Fietsen en zwemmen: tussen Engelermeer en IJzeren Man
Nederland, Noord-Brabant, 's-Hertogenbosch
- 56
- 59
- 53
- 88
- 84
- 63
- 64
- 36
- 65
- 37
- 67
- 66
- 29
- 28
- 10
- 14
- 12
- 27
- 32
- 60
- 63
- 24
- 33
- 74
- 75
- 93
- 58
- 57
- 56
Fietsen en zwemmen tijdens één route? Het kan bij deze fietsroute die onderweg twee grote zwemmeren aandoet: het Engelermeer bij ’s-Hertogenbosch en de IJzeren Man bij Vught. Andere hoogtepunten zijn de prachtige oude binnenstad van Den Bosch en – van een heel andere orde – de herinneringen aan het oorlogskamp in Vught. Daartussen doorkruis je een oer-Brabantse landschap van riviertjes, kastelen, akkers, bossen en onverharde wegen.
Deze route hoort bij het ANWB-boek Zwemmen in de natuur. Daarin staat 52 plekken beschreven waar je in open water kunt zwemmen, van de Noordzee tot rivieren, meren en vennen.
Tip: Fiets deze route via de gratis ANWB Eropuit app. Zoek de route in de app via de filters. Onderweg zie je op het kaartje waar je bent, zo kun je niet verdwalen.
Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en mederecreanten en ga waar nodig achter elkaar rijden.
• Tussen 37-67 en 28-10 gaat de route over (zeer) smalle, deels onverharde fietspaden met kuilen.
Toegankelijkheid: deze route is minder geschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.), vanwege bovenstaande punten (smalle, hobbelige paden).
Het Engelermeer heeft alles waar je als zwemmer van kunt dromen: een ruime parkeerplaats, ligweides, strandjes, toiletten, een paviljoen en vooral een gigantische recreatieplas. De huidige omvang kreeg het Engelermeer door zandwinning, maar al van oudsher bleef hier water staan in een oude stroomgeul van de Maas. Wat vooral opvalt: het water is erg helder, je ziet de vissen zo voor je voeten wegschieten. Getrainde zwemmers komen in de Westplas (met naaktstrandje en drijflijnen) tot een zwemrondje van 1,2 kilometer. Dat kun je verlengen met rondjes door de Oostplas (1,5 kilometer) en de Noordplas (2 kilometer).
De entree tot ’s-Hertogenbosch – of kortweg Den Bosch – is niet echt fraai, maar dat wordt meer dan goedgemaakt in het historische stadshart. Hier zigzag je door een eeuwenoud decor van monumentale gevels en sfeervolle pleinen, gevuld met winkels en cafés. Voor een portie cultuur stap je binnen bij het Noordbrabants Museum (volg de bordjes op de hoek van de Lange Putstraat). Voor een religieuze topattractie ga je op de Parade linksaf naar de Sint-Janskathedraal. Dan kun je meteen op een van de terrasjes een onvermijdelijke Bossche bol bestellen – die 292 kilocalorieën fiets je er wel weer vanaf, toch?
Eenmaal voorbij de vestingwerken wacht het groene en vooral lege weidelandschap van het Bossche Broek. Lange tijd mocht hier niet worden gebouwd omdat de stad een vrij schootsveld wilde hebben. Bovendien was het een belangrijk inundatiegebied: bij oorlogsdreiging werd dit laaggelegen moeras onder water gezet om het vijandelijke leger te stoppen. En die overloopfunctie wordt doorgetrokken naar het nu: als het riviertje de Dommel dreigt te overstromen, wordt het Bossche Broek als extra waterberging ingezet. Zo houdt de stad zelf droge voeten.
Ook rond Haanwijk lijkt de moderne tijd nog niet doorgedrongen. Oude boerderijen, slingerende riviertjes, bosschages en zelfs kastelen vullen dit stukje oer-Brabant – net als onverharde boerenweggetjes, dus wees na een regenbui voorbereid op wat extra modderklodders. Archeologische vondsten tonen aan dat hier al in de Romeinse tijd volop bedrijvigheid was. Jachtslot Haanwijk is middeleeuws en hoorde bij Kasteel Nieuw-Herlaar, dat verderop in beeld komt. De toren is 15e-eeuws, de rest van het gebouw stamt grotendeels uit de 19e eeuw en fungeerde lange tijd als klooster en gesticht.
Bij knooppunt 67 en de Mariakapel gaat de route scherp naar rechts. Als je hier een klein stukje richting knooppunt 68 fietst, kom je bij recreatieplas De Langspier. Je moet entree betalen, maar daarvoor krijg je wel helder water, afgebakende zwemgedeeltes, een zandstrand, ligweides, een paviljoen en verschillende sportveldjes.
Veel zwemmeren zijn ontstaan door de winning van zand. De IJzeren Man bij Vught is er zelfs naar vernoemd: de naam verwijst naar de stoombaggermachine die rond 1890 een groot deel van de put heeft gegraven. Vanaf de parkeerplaats kun je naar het betaalde badstrand bij het Strandhuys, maar dat is vooral bedoeld voor gezinnen met kinderen. Avontuurlijke zwemmers zoeken zelf een plekje elders langs de oevers, bijvoorbeeld bij de punt aan de zuidzijde. Het water is helder en meestal niet dieper dan 1,5 meter. Aanvankelijk bestond de plas uit diepe geulen en zandruggen waarop de baggermachine destijds heen en weer reed. Daarna is de bodem geleidelijk dichtgeslibd en verzand.
Nieuwsvolgers zullen de naam Vught kennen van de Extra Beveiligde Inrichting (EBI), waar de zwaarste criminelen van Nederland hun straf uitzitten – denk aan Willem Holleeder en Ridouan Taghi. De fietsroute gaat direct langs de ingang. Daarnaast passeer je de voorloper van de gevangenis: Kamp Vught. In dit Duitse concentratiekamp hebben in 1943 en 1944 in totaal 32.000 mensen gevangengezeten. Rechts van het pad wijzen bordjes de weg naar plekken waar tientallen verzetsstrijders zijn gefusilleerd. Nu fungeert het kamp als museum en Nationaal Monument.
Wateroverlast was altijd een groot probleem voor het laaggelegen ’s-Hertogenbosch. Vooral in de winter voerden de rivieren zoveel water aan, dat overstromingen dreigden. Dat werd aanvankelijk opgelost met overlaten, extra stroomgeulen naast de rivieren die bij hoge waterstanden mochten overstromen. Tussen 1907 en 1911 werd gewerkt aan een nieuwe oplossing: het Drongelens Kanaal, officieel Afwateringskanaal ‘s-Hertogenbosch-Drongelen geheten. Via gemalen werd het overtollige rivierwater naar het kanaal gepompt, waarna het richting de Bergsche Maas bij Drongelen stroomde. Nu heeft het kanaal geen afwateringsfunctie meer en oogt het stil en verlaten. Slechts een handvol vissers staart hoopvol naar hun drijvende dobbers.
Vanaf de slingerende dijk ten zuiden van Nieuwkuijk kun je zien hoe een overlaat werkte. Als in de winter de waterstanden in de Maas te hoog werden, overstroomde een daarvoor aangewezen dijk bij Beers in Oost-Brabant. Zo ontstond een nieuwe rivierbedding, Beersche Overlaat of Beersche Maas genoemd. Rechts van deze dijk zou je dan over een weidse watervlakte hebben uitgekeken. Om het water zo snel mogelijk af te voeren, werden alle obstakels verwijderd. Daarom oogt het landschap zo leeg. Toch ging het in 1880 fout: de dijk brak en heel Nieuwkuijk en Vlijmen liepen onder water. Pas in 1942 werd de overlaat gesloten.