Ruigeweideroute
Nederland, Zuid-Holland, Driebruggen
- 96
- 22
- 23
- 14
- 34
- 35
- 50
- 37
- 36
- 34
- 35
- 97
- 96
De Ruigeweideroute voert over smalle dijken en jaagpaden. Vanaf de 11e eeuw werd de veenwildernis tussen de Oude Rijn en de Hollandse IJssel ontgonnen. In het zeer natte gebied werden op regelmatige afstanden sloten gegraven waardoor het karakteristieke slagenlandschap van langwerpige kavels ontstond. De kolonisten en boeren in de polder Ruige Weide hadden te maken met moeilijk te cultiveren ruige gronden begroeid met struiken, biezen en taaie grassoorten.
NB-1: Bij knooppunt 14 (in Hekendorp) wordt op het bordje niet knooppunt 34 aangegeven, maar (abusievelijk) 12. Rijd dus richting 12 op Goejanverwelle, bij het verlaten van de bebouwde kom wordt dit Steinsedijk. De dijk blijven volgen, dan kom je vanzelf bij knooppunt 34. Daar gewoon verder naar 35.
NB-2: halverwege tussen Hekendorp en knooppunt 34 kunt u een bordje ‘Ruigenweideroute’ tegenkomen. Deze bordjes leiden u langs de oevers van de Hollandsche IJssel – een leuk alternatief, maar u bent dan wel van de knooppuntenroute af en moet deze later zelf weer oppakken. Dit kan voor verwarring zorgen; blijf in dat geval de knooppuntenroute volgen.
Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en mederecreanten en ga waar nodig achter elkaar fietsen.
• Bij knooppunt 14 bevindt zich een scherpe bocht rechtsomhoog (Goejanverwelle).
Toegankelijkheid: deze route is in principe geschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.).
Ruigeweide is van oorsprong een middeleeuws dorp aan een gegraven wetering. Van hieruit ontgonnen de eerste boeren het gebied. Alleen ten noorden van de vaart staan boerderijen. Het gebied ten zuiden van de weg werd ontgonnen vanaf een oeverwal langs de Hollandsche IJssel. De boerderijen die bij die kavels horen, staan aan de IJssel.
De Dubbele Wiericke komt bij Goejanverwellesluis uit in de Hollandsche IJssel. Op 28 juni 1787 werd prinses Wilhelmina van Pruisen hier door opstandige patriotten gevangengenomen. Het incident leidde tot een interventie van de Pruisische troepen – de koning van Pruisen was Wilhelmina’s broer – en het herstel van de stadhouderlijke macht.
De Hollandsche IJssel was oorspronkelijk een tak van de Lek die bij IJsselstein ontspringt en na dertig kilometer bij Capelle aan de IJssel in de Nieuwe Maas stroomt. De rivier werd in de 13e eeuw bij de Lek afgedamd voor de ontginning van het Hollandse veengebied. Langs de rivier, achter een steile en hoge winterdijk, liggen kleinschalige uiterwaarden met jaagpaden. Deze paden ontstonden in de 16e en 17e eeuw ten tijde van de trekvaart. De trekschuiten werden door mensen en/of trekpaarden vanaf het jaagpad over de rivier voortgetrokken.
De Reeuwijkse Plassen zijn ontstaan als resultaat van de 19e-eeuwse verveningen. Rond 1890 werden enkele plassen drooggemaakt. De droogmakerijen hadden voortdurend last van water uit de omliggende polders en plassen. Na een zware overstroming in 1925 werd het plan geopperd het hele plassengebied droog te maken, maar uiteindelijk werden de plannen door Provinciale Staten verworpen. Het Goudse Hout is een drukbezocht recreatiegebied.
De Enkele Wiericke, die je net voor knooppunt 37 passeert, en de Dubbele Wiericke zijn twee parallel gegraven (boezem)wateren die het overtollige water uit de veenpolders lozen op de Hollandse IJssel. Na het Rampjaar 1672 werd op last van stadhouder Willem III langs de westoever van de Enkele Wiericke een dijk, de Prinsendijk, opgeworpen. Deze moest het inundatiewater keren en het tussen de beide Wierickes te verzamelen in de polder Lange Weide. Zo werd deze smalle strook land opgenomen in de Oude Hollandse Waterlinie.
Langs Dubbele Wiericke, die door Driebruggen stroomt, staat circa 800 meter ten noorden van Driebruggen het gemaal Westeinde van Waarder. Het wordt in de volksmond ook wel Gemaal Net op Tijd genoemd, ontleend aan het feit dat het bouwwerk ‘net op tijd’, voordat de dijk doorbrak, gereed was.
Westeinde en Oosteinde zijn karakteristieke smalle ‘Hollandse’ dijken met aan weerszijden wilgenbomen, waterlopen en boerderijen. De naam Papekop komt vermoedelijk van Papecope. Het achtervoegsel cope verwijst naar het systeem van de copeontginningen. Een papenkop is een stuk grond aangekocht door een priester (volgens Van Dale).