Waterlinie en leerlooierijen in West-Brabant
Nederland, Noord-Brabant, Werkendam
- 40
- 56
- 54
- 52
- 53
- 57
- 59
- 7
- 3
- 4
- 5
- 87
- 70
- 14
- 15
- 44
- 1
- 17
- 45
- 16
- 11
- 36
- 75
- 46
- 35
- 32
- 18
- 19
- 20
- 25
- 40
De noordwesthoek van Brabant is getekend door het water. In het Land van Altena zijn overal sporen van overstromingen terug te vinden en bij oorlogsdreiging kon het gebied zelfs bewust onder water worden gezet. De in 1904 gegraven Bergsche Maas vormt de overgang naar de Langstraat. Hier kon de leer- en schoenenindustrie zich ontwikkelen dankzij de aanwezigheid van koeien, water en eikenschors dat nodig was voor het looien van de huiden.
Fietsen langs landschapselementen
Deze route is onderdeel van een serie fiets- en wandelroutes langs verschillende landschapselementen. Het Nederlandse landschap is een echt cultuurlandschap. Door de eeuwen heen veranderde de mens de natuur, bedoeld en onbedoeld. Die ingrepen in het landschap vertellen veel over het verleden. Op deze website kun je meer lezen over deze zogenoemde ‘leestekens van het landschap’ en over waar je ze kunt zien.
Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en mederecreanten en ga waar nodig achter elkaar rijden.
• Tussen 59-07 gaat de route over een halfverhard (schelpen)pad.
• Tussen 03-04-05-87-70 gaat de route op de zeedijk over een smal verhard pad en een smal grindpad; ook kom je betonnen paaltjes tegen; ga achter elkaar rijden.
• Tussen 20-25 (Schenkeldijk) bevindt zich een smal traject, met een steil bruggetje (bij de molen Werkendam); fiets hier achter elkaar en stap zo nodig af bij het bruggetje.
• Tussen 25-40 steekt de route tweemaal de drukke op-/afrit van de A27 over; houd hier rekening met snelverkeer en kijk goed uit.
Toegankelijkheid: deze route is ongeschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.) vanwege bovengenoemde smalle paden en het steile bruggetje.
Het machtige Fort Altena maakte deel uit van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, een verdedigingsgordel die in de 19e eeuw rond het westen van Nederland werd aangelegd. Bij oorlogsdreiging werd vanaf het IJsselmeer tot aan de Biesbosch een brede strook land onder water gezet. Forten en batterijen verdedigden de strategische plekken. Fort Altena had als taak de doorgaande weg tussen Breda en Gorinchem te beschermen. Nu huisvest het fort een brasserie en is er een korte wandelroute over het terrein uitgezet.
Eeuwenlang had dit gebied te maken met wateroverlast. Het ging echt mis in 1421, toen tijdens de Sint-Elisabethsvloed het zeewater ver het land binnendrong en de Biesbosch ontstond. Later die eeuw werd aan de westzijde van het Land van Altena een nieuwe dijk opgeworpen om het water tegen te houden. Dat is de dijk waar u nu overheen fietst. Het bosje links is de Kornse Boezem, een moerassig gebied waar tijdelijk overtollig polderwater werd opgeslagen. Na 1930 is hier griendhout aangeplant. De takken en het hout van deze wilgenakkers werden gebruikt op de boerderijen en bij de aanleg van dijken.
Fruitbomen doen het goed op de zandige oeverwallen langs de rivieren. De opvallende appelschuur achter Muilkerk 1 is in 1895 gebouwd als fruitmagazijn en kantoor voor een fruit- en stroopbedrijf. Verborgen tussen het groen staat bovendien een opzichtershuis in koloniale stijl uit 1900.
Ook het kasteel van de heren van Dussen viel in 1421 ten prooi aan de stormvloed. Slechts enkele kelders en delen van torens overleefden de golven. Herbouw volgde in 1473-1474, waarna in de 17e eeuw extra vleugels werden toegevoegd. Daarna fungeerde het kasteel onder meer als klooster en gemeentehuis. Nu worden er evenementen georganiseerd en zijn er in het zomerseizoen op zondag rondleidingen (www.kasteeldussen.nl).
Het gebouw dat opdoemt achter de rotonde oogt als een kasteel, maar is een herenboerderij uit 1936. De markante gevels zijn een verwijzing naar het Huis te Meeuwen, dat op een omgracht eilandje naast de boerderij stond en halverwege de 19e eeuw werd gesloopt. De boerderij staat op de fundamenten van de voorburcht.
In Babyloniënbroek staan verschillende boerderijen van het Altenase dwarsdeeltype. Mooie voorbeelden zijn Hillsestraat 6 en 4. Bij dit boerderijtype bevinden de schuur en het stenen voorhuis zich onder één dak. Soms is het voorhuis in de breedte uitgebouwd. In de schuur stonden de koeien en werd de oogst opgeslagen. De deel (de dors- en werkvloer) bevindt zich direct achter het woonhuis, in de breedte van de schuur. Een grote deur in de zijgevel geeft toegang tot dit werkgedeelte.
De pont over de Bergsche Maas is gratis. En dat heeft een reden. De Bergsche Maas werd tussen 1888 en 1904 gegraven om de Maas een nieuwe mondig te geven en zo de afwateringsproblemen van de rivier op te lossen. Tegelijk werd wettelijk vastgelegd dat de boeren en omwonenden zouden worden gecompenseerd door een drietal gratis pontverbindingen. Die belofte geldt tot op de dag van vandaag.
Tijdens de stormvloed van 1421 drong het water op tot vlak bij ’s-Hertogenbosch! De aanleg van de Elshoutse Zeedijk moest verdere overlast voorkomen, vooral tijdens hoogwater in de rivieren. Dat de dijk niet altijd standhield, bewijzen de kolkgaten of wielen langs de dijk. De sluizen, schansen en andere militaire werken zijn vanaf de 16e eeuw aangelegd om de vestingstad Heusden en later het economische hart van Holland tegen vijandelijke legers te beschermen. Ook hier deed men dat met inundatie, het onder water zetten van een strook grond.
De Langstraat, grofweg het gebied tussen Geertruidenberg en ’s-Hertogenbosch, was in de 18e en vooral de 19e eeuw een belangrijk centrum van de leer- en schoenenindustrie. Tussen 1886 en 1890 werd de Langstraatspoorlijn aangelegd om de grondstoffen en producten sneller te vervoeren – vandaar de bijnaam Halvezolenlijn. De rails is inmiddels vervangen door een fietspad, maar de spoorbruggen zijn nog goed te herkennen. Het witte huis aan het begin van het traject in Drunen fungeerde tot 1926 als station.
Bij het leerlooien wordt een dierenhuid geschikt gemaakt voor de productie van schoenen, tassen en andere leren producten. In eerste instantie waren het vooral boeren die met leerlooien hun schaarse inkomen aanvulden. Later gebeurde het ook op industriële schaal. De leerlooierij (1847) op Hoofdstraat 70 in Capelle is nog goed te herkennen. Op de begane grond werden de huiden in kuipen geweekt om ze te conserveren. Daarna werden ze bewerkt en op de zolder te drogen gehangen. Dat verklaart de klapluiken in de houten gevel.
Het lijkt een gewone boerderij, maar achter Het Vaartje 19 in Waspik gaat een complete schoenenfabriek schuil. Rond 1920 verrees achter een ouder fabrikantengebouw een fabriek met twee verdiepingen. De zaken gingen goed, want al in 1936 werd de fabriek in dezelfde bouwstijl naar achteren uitgebreid. Toen de vanaf de jaren zestig steeds meer goedkope schoenen werden geïmporteerd, stortte de schoenenproductie in de Langstraat in.
Overal langs de dijken duiken betonnen muurtje op. Het zijn Muraltmuurtjes, genoemd naar de bedenker ingenieur De Muralt. Toen na een stormvloed in 1906 de dijken moesten worden versterkt, ontwikkelde hij een goedkoop en eenvoudig alternatief voor dijkverhoging: betonnen elementen die op de dijk in elkaar werden geschoven en zo een lage muur vormden. Bij de watersnoodramp van 1953 bleken de muurtjes toch niet te voldoen en verloren ze hun functie.
Net als Fort Altena hoort Fort Bakkerskil (1878) bij de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het beschermde de dijk en de Papsluis, waarmee het gebied tussen de dijk en de Biesbosch onder water kon worden gezet. Tijdens de mobilisatieperiodes 1914-1918 en 1939-1940 was het fort bemand, maar gevochten is er nooit. Nu is er een sfeervolle Bed & Breakfast gevestigd. De bunkers verderop langs de route zijn in 1939-1940 gebouwd om de Waterlinie extra te versterken met het oog op de Duitse dreiging.