Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en ga waar nodig achter elkaar rijden.
• Op de route bevinden zich een drietal plaatsen waar je een drukke weg moet ov ersteken: de N224 kort voor knooppunt 02; de N226 in een bocht bij knooppunt 13; en nogmaals de N226 tussen 89 en 06.
• Tussen 94-13 bevindt zich een stukje halfverhard traject met enkele kuilen dat na droogte of regen lastig begaanbaar kan zijn.
• De route kent meerdere smalle trajecten, die bovendien vaak druk zijn; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en ga achter elkaar fietsen.
Toegankelijkheid: deze route is ongeschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.) vanwege bovengenoemde en enkele andere smalle paden.
Maarn dankt zijn ontstaan aan de voormalige zandafgraving van de Nederlandse Spoorwegen. Bij de aanleg van de spoorlijn Utrecht - Arnhem moest ter hoogte van het gehucht Maarn de stuwwal worden doorgraven. Het afgegraven zand werd gebruikt voor de aanleg en het onderhoud van andere spoorlijnen. Het spoorwegpersoneel van de zanderij kwam te wonen in Maarn.
De Franse generaal De Marmont gaf in 1805 de legerplaats in het ‘dorp zonder naam’ op de kale heide ten oosten van Zeist de naam Austerlitz. Hij deed dit ter ere van de overwinning van Napoleon op de Oostenrijkse en Russische troepen bij het Tsjechische plaatsje Austerlitz. Na het vertrek van het leger werd het terrein gekocht door François Hubert, die de heidevelden liet ontginnen. Hij gaf de aanzet tot het ontstaan van de boswachterij Austerlitz.
In 1913 werd de vliegbasis Soesterberg geopend. Het Nationaal Militair Museum (di-zo 10-17 uur) behandelt de geschiedenis van de basis. In en rond het museum staan meer dan dertig vliegtuigen opgesteld. De Leusderheide (niet toegankelijk) werd in de jaren zeventig van de vorige eeuw door de overheid aangekocht om er een militair oefenterrein van te maken.
De Waterlooweg geeft toegang tot het landgoed Den Treek. Het terrein heeft lange rechte eiken- en beukenrijen langs de verbindingswegen over de heide. De bossen werden rond 1900 aangelegd voor de productie van mijnhout. Het informatiepaneel bij de slagboom geeft tekst en uitleg over het ontstaan van het landgoed, de ringheuvels en het Langeveen.
Aan het einde van de laatste ijstijd zorgden beken in de Gelderse Vallei voor de afwatering van het gebied. De beken sneden zich in de dekzandlagen waardoor beekdalen ontstonden. Het bos rond Landgoed De Boom ligt in zo’n beekdal.
Ten zuiden van Woudenberg fietst u over een vrijliggend fietspad, de Monnickendijk (oorspronkelijk aangelegd rond 1130 door monniken van de abdij van Leusden). Dit deel van de Gelderse Vallei bestaat uit een open landschap met verspreid liggende boerderijen en kleine akkers op de dekzandruggen en wei- en hooilanden op de drassige landen rond de grillige beken.