Fietsveiligheid / Toegankelijkheid
Fietsveiligheid / Toegankelijkheid
Fietsveiligheid route-informatie:
• Algemeen: op deze route kom je vrij veel veeroosters tegen; deze kunnen soms hobbelig zijn, en bij regenval glad; pas je snelheid aan.
• Tussen knooppunt 86 en 91 bevinden zich een scherpe bocht en hobbels in het fietspad.
• Ter hoogte van knooppunt 91 is het fietspad erg smal; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en ga waar nodig achter elkaar fietsen.
Toegankelijkheid: deze route is ongeschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.) vanwege bovengenoemde en enkele andere smalle paden.
Buitenplaats Reidehoeve
Wie wil kennismaken met de Dollard, kan het beste beginnen in de Buitenplaats Reidehoeve. Hier kunt u zien wat de Dollard zo bijzonder maakt. De Dollard is een van de weinige brakwater-getijdengebieden van Europa. Het zoute water wordt aangevoerd vanaf de Noordzee. De rivieren de Eems en Westerwoldse Aa voeren zoet water aan. Slik, wadplaten en uitgestrekte kwelders vormen het landschap. De slikplaten in de Dollard zijn een belangrijke voedselbron voor tienduizenden vogels. Veel trekvogels maken hier een tussenstop om bij te tanken voor hun volgende etappe naar het noorden of het zuiden. ’s Winters overwinteren op de kwelders wel veertigduizend ganzen. De kwelders zijn een paradijs voor vele soorten wadvogels die er ongestoord kunnen broeden. Om de kwelders jong te houden, worden ze begraasd door koeien.
Polder Breebaart
Sinds 2001 stroomt door de polder Breebaart – die toen pas 22 jaar bestond – weer zeewater in en uit. Een dijkdoorbraak dus, maar dan wel een geplande. Via een duiker zijn eb en vloed weer terug in dit gebied en is er weer uitwisseling van zout en zoet water. Polder Breebaart is nu een – zoals dat heet – gedempt getijdengebied. Het getij verschilt dertig centimeter, terwijl dit verschil in de Dollard wel drie meter bedraagt. Geestelijk vader van dit plan is landschapsarchitect Wim Boetze. Polder Breebaart mag een natuursucces genoemd worden: in enkele jaren tijd is de polder veranderd in kwelder en slik en zeer geliefd geworden bij de kluut. Deze sierlijke zwartwitte vogel is hét gezicht van de Dollard.
Wie de kluut wil zien, moet in de zomer even kijken vanuit de vogelkijkhut langs de Dallingeweersterdijk. Andere soorten die u daar kunt waarnemen zijn goudplevier, wulp, zwarte ruiter en de bontbekplevier. Ook roofvogels als kiekendieven en slechtvalken laten zich vaak zien. Niet zichtbaar zijn de driedoornige stekelbaarsjes. Dat ze er wel degelijk rondzwemmen, weten de lepelaars die in Polder Bree-baart staan te vissen.
Johannes Kerkhovenpolder
Johannes Kerkhovenpolder
De Johannes Kerkhovenpolder en de aangrenzende Carel Coenraadpolder werden respectievelijk in 1877 en 1924 ingedijkt. Daarmee werden duizenden hectaren buitendijkse slikken getransformeerd tot vruchtbare landbouwgrond. Aanvankelijk hadden de Groningers weinig belangstelling voor het inpolderen van de buitendijkse slikken. Toen de Staat in 1845 overging tot de verkoop van het buitendijkse land, was het dan ook een Amsterdammer, Johannes Kerkhoven, die de onderneming wel aandurfde. De Dollard gaf het verdronken land echter slechts moeizaam prijs. Keer op keer werden dijken door ernstige stormen weggeslagen.
Pas in 1883 kon de klus definitief worden afgerond. Daarmee waren de rampen nog niet voorbij. Tijdens de tweede wereldoorlog richtten de Duitsers grote vernielingen aan in de Johannes Kerkhovenpolder, als represaille voor verzetsdaden. Zij vernietigden alle boerderijen, werktuigen en de oogst. Paarden, koeien en schapen werden omgebracht. Na de oorlog werd er een nieuwe modelboerderij gebouwd. Met machines uit de Wieringermeerpolder werd het bedrijf weer op gang gebracht. Het boerderijcomplex bezit nu de status van rijksmonument als voorbeeld van bouwkunst tijdens de wederopbouw.
Oldambster boerderijen
Dat het goed boeren was en is op de voormalige slikken bewijzen de monumentale Oldambster boerderijen in de polders en langs de Hoofdweg tussen Woldendorp en Nieuwolda.
Museumgemaal De Hoogte
Het museumgemaal De Hoogte werd in 1892 gebouwd als stoomgemaal. Het gerestaureerde gemaal, uitgerust met een Brons-dieselmotor uit 1935, heeft tegenwoordig een museumfunctie.
Hondshalstermeer
Het Hondshalstermeer, dat in 1980 werd aangelegd langs de Hondshalstermaar, was in feite een ‘goedmakertje’ voor de rigoureuze ruilverkaveling rond Woldendorp. Van het eeuwenoude wierdenlandschap was vrijwel niets overgebleven.Het meer is een natuurreservaat.
Termunterzijldiep
Het Termunterzijldiep werd al in de zeventiende eeuw door monniken gegraven. Oorspronkelijk diende het als afwateringskanaal, later groeide het uit tot een belangrijke scheepvaartverbinding waarover producten vanuit de Groningerveenkoloniën werden afgevoerd. Tegenwoordig wordt het vooral gebruikt door waterrecreanten.
Boog van Ziel
Termunterzijl is ontstaan nadat in 1601 in hetTermunterzijldiep een sluis was gelegd. In 1686 werd de zijl verwoest en kwamen bijna alle inwoners om tijdens de Sint-Maartensvloed. Het zou tot 1725 duren totdat er een nieuwe sluis werd gebouwd. Deze sluis kreeg een uitzonderlijke fraaie afwerking in de vorm van de Boog van Ziel, de vaste stenen brug die rijk gedecoreerd is. Op de borstwering staan de namen en wapens van de bestuurders van hetTermunterzijlvest (waterschap), de stad Groningen, het Oldambt en bouwmeester Anthony Verburgh.
Gemaal Cremer
Het Gemaal Cremer is gebouwd in 1930. Als gevolg van de bodemdaling door aardgaswinning was de capaciteit van dit gemaal op een gegeven moment ontoereikend. In 2002 werd het nieuwe gemaal Rozema in gebruik genomen. ‘Cremer’ werd een museumgemaal (www.museumgemaalcremer.nl).