Naar de inhoudLogo van de ANWBANWB Homepage

Dubbeltest Honda Jazz Crosstar vs. Renault Captur E-Tech Plug-in Hybrid

16 oktober 2020 De Renault is zuiniger, maar de Honda vergt een minder stevige aanschaf

Een plug-in hybride aandrijflijn maakt een auto behalve zuiniger ook zwaarder en duurder. Om te zien wat zo’n stekker werkelijk toevoegt, vergelijken we de Renault Captur E-Tech met een conventionele hybride: de Honda Jazz Crosstar.

Ruimte

De Renault is nauwelijks hoger of breder dan de Honda, maar wel een stuk langer. Dertien centimeter om precies te zijn en die betalen zich uit in een grotere kofferbak óf extra beenruimte achterin, met dank aan een verschuifbare achterbank. Helaas bestaan er geen foefjes om de beperkte hoofdruimte te vergroten: wie langer is dan 1.85 meter, kan achterin niet rechtop zitten. De middenconsole steekt een eind het inzittendencompartiment binnen, waardoor het lastig wordt om drie volwassenen op de achterbank onder te brengen. Hun spullen meenemen gaat een stuk eenvoudiger: in de kofferbak van de Captur kun je minimaal 395- en maximaal 1.334 liter aan bagage kwijt. Omdat het voor de hybride aandrijflijn benodigde batterijpakket deels in de kofferbak is terecht gekomen, beschik je bij de E-Tech variant niet over een variabele laadbodem. Er is daaronder gelukkig wel genoeg ruimte overgebleven om je laadkabels op te bergen.

Dat de Renault een stuk langer is dan de Honda helpt bij dit testonderdeel al niet mee, laat staan zo’n verschuifbare achterbank! Maar de achterbank van de Jazz kan weer een ander kunstje, waarover later meer. Overigens is de beenruimte achterin de Jazz dik in orde; alleen de hoofdruimte houdt niet over. Klap je de rugleuning van de achterbank neer, dan ontstaat er geen vlakke laadvloer: er zit een soort ‘drempel’ op de plek waar de bagagevloer overgaat in de neergeklapte achterbank. In vergelijking met zijn voorganger is de laadruimte van de Jazz tientallen liters afgenomen. De kofferbakinhoud van de door ons gereden Crosstar-versie is zelfs kleiner dan die van de reguliere variant, met 298- in plaats van 304 liter met de achterbank overeind en 1.199- in plaats van 1.205 liter laadruimte met alles plat. De opbergruimte onder de bagagebodem valt zo bescheiden uit, omdat dit type drie centimeter hoger op zijn pootjes staat.

Rijgedrag

De Honda heeft dan weliswaar geen stekker, maar een kleinere batterij betekent ook dat de Jazz een paar honderd kilo lichter is. Bijna 400 kilogram om precies te zijn! Aan de achterzijde is de gezinsauto (te) hard gedempt. We kregen vanaf de achterbank althans commentaar over het gebrekkige veercomfort. Bij Honda bouwen ze al langer personenwagens met een benzine- en een elektromotor, maar desondanks is deze hybride aandrijflijn helemaal nieuw voor de Japanners. De tweede generatie van de Jazz werd al met een dergelijke motorvariant geleverd, maar die uitvoering had een kleinere benzinemotor en de elektromotor was nog niet in staat om de Honda eigenhandig voort te bewegen. Tegenwoordig kan dat wel. Het benodigde batterijpakket wordt onderweg bovendien bijgeladen, zodat je gedurende de hele rit korte stukjes volledig elektrisch kunt rijden. Klinkt bekend? Dat kan kloppen: Toyota past al jarenlang een soortgelijk principe toe, inclusief een traploze transmissie. De Jazz kampt dan ook met dezelfde kwalen: van een trekgewicht is nauwelijks sprake - dat bedraagt 750 kilogram - en je kunt goed horen dat de benzinemotor het stokje overneemt van de elektromotor. Voelen doe je dat echter niet. Gecombineerd is de hybride aandrijflijn van de Honda goed voor 109 pk en 253 Nm koppel. Hoewel de Jazz een hoge koets heeft, helt de auto nauwelijks over. Dat je toch van je plek glijdt, valt te wijten aan de matige zijdelingse steun van de voorstoelen.

Met de Captur E-Tech heeft Renault een primeur te pakken: de crossover is namelijk de eerste plug-in hybride in het B-segment. De Fransen hebben al de nodige ervaring met volledig elektrische modellen, maar benzinevarianten ‘met een stekker’ verkochten ze nog niet. Niet alleen het type aandrijflijn is nieuw; dat geldt evengoed voor de door Renault gebruikte techniek. De Captur heeft een transmissie zonder koppeling, afkomstig uit de racerij. De startmotor neemt de functie van de koppeling over (elektromotor nummer 1). Onder de motorkap gaat een tweede elektromotor schuil; beide krachtbronnen hebben hun eigen set versnellingen, waaruit de startmotor een keuze maakt. Gecombineerd is de aandrijflijn goed voor 159 pk. Over het maximale koppel doet de fabrikant geen uitlatingen, maar uit de specificaties komt naar voren dat het trekgewicht met 750 kilogram bescheiden uitvalt. De E-Tech is desondanks de meest krachtige Captur die je kunt kopen. De versnelling is alleen niet naadloos: je kunt merken dat de Renault ‘keuzestress’ ondervindt van het beschikbare motorenaanbod. Je voelt kleine schokjes wanneer eerst de ene en dan een andere krachtbron wordt aangesproken. De geluidsproductie blijft binnen het betamelijke: je hoort onderweg hoofdzakelijk de rijwind rond de buitenspiegels suizen. De zitpositie is hoog - zo hoog, dat langere bestuurders tegen de zonneklep aan zitten te kijken - en het stuurgedrag is licht, zoals we dat al van de crossover gewend zijn. Qua vering en demping merk je wél verschil: het benodigde batterijpakket gaat deels schuil onder de bagagebodem. Ga je over een verkeersdrempel, dan deint de Captur van achteren nog even na.

Verbruik

Het batterijpakket van de Renault heeft een omvang van 10,5 kWh. Op een volle accu kom je tussen de 42- en 57 kilometer ver. Dat zijn althans de getallen die wij op de boordcomputer voorbij zagen komen. Ze blijken afhankelijk van waar je rijdt (op de snelweg, of juist binnendoor). De Fransen spreken zelf over een maximaal rijbereik van 65 kilometer ‘bij stadsgebruik’. Zulke uitlatingen mag je echter met een korreltje zout nemen. Volgens de folder komt de Captur E-Tech ook 66,7 kilometer (!) ver op een 1 liter benzine. Wij waren echter niet ontevreden met een praktijkverbruik van 1 op 25,7.

Welke Jazz je ook koopt, ze zijn tegenwoordig allemaal uitgerust met een hybride aandrijflijn. Eerder reden we al met een reguliere uitvoering. Toen realiseerden we een verbruikscijfer van 1 op 20,2. Ondanks zijn fractioneel hogere koets bleek deze Crosstar nog iets zuiniger: we kwamen uit op een score van 1 op 20,5. Het verbruik in de folder is met 1 op 20,8 slechts een fractie gunstiger!

Veiligheid

De Honda heeft vanaf het instapmodel alle beschikbare rijhulpsystemen aan boord, op ééntje na: een dode hoek waarschuwing is voorbehouden aan het Executive-uitrustingsniveau. Je kunt het op de Crosstar ook niet los bijbestellen, wat enigszins typisch is. Met adaptieve cruise control, actieve rijstrookondersteuning, verkeersbordherkenning en een autonoom noodremsysteem ben je gelukkig al goed beschermd. De Crosstar heeft verder een achteruitrijcamera aan boord, maar de schoen wringt hem bij de Honda juist aan de voorzijde. Daar heb je een heleboel glas om door naar buiten te kijken, maar achter de oorspronkelijke A-stijl kan alsnog een voetganger of fietser schuilgaan.

In 2019 werd de tweede modelgeneratie van de Captur geïntroduceerd. Een belangrijke aanmerking op het origineel betrof diens beperkte aanvullende veiligheidsuitrusting. Dat heeft Renault rechtgetrokken: de crossover beschikt standaard over een autonoom noodremsysteem met voetgangers- én fietsersherkenning, actieve rijstrookondersteuning en verkeersbordherkenning. In het geval van deze E-Tech maakt de Captur op lage snelheid een geluid om andere verkeersdeelnemers op jouw komst te attenderen. Bovendien heb je een achteruitrijcamera aan boord, wat geen overbodige luxe is gezien het beperkte zicht naar achteren. Optioneel kun je dan nog kiezen voor adaptieve cruise control, een 360 graden camera en een fileassistent.

Gebruiksgemak

Een van de unieke eigenschappen van de Captur betreft het bijzondere dashboardkastje. Dat is eigenlijk geen kastje, eerder een lade. Je moet er echter stevig voor in de buidel tasten: het kleinood is voorbehouden aan een duurder uitrustingsniveau. Gelukkig is een verschuifbare achterbank wél standaard, net als het hoogwaardige interieur: nog zo’n verbeterpunt ten opzichte van de vorige modelgeneratie. Enige uitzondering is het ‘plateau’ waarop de keuzehendel van de automaat wordt opgediend: dat kraakt behoorlijk. De plug-in hybride opladen duurt tussen de drie- en de vierenhalf uur, afhankelijk van of je de Renault aan een laadpaal of het stopcontact op krachten laat komen. Snelladen behoort niet tot de mogelijkheden. Wil je zowel de elektromotoren als de brandstofmotor van de Captur aanspreken, dan moet je de ‘My Sense’-rijstand inschakelen. Verwarrend, want een soortgelijke term - ‘Multi Sense’ - wordt doorgaans door de fabrikant gebruikt voor de rijmodus waarbij je zelf kunt instellen hoe zwaar de stuurbekrachtiging werkt en hoe happig de auto reageert op het gaspedaal. We hadden het instructieboekje nodig om te achterhalen hoe we de complete aandrijflijn aan het werk kregen. Blijkbaar vinden ze zo’n plug-in hybride bij Renault zelf ook behoorlijk ingewikkeld, want voor deze E-Tech zit er een apart instructieboekje bij. Zonder het naslagwerk te raadplegen, rijdt de Captur eerst alle stroom uit de batterij. In de ‘My Sense’-stand is dat niet anders! Je kunt hooguit bepalen dat de Renault nog wat stroom voor later bewaart. Tot zover niets nieuws - we kennen meer plug-in hybrides die zo werken - maar de Captur kan als een van de weinigen ook remenergie terugwinnen. In die mate, dat je merkbaar minder hoeft te remmen. Je zet de keuzehendel van de automaat in ‘B’ - van ‘Brake’ - en je hebt er verder geen omkijken meer naar.

Een rijtest van de Honda Jazz is niet compleet zonder het over de achterbank te hebben. Die valt weliswaar niet te verschuiven, maar je kunt wel de zittingen opklappen. Op die manier kun je in de voetenbak grotere voorwerpen vervoeren, zoals een kamerplant of een kinderfiets. In de Crosstar is de stoelbekleding bovendien waterafstotend. De Jazz was voorheen altijd een vrij rudimentaire auto, maar deze vierde generatie is een frivoler type. Dat zie je al aan zijn vrolijke snuit, maar komt vooral tot uiting in het interieur. Contrasterende kleuren, digitale schermen en het stuurwiel uit de Honda e maken dit een aangename plek om te vertoeven, ondanks de gebruikte harde plastics. Voorin lijkt alles dubbel te zijn uitgevoerd: je hebt ieder twee bekerhouders en ook het dashboardkastje komt in tweeën. Voor de passagiers achterin heeft de Jazz niet alleen eigen stroompunten, maar ook een plek om hun mobiele telefoons op te bergen: daarvoor zitten er speciale vakjes bovenaan de rugleuning van de voorstoelen.

Prijs

De Honda is in dit vergelijk de voordeligste van de twee, maar met een vanafprijs van € 24.430 kunnen we het geen koopje noemen. De Jazz zag in de jaren ’80 het levenslicht als stadsauto maar sinds 2002 prijkt het typeplaatje achterop een kleine ruimtewagen. Nu zit dat segment een beetje in het slop; reden voor de Japanners om ook de ‘ruige’ versie van de B-segmenter te leveren die we in deze dubbeltest voor het voetlicht brengen. Dat model luistert naar de naam ‘Crosstar’ en is verder identiek aan de reguliere Jazz, op wat uiterlijke opsmuk en een fractioneel grotere bodemspeling na. Wie mooi wil zijn, moet pijn lijden want inclusief alle kunststof versieringen kost de Honda je dan ineens € 30.120. Daarmee is het de duurste Jazz die je kunt kopen.

De Captur E-Tech is een stuk krachtiger, maar ook een stuk duurder dan de eenvoudigste variant die je van de kleine semi-terreinwagen kunt kopen. Dat scheelt 58 pk en 12 mille. Het duurt wel even voordat je dat aan de pomp hebt terugverdiend, ook al hoef je vanwege de geringe CO2-uitstoot minder motorrijtuigenbelasting voor de plug-in hybride Renault te betalen en beschik je over een rijkere standaarduitrusting met onder meer automatische airconditioning en een lade in plaats van een dashboardkastje. De Captur E-Tech Plug-in Hybrid is er vanaf € 33.290, maar voor de ‘Edition One’-uitvoering die wij van de importeur hebben meegekregen, betaal je minimaal € 35.490. Da’s dan inclusief een dikke stereo en een achteruitrijcamera.

Winnaar

Renault steekt zijn nek uit door niet alleen de eerste plug-in hybride in het B-segment te introduceren, maar ook nog eens te kiezen voor eigen, nieuwe techniek. Met niet een, maar twéé elektromotoren is de Captur E-Tech aangenaam snel. Bovendien is de Renault flink ruimer dan de Honda. Het samenspel van de drie krachtbronnen gaat alleen niet ongemerkt aan je voorbij. Bovendien is de crossover lang zo zuinig niet wanneer je verzaakt te ‘stekkeren’; dan moet de benzinemotor in zijn eentje met de dik 1.600 kilogram zware gezinsauto aan de haal. Honda kiest bij diens hybride voor beproefde techniek. Daardoor is de Jazz niet altijd even stil, maar je hoeft tenminste niet bij weer en wind een laadkabel aan te sluiten om een gunstig verbruikscijfer te behalen. Met waterdichte bekleding en die bijzondere achterbank is de Honda minstens zo praktisch als de Renault, maar dan voor minder geld. Daarnaast werkt zijn gewicht niet door in de rijeigenschappen. Een stekker voegt in het geval van deze twee testkandidaten dus weinig toe: wij geven dan ook de voorkeur aan de Honda.

Lees ook onze afzonderlijke rijtesten van deze twee testkandidaten:
Honda Jazz Crosstar
Renault Captur E-Tech Plug-in Hybrid 160