Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en ga waar nodig achter elkaar rijden.
• Bij knooppunt 30 is de oversteek van de weg vrij onoverzichtelijk door de brug; hier goed uitkijken.
• Tussen knooppunt 30 en 11 gaat de route over een erg smal, halfverhard (met grind) jaagpad, waar je ook tegenliggers tegen kunt komen.
Toegankelijkheid: deze route is ongeschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.) vanwege bovengenoemde smalle jaagpad.
Vanwege de strategische ligging kreeg Uithoorn in de 17e eeuw zijn eerste versterkingen. Dat verklaart de straatnaam Schans bij knooppunt 31. Net buiten de bebouwde kom werd in 1911 Fort aan de Drecht opgeleverd. Het maakte deel uit van de Stelling van Amsterdam, een verdedigingslinie van forten, dijken en kanalen die tussen 1880 en 1920 rond de hoofdstad werd aangelegd. Als de vijand oprukte, kon een brede strook grond onder water worden gezet. Een serie van 42 forten verdedigde de hogere en zwakkere delen in deze waterlinie. In het fort worden nu diverse activiteiten georganiseerd.
De route volgt zo’n 8 km het jaagpad langs het Amstel-Drechtkanaal. Dit kanaal werd rond 1825 gegraven om schepen een betere vaarweg tussen Rotterdam en Amsterdam te geven. Daarbij werd gebruikgemaakt van de oude bedding van het veenriviertje de Drecht. Aan het begin van het kanaal, bij de overgang naar het Aarkanaal, kwam een sluis met twee kolken. Via deze Tolhuissluis konden schepen het hoogteverschil tussen de beide wateren (10 tot 30 cm) overbruggen.
In de 17e eeuw bloeide de economie en ontstond er een enorme honger naar turf (gedroogd veen) als brandstof voor ambacht, industrie en huishoudens. De weilanden en akkers werden afgegraven en later werd er ook tot ver onder de waterspiegel veen opgebaggerd. Zo ontstonden enorme plassen, zoals de Langeraarse Plassen en de Westeinderplassen. Bij storm zorgde de golfslag er bovendien voor dat aan de oevers steeds weer stukken werden weggeslagen.
De Leidse Vaart ligt duidelijk een paar meter hoger dan de omliggende weidegronden. Dat zijn dan ook droogmakerijen, veenplassen die met behulp van windmolens zijn drooggemalen. Na het droogvallen werd de bodem geschikt gemaakt voor landbouw. Links ligt de Vierambachtspolder, waar na droogmaking in 1744 resten van het verdronken dorp Jacobswoude tevoorschijn kwamen. Rechts ligt de Wassenaarse Polder (1666) en daar weer achter de Zuider-Legmeerpolder (1883).
De eilandjes aan de andere kant van de Westeinderplassen zijn restanten van het oorspronkelijke veengebied. Net als de plassen zelf zijn de eilanden nu vooral ingericht voor water- en dagrecreatie. Langs de oevers bevinden zich tientallen jachthavens, onder meer bij Kudelstaart. Even voorbij Kudelstaart maakt de weg een bocht rond het Fort bij Kudelstaart, dat ook deel uitmaakte van de Stelling van Amsterdam.
Bij de aanleg van de nieuwbouwwijk van Uithoorn is het Zijdelmeer gespaard gebleven, een van de oudste veenwateren in de regio. Het Zijdelmeer laat nog iets zien van het oorspronkelijke landschap. Op het eilandje aan de overkant loopt een wandelroute.