Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en ga waar nodig achter elkaar rijden.
• De dijken op deze route zijn vrij smal en worden gedeeld met ander (recreatief) verkeer; wees je hiervan bewust bij het inhalen en fiets bij voorkeur achter elkaar.
• Tussen knooppunt 65 en 67 bevindt zich een onveilige oversteek op de route.
Toegankelijkheid: deze route is in principe geschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.), mits men rekening houdt met bovenstaande punten.
De vele watersnoden waaronder de Bommelerwaard door de eeuwen heen heeft geleden zijn bekend. De rest van Nederland heeft er zelfs een lied aan overgehouden met het fraaie refrein ‘en te midden van die rommel, dreef de torenspits van Bommel’. Overigens heeft de toren van Zaltbommel helemaal geen spits want die werd al in 1538 door de bliksem verwoest.
Het is de moeite waard om in Zaltbommel even rond te dwalen. Het is een van de weinige vestingstadjes waar de wallen met zeven bastions vrijwel ongeschonden bewaard zijn gebleven. Het streekmuseum van Zaltbommel is gehuisvest in een versterkt huis dat rond 1535 werd gebouwd op last van Maarten van Rossum. Hij was een legendarische veldheer van de voor zijn zelfstandigheid strijdende hertog Karel van Gelre. Vanaf de Waalkade hebt u een prachtig uitzicht op de Martinus Nijhoffbrug.
‘Voor de brug bij Zaltbommel staat een file van ongeveer vijf kilometer’. Sinds de opening van de Martinus Nijhoffbrug in 1996 behoort deze standaardmededeling bij de verkeersinformatie tot het verleden. Toen in 1933 de ‘oude’ Waalbrug werd opengesteld, staken ongeveer 90.000 voertuigen per jaar de Waal over. Dat aantal passeert de brug nu gemakkelijk per etmaal. Het gaat om een tuibrug (408 m lang) en de zogenaamde aanbrug, over de uiterwaarden (570 m lang). Vier hoge steuntorens (pylonen) houden met 120 kabels (tuien) het wegdek overeind. De pylonen reiken 83,66 m boven NAP, ruim 13 m boven de Sint Maartenstoren van Zaltbommel.
Na Zaltbommel volgt u het fietspad over de Waaldijk vanwaar u een goed uitzicht hebt op het natuurreservaat de Hurwense uiterwaarden, gelegen tussen een oude Waalarm en de ‘nieuwe’ Waal. Bij een dijkdoorbraak in 1639 verlegde de Waal haar loop. De Kil van Hurwenen, de ‘oude’ Waal, bestaat uit diepe plassen, rietzomen en moersbossen, en is een fraai natuurgebied waar vooral vogels zich thuisvoelen (verrekijker meenemen). Bij Hurwenen is gekozen voor de aanleg van een nieuwe dijk om een waardevol natuurgebied en de historische bebouwing langs de dijk te behouden. In de hoogspanningsmast over de Waal zijn enkele ooievaarsnesten te zien. De statige vogels broeden al verschillende jaren op deze plek. Ook op een oude steenfabrieksschoorsteen is een ooievaarsnest te zien.
Vervolgens komt u in Rossum waar de Waal en de Maas elkaar bijna raken. Door de Maaskanalisatie in de jaren twintig van de vorige eeuw zijn grote bochten afgesneden; een oude meander is omgevormd tot het recreatiegebied De Zandmeren.
Bij Ammerzoden kunt u een bezoek brengen aan de burcht Ammersoyen, een van de mooiste middeleeuwse kastelen van het Gelders Rivierengebied. De burcht ligt in een oude, dichtgeslibde geul van de Maas. Ammer is de naam van de oude Maasmeander, Ooi betekent ‘land langs de rivier’. Na het kasteel verlaat u de oeverwal en fietst u door een kom. Vroeger was dit een onbewoonbaar moerassig stuk land, tegenwoordig een welvarend graslandgebied met veel nieuwe boerderijen. Aan de Wellse wetering, die u via een bruggetje oversteekt, ligt rechts in het bosje nog een oude eendenkooi. Bij Bruchem bent u weer terug op een oeverwal met oude boerderijen, waarvan sommige op een terp zijn gebouwd.