoewel de brandstofmotor bij hybride Toyota’s een stuk minder op de voorgrond treedt dan voorheen, is de Peugeot toch stiller.
Peugeot levert de 408 met twee plug-in hybride aandrijflijnen: eentje van 180- en een met 225 pk. Wij reden die laatste uitvoering, met een vanafprijs van 49.500 euro. De krachtbron is in dat geval goed voor 360 Nm en een trekgewicht van 1.400 kilogram. In vergelijking met de Prius mist de Peugeot wat verfijning: als je met de 408 bij het verkeerslicht aan komt, gaat de vierdeurs coupé merkbaar door zijn versnellingen heen. En ook als de elektromotor het stokje van de verbrandingsmotor overneemt, verloopt dat niet onopmerkt.
Hangende koets
Van de twee testkandidaten is de Peugeot echter de meest comfortabele reisgezel. Omdat de benzinemotor niet begint te loeien wanneer je teveel gas geeft, maar vooral vanwege de aangename vering en demping. Misschien is de 408 zelfs iets té comfortabel: zodra je het vermogen aanspreekt, gaat de koets ‘hangen’. De vierdeurs coupé beschikt even goed over een communicatieve besturing, die rond de middenstand net wat fijner werkt dan die van de Toyota. En de 408 laat ook heel wat minder afrolgeluiden van de banden horen.
Verbruik
Eerder konden we de kofferbakinhoud van de Prius al niet geloven, maar het door Toyota opgegeven, gemiddelde verbruik lijkt ons even goed sterk: 1 op 200 (!), of - wanneer je voor de door ons gereden Executive-uitvoering kiest - 1 op 142,8. Met een score van 1 op 83,3 zijn de Fransen al een stuk realistischer. De batterijinhoud van de Peugeot is dan ook iets kleiner: 12,4- tegenover 13,6 kWh. Daarmee zou je in het geval van de 408 vierenzestig kilometer ver moeten kunnen komen, louter op stroom. Toyota meent dat zesentachtig kilometer haalbaar moet zijn.
Omdat wij autofabrikanten niet op hun blauwe ogen geloven, hebben we uiteraard onze vaste verbruiksronde met beide stekkerhybrides verreden. We vertrokken met een volle tank én een volle batterij van het hoofdkantoor van de ANWB in Den Haag naar Lelystad Airport en weer terug. Het rijbereik van de Toyota bleek afhankelijk van het in- of uitschakelen van de klimaatcontrole. Met de airco of verwarming uit kom je een handvol kilometers verder op een lading stroom. Maar nog altijd niet zo ver als het rijbereik dat in de folder wordt beloofd: zeventig- in plaats van zesentachtig stuks. Voor de Peugeot gold precies hetzelfde: de boordcomputer vermeldde bij vertrek geen vierenzestig- maar achtenveertig kilometer.
Uniek, maar onhandig
Behalve een speciale ‘brake’-stand beschikt de plug-in hybride Prius ook over diverse regeneratiemogelijkheden. Een unieke eigenschap: ze zitten alleen onhandig weggestopt in het menu van de boordcomputer. Wat is er mis met een knop op het stuur? Bovendien werkt de cruise control niet in combinatie met regeneratie. In de Toyota kún je tenminste regenereren: om je te helpen optimaal gebruik te maken van de van huis meegebrachte stroom, heeft de 408 alleen een ‘Brake’-stand.
Goed, onze scores dan. De Prius was met een praktijkverbruik van 1 op 33,3 aanmerkelijk zuiniger dan de Peugeot, hoewel de 408 zich nergens voor hoeft te schamen met een gemiddeld verbruik van 1 op 21,7. Behalve benzine verbruikt de Prius uiteraard ook stroom: de Toyota toont op het dashboard hoeveel, zolang de batterij nog niet leeg is. Op de snelweg ging dat hard; we zaten al gauw rond de 18 kWh per 100 kilometer. Daarom zijn we op de benzinemotor overgeschakeld en hebben de resterende stroom voor de terugweg bewaard, toen we binnendoor naar Den Haag reden. Op die manier kwamen we uit op 16,1 kWh per 100 kilometer.
De Peugeot heeft niet zo’n uitgebreide brandstofmeter. Sterker nog: bij de beschikbare rijmodi kun je alleen voor ‘hybride’ of ‘elektrisch’ kiezen. En schakel je de hybride rijmodus in, dan rijdt de 408 alsnog eerst al zijn stroom uit de batterij! Louter op stroom is het gemiddelde verbruik ronduit stevig: 21,7 kWh per 100 kilometer. Al zijn dat in ons geval dan uitsluitend snelwegkilometers geweest, dus wellicht dat het binnendoor nog wat zuiniger kan.
Veiligheid
De Prius is een van de eerste auto’s met Intelligent Speed Assistance: een door de Europese Unie verplicht rijhulpsysteem, dat automobilisten er op wijst dat ze te hard rijden. Dit gebeurt door middel van drie piepjes, die al klinken wanneer je de geldende maximum snelheid met één kilometer overschrijdt. Het kán uit, maar daarvoor moet je elke rit opnieuw diep het menu met de beschikbare veiligheidsuitrusting in duiken.
Het zal ongetwijfeld een boel verkeersslachtoffers schelen, maar geef ons maar de hulpsystemen die eveneens nieuw op de Prius te vinden zijn. Zoals een waarschuwing voor achteropkomend verkeer bij het openen van je portier of een signaal dat je voorganger optrekt.
Omstreden vermoeidheidsherkenning
Dergelijke systemen zijn van zichzelf niet nieuw, maar wel voor de Prius. De vierdeurs coupé heeft ook de omstreden vermoeidheidsherkenning aan boord, die we al van de bZ4X kennen. Zit je onderuit gezakt achter het stuur, of kijk je net iets te lang in je spiegel, dan heb je al een stevige waarschuwing te pakken.
Kies je bij Peugeot voor een plug-in hybride versie, dan krijg je een aantal rijhulpsystemen cadeau. Adaptieve cruise control bijvoorbeeld en een automatisch noodremsysteem dat ook in het donker voor fietsers en voetgangers stopt. Op de reguliere 408 – er bestaat ook een versie van met een ‘normale’ verbrandingsmotor – moet je daarvoor bijbetalen. In het geval van de HYbrid gaat de meter lopen wanneer je opteert voor dode hoek bescherming, semi-autonoom rijden en een waarschuwing bij kruisend verkeer achter de auto.
Het zicht rondom is bij beide testkandidaten hopeloos. De vrijwel horizontale A-stijlen verhinderen in de Toyota dat je de bocht in kijkt, de Peugeot heeft over je schouder een aanzienlijke dode hoek. Daarvoor biedt Toyota dan tenminste nog een 360 graden camera aan, voorbehouden aan de allerduurste uitvoering. Peugeot heeft weliswaar een soortgelijke parkeercamera in het assortiment, maar daarvoor moet zelfs in het geval van het vlaggenschip nog worden bijbetaald.
Gebruiksgemak
De vijfde generatie Prius vormt in verschillende opzichten een stijlbreuk ten opzichte van zijn voorgangers. Hij is behalve zuinig ook snel, ziet er minder oubollig uit - Prius rijden is tegenwoordig iets om actief uit te dragen, getuige het kolossale typeplaatje achterop - en je kunt voor het eerst de snelheid achter het stuur aflezen. Voorheen had de Toyota altijd een centraal instrumentarium.
Ook in de nieuwste Prius word jouw blik nog altijd naar het midden getrokken, want daar vind je een aanraakscherm met een diameter van dik 31 centimeter. Alleen jammer dat je er zo weinig mee kunt: de meeste functionaliteiten gaan schuil in het menu van de boordcomputer. Het dashboard van de Peugeot is driedimensionaal; dat trekt ook de nodige aandacht aan boord. Het is wel zaak de juiste lay-out te kiezen, want anders wordt het erg druk voor je neus.
1.250 gratis kilometers
De duurste versie van de Toyota wordt met een set zonnepanelen geleverd. Daarmee zou je volgens de Japanners tot wel 1.250 kilometer kosteloos moeten kunnen afleggen. Dat is alleen niet helemaal waar, want de Nederlandse importeur verlangt voor die versie een aanzienlijke meerprijs van zes mille. Voor dat geld ontvang je echter ook stoelventilatie en synthetisch lederen bekleding.
Dat neemt niet weg, dat de afwerking van de Prius her en der te wensen overlaat. De klepjes waarachter de vulmond en de laadopening schuilgaan, klinken blikkerig. Het kunststof op het dashboard is knetterhard en de binnenzijde van de achterklep is niet eens bekleed: ook niet op de versie met zonnepanelen! Beide testauto’s missen een achterruitenwisser. Die kun je er ook niet op bestellen. Volgens de fabrikanten moet de wind je achterruit schoonblazen, maar wij hebben daarmee helaas een andere ervaring.
Standaard laden beide stekkerhybrides met iets meer dan 3,5 kiloWatt. Maar als je bij Peugeot € 400 bij legt, kan het met 7,4 kW in de helft van de tijd. Trouw opladen helpt bij het realiseren van een gunstig verbruik en met een hogere laadsnelheid loont het daadwerkelijk om dat te doen. Snelladen kan met geen van beide plug-ins.
Prijs
De Prius is er tegenwoordig uitsluitend nog als plug-in hybride. Zo’n grote batterij heeft natuurlijk gevolgen voor de vanafprijs. Die bedraagt € 44.695. Kies je liever voor private lease, dan zit je vast aan een maandbedrag van minimaal € 589. De Peugeot is in dat geval duurder, met een maandtarief dat start bij € 629. In aanschaf is de 408 juist goedkoper, alleen heb je dan nog geen uitvoering met een stekker: de Peugeot is er ook nog met een reguliere benzinemotor. Daar hangt een prijskaartje aan van dik 41 mille, de voordeligste plug-in hybride kost je € 46.170.
Kijken we naar de prijs van onze testauto’s, dan ben je voor de Prius Plug-in hybride in Executive-trim € 47.195 kwijt. Peugeot vaardigde voor dit vergelijk een HYbrid GT af, met de sterkst mogelijke plug-in hybride aandrijflijn. Daarvan bedraagt het prijskaartje € 52.370. De Toyota heeft standaard een krachtiger motor en een grotere batterij dan de Peugeot.
Overdraagbare garantie
Een ander groot verschil betreft de gehanteerde garantietermijn. Met de Prius kun je maar liefst tien jaar - of 200.000 kilometer - bij de Toyota-dealer terecht, mocht er iets met de auto niet in orde zijn. Houd jij je aan die voorwaarde, dan is de garantie nog overdraagbaar ook. Op het benodigde batterijpakket geven de Japanners tien jaar of 300.000 kilometer fabrieksgarantie. Peugeot houdt het op twee jaar op de complete auto - zónder kilometerbeperking - en acht jaar (of 160.000 kilometer) voor de accu’s.
Winnaar
Wie had ooit gedacht dat je met een Prius nog eens de blits zou maken? Toch is het uiterlijk van de Toyota niet zijn belangrijkste troef. Hij is zuiniger dan de Peugeot, profiteert van extra fabrieksgarantie én hij is een stuk goedkoper in aanschaf. Dat maakt het voor de Japanners nog geen gelopen race. Want de kofferbak van de Toyota is beschamend klein, de vlotte lijnvoering eist zijn tol wanneer je in probeert te stappen, de hulpsystemen roepen je als een autoritaire schoolmeester tot de orde en de Prius is ook lang zo comfortabel niet als de 408. Dat maakt het voor ons buitengewoon lastig om een winnaar aan te wijzen. Rationeel gaat de winst naar de Prius, maar gevoelsmatig zou dat wel eens heel anders kunnen uitpakken!
Op zoek naar een occasion?
Op anwb.nl vind je een actueel occasionaanbod, verrijkt met een richtprijs volgens de ANWB-koerslijst en de ANWB autotest inclusief de bevindingen van de Wegenwacht. Zo ook van de plug-in hybride Peugeot 408 en Toyota Prius.
Bekijk ook onze afzonderlijke rijtesten van deze testkandidaten:
Peugeot 408 HYbrid 225 GT
Toyota Prius Plug-in Hybrid Executive
Deel deze pagina