Windmolenroute
Nederland, Flevoland, Urk
- 10
- 68
- 2
- 36
- 25
- 86
- 6
- 72
- 16
- 1
- 11
- 56
- 94
- 26
- 10
De windmolens ten noorden van Urk leveren elektriciteit en dat geldt ook voor de vele molens van boeren die benedendijks staan. Dat Flevoland zo rijk is aan molens komt niet alleen door de wind op het Markermeer en IJsselmeer, maar ook door de subsidies voor het opwekken van duurzame energie. Heel Flevoland telt inmiddels zoveel windmolens, dat het provinciaal bestuur heeft besloten dat er niet meer mogen bijkomen. Het zijn er ruim 400, die gemiddeld één miljoen euro per stuk kosten.
NB: onderweg kun je nog zeskante bordjes van de oude bewegwijzerde route tegenkomen. Negeer deze en blijf de knooppuntenroute volgen.
In Urk is de knooppuntenbewegwijzering hier en daar onduidelijk of onvolledig. Volg in dat geval de aanvullende routebeschrijving.
Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en mederecreanten en ga waar nodig achter elkaar rijden.
• Net voor knooppunt 68 moet een drukke weg worden overgestoken; na de oversteek afstappen om door het fietspoortje te gaan.
• Na knooppunt 68 daalt de route af onder het viaduct door; hier zitten twee haakse bochten in (2x naar rechts), waarbij je tegenliggers niet kunt zien aankomen; ook is er een wildrooster met een smalle doorgang (80 cm breed).
• Bij knooppunt 25 staat, precies in de bocht van een aflopende helling, een paaltje midden op het pad.
• Kort na knooppunt 72 slaat de route rechtsaf het Schapenpad op; hier moet je een wildrooster met een smalle doorgang passeren.
• Tussen 01-11 gaat de route over een onverhard (leem)pad met flinke kuilen; na regenval zijn de kuilen lastig op diepte in te schatten; het pad kan bovendien glibberig worden.
Toegankelijkheid: deze route is minder geschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.) vanwege bovenstaande fietspoortjes en wildroosters met een doorgang (hekken) van slechts ca. 80 cm breed.
In Urk is tussen 36 en 25 de knooppuntenbewegwijzering hier en daar onduidelijk of onvolledig. Volg in dat geval onderstaande routebeschrijving.
• Vanaf knooppunt 2 fiets je via de Sluisweg Urk in. Ga op de rotonde (dit is knooppunt 36) driekwart rond, dus de 2e afslag, Klifweg.
• Houd rechts aan (Klifweg). Volg de weg met een bocht naar links. Ga bij de volgende bocht rechtdoor, kade aan je linkerhand, parkeerplaats aan je rechterhand.
• Op het einde maakt de weg een bocht naar rechts. Blijf de Klifweg volgen langs de kade, met weer een (dubbele) bocht naar rechts, dan een naar links en weer naar rechts. Houdt daarna links aan en ga bij de voorrangsweg (haaientanden) rechtdoor, Handelskade. Rechtdoor langs de werf en op het einde linksaf (Wijk 2).
• Op het einde (kerk) rechtsaf, en einde linksaf, Prins Hendrikstraat (Wijk 3). Staat uitrijden en op het einde linksaf, Zuiderzeestraat (Wijk 4). Houdt op de splitsing rechts aan, langs het water (Staversekade). Iets lager is knooppunt 25. Hier rechtsaf op het Vuurtorenpad langs het water, naar knooppunt 86.
De fietsroute voert langs de Oosthaven, de oudste haven van Urk. Wil je blijk geven van wat lokale kennis, dan zeg je dat je ‘op Urk’ bent geweest; het is immers een voormalig eiland. Het oude Urk ligt op een bult keileem die de zee heeft weerstaan. Keileem is tijdens de voorlaatste ijstijd afgezet. In het centrum staan mooie oude huizen met typische gevels, kerken, een mooi museum en een herdenkingsmonument voor omgekomen vissers. De tragiek van het vissersbestaan komt tot uiting in de leeftijden van de jongste en de oudste drenkeling die je kunt lezen.
Het Urkerbos is aangeplant door de mens. Er broeden blauwe reigers. In het bos ligt het geologisch reservaat P. van der Lijn, met zwerfkeien uit de voorlaatste ijstijd. Het reservaat wordt beheerd door het Flevolandschap te Lelystad en is niet toegankelijk.
Het eiland Urk en zijn bewoners weerstonden de zee gedurende duizend jaar, totdat het land hen in de vorige eeuw inpalmde. Toen het geen eiland meer bleef, repten de bewoners van de ‘plagen van Egypte’. Het was al begonnen met het zoet worden van het water, waardoor de zeevis stierf. De visserij leek ten dode opgeschreven. Na het droogvallen van het land kwamen nieuwe kwellingen: muggen, spinnen, spreeuwen, stof, zaadpluis en ten slotte distels. Met de plagen van weleer is het overigens nog niet over. Het gaat nu om visserijbiologen en Europese vangstbeperkingen. Niemand weet hoe dat op termijn afloopt, maar Urk zal Urk wel blijven.
Voor wie meer over de eeuwenoude visserscultuur op Urk wil weten is Museum Het Oude Raadhuis een aanrader (open: apr-okt ma-vr 10-17, za 10-16 uur; Wijk 2-2, www.museumopurk.nl).
Er werd van uitgegaan dat Urk zijn betekenis als vissersplaats zou verliezen. Het tegendeel gebeurde. Jaarlijks wordt voor tientallen miljoenen euro’s aan vis omgezet. Urk behoort daarmee tot de Europese top. In Urk zijn de klapperende zeilen van de vissersschepen echter niet meer te horen. De moderne Urkervloot ligt tegenwoordig in zeehavens, want de schepen hebben een veel te grote diepgang gekregen. Dat Urk een van de grootste visverwerkende plaatsen in Europa is gebleven komt doordat de vis nu per vrachtwagen naar de Urker visafslag wordt vervoerd. Urkers zijn bijzonder werklustig. Urk heeft steeds meer grond van buurgemeente Noordoostpolder nodig voor de aanleg van industrieterreinen en woonwijken.
De naam Domineesweg is niet zomaar bedacht. Toen Urk en Schokland nog werden omgeven door water, volgde de dominee van Urk de Domineesweg om te gaan preken op Schokland.
Op huisnummer 11 is – naast een streekproductenwinkel – 11 Beaufort te vinden. Deze Wind Experience is een aardig uitstapje en dé plek om op interactieve wijze alles over windenergie en windturbines te weten te komen (www.11beaufort.nl).