Bloemdijken in Zuid-Beveland

Nederland, Zeeland, Heinkenszand

Hoe zou het voorjaar zijn zonder bloemen? Saai! Het voorjaar en bloemen horen bij elkaar. Velden vol liefst. Of, zoals hier in Zeeland, dijken vol. De dijken van Zuid-Beveland zijn aangelegd om de polders te beschermen tegen de zee. Als troostende armen liggen de kronkeldijken om elkaar heen. Extra mooi zijn ze in het voorjaar. De grazende schapen verspreiden met hun vacht de bloemzaden.

 

Hond mee: tijdens deze hele route zijn honden aangelijnd toegestaan.

Toegankelijkheid: deze route is niet geschikt voor mindervaliden, vanwege de onverharde (dijk)paden.

Paden: verhard (asfalt, zand- en graspaden.

Deze route maakt grotendeels gebruik van het wandelroutenetwerk ‘Sporen in de Zak’. Het wandelroutenetwerk wordt in het veld aangegeven met gele pijlen op vierkante, groene bordjes.

1. Vanaf de Schaapskooi pad uitlopen en ra, Nieuwkamerseweg, en naar knpt 11. Daar rechtdoor naar knpt 12. Dan volgen: knpt 13, 15, 16. Houd rechts aan over het veld: doorgang is in de hoek schuin tegenover de toegang. Loop naar knpt 21.  Bij knpt 21 la richting knpt 74 en einde weg ra Van de Poest Clementstraat.

2. Eerste pad la, tussen akkers door, water aan rechterhand. Bij knpt 74 la, richting knpt 75. Op verharde dijk la (geel pijltje) en bij knpt 75 rd, Notenboomdijk. Bij knpt 10 ra, terug naar knpt 13.

3. Dan 13, 12, 11 volgen. Bij knpt 11 ra, richting knpt 35, Oudekamersedijk, knuppelweggetje (indringend monument voor jonge slachtoffers van een stofwisselingsziekte). Knuppelbruggetje over, pad vervolgen. Op Nieuwkamerseweg ra. Op T-splitsing (knpt 35) ra (richting 96) en op driesprong links aanhouden, Vlaandertsedijk.

4. Op kruising la, Zuiderlandseweg (volg hier niet het groene bordje met de gele pijl). Einde weg la, Zuiderlandseweg. Einde weg ra Oude Zanddijk en bij knpt 34 links aanhouden, richting knpt 11, Oude Zanddijk vervolgen. Bij ‘weel’ (diepe plas na dijkdoorbraak) aan linkerhand la over pad de dijk af. Na ca. 200 m, vlak vóór akker, ra de dijk op, voor de hagen langs. Loop rechtsom over het dijkje naar de parkeerplaats van de schaapskooi.

In de winter staan de schapen van Schaapskooi Schaap en Zo in een (pot)stal, maar in de maand dat alle vogels een ei leggen, mogen ze de wei in én de dijken op. Want hier worden geen maaimachines gebruikt om de dijken te kortwieken, maar schapen. Voordeel van schapen is dat ze al grazend via hun vacht de zaden van de bloemen verspreiden. Het zijn Zeeuwse melkschapen die het werk doen, een spichtig typetje dat lekkere melk geeft. Per dag begraast de schaapskudde ongeveer 5 km dijken, daarbij netjes bijeengedreven door Schotse bordercollies.

Wie de schaapskooi verlaat, komt er al gauw achter waarom de Zak van Zuid-Beveland benoemd is tot Nationaal Landschap – een titel die je alleen verwerft als je iets bijzonders in huis hebt. En dat heeft de Zak. Het land is eeuwenoud en valt op door de besloten poldertjes en een netwerk van kronkelige kleidijken. Vooral de zonnige zuidkanten van die dijken zijn een eldorado voor planten en kruiden, waaronder heel zeldzame. Wie goed zoekt vindt er ook de kruidige wilde marjolein die in de winkel verkocht wordt onder de naam oregano. Wanneer ze massaal in bloei staan, zetten ze de zuidzijde van de bloemdijken in een paarsrode gloed.

Met de dijken van Zeeland is iets bijzonders aan de hand. Waarom zouden ze anders zo beroemd zijn? Het gaat om al die bloemen die op hun flanken groeien en bloeien. Een Zeeuwse dijk bestaat uit zand, zavel of klei, zogenaamde kalkrijke grondsoorten – lekker voer voor allerlei bijzondere plantensoorten. Bovendien zijn de winters in Zeeland relatief zacht. Vooral op de warme zuidzijde van de hellingen doen allerlei zeldzame, zelfs ‘exotische’ plantjes het goed, zoals sint-janskruid – bekend om zijn werking als antidepressivum – agrimonie en aardaker. Aardaker is een rankende vlinderbloemige met helderrode lathyrusbloemen.

Heel vreemd is het niet dat die oase van bloemen het walhalla is voor insecten. Kevers, sprinkhanen en vlinders als oranje zandoogje, bruin blauwtje, atalanta, dagpauwoog, koolwitje en koevinkje fladderen er rond, maar ook bijen, hommels en wespachtige zweefvliegen zuigen zich vol aan de nectarrijke bloemen. En al die bloembezoekers lokken weer andere nieuwsgierige aagjes, zoals de steenuil, een uiltje dat niet veel groter is dan een merel en dat verzot is op insecten en wormen. Tegen de schemering hebt u de meeste kans om hem te zien.

Het is een fraaie lap ‘natuur’ waarover je hier uitkijkt. Natuur tussen aanhalingstekens omdat dit heggenlandschap door mensen is aangelegd. Boeren legden om de grasveldjes heggen van meidoorn, braam, hondsroos, vlier en andere struiken aan, die, net als prikkeldraad nu, een ondoordringbare afscheiding voor het vee vormden. Eind april liggen de heggen erbij als een witte bloemenzee die insecten en vlinders aantrekt, waarop weer allerlei vogels afkomen. In de bomen kun je de tjiftjaf horen zingen, een buizerd horen miauwen of de groene specht horen lachen. En dan de koekoek. Hem zien is lastig, maar zijn gekoekoek is tot in de wijde omtrek te horen.

Koekoek! Koekoek! Koekoek!
De koekoek roept zijn eigen naam. Soms zo vaak dat je er een beetje dol van wordt. Maar dat gekoekoek doet hij hier alleen in het voorjaar en de zomer, want ’s winters trekt de koekoek naar Afrika. Koekoeken maken zelf geen nest, waarom zou hij ook als er zo veel andere nesten zijn. Zo gaat de koekoek te werk: het vrouwtje legt haar eieren bij andere vogels. Steeds één koekoeksei per nest. Het eerste dat het koekoeksjong doet is alle andere eieren het nest uit wippen, zonder dat de ouders het merken. Die brengen hun oneigenlijke kind groot alsof het hun eigen kind is, terwijl het na een paar weken al veel groter is dan zijzelf. Een volwassen koekoek is ongeveer 33 cm, weegt zo’n 125 gram en is gek op harige rupsen.

Links van het pad ligt een typisch hollebollig Zeeuws landschap met holtes en hobbels. De hobbels zijn resten van kreekruggen met stevige oeverwallen. Waar de zachte veenbodem na de bedijking is ingeklonken, zijn juist weer laagtes ontstaan. Weer andere kuilen zijn gevormd doordat er ooit stukken veen zijn weggehaald en verbrand voor zoutwinning. En er zijn ondiepe drinkpoelen gegraven waaruit het vee het opgevangen regenwater drinkt. Dat reliëf in de bodem plus de combinatie van zoete en zoute plekken maakt dat er veel verschillende leefmilieus zijn en dat betekent veel variatie in planten, insecten en vogels. In het voorjaar is dit een belangrijk broed- en foerageergebied voor grutto’s, eenden en ganzen.

De Zak van Zuid-Beveland staat bekend om de dijken, maar ook om de fraaie bomen op die dijken. Populieren, iepen (goed bestand tegen zeewind) en linden vormen in het voorjaar schermen van ruisend malsgroen blad. Helaas zijn door stormen en ziekte veel iepen gesneuveld, zó veel zelfs, dat er een herbeplantingsproject is gestart. Op deze route zijn het vooral de linden die de aandacht trekken. En dan in het bijzonder die op de Oudekamersedijk. Daar worden elk jaar jonge linden geplant ter herdenking aan kinderen die overleden zijn aan een stofwisselingsziekte. Lindebomen bloeien in juni en verspreiden dan een heerlijke lindehoninggeur, die onweerstaanbaar is voor hommels en bijen.