Naar de inhoudLogo van de ANWBANWB Homepage

Dubbeltest Jaguar I-Pace vs. Mercedes EQC

1 mei 2020 De Mercedes kost minder, maar de Jaguar is zijn meerprijs desondanks waard

De verkopen van de Jaguar I-Pace en Mercedes EQC blijven achter bij die van de concurrentie. Welke van deze twee volledig elektrische crossovers zouden we niet over het hoofd mogen zien?

Ruimte

De Jaguar mag dan gedrongen ogen; de binnenruimte is verrassend groot. Zelfs wie langer is dan gemiddeld, zit op de achterbank met hoofd en knieën vrij. De I-Pace biedt zowel voor- als achterin een kofferbak, al is het exemplaar aan de voorzijde nauwelijks groot genoeg om je laadkabels in op te bergen. Gecombineerd kun je minimaal 656- en maximaal 1.453 liter aan bagage kwijt. Klap je de rugleuning van de achterbank neer, dan ontstaat een oplopende laadvloer. Onder de bagagebodem kun je nog wat extra spullen kwijt. De Mercedes EQC deelt zijn platform met de GLC; een brandstofgestookte semi-terreinwagen. Die crossover heeft in een vierwielaangedreven uitmonstering een mechanische verbinding tussen de voor- en achteras. De elektrische Mercedes ontbeert deze, maar kampt wel met de fikse middentunnel die aan het chassis van zijn broer vast zit. Dat gaat ten kosten van de ruimte op de achterbank. En dat terwijl de EQC bijna 10 centimeter langer is dan de Jaguar! De kofferbak van de Duitse crossover is wel (iets) groter, zolang je de rugleuning van de achterbank maar neerklapt. De Mercedes biedt minimaal 500- en maximaal 1.460 liter bagageruimte en dat alleen achterin: onder de motorkap zoek je vergeefs naar opbergruimte. De EQC beschikt verder over een vlakke laadvloer met een dubbele bagagebodem. De oplaadkabel kun je opbergen in een fraaie tas, die in een uitsparing van de linker wielkast past.

Rijgedrag

Mercedes heeft de ontwikkelingskosten van de EQC beperkt willen houden om de EV tegen een scherpe prijs aan te kunnen bieden. Vandaar dat het platform grote overeenkomsten vertoont met dat van de GLC, diens brandstofgestookte broertje. Daar is niets mis mee, want zo’n GLC is een uitermate comfortabele semi-terreinwagen. Probleem is alleen wel, dat de EQC geen zware verbrandingsmotor voorin heeft liggen. Dat gewichtsverschil is van belang met het oog op de eerder behaalde, klinkende veiligheidsscore van de GLC. Om deze volledig elektrische variant daarvoor in aanmerking te laten komen, heeft Mercedes een soort harnas rond de voorste elektromotor gebouwd. Dat heeft zijn weerslag op het leeggewicht én de rijprestaties.

De semi-terreinwagen weegt net geen 2.400 kilogram. Dat is aanzienlijk meer dan de I-Pace en de koets van de Mercedes blijkt ook een stuk bewegelijker. De EQC rolt, kiept en duikt dat het een lieve lust is en dat is in combinatie met een 407 pk en 760 Nm sterke aandrijflijn geen gelukkige combinatie. Al dat vermogen is immers direct beschikbaar: als je niet oplet, maak je als bestuurder jezélf wagenziek. ‘Das Haus’ voorziet de elektrische Mercedes standaard van luchtvering. In combinatie met de reputatie die de fabrikant op het gebied van rijcomfort geniet, verwacht je dan minstens een vliegend tapijt. De eerste de beste verkeersdrempel maakt echter een einde aan die illusie, want de EQC verwerkt dergelijke obstakels gemeen hard. De opzet van de Mercedes is gelijk aan die van de Jaguar: beide crossovers hebben twee elektromotoren - eentje op de voor- en een op de achteras – waarmee ze vierwielaangedreven zijn. Het batterijpakket ligt tussen de assen in, ónder de inzittenden. Het koppel van de Mercedes kun je niet alleen gebruiken om een sprintje te trekken; het is een van de weinige EV’s waar een aanhanger achter mag. Geen lullig exemplaar: het trekgewicht bedraagt 1.800 kilogram. De Jaguar heeft een trekgewicht van 750 kilogram. Niet genoeg voor een aanhanger of caravan, maar je kunt wel een fietsendrager aankoppelen. Voor onze hernieuwde kennismaking met de I-Pace vroegen we de nieuwe instapversie aan; een van de pogingen om het model interessant te maken voor een groter publiek. De uitvoering in kwestie luistert naar de naam ‘Business Edition’ en onderhuids is er in ieder geval nergens op beknibbeld. De EV staat alleen op 18-inch wielen. Dat oogt lullig, aangezien de wielkasten zijn gemaakt voor exemplaren met een diameter van 22-inch. De aandrijflijn is desondanks even sterk, goed voor 400 pk en 696 Nm. Bij de marktintroductie van de elektrische Jaguar waren wij danig van het model onder de indruk. Dat zijn we nog steeds, want voor een fabrikant die nooit eerder een EV heeft gebouwd, is de I-Pace een sterk staaltje werk. Hij heeft de hoge zit van een semi-terreinwagen, maar het accupakket is onder de inzittenden weggewerkt, waardoor het zwaartepunt laag ligt. Dat maakt dat je er stevig mee door de bocht kunt, al weegt de aanwezige techniek wel het nodige: de Jaguar legt meer dan twee ton in de schaal. Ga je er inderdaad mee gooien en smijten, dan wil de crossover over z’n voorwielen naar buiten glijden. Daar kun je gelukkig op anticiperen, al is de onderstelafstemming aan de comfortabele kant: zelfs in de sportstand worden oneffenheden nog keurig verwerkt! Keerzijde van de medaille is, dat de EV op glooiend wegdek wat gaat deinen (met name aan de achterzijde). De I-Pace is voor een elektrische auto opvallend stil, maar ook de sprinttijd valt met 4,8 seconden imposant te noemen: in dit deel van de markt accelereert alleen een Tesla sneller van 0 naar 100 kilometer per uur.

Verbruik

Op papier komt de I-Pace 470 kilometer ver op een lading stroom. Dat getal is niet veranderd, nu de elektrische auto een aantal software-aanpassingen heeft ondergaan. Toch beloven de Britten bij dagelijks gebruik tot wel 40 kilometer extra rijbereik. Om je te helpen zo ver mogelijk te komen op een volle batterij, heb je zelf invloed op de mate waarin er door de I-Pace remenergie wordt teruggewonnen.

Dat doet de EV voortaan feller dan voorheen, waardoor het eenvoudiger wordt om de crossover met één pedaal te rijden; je mechanische remmen zijn dan vrijwel overbodig. Gelukkig maar, want pak je die er wel bij, dan kun je dat nadrukkelijk horen. De Jaguar beschikt verder over twee spaarstanden. Zoals te doen gebruikelijk, hebben we met deze elektrische auto onze vaste actieradiusproef verreden. Die voert binnendoor van het hoofdkantoor van de ANWB naar luchthaven Lelystad en over de snelweg weer terug. Na een nacht laden meldde de I-Pace een rijbereik van 424 kilometer. Bij terugkomst van onze rit, 219 kilometer verder bij een buitentemperatuur van 14 graden, hadden we volgens de boordcomputer nog 181 stuks over. Het gemiddelde stroomverbruik bedroeg over de gereden afstand 21 kWh per 100 kilometer. In vergelijking tot het oorspronkelijke model, dat we in 2018 aan eenzelfde test onderwierpen, kwamen we een twintigtal kilometer verder op een lading stroom. Maar dat is slechts een indicatie, want toen reden we in het najaar. Bovendien stond de testauto op grotere lichtmetalen wielen dan het exemplaar nu. Mercedes geeft voor de EQC een rijbereik op van 417 kilometer, volgens de strengste Europese meetcyclus. Maar bij de ANWB doen we dus altijd onze eigen actieradiusproef. We vertrokken na een nacht laden met 299 kilometer in de batterij en na afloop van onze 220 kilometer lange rit - die binnendoor naar de luchthaven van Lelystad voert en over de snelweg weer terug naar het hoofdkantoor van de ANWB - hadden we volgens de boordcomputer nog 150 kilometer ‘over’. Het gemiddelde stroomverbruik was tijdens onze test gelijk aan dat van de Jaguar: 21 kWh per 100 kilometer. De Mercedes functioneert met diverse rijmodi en hendels aan het stuur om de mate te bepalen waarin de EQC remenergie terugwint. In de meest extreme stand regenereert de Benz wel erg fel; een tandje minder is al voldoende om je rempedaal niet langer nodig te hebben. 

Veiligheid

De Duitsers bieden een uitgebreide aanvullende veiligheidsuitrusting op de EQC aan, waarvan zaken als een noodstopsysteem en rijstrookassistentie standaard worden meegeleverd. Een bijzonder hulpsysteem als de uitwijkassistent, waarbij de Mercedes eigenhandig om een voetganger, fietser of auto heen laveert, moet van de optielijst komen. Je kunt niet genoeg mechanische engeltjes op je schouder hebben, want het zicht rondom laat in de EV te wensen over. Dat komt door het bescheiden raamoppervlak, maar ook door de hinderlijke weerspiegeling van het dashboard in de voorruit.

Ook in de Jaguar kun je weinig zien om je heen. Een achteruitrijcamera zit gelukkig bij de vanafprijs inbegrepen. Hetzelfde geldt voor hulpsystemen als actieve rijstrookassistentie, een noodstopsysteem, verkeersbord- en vermoeidheidsherkenning. Optioneel kun je de I-Pace uitrusten met adaptieve cruise control en dode hoek signalering. Van dat laatste hulpsysteem profiteren ook de passagiers achterin mee: een waarschuwingslampje zorgt dat zij veilig uit kunnen stappen.

Gebruiksgemak

Een digitaal instrumentarium, stoel- en stuurverwarming, een glazen dak, een uitgebreid infotainmentsysteem en lederen bekleding: aan de standaarduitrusting zie je niet af dat je met de voordeligste I-Pace van doen hebt. Het interieur ziet er even goed verzorgd uit. Hooguit een tikkeltje saai, want duurdere uitvoeringen zijn bijvoorbeeld met een tweekleurig binnenste verkrijgbaar. Enige wanklank zijn de hendels waarmee je de hoogteverstelling van de stoel regelt: die voelen aan alsof ze uit een goedkope stadsauto afkomstig zijn. Verder komen we een goedkoop ogend afdekklepje tegen, achterop de middenconsole. Hier zit normaal gesproken de klimaatcontrole voor de achterpassagiers. We missen een ventilatiemogelijkheid, maar je hebt op de achterbank wel de beschikking over drie (!) stroompunten voor het opladen van je smartphone of spelcomputer. Onder de zitting van de achterbank gaat verder een opbergvak schuil voor een tablet of laptop. Bovendien voorziet de kofferbak in een stroompunt en haakjes voor je boodschappentassen.

Als er één Mercedes een digitaal instrumentarium verdient, dan is het de EQC wel. Het volledig uit schermen opgetrokken dashboard zit dan ook bij de vanafprijs van de futuristisch vormgegeven crossover inbegrepen. Het kan door de ombouw komen, maar in dit type Mercedes ogen die schermen niet zo kamerbreed als in bijvoorbeeld een A-Klasse. De bediening vraagt enige gewenning, maar daarna wil je niet anders meer: je kunt het instrumentarium voor een groot deel naar je eigen wens indelen. Eén keer instellen en je hoeft er nooit meer aan te komen; op basis van de gebruikte sleutel onthoudt de auto zelfs de verschillende voorkeuren van jou en je partner! Het interieur is opgetrokken uit fraaie materialen en is niet alleen mooi om te zien, maar ook plezierig om aan te raken. Beide testkandidaten hebben een snellaadmogelijkheid aan boord. Aan zo’n speciale laadpaal kost je dat zo’n drie kwartier, voor een voor 80 procent gevuld accupakket. Dat van de Mercedes is misschien nog ietsje sneller vol, want de EQC kan een laadsnelheid aan van 110 kW en de Jaguar 100 stuks. Aan een publiek laadpunt is een nachtje slapen echter niet voldoende om de batterij weer helemaal vol te krijgen. Dat komt omdat zowel de I-Pace als de EQC met slechts één fase laden. Ook in dat geval is de Mercedes iets sneller: 33- in plaats van 19 kilometer per uur. Maar met een accucapaciteit van 80- en in het geval van de Jaguar zelfs 90 kWh ben je dan wel even zoet. 

Prijs

De EQC is een crossover in het luxe segment en vindt met een vanafprijs van € 73.595 de Jaguar I-Pace op zijn pad, maar ook andere alternatieven als de Audi e-tron en Tesla Model X. Hoewel 73 mille een stevig bedrag mag worden genoemd, is de elektrische Mercedes iets goedkoper dan de concurrentie (het ‘instapmodel’ van de Audi daargelaten, dat sinds 2020 leverbaar is met een kleiner batterijpakket). Je kunt bij de Mercedes-dealer maar voor één uitvoering terecht, die voluit ‘EQC 400 4Matic’ heet. Wel is het mogelijk om door middel van diverse optiepakketten de uitrusting aan te vullen, zoals in het geval van onze testauto is gebeurd. Het prijskaartje van de gereden uitvoering bedroeg ruim 86 mille.

Jaguar was in 2018 de eerste Europese autofabrikant met een Tesla-alternatief. Vanwege het gunstige fiscale klimaat werden er in ons land dat jaar maar liefst 3.500 exemplaren van de I-Pace verkocht. In 2019 won het model bovendien zo’n beetje iedere prestigieuze autoprijs die er te winnen viel. Dat jaar werden echter ook de bijtellingsregels aangescherpt, waardoor de elektrische Jaguar plotseling een stuk meer moest kosten. Bovendien begonnen berijders van het eerste uur zich in de media te beklagen over het in hun ogen beperkte rijbereik van de crossover. Terecht of niet; de Britten hebben zich die kritiek aangetrokken en recentelijk een aantal wijzigingen aan de I-Pace doorgevoerd. Stuk voor stuk softwarematige aanpassingen, waarvoor je niet naar de garage hoeft en die ook beschikbaar komen voor bestaande klanten. De Nederlandse importeur introduceerde bovendien een nieuw instapmodel, waarmee de vanafprijs voortaan geen 81.800-, maar 73.900 euro bedraagt.

Winnaar

Hoewel de onder onze testauto gemonteerde banden de wielkuipen nauwelijks vullen, is de Jaguar I-Pace geen elektrische auto om te onderschatten. Het is een fijn rijdende, verrassend ruime gezinswagen met een toegenomen actieradius. De Mercedes EQC valt op vanwege zijn forse trekgewicht en een hoogwaardige interieurafwerking. Beide testkandidaten dragen het juk van ’n één fase laadmogelijkheid, waardoor je de elektrische auto’s moet opladen wanneer je de kans krijgt: wachten tot je thuis bent, betekent dat je de volgende dag misschien eerst bij een snellaadstation langs moet, voordat je door kunt rijden naar je daadwerkelijke bestemming.

Behalve dat - flinke! - minpunt valt er weinig op de Jaguar aan te merken. Over de Mercedes hebben we aanzienlijk meer klachten, wat zijn plek onderaan de verkoopstatistieken verklaart. Maar de I-Pace zouden we je alsnog van harte aan willen bevelen.

Bekijk ook onze afzonderlijke rijtesten van deze twee testkandidaten:
Jaguar I-Pace EV400 Business Edition S
Mercedes EQC 400 4Matic